21 501-28 Defensieraad

Nr. 157 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2017

Op 18 mei jl. zijn de bestuursraad van het Europese Defensieagentschap (EDA) en de Raad Buitenlandse zaken met ministers van Defensie (RBZ-Defensie) gehouden in Brussel. De ministers spraken over de uitvoering van de EU Global Strategy en de gezamenlijke voorstellen ter versterking van de EU-Navo samenwerking. Hierbij bied ik u het verslag van deze vergaderingen aan.

In deze brief informeer ik u voorts over de Nederlandse bijdrage aan het UNODC-programma voor de aanpak van maritieme criminaliteit, en ook over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de EU-trainingsmissie in Mali.

EDA-bestuursraad

De ministers van Defensie spraken als EDA-bestuursraad over de aanbevelingen inzake de herziening van de rol en taken van het EDA (Long Term Review). Hoge vertegenwoordiger (HV) Mogherini concludeerde dat er brede consensus bestond om de rol van het EDA als centraal platform voor capaciteitsontwikkeling te versterken. Lidstaten bevestigden dat het EDA het primaire intergouvernementele instrument blijft voor het bevorderen van de capaciteitsontwikkeling van de lidstaten. In het voorjaar van 2018 zal de herziening opnieuw worden geagendeerd om de voortgang te bespreken.

Tijdens de bijeenkomst is het Coordinated Financial Mechanism (CFM) als project gelanceerd. Het CFM is een resultaat van het EDA-onderzoek naar financiële en fiscale incentives ter verbetering van Europese defensiesamenwerking. Uit ervaring blijkt dat tussen de 10 á 20 procent van de EDA-projecten vertraging oploopt omdat de projectgelden van de deelnemende landen niet tijdig beschikbaar zijn. Doordat lidstaten op vrijwillige basis geld storten in het CFM kunnen volgens EDA de problemen, die veroorzaakt worden door de verschillende nationale budgetcycli, (gedeeltelijk) worden ondervangen. De insteek daarbij is dat door gebruik te maken van het CFM EDA-projecten kunnen worden opgestart en gefinancierd terwijl de lidstaten volledige zeggenschap behouden over de door hen gestorte gelden.

Nederland wil, samen met andere lidstaten, zeker stellen dat het CFM en het verwachte Europees Defensiefonds (EDF), complementaire initiatieven zijn. Of Nederland aan het CFM zal deelnemen, wordt in een later stadium bepaald.

Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie

Agenda onderwerp 1: Uitvoering van de EU Global Strategy

HV Mogherini stelde dat er de afgelopen maanden veel voortgang is geboekt met de uitvoering van de EU Global Strategy. De HV zal hierover op 22 en 23 juni a.s. aan de Europese Raad rapporteren. De HV vroeg aandacht voor de onderwerpen die verdere uitwerking behoeven zoals de oprichting van de Military Planning and Conduct Capability (MPCC) die nog voor de Europese Raad in juni operationeel moet zijn en de versterking van Europese defensiesamenwerking door middel van de permanent gestructureerde samenwerking (PESCO). Over PESCO concludeerden de lidstaten dat de noodzakelijke verplichtingen (commitments) en criteria voor deelname moeten worden ontwikkeld overeenkomstig Protocol 10 van het EU-verdrag. PESCO zal bestaan uit twee lagen: een eerste laag op het niveau van de Raad waar alleen PESCO-leden stemrecht hebben en een tweede laag op het niveau van projecten waar alleen de deelnemende lidstaten stemrecht hebben. De komende periode worden mogelijke PESCO-projecten geïdentificeerd.

Voorts herhaalde de HV haar eerdere pleidooi voor het verbreden van gemeenschappelijke financiering van EU Battlegroups via het Athena-mechanisme. Voorts onderstreepte zij dat de relatie tussen de verschillende initiatieven zoals PESCO, de Coordinated Annual Review on Defence (CARD) en het Europees Defensiefonds (EDF) verder moet worden uitgewerkt. Ook Nederland acht dit van belang.

Tot slot informeerde commissaris Bienkowska de lidstaten dat op 7 juni aanstaande een gedetailleerder voorstel over het Europees Defensiefonds wordt verwacht. Uw kamer wordt op de gebruikelijke wijze over het nieuwe Commissie-voorstel geïnformeerd.

Agenda onderwerp 2: EU-Navo samenwerking

HV Mogherini en de Secretaris-generaal van de Navo, de heer Stoltenberg, onderstreepten dat er belangrijke voortgang is geboekt ten aanzien van de 42 voorstellen ter versterking van de EU-Navo samenwerking, conform de gezamenlijke EU-Navo verklaring van 8 juli 2016. Er is een goede politieke dialoog en er zijn concrete operationele stappen gezet. HV Mogherini en SG Navo Stoltenberg beklemtoonden de noodzaak om het momentum vast te houden. In juni zullen zij een voortgangsrapportage presenteren.

Nederland heeft tijdens deze sessie nog specifiek aandacht voor het grensoverschrijdend transport van militair materieel in Europa gevraagd. Op dit moment zijn er hiervoor nog teveel (administratieve en juridische) barrières die snelle troepenverplaatsingen belemmeren.

Gezamenlijke lunch met ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) en Defensie over terrorismebestrijding

Tijdens de gezamenlijke lunch met de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken spraken de ministers van Defensie over de samenwerking op het terrein van terrorismebestrijding, in het bijzonder betreffende informatie-uitwisseling. U wordt hierover in het verslag van de Minister van Veiligheid en Justitie nader over geïnformeerd.

Overige mededelingen

Verlenging Nederlandse bijdrage aan EUTM Mali

Het kabinet heeft besloten om de Nederlandse bijdrage aan de EU-trainingsmissie (EUTM) in Mali te verlengen tot 31 januari 2018. Deze bijdrage bestaat uit een stafofficier, die is geplaatst bij het Belgische detachement.

Nederlandse bijdrage aan het Global Maritime Crime Programme van UNODC

Het UN Office for Drugs and Crime (UNODC) is met het Global Maritime Crime Programme actief in de Hoorn van Afrika. Vanaf begin juli zal een Nederlandse militair (KMar) hieraan deelnemen als adviseur voor de bestrijding van illegale migratie en mensenhandel. Tussen 2010 en 2015 waren ook al Nederlanders actief in dit programma.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven