21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1864 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2018

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken inclusief Artikel 50 van 14 mei 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD ALGEMENE ZAKEN ARTIKEL 50 VAN 14 MEI 2018

RAZ

Geannoteerde agenda ER juni / voorbereiding ER

De Raad zal kennisnemen van de conceptagenda van de Europese Raad (ER) van 28 en 29 juni. Deze is op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. Onderwerpen waarvan verwacht kan worden dat die tijdens de ER aan de orde zullen komen zijn: onderzoek & innovatie, digitalisering, defensie, migratie (als onderdeel Leader’s Agenda), uitbreiding, samenstelling Europees parlement, buitenlandse politiek. Daarnaast worden een Eurozonetop en een ER Artikel 50 voorzien. Dit is een voorlopige inschatting; er kunnen nog thema’s bij komen of onderwerpen kunnen op een later moment op de ER aan de orde komen.

Inhoudelijke voorbereiding van de ER van 28-29 juni vindt plaats via de Raad Algemene Zaken (RAZ) van 26 juni a.s. Uw Kamer wordt via de geannoteerde agenda voor die RAZ en de geannoteerde agenda van de ER zelf geïnformeerd over de kabinetsinzet.

Compositie EP (I-punt)

Tijdens de RAZ wordt de Raad gevraagd zich uit te spreken over het voorstel van het Europees parlement (EP) voor de samenstelling van het EP in de periode 2019 – 2024. Het concept-besluit is opgenomen in het rapport over de samenstelling van het EP, waarover het EP op 7 februari 2018 gestemd heeft1. Het rapport met het opgenomen ER-besluit is met 400 stemmen voor, 183 stemmen tegen en 96 onthoudingen aangenomen. Het voorstel van het EP voor het ER-besluit stelt voor om EU-lidstaten te compenseren die vanwege de ontwikkeling van het inwoneraantal en gegeven het principe van degressieve evenredige vertegenwoordiging vanaf 2019 ondervertegenwoordigd zouden zijn. In totaal stelt het EP voor 27 van de 73 zetels, die vanwege de uittreding van het Verenigd Koninkrijk (VK) vrijkomen, over 14 lidstaten te verdelen in verband met de demografische ontwikkelingen in die lidstaten. De overige 46 zetels van het VK worden niet ingevuld.

Nederland krijgt er in dit voorstel 3 zetels bij en komt daarmee uit op een zetelaantal van 29 zetels in het EP. De overige 46 zetels van het VK worden als volgt verdeeld: Denemarken, Estland, Kroatië, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije, Finland en Zweden krijgen er 1 zetel bij, Ierland krijgt 2 extra zetels, Italië en Nederland 3 zetels, Spanje en Frankrijk krijgen er ieder 5 zetels bij. Dit EP-voorstel is tijdens de informele ER op 23 februari 2018 aan de orde geweest2. Zoals in het verslag is opgenomen, heeft Nederland zich toen opnieuw uitgesproken voor een vermindering van het aantal zetels in het EP met 73, conform de motie van het lid Maeijer3. Eerder, tijdens de RAZ in september 2017, heeft het kabinet zich ook al hard gemaakt voor vermindering van het aantal EP-zetels met 73 in lijn met de motie4.

Een definitief besluit over de samenstelling van het EP is voorzien voor de ER in juni 2018. Om de besluitvorming in de ER van juni voor te bereiden zal de voorzitter van de ER na de RAZ van 14 mei in contact treden met het EP en het concept ER-besluit aan het EP ter goedkeuring voorleggen, zodat dit besluit tijdens de ER van juni formeel kan worden aangenomen. De RAZ van 14 mei zal, als voorbereidend orgaan van de ER, worden gevraagd om akkoord te gaan met het concept-ER besluit en om aan de ER aan te bevelen om het door het EP voorgestelde concept-besluit ongewijzigd aan het EP ter goedkeuring voor te leggen. Tevens wordt de RAZ gevraagd om de ER uit te nodigen om het besluit tot voorlegging aan het EP via een schriftelijke procedure te nemen. Als gevolg van deze procedure wordt er op de ER van juni geen discussie meer voorzien. Het besluit over de samenstelling van het EP wordt door de ER met unanimiteit genomen op grond van art 14 (2) EU-verdrag.

Zoals zich tijdens de informele ER reeds aftekende en zich nu in aanloop naar de RAZ ook aftekent, ontbeert de kabinetsinzet steun in het Europees krachtenveld. Gelet op de posities van de overige lidstaten heeft het Bulgaarse voorzitterschap voorgesteld het door het EP voorgestelde concept-besluit ongewijzigd over te nemen. Het kabinet is voornemens in te stemmen met het voorliggende ontwerpbesluit. Hierbij geldt dat het ontwerpbesluit erin voorziet de omvang van het EP na de uittreding van het VK substantieel te verkleinen. Daarnaast wordt met het ontwerpbesluit Nederland in het EP vertegenwoordigd op een manier die recht doet aan de omvang van de Nederlandse bevolking. Het ontwerpbesluit bevat een voorziening voor het geval de uittreding van het VK later plaatsvindt dan thans is voorzien. De voorziening houdt in dat de lidstaten bij de EP-verkiezingen hun huidige aantal EP-zetels behouden, waarna de extra zetels op een later moment zullen worden bezet. In dat geval zal worden voorzien in een daarvoor noodzakelijke aanvullende (nationale) wettelijke regeling.

Rule of Law Polen

De Europese Commissie zal de Raad informeren over welke voortgang is geboekt met het wegnemen van de zorgen dat een systematische bedreiging van de rechtsstaat in Polen bestaat. De rechtsstaat is een hoeksteen van Europese samenwerking en staat aan de basis van een goed functionerende interne markt en ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Wat Nederland betreft is voortgang noodzakelijk en dringend, zoals ook aan uw Kamer is meegedeeld in het verslag RAZ van 17 april 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1862).

Presentatie MFK-voorstel

In de RAZ zal de Commissie haar voorstel voor het toekomstig Meerjarig Financieel Kader (MFK) aan de Raad presenteren. Dit voorstel is op het moment van schrijven nog niet verschenen en wordt verwacht op 2 mei a.s. Het hierna te noemen «MFK-voorstel» van de Commissie bestaat naar verwachting uit verschillende delen. Allereerst presenteert de Commissie een concept MFK-verordening, waarin ook een tabel zal zijn opgenomen met de verdeling van de voorgestelde EU-uitgaven. De MFK-verordening licht de Commissie toe in een mededeling. Hierin zal de Commissie haar visie op de opbouw en onderbouwing voor inhoudelijke invulling van het toekomstig MFK beschrijven. Deze mededeling zal mede voortborduren op de eerste denkrichtingen die de Commissie in haar mededeling van 14 februari jl. reeds publiceerde. Daarnaast zal de Commissie een conceptverordening voor de financiering van het MFK presenteren, het zogenoemde «Eigen Middelenbesluit» (EMB). Hieronder zal kort worden ingaan op het proces rondom het toekomstige MFK, waarna de Nederlandse inbreng op de RAZ van 14/5 wordt toegelicht.

De RAZ biedt de Raad een eerste gelegenheid voor een uitwisseling van gedachten. Het is op 14 mei te vroeg om het voorstel in detail te kunnen bespreken en is daarmee bovenal een informatieve sessie. De Nederlandse positie t.a.v. het MFK, zoals verwoord in de Kamerbrief van 22 december 2017 over de Kabinetsinzet voor het toekomstig MFK5 alsook in de kabinetsappreciatie van de Commissiemededeling van 14 februari jl.6 vormt het kader voor zowel een eerste Nederlandse reactie als ook de te volgen kabinetsappreciatie van het MFK-voorstel. Uw Kamer zal deze kabinetsappreciatie volgens de bestaande procedure ontvangen.

De eerste reactie van het kabinet zal conform de staande Nederlandse lijn zijn: Nederland staat een gemoderniseerd, toekomstgericht en financieel houdbaar MFK voor. Een MFK dat meer gericht is op het genereren van Europese Toegevoegde Waarde, zoals op innovatie en slimme groei, duurzaamheid, energie en klimaat en interne en externe veiligheid. Een modern MFK vraagt ook een inhoudelijke modernisering van bestaande MFK beleidsterreinen zoals het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en het cohesiebeleid. Deze modernisering moet tevens bijdragen aan de benodigde bezuinigingen als gevolg van het vertrek van het VK en aan de financiering van nieuwe of te versterken beleidsterreinen. Het vraagt eveneens om aandacht voor conditionaliteiten in het MFK: er moet een sterkere koppeling worden gemaakt tussen de ontvangst van EU-fondsen en de implementatie van structurele hervormingen in het kader van het Europees Semester. En het kabinet verwelkomt voorstellen die de naleving van rechtsstatelijkheidsbeginselen en opname en integratie van asielgerechtigde migranten sterker binnen het MFK reflecteert. Ter compensatie van het vertrek van het VK dient de omvang van het MFK naar beneden bijgesteld te worden. NL wil vermijden dat het moet betalen om zo te compenseren voor de Britse uittreding. De financiering van de EU-uitgaven moet daarnaast rechtvaardig, eenvoudig en transparant zijn. De Nederlandse netto-positie moet in lijn liggen met die van lidstaten met een vergelijkbaar welvaartsniveau. Naar verwachting zullen de eerste reacties het complexe krachtenveld en de uiteenlopende posities van lidstaten bevestigen, langs de lijnen van de recente bespreking tijdens de informele ER van 23 februari 20187.

Na de formele presentatie van de Commissie op de aankomende RAZ, is het aan de Raad om zich over het MFK-voorstel te buigen. De RAZ van 14 mei is daarmee niet de start van daadwerkelijke raadsonderhandelingen. De lidstaten zullen het MFK voorstel allereerst grondig willen bestuderen en doorgronden. Daartoe zal na de RAZ van 14 mei een technische fase starten. Naar verwachting zal deze technische fase tot en met deze zomer duren. Het is aan het Oostenrijks Voorzitterschap om hierna vast te stellen wanneer de formele onderhandelingen beginnen. De RAZ zal regulier over het MFK spreken. Ook zal het MFK naar verwachting verschillende keren op de agenda van de Europese Raad staan. Uw Kamer zal periodiek over het verloop van de onderhandelingen worden geïnformeerd.

Na publicatie van het MFK-voorstel zal de Commissie in de periode eind mei – midden juni 2018 de wetgevingsvoorstellen voor de verschillende onderliggende deelterreinen van het MFK publiceren, zoals het innovatiebeleid, het landbouwbeleid en het cohesiebeleid. Ook hiervoor geldt dat lidstaten deze grote hoeveelheid aan gedetailleerde informatie allereerst grondig willen bestuderen en beoordelen tijdens een technische fase. Gelijktijdig met de start van de onderhandelingen over het MFK als geheel, zullen de onderhandeling over deze deelverordeningen in de betreffende raadswerkgroepen en raadsformaties plaatsvinden. Het uitgangspunt blijft te allen tijde dat het kabinet het MFK voorstel gedurende de gehele onderhandelingsperiode in zijn integraliteit blijft beoordelen en dat consistentie moet worden gewaarborgd tussen de Nederlandse inzet op het MFK als geheel en de inhoudelijke bespreking op deelterreinen. Naast de kabinetsappreciatie van het MFK voorstel ontvangt uw Kamer via de BNC-fiches een appreciatie van het kabinet van de onderliggende wetgevingsvoorstellen.

Nadat een raadspositie op het MFK met unanimiteit is vastgesteld, is instemming van het Europees parlement vereist. Voor de deelverordeningen geldt dat deze volgens gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming in de betreffende Raadsformatie worden aangenomen en vervolgens met het EP als medewetgever zal worden onderhandeld. Het nieuwe EMB wordt met unanimiteit in de Raad vastgelegd, waarna parlementaire goedkeuring door alle nationale parlementen volgt. Uiteindelijk zullen zowel het nieuwe MFK als de deelverordeningen per 1 januari 2021 in moeten gaan. Het kabinet is zich bewust van de wens van de Commissie om dit keer snel tot een akkoord te komen. Voor het kabinet is een inhoudelijk goed akkoord over het nieuwe MFK leidend.

Diversen

Naar aanleiding van de toezegging bij het AO informatievoorziening op 12 april jl. is het onderwerp van transparantie in de triloogfase in de marge van de Raad Buitenlandse Zaken van 16 april jl. opgebracht bij Oostenrijk. Er is afgesproken dat er op expertniveau verder gepraat gaat worden.

RAAD ALGEMENE ZAKEN ARTIKEL 50

Stand van zaken Brexit

De RAZ in Artikel 50 samenstelling (RAZ Artikel 50) zal de stand van zaken bespreken van de Britse uittreding uit de EU en tevens de agenda bespreken van de ER in Artikel 50 samenstelling (ER Artikel 50) op 28 of 29 juni a.s.

Sinds het bereikte principeakkoord tussen de onderhandelaars van de EU en het VK van 19 maart jl. op een aantal onderdelen van het terugtrekkingsakkoord (overgangsperiode, rechten van burgers, financiële afwikkeling en verschillende «other separating issues») en de aanname door de ER Artikel 50 van de onderhandelingsrichtsnoeren voor het kader van de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK, is er tot aan de ER in Artikel 50 samenstelling van 28 of 29 juni een aantal onderhandelingsrondes gepland tussen de Europese Commissie en het VK. Belangrijkste onderwerpen zijn de Iers/Noord-Ierse grenskwestie, governance en overige terugtrekkingskwesties. Tot nu toe is er weinig vooruitgang geweest inzake de Ierse/Noord-Ierse grenskwestie. De komende periode zullen nog enkele intensieve onderhandelingsrondes nodig zijn waardoor meer helderheid komt over welke concrete en realistische oplossingen het VK heeft. Uiterlijk dit najaar zal er een akkoord over het gehele terugtrekkingsakkoord moeten komen, inclusief een protocol over Ierland/Noord-Ierland en een politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen. Dit om genoeg tijd te hebben voor beide partijen om het akkoord te ratificeren voor de uittreding daadwerkelijk plaatsvindt.

Het kabinet blijft, samen met de Commissie en andere EU-lidstaten, het VK oproepen om duidelijkere onderhandelingsposities in te nemen in de vorm van position papers die aan de onderhandelingstafel kunnen worden besproken. Dit geldt in het bijzonder voor de onderhandelingen over het kader van de toekomstige relatie. In de recente contacten van het kabinet met het VK, zoals tijdens het recente bezoek van de Minister van Buitenlandse Zaken aan Londen, zijn de zorgen overgebracht over het uitblijven van voortgang op de Ierse/Noord-Ierse grenskwestie en governance.


X Noot
1

2017/2054(INL) – 2017/0900(NLE)

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1296

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1214

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-02, nr. 1776

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1282

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1318

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1307

Naar boven