Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2024
In mijn brief van 8 juni 2023 meldde ik uw Kamer dat verschillende landen op de lijst
van veilige landen van herkomst de, door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State gestelde, tweejaarstermijn bereiken voor de periodieke herbeoordelingen
van deze landen1. In genoemde brief ontving u de uitkomst van de herbeoordelingen van Georgië, Marokko
en Tunesië. In mijn brieven van 5 juli 2023, 21 augustus 2023 en 28 november 2023
vond u de uitkomst van de herbeoordelingen van Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië,
Ghana en Senegal en Bosnië en Herzegovina, Brazilië, Jamaica, Kosovo, Mongolië en
Servië.2 Met deze brief doe ik u de uitkomst van de herbeoordeling toekomen van India. De
toelichting is opgenomen in de bijlage.
Bij de verzameling van landeninformatie ten behoeve van de herbeoordeling wordt, zoals
in eerdere brieven aangegeven, voor elk land gezocht naar de in de Procedurerichtlijn
genoemde bronnen. In de bijlage is aangegeven welke bronnen ten behoeve van deze herbeoordeling
geraadpleegd zijn. Daarbij is ook vermeld wanneer er geen (actuele) rapportages zijn
gevonden die bruikbaar waren voor de herbeoordeling en om welke bronnen het daarbij
gaat. De informatie die beschikbaar was betreft relevante informatie van meerdere
gezaghebbende internationale organisaties. Om die reden ben ik van mening dat deze
bronnen de conclusie kunnen dragen.
Uitkomst van de herbeoordeling
De uitkomst van de herbeoordeling is dat de aanwijzing van India als veilig land van
herkomst wordt voortgezet. Uitzonderingen hierop zijn religieuze minderheden die als
gevolg daarvan problemen hebben ondervonden, Dalit-vrouwen (waaronder meisjes), journalisten
en personen die zich kritisch toonden over de overheid en het overheidsbeleid en als
gevolg daarvan problemen hebben ondervonden, waaronder bijvoorbeeld (mensenrechten)activisten,
academici en demonstranten. Jammu en Kashmir blijft uitgezonderd van de aanwijzing
als veilig land van herkomst.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg