21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1192 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 20 november 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, F. C. G. M. Timmermans

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 20 november 2012

Verordeningen Cohesiebeleid

Het Cypriotische voorzitterschap streeft tijdens de komende Raad Algemene Zaken (RAZ) wederom naar een zogenaamd gedeeltelijke algemene oriëntatie («partial general approach»). Dat wil zeggen: een akkoord op een aantal deelonderwerpen van het Cohesie-pakket, waarbij geldt dat de verschillende deelakkoorden uiteindelijk één pakket vormen («nothing agreed until everything agreed»). Zo zal de Raadspositie nog kunnen veranderen als de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) daartoe aanleiding geven. Pas na een akkoord over het MFK kunnen de onderhandelingen over het Cohesie-pakket worden afgerond.

In april, juni en oktober van dit jaar heeft de Raad reeds gedeeltelijke algemene oriëntaties bereikt over een aantal deelonderwerpen. Uw Kamer is daarover per brief geïnformeerd (Kamerstukken 21 501-08, nr. 423, 21 501-02, nr. 1161, 21 501-02, nr. 1184 en Kamerstuk 21 501-08, nr. 441). Tevens heeft hierover met de Tweede Kamer overleg plaatsgevonden tijdens de Algemeen Overleggen ter voorbereiding van de RAZ-bijeenkomsten d.d. 19 april, 18 juni en 16 oktober jl.

Voor de aanstaande RAZ staan twee resterende deelonderwerpen geagendeerd, waarover de Raad nog geen gedeeltelijke algemene oriëntatie heeft bereikt, te weten:

  • 1. Financieel Management

  • 2. Gemeenschappelijk Strategisch Kader

Financieel Management

Het onderdeel «Financieel Management» betreft regels voor de jaarlijkse financiële verantwoording, audits en financiële correcties (door de Europese Commissie) ten aanzien van bestedingen onder het Cohesiebeleid. Deze regels vloeien voort uit het compromis dat in juli dit jaar is gesloten over het Financieel Reglement van de Unie. Het Financieel Reglement vormt een algemeen kader van regels voor uitvoering en verantwoording van de EU begroting (zie ook Kamerstuk 32 437, nr. 8–14).

Nederland hecht aan goede verantwoording en transparante besteding van alle EU-fondsen, zo ook aan een degelijk financieel beheer door uitvoeringsinstanties en aan het beperken van onnodige administratieve- en uitvoeringslasten. Het recent verschenen rapport van de Europese Rekenkamer toont eens te meer aan dat blijvende aandacht daarvoor ook in de komende programma-periode bittere noodzaak is. Aangezien genoemde principes op adequate wijze zijn meegenomen in het deelonderwerp Financieel Management, kan Nederland het voorliggende voorzitterschapscompromis steunen.

Gemeenschappelijk Strategisch Kader (GSK)

Het Gemeenschappelijk Strategisch Kader behelst aanbevelingen op EU-niveau over de wijze waarop uitvoering van het Cohesie-beleid kan bijdragen aan de doelstellingen van de Europa 2020 strategie. Tevens schetst het GSK «synergiemogelijkheden» tussen de verschillende Europese fondsen en programma’s. Het Strategisch Kader op EU-niveau is van toepassing op de inzet van de vier GSK-fondsen, te weten het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkelingen (ELFPO) en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV).

Nederland kan het compromis van het voorzitterschap ten aanzien van het GSK steunen, zo ook het merendeel van de andere lidstaten.

Meerjarig Financieel Kader en voorbereiding Europese Raad d.d. 22-23 november

De RAZ zal zich ter voorbereiding van de Europese Raad (ER) d.d. 22-23 november a.s. buigen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de Unie voor de periode 2014–2020. De ER later deze maand zal, zoals uw Kamer bekend, geheel in het teken staan van het nieuwe MFK. Het is de intentie van ER-voorzitter Van Rompuy om tijdens de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders een akkoord te bereiken over het MFK.

De aanstaande RAZ zal worden voorafgegaan door een bijeenkomst op 19 november in aanwezigheid van de heer Van Rompuy.

Op maandag 29 oktober publiceerde het Cypriotisch voorzitterschap voor het eerst een onderhandelingsbox met bandbreedtes. Deze is als bijlage bij het stand van zaken overzicht gevoegd dat op 2 november aan uw Kamer is gestuurd (brief met kenmerk DIE-1384/12). Zoals toegezegd in voornoemd overzicht, gaat het kabinet hieronder inhoudelijk in op de diverse onderdelen uit de onderhandelingsbox. Het is de verwachting dat in de aanloop naar de ER van november nieuwe versies van de onderhandelingsbox worden uitgebracht.

Uit de nu gepresenteerde onderhandelingsbox blijkt dat het voorzitterschap erkent dat er moet worden gekort op het Commissievoorstel om een akkoord te kunnen bereiken, en dat alle categorieën aan deze besparing moeten bijdragen. Het kabinet is het met deze constatering van het voorzitterschap eens. Het voorzitterschapsvoorstel behelst echter een verlaging van het uitgavenplafond met minimaal 35 miljard euro in betalingen en 50 miljard euro in vastleggingen. Dat is voor Nederland niet genoeg. Nederland wil een uitgavenplafond dat minimaal 100 miljard lager is dan het Commissievoorstel, waarbij het budget voor Horizon 2020 zoveel mogelijk wordt ontzien.

Het kabinet wil flink besparen op het Cohesie-beleid. Structuurfondsen zouden idealiter beperkt moeten blijven tot de armste regio’s in de armste lidstaten en grensoverschrijdende samenwerking. Op die manier zijn forse besparingen mogelijk. Deze zullen vooral bij de rijkere lidstaten gevonden moeten worden, maar ook de armere lidstaten zullen moeten bijdragen, bijvoorbeeld door het schrappen van de zogenaamde transitieregio’s. In de Cypriotische onderhandelingsbox wordt slechts 12,5 miljard euro bespaard op het Cohesie-beleid. Dit is ontoereikend. Bovendien worden deze besparingen ongeveer gelijk verdeeld over rijke en arme regio’s en wordt de positie van transitieregio’s in de onderhandelingsbox versterkt.

Ook op het terrein van landbouw zullen bijdragen aan besparingen moeten worden gevonden. In lijn met de moties Lucas (Kamerstuk 33 000 VIII, nr. 84) en Pechtold (Kamerstuk 21 501-20, nr. 643) wil het kabinet dat er meer bezuinigd wordt op cohesie en landbouw, ten gunste van investeringen in concurrentiekracht via onderzoek en innovatie. In de onderhandelingsbox wordt 11 miljard euro gesneden op landbouw ten opzichte van het Commissievoorstel. In de ogen van het kabinet moet ook op dit terrein de ruimte gecreëerd worden om de modernisering van de EU-begroting te bewerkstelligen die het kabinet voorstaat, binnen een soberder plafond. Hierbij heeft het kabinet nadrukkelijk aandacht voor de uitwerking van de voorstellen voor de Nederlandse agrarische sector, waarbij Nederland zich inzet voor een evenwichtiger herverdeling van de directe inkomenssteun. De Nederlandse inzet is gericht op modernisering van het Europese landbouwbeleid. Naast een sterkere focus op innovatie, concurrentiekracht en duurzaamheid moeten GLB-middelen worden gericht op de beloning van maatschappelijke diensten.

Op de Connecting Europe Facility wordt in de onderhandelingsbox 10,5 miljard euro bespaard ten opzichte van het Commissievoorstel. Het kabinet vindt dit niet ver genoeg gaan, aangezien de middelen voor deze faciliteit aanzienlijk toenemen ten opzichte van de huidige MFK-periode. Ook op het terrein van JBZ en extern beleid ziet het kabinet ruimte voor additionele besparingen.

In de onderhandelingsbox van 29 oktober staan nog geen cijfers over besparingen op administratieve uitgaven. Het kabinet acht het, mede gelet op het bedrag waarmee het totaalplafond omlaag moet en de aanzienlijke besparingen die met een hervorming van de Europese administratieve uitgaven te realiseren zijn, nodig om ook in deze categorie fors te snijden.

Het Cypriotische voorzitterschap heeft nog geen nieuwe cijfers gegeven over de Eigen Middelen van de EU, inclusief de kortingen. Eind-oktober presenteerde het voorzitterschap wel een non-paper over de kortingensystematiek, waarin het vooral veel vragen stelde en waarin de Commissie haar voorstel voor lumpsum kortingen nog eens toelichtte. Het Commissievoorstel is voor Nederland onvoldoende. Het kabinet zet in op het minimaal behouden van de huidige korting, inclusief het behoud van de vergoeding voor het innen van douanerechten op het huidige niveau van 25% (de zogenaamde perceptiekosten).

Voorafgaand aan de RAZ hebben op ambtelijk niveau consultaties plaatsgevonden met het kabinet van ER-voorzitter Van Rompuy. Nederland heeft tijdens deze consultatie geïntervenieerd conform de bij uw Kamer bekende Nederlandse inzet.

Het kabinet zal ook tijdens deze RAZ vasthouden aan de koers zoals deze is vastgelegd in de brieven aan uw Kamer van maart en september 2011, de diverse geannoteerde agenda’s, alsook de vier kwartaalbrieven die inmiddels aan uw Kamer zijn verstuurd. De hoofdinzet van het kabinet is een moderne en sobere EU-begroting. Het kabinet wil een substantieel lagere afdracht aan de EU-begroting door bezuinigingen van ruim 100 miljard euro op het oorspronkelijke Commissievoorstel, handhaving van de Nederlandse korting en handhaving van de perceptiekostenvergoeding.

Presentatie Commissiewerkprogramma

De Europese Commissie zal een toelichting geven op het op 23 oktober jl. gepubliceerde Commissiewerkprogramma voor 2013. De aanpak van de economische crisis in Europa heeft daarbinnen, evenals vorig jaar, absolute prioriteit. In 2013 zet de Commissie in op besluitvorming en snelle implementatie. Dit betekent dat relatief weinig nieuwe voorstellen uit zullen komen. Het programma ziet ook op een deel van 2014, het jaar waarin nieuwe verkiezingen voor het Europees Parlement zullen plaatsvinden.

Tijdens de RAZ wordt op dit agendapunt geen inhoudelijke discussie verwacht. Op korte termijn zal uw Kamer een kabinetsappreciatie van het Commissiewerkprogramma ontvangen, mede met het oog op de vaststelling door beide Kamers van hun prioriteiten uit dat programma voor 2013.

Follow-up oktober ER & voorbereiding december Europese Raad

Zoals gebruikelijk bespreekt de RAZ de follow-up van de achterliggende ER (d.d. van 18–19 oktober jl.) en neemt hij kennis van de geannoteerde agenda van de eerstvolgende ER (d.d. 13-14 december a.s.).

De ER van december zal, in navolging van die van oktober, voor een belangrijk deel in het teken staan van de toekomst van de Economische en Monetaire Unie (EMU). De ER zal het eindrapport bespreken dat ER-voorzitter Van Rompuy over dit onderwerp opstelt. De ER heeft verzocht dat dit eindrapport een precieze routekaart zal bevatten ter vervolmaking van de EMU, met een tijdshorizon. Op basis van dit rapport zal de ER van december voortgang willen maken ten aanzien van de bouwstenen voor een verbeterde EMU. Op dit moment is nog geen nadere informatie beschikbaar over het proces in aanloop naar de december-ER en in het bijzonder het moment van beschikbaar komen van het eindrapport. Zo mogelijk wordt uw Kamer hierover via het verslag van de RAZ nader geïnformeerd.

Naar boven