21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1412 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2017

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 26 en 27 januari 2017 te Brussel.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

VERSLAG VAN DE EUROGROEP EN ECOFINRAAD VAN 26 EN 27 JANUARI IN BRUSSEL

Eurogroep

Interim- missie IMF Artikel IV eurozone

Het IMF gaf een terugkoppeling over de interim--missie die plaatsvond in het kader van de Artikel IV-consultatie voor de eurozone in 2017. De consultatie laat zien dat de groei in de eurozone aanhoudt en verbreedt in veel landen. Voor het eerst sinds de crisis wordt er weer groei geraamd in alle eurozone lidstaten. Maar er zijn ook risico’s door het IMF gesignaleerd. Er zijn risico’s in de eurozone, waarbij het IMF wijst op mogelijke politieke instabiliteit, en risico’s buiten de eurozone, samenhangend met de nieuwe regering in de Verenigde Staten en de Brexit. In de afgelopen jaren is een hoop bereikt en de crisis behoort nu tot het verleden. Er is wel nog steeds een groot belang om de interne markt te blijven versterken en vrijhandel te steunen. Op die manier kan een hoger groeipotentieel bereikt worden.

Griekenland

De instituties hebben de ministers geïnformeerd over de stand van zaken van de tweede voortgangsmissie. De instituties verwezen in positieve zin naar de Griekse economie die sneller herstelt dan vooraf was gedacht. Op het gebied van de overheidsfinanciën is ook een beter resultaat gemeld, omdat de overheidsontvangsten hoger uitvielen dan verwacht. Daarbij werd gemeld dat Griekenland in 2016 beter heeft gepresteerd dan de budgettaire doelstelling die hiervoor was afgesproken.

Er is algemene overeenstemming dat een snelle afronding van de tweede voortgangsmissie in ieders belang is en dat dit de positieve beweging in de economie zal ondersteunen.

De instituties en de Griekse autoriteiten blijven gecommitteerd aan een constructieve dialoog om de nog openstaande punten op te lossen. De ministers hebben ze aangemoedigd om het werk te versnellen met het doel om snel een terugkeer van de missie naar Athene te bewerkstelligen en zo snel mogelijk tot een akkoord op technisch niveau te komen.

Als laatste werd gemeld dat de bestuursgremia van het ESM en het EFSF na het politieke akkoord in december ook formeel hebben ingestemd met de implementatie van de korte termijn schuldmaatregelen (zie ook Kamerstuk 32 013, nr. 135 en Kamerstuk 21 501-07, nr. 1409).

Ierland – zesde post-programma surveillancemissie (pps-missie)

De Europese Commissie en de ECB hebben een terugkoppeling gegeven over de zesde post-programme surveillancemissie in Ierland. De instituties gaven aan dat Ierland positieve economische en budgettaire resultaten boekt. Tegelijkertijd benoemden de instituties dat er risico’s zijn in het economisch klimaat, zeker na het EU-referendum in het Verenigd Koninkrijk.

Portugal – vijfde post-programma surveillancemissie (pps-missie)

De Europese Commissie en de ECB hebben een terugkoppeling gegeven over de vijfde post-programme surveillancemissie in Portugal. Het land is aan het herstellen en er wordt goede voortgang gemaakt op financieel- en begrotingsvlak. Er zijn nog wel risico’s op de middellange termijn dus blijft het cruciaal dat Portugal zich committeert aan de hervormingsagenda. Dit zal helpen de noodzakelijke potentiële groei aan te wakkeren maar is ook van belang in het kader van de hoge schulden en de volatiele marktomgeving.

Conceptbegrotingen – Spanje en Litouwen

De Eurogroep stemde in met de Commissieopinie die stelt dat de begroting van Spanje «broadly compliant» is met de vereisten van het stabiliteits- en groeipact (SGP) en dat de begroting van Litouwen het oordeel «risk of non-compliance» krijgt. De Commissie gaf verder aan dat het Litouwse verzoek om flexibiliteit vanwege het doorvoeren van structurele hervormingen wordt getoetst en dat de Commissie hier in de lente op terugkomt.

De Eurogroep zal de voortgang van de implementatie van de conceptbegrotingen (DBP’s) en de extra toezeggingen die door ministers zijn gedaan volgen in navolging van het volgende toetsingsmoment door de Europese Commissie in maart 2017. In maart 2017 zal de Eurogroep dus weer over conceptbegrotingen spreken.

Aanbevelingen voor het eurogebied (Europees Semester 2017)

De Eurogroep en de Ecofin hebben gesproken over de eurozoneaanbevelingen. De aanbevelingen zullen in gewijzigde vorm worden doorgeleid naar de Europese Raad van maart voor bekrachtiging. Met de aanpassingen die zijn gedaan op het Commissievoorstel is tegemoet gekomen aan de bezwaren van het kabinet (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1170). Zo bevat de gewijzigde aanbeveling over de Bankenunie een expliciete verwijzing naar de routekaart zoals overgekomen door de Raad van 17 juni 2016 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1384). Ook wordt, in lijn met het Eurogroep statement van december jl., niet langer gesproken over een budgettaire verruiming van 0,5% van het bbp voor de eurozone. De gewijzigde aanbeveling stelt dat er een balans gevonden moet worden tussen het bereiken van houdbare overheidsfinanciën en het ondersteunen van het herstel door middel van investeringen in lijn met de conclusie van de Eurogroep van december jl. Deze aanbeveling kan het kabinet ondersteunen.

Rapport Europese Rekenkamer over het SSM

In de Eurogroep heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over de aanbevelingen van het rapport van de Europese Rekenkamer (ERK) over de opzet en organisatie van het Single Supervisory Mechanism (SSM). De Eurogroep stemde in grote lijnen in met de strekking van het rapport. In algemene zin werd er geconstateerd dat de ECB effectief heeft gehandeld bij het opzetten van het SSM in een kort tijdsbestek. De ECB heeft aangegeven vrijwel alle aanbevelingen van de ERK ter harte te nemen en hier de komende tijd aan te zullen werken. Nederland gaf specifiek aan bezorgd te zijn over het door de ERK geïdentificeerde controlegat en vroeg de Commissie en de ECB te zoeken naar een manier om afspraken te maken tussen de ERK en de ECB. De ECB zegde toe om hier binnen de juridische grenzen aan te werken.

Ecofinraad

BTW – tijdelijke derogatie voor een algemene verleggingsregeling

De Europese Commissie heeft een presentatie gegeven over het voorstel voor tijdelijke toepassing van een algemene verleggingsregeling voor leveringen van goederen en diensten boven een bepaalde drempel om btw-carrousselfraude te bestrijden. Hierbij wordt het voor lidstaten die aan bepaalde voorwaarden voldoen mogelijk tijdelijk de verschuldigde btw op binnenlandse leveringen en diensten tussen ondernemers te verleggen naar de afnemer van die prestatie. De Commissie benadrukte dat het voorstel een delicaat compromis is tussen het mogelijk maken van een proef door de lidstaten die dit willen doen en het verstoren van de interne markt.

Er was discussie waarbij enkele lidstaten opriepen de voorwaarden voor de proef te versoepelen door de toegangsdrempel te verlagen en het schrappen van de mogelijkheid voor de Commissie om een proef vervroegd te beëindigen en van de horizonbepaling die in het voorstel zijn opgenomen. Andere lidstaten steunden het voorstel maar gaven aan nog zorgen te hebben over de uitwerking en een aantal lidstaten liet zich negatiever uit over het voorstel.

Werkprogramma Malta

Het Maltese voorzitterschap heeft het werkprogramma voor de komende zes maanden gepresenteerd. Het programma omvat onder andere onderwerpen op het gebied van financiële diensten, economic governance, investeringen en de EU-begroting. Er volgde geen discussie.

Europees Semester 2017

De Raad heeft conclusies aangenomen over de Annual Growth Survey en het Alert Mechanism Report (AMR). Het AMR is het startpunt voor de jaarlijkse macro-economische onevenwichtighedenprocedure.

De Raad steunde ook de Eurozoneaanbevelingen voor 2017. Dit zal nu naar de Europese Raad gaan voor instemming om vervolgens aangenomen te worden op de Ecofinraad van maart.

Stand van zaken Bazelse Comité

De Ecofinraad heeft gedachten gewisseld over discussies die op dit moment spelen in het Bazelse Comité. De Commissie leidde deze discussie in de stand van zaken in het Bazelse Comité. Er is geen overeenstemming over de hoogte van de kapitaalvloer voor interne modellen van banken. Er is nog geen nieuwe vergadering gepland en hierbij achtte de Commissie het ook verstandig eerst meer duidelijkheid te krijgen over de positie van de nieuwe Amerikaanse regering.

Er waren verschillende lidstaten die aangaven dat een (te hoge) kapitaalvloer een juiste inschatting van risico’s in de weg kan staan. Daarnaast benadrukten meerdere lidstaten het belang dat de EU instituties en lidstaten die lid zijn van het Bazelse Comité, gezamenlijk optrekken om Europese aandachtspunten op een gecoördineerde manier onder de aandacht te brengen in het Bazelse Comité. Enkele lidstaten benadrukten tot slot het belang om in het Bazelse Comité tot een akkoord te komen dat het kapitaaleisenraamwerk versterkt – maar tegelijkertijd niet disproportioneel uitpakt – hetgeen ook in het belang is van de Europese bankensector.

Rapport over financiering van de EU-begroting

De voorzitter van de inter-institutionele werkgroep over de financiering van de EU-begroting, oud-premier van Italië en oud-commissaris Mario Monti, gaf een presentatie van het rapport. Volgens Monti zijn er veel misconcepties van het rapport in de media verschenen. Zo bevat het rapport geen voorstel dat de EU zelf belasting heft en pleit het rapport ook niet voor een grotere EU-begroting. Nieuwe eigen middelen kunnen de BNI-afdracht juist laten dalen. Op dit moment komt 75% van de inkomsten uit de BNI-afdracht en dat is te hoog, aldus Monti. De groep Monti heeft geprobeerd om anders naar de EU-begroting te laten kijken waarbij de EU-begroting geen zero-sum game tussen netto-ontvangers en netto-betalers is. Volgens Monti moet bij zowel de inkomsten als de uitgaven van de EU-begroting de Europese toegevoegde waarde leidend zijn.

De Commissie gaf aan het rapport en de voorstellen daarin te zullen bekijken in aanloop naar het voorstel voor een volgend meerjarig financieel kader (MFK) dat naar verwachting eind dit jaar uitkomt. Hierbij gaf Commissaris Oettinger aan dat de inkomstenkant nu te complex is en te veel van de BNI-afdracht afhankelijk is. Ook zouden de kortingen die er nu zijn moeten worden afgeschaft omdat dit de focus nog meer op netto-posities legt.

Veel lidstaten maakten van de presentatie van dit rapport gebruik om gelijk hun eerste appreciatie hiervan te delen. Een aantal lidstaten waar veel uitgaven uit de cohesie- en landbouwfondsen worden gedaan benadrukte dat deze fondsen ook Europese toegevoegde waarde geven. Er was daarnaast ook bijval, onder andere door Nederland, voor de modernisering van uitgavenkant zoals voorgesteld door het rapport met een hernieuwde focus op EU-prioriteiten, Europese toegevoegde waarde en meer flexibiliteit in het geval van nieuwe urgente prioriteiten. Hier voegde Nederland aan toe dat subsidiariteit ook hier leidend moet zijn, dat Nederland voor een transparant en voorspelbaar inkomstensysteem is en dat kortingen een essentiële rol hebben gespeeld in het bereiken van een rechtvaardige verdeling van de afdrachten.

Op de aanbevelingen van het rapport aan de inkomstenzijde lieten een aantal lidstaten weten sceptisch te zijn over de invoering van een nieuw eigen middel. Er was door veel lidstaten kritiek op de afdrachten op basis van btw. Die zou te complex zijn en daarom hervormd of afgeschaft moeten worden.

De Commissie zal de adviezen van de werkgroep naar verwachting meenemen in de voorstellen voor een volgend MFK en het bijbehorende Eigen Middelen Besluit. Deze voorstellen worden voor het einde van 2017 verwacht. Na het verschijnen van de voorstellen kan het dan zittende kabinet een standpunt bepalen voor de onderhandelingen. De kamer zal daarover op dat moment worden geïnformeerd. Met de geannoteerde agenda (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1410) en dit verslag van de Ecofin voldoet het kabinet aan de motie Koolmees-Klaver1 om de Kamer te informeren over de uitkomsten van de Werkgroep-Monti en het standpunt van het kabinet hierover.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1195

Naar boven