21 501-20 Europese Raad

Nr. 1282 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2017

Op 9 december 2017 deelde de Vaste Kamercommissie Europese Zaken de door haar overgenomen aanbevelingen uit het eindverslag fase 2 rapporteurschap MFK van de rapporteurs Anne Mulder (VVD) en Renske Leijten (SP). Mede namens de Minister van Financiën ga ik met deze brief in op het daarin opgenomen verzoek om de inzet van het nieuwe kabinet ten aanzien van het toekomstige Meerjarig Financieel Kader (MFK) en de informele discussie hierover op de Europese Raad op 23 februari 2018 toe te lichten.

Zoals aan uw Kamer medegedeeld in de brief met de stand van zaken Meerjarig Financieel Kader (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1232), richt de Nederlandse inzet zich primair op een gemoderniseerd, toekomstgericht en financieel houdbaar Meerjarig Financieel Kader. Deze inzet sluit goed aan bij de Nederlandse inzet bij voorgaande onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en bij de Nederlandse inzet voor de jaarlijkse onderhandelingen over de Europese begroting. De regering is van mening dat een modern en toekomstgericht MFK dat zich beter toelegt op Europese toegevoegde waarde, kan bijdragen aan Europese slagkracht en vertrouwen in de Europese samenwerking.

Het volgende MFK moet naar Nederlandse overtuiging gericht zijn op thema’s waarbij de Europese toegevoegde waarde evident is: innovatie en slimme groei, duurzaamheid, energie en klimaat en interne en externe veiligheid. Tevens impliceert dit een inhoudelijke modernisering van bestaande MFK-onderdelen (m.n. het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en Cohesiebeleid) en is over de volle breedte van het EU-beleid een vermindering van uitvoeringslasten noodzakelijk. Om het MFK toekomstgerichter te maken moet er ook een koppeling tot stand komen tussen de inzet van de bestaande structuur- en cohesiefondsen en de naleving van landenspecifieke afspraken en van de criteria van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Naast deze koppeling met het semester verdienen mogelijkheden voor een versterkte koppeling tussen genoemde fondsen en rechtsstatelijkheid en migratie bijzondere aandacht. Ter compensatie van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk, een grote nettobetaler, dient de totale omvang van het MFK naar beneden bijgesteld te worden. Nederland wil vermijden dat het moet betalen om zo te compenseren voor de Britse uittreding. De financiering van EU-uitgaven moet daarnaast rechtvaardig, eenvoudig en transparant zijn. Nederland zet in op het voorkomen van het stijgen van de afdrachten in het volgende MFK. De Nederlandse nettobetalingspositie moet in lijn liggen met lidstaten met een vergelijkbaar welvaartsniveau.

Naar verwachting publiceert de Commissie haar MFK-voorstel in mei 2018. Hierna zullen de formele onderhandelingen over de Raadspositie starten. De komende maanden zal het kabinet bovenstaande inzet blijven uitdragen richting Commissie en lidstaten om zo draagvlak voor de Nederlandse positie te vergroten. Om het Commissievoorstel effectief te beïnvloeden zal het kabinet zijn inzet de komende maanden ook verder uitwerken. Hierbij zal het kabinet nauw contact onderhouden met gelijkgezinde lidstaten om waar mogelijk en opportuun elkaar te ondersteunen. Dit geldt in het bijzonder voor de voorbereiding van de bespreking op de informele Europese Raad van 23 februari 2018. Dit is een belangrijk moment voor de Raad om de Commissie nog tijdig richting mee te kunnen geven voorafgaand aan de publicatie van het te verwachten MFK-voorstel.

Het kabinet erkent dat inzicht in de ontwikkelingen op het MFK dossier het komend jaar ook voor Uw kamer van groot belang zijn. Het kabinet zal Uw Kamer op de hoogte houden van de verdere uitwerking van de Nederlandse inzet en u bij ontwikkelingen informeren. Dit geldt in het bijzonder voor de inzet van het kabinet bij de informele Europese Raad van 23 februari en te zijner tijd voor de Nederlandse appreciatie van toekomstige voorstellen van de Commissie voor het nieuwe MFK.

Ter voorbereiding op informele discussies in de Europese Raad verspreidt ER-voorzitter Tusk notities om de discussie te structureren. In haar aanbevelingen vraagt de Vaste Kamercommissie het kabinet om deze «decision notes» tijdig met de Tweede Kamer te delen. Een eerste concept van deze notities zal vertrouwelijk met de Eerste en Tweede Kamer worden gedeeld. De definitieve versie van deze notities zullen vlak voor de Europese Raad door voorzitter Tusk worden meegestuurd met de uitnodigingsbrief voor de Europese Raad. De uitnodigingsbrief en onderliggende documenten zijn openbaar.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

Naar boven