19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3159 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 augustus 2023

In mijn brief van 8 juni 2023 meldde ik uw Kamer dat verschillende landen op de lijst van veilige landen van herkomst de door de Afdeling gestelde tweejaarstermijn bereiken voor de periodieke herbeoordelingen van deze landen1. In genoemde brief ontving u de uitkomst van de herbeoordelingen van Georgië, Marokko en Tunesië. In mijn brief van 5 juli 2023 vond u de uitkomst van de herbeoordelingen van Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië2. Met deze brief doe ik u de uitkomst van de herbeoordelingen van Ghana en Senegal toekomen. De toelichting per land is opgenomen in de bijlage.

Bij de verzameling van landeninformatie ten behoeve van de herbeoordeling wordt, zoals in eerdere brieven aangegeven, voor elk land gezocht naar de in de Procedurerichtlijn genoemde bronnen. In de bijlage is voor elk land aangegeven welke bronnen ten behoeve van deze herbeoordeling geraadpleegd zijn. Daarbij is ook vermeld wanneer er geen (actuele) rapportages zijn gevonden die bruikbaar waren voor de herbeoordeling en om welke bronnen het daarbij gaat. De informatie die beschikbaar was betreft relevante informatie van meerdere gezaghebbende internationale organisaties. Om die reden ben ik van mening dat deze bronnen de conclusie kunnen dragen.

Uitkomst van de herbeoordelingen

De uitkomst van de herbeoordelingen is dat de aanwijzing als veilig land van herkomst voor Ghana en Senegal wordt voortgezet. Daarbij zijn per land enkele uitzonderingsgroepen aangewezen.

Per land gaat het om:

  • Ghana; veilig land van herkomst met uitzondering van:

    • LHBTI;

    • Journalisten.

  • Senegal; veilig land van herkomst met uitzondering van:

    • LHBTI;

    • Personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging.

Ter verduidelijking is in de conclusie van Senegal opgenomen, dat de laatstgenoemde groep in het beleid is opgenomen omdat het systeem van rechtsmiddelen wettelijke waarborgen biedt tegen schendingen van de rechten en vrijheden, maar deze niet altijd ten volle worden nageleefd. Het gaat hier dus niet om iedere persoon die een strafbaar feit heeft gepleegd of daarvan wordt verdacht, maar om personen die met strafvervolging te maken krijgen en die concreet aannemelijk kunnen maken dat voornoemde waarborgen in hun individuele geval niet worden geboden.

Daarnaast is voor beide landen een uitzonderingsgroep geschrapt. Tot een Afdelingsuitspraak van 5 april 20223, werd binnen het veilige landenbeleid het begrip «verhoogde aandacht» gehanteerd. Voor zowel Ghana als voor Senegal werd tot die tijd verhoogde aandacht gevraagd voor personen die te maken kregen met discriminatie. Voor de verhoogde aandachtsgroepen gold dat ze in beginsel in spoor 2 werden behandeld, maar dat de IND extra alert was op de mogelijkheid dat de aanwijzing van een veilig land van herkomst in het individuele geval niet kon worden tegengeworpen en een zaak daarom mogelijk niet in spoor 2, maar in spoor 4 behandeld diende te worden.

Destijds is naar aanleiding van de Afdelingsuitspraak besloten om het begrip «verhoogde aandacht» niet langer te hanteren binnen het veilige landenbeleid en de groepen waarvoor op dat moment verhoogde aandacht gold uit te zonderen van de aanwijzing.

De voorliggende herbeoordeling is de eerste inhoudelijke beoordeling sinds dat moment. Op basis van de geraadpleegde bronnen is er geen aanleiding om de destijds gemaakte uitzondering ten aanzien van (andere) personen die te maken krijgen met discriminatie voort te zetten. Het beeld dat uit de bronnen naar voren komt, is niet van dien aard en omvang, dat een uitzondering voor deze groep is aangewezen. Hierbij is van belang dat het altijd mogelijk is om op individuele gronden de behandeling van een asielaanvraag van spoor 2 naar spoor 4 te verplaatsen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 3119.

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 3152.

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 2894.

Naar boven