19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3152 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2023

In mijn brief van 8 juni 2023 meldde ik uw Kamer dat verschillende landen op de lijst van veilige landen van herkomst de door de Afdeling gestelde tweejaarstermijn bereiken voor de periodieke herbeoordelingen van deze landen.1 In genoemde brief ontving u de uitkomst van de herbeoordelingen van Georgië, Marokko en Tunesië. In deze brief vindt u de uitkomst van de herbeoordelingen van Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië. De toelichting per land is opgenomen in de bijlage.

Bij de verzameling van landeninformatie ten behoeve van de herbeoordeling wordt, zoals in eerdere brieven aangegeven, voor elk land gezocht naar de in de Procedurerichtlijn genoemde bronnen. In de bijlage is voor elk land aangegeven welke bronnen ten behoeve van deze herbeoordeling geraadpleegd zijn. Daarbij is ook vermeld wanneer er geen (actuele) rapportages zijn gevonden die bruikbaar waren voor de herbeoordeling en om welke bronnen het daarbij gaat. De informatie die beschikbaar was betreft relevante informatie van meerdere gezaghebbende internationale organisaties. Om die reden ben ik van mening dat deze bronnen de conclusie kunnen dragen.

Uitkomst van de herbeoordelingen

Uit de herbeoordelingen volgt dat ik de aanwijzing van Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië als veilig land van herkomst onverkort voortzet.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 3119.

Naar boven