9 Raad Buitenlandse Zaken d.d. 27 mei 2024

Raad Buitenlandse Zaken d.d. 27 mei 2024

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 27 mei 2024 (CD d.d. 23/05).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken die 27 mei gehouden gaat worden. Het commissiedebat hierover is net geweest. We gaan na afloop van het tweeminutendebat onmiddellijk over de moties stemmen. Als eerste zou ik graag het woord willen geven aan de heer Paternotte van D66. Gaat uw gang.

De heer Paternotte (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Russische agressie in Oekraïne toeneemt en de Oekraïners ook vechten voor onze vrijheid en veiligheid;

overwegende dat Rusland een overmacht heeft in de lucht en het daarmee cruciaal is om Oekraïne te ondersteunen bij het realiseren van een gelaagde en geïntegreerde luchtverdediging op de grond en een wendbare luchtmacht;

overwegende dat het daarnaast zowel legitiem als noodzakelijk is dat Oekraïne in staat is om militaire doelen op Russisch grondgebied te bestrijden;

verzoekt de regering in NAVO-verband te pleiten voor een strategie om een robuust luchtafweersysteem op te bouwen voor de lange termijn;

verzoekt de regering tevens om tijdens de RBZ en de NAVO-ministeriële zich actief in te zetten voor commitment van de EU en de NAVO-lidstaten voor het opheffen van restricties om geleverde wapens in te zetten op legitieme militaire doelen in Rusland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Brekelmans.

Zij krijgt nr. 2898 (21501-02).

De heer Paternotte (D66):

Ik zie de heer Brekelmans nog niet in de zaal.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Britse minister van defensie China heeft beschuldigd van levering of voorbereiding van levering van "lethal aid" aan Rusland;

overwegende dat dit een drastische kentering van de positie van China en een escalatie van het conflict zou betekenen;

van mening dat dergelijke leveringen een "gamechanger" zouden zijn voor de relatie met China (van zowel Nederland als de Europese Unie);

verzoekt de regering duidelijk te blijven aangeven aan China dat de levering van letale wapens aan Rusland een gamechanger zou zijn voor de relatie, en zich ervoor in te zetten dat zo veel mogelijk Europese landen en de EU deze zelfde boodschap uitdragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte, Boswijk, Brekelmans, Piri, Veldkamp, Teunissen en Tuinman.

Zij krijgt nr. 2899 (21501-02).

Dat was het, meneer Paternotte?

De heer Paternotte (D66):

Dat was 'm. Ik wil nog iets vragen aan de minister over de situatie in Nieuw-Caledonië. Het Franse bureau voor desinformatie heeft aangegeven dat daar sprake is van inmenging vanuit Azerbeidzjan. Er worden daar Azerivlaggen vertoond. Ik denk dat het goed is als hierover wordt gesproken om de solidariteit te tonen richting de Franse collega. Maar het is ook goed dit weer te kunnen duiden als een voorbeeld van Russische inmenging, dan wel vanuit een land binnen de Russische invloedsfeer, gericht op het ondermijnen van de stabiliteit in de westerse wereld, wat in dit geval zelfs de Franse president helemaal naar de andere kant van de wereld brengt.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Ceder van de ChristenUnie, ik mag u naar voren roepen.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël bij de zitting van het Internationaal Hof van Justitie heeft bekendgemaakt dat er tientallen tunnels vanuit Rafah naar Egypte lopen;

overwegende dat Hamas deze tunnels heeft kunnen gebruiken voor de aanvoer van wapens, maar ook voor het vervoer van personen, inclusief gijzelaars;

verzoekt de regering dit onderwerp in de Raad aan de orde te stellen en de Raad ertoe op te roepen er bij de Egyptische regering op aan te dringen zich in te spannen om het gebruik van de tunnels te stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Brekelmans.

Zij krijgt nr. 2900 (21501-02).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Een tweede motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vrijwel de volledige Armeense bevolking van Nagorno-Karabach is gevlucht na tien maanden blokkade, met uithongering en onthouden van energie en medische zorg en na de grootschalige militaire aanval van Azerbeidzjan op het gebied;

overwegende dat kerken, Armeense gebouwen, woningen van gevluchte Armenen en eigenlijk alles wat aan Armeense aanwezigheid herinnert in Nagorno-Karabach nu vernietigd wordt;

verzoekt de minister in de Raad te pleiten voor een onafhankelijk onderzoek in opdracht van de Europese Commissie naar de val van de enclave op basis waarvan vastgesteld kan worden of er sprake is geweest van etnische zuivering of andere schendingen van het humanitair recht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Boswijk.

Zij krijgt nr. 2901 (21501-02).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Tot zover.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Van Nispen van de SP, ik mag u naar voren roepen.

De heer Van Nispen (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik vervang mijn collega Dobbe. Mede namens haar dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de aanklager van het Internationaal Strafhof wil dat arrestatiebevelen worden uitgevaardigd tegen kopstukken van Hamas en de premier en Defensieminister van Israël;

overwegende dat Nederland op allerlei manieren militair samenwerkt met Israël;

verzoekt de regering, als het daadwerkelijk komt tot deze arrestatiebevelen, de militaire samenwerking met Israël op te schorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Dobbe.

Zij krijgt nr. 2902 (21501-02).

Dank u wel. De heer Brekelmans van de VVD.

De heer Brekelmans (VVD):

Voorzitter. Dank aan de minister voor het goede debat dat we hebben gehad over alle issues in de wereld.

We hebben uitgebreid stilgestaan bij Oekraïne. Ik dank de minister dat zij heeft aangegeven op korte termijn samen met haar collega terug te komen op de inspanning van Nederland rondom de Patriots. Daarnaast gaf zij heel duidelijk aan dat we volop bezig zijn met de F-16's, maar dat zij daar niet te veel over kan zeggen, ook op verzoek van Oekraïne. Ik vond het goed om te horen — daar sta ik ook volledig achter — dat Oekraïne in staat moet zijn om legitieme militaire doelen in Rusland aan te vallen. Daarom heb ik de motie-Paternotte meeondertekend. Daarnaast is het van belang om richting China een duidelijk signaal af te geven dat op het moment dat zij overgaan tot militaire en lethal aid, dit echt een gamechanger zou zijn. Daarom heb ik ook de motie van de heer Paternotte medeondertekend.

De minister gaf ook duidelijk aan dat zij niet blij was met de communicatie over Iran, maar dat die boodschap in Brussel gelukkig goed aangekomen is.

Tot slot, we zien vandaag ook weer dat de spanningen rondom Taiwan toenemen. We hebben in het verleden gezien dat de Europese reactie daarop ofwel vrij summier ofwel verdeeld is. Volgens mij is het op dit moment juist van belang om gezamenlijk aan China te laten weten dat het handhaven van de status quo van belang is. Vandaar deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat China met grootschalige militaire oefeningen rondom Taiwan de druk richting Taiwan opvoert en grenzen stapsgewijs verlegt;

van mening dat de status quo rond Taiwan dient te worden gehandhaafd en Chinese acties om de status quo te wijzigen dienen te worden ontmoedigd;

overwegende dat meer Europese eensgezindheid nodig is ten aanzien van Taiwan;

verzoekt de regering zich in te spannen voor een gezamenlijke inzet van de EU of een groep gelijkgezinde Europese landen voor het handhaven van de status quo rond Taiwan en het intensiveren van de samenwerking met Taiwan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans en Paternotte.

Zij krijgt nr. 2903 (21501-02).

Dank u wel. Mevrouw Piri, GroenLinks-Partij van de Arbeid.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Ook ik wil de minister danken voor de beantwoording en ook de heer Brekelmans voor het voorzitten van het debat. Ik heb nog een aantal vragen, maar geen moties.

Allereerst een opmerking. Ik ben blij dat de PVV-collega's in de plenaire zaal zijn, maar het is wel weer de zoveelste keer dat bij debatten over oorlog de grootste fractie helaas geen enkele inbreng heeft gedaan en wij hen ook niet konden bevragen.

Dan heb ik nog vier punten.

De voorzitter:

Een interruptie van mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

De heer De Roon heeft een sterfgeval.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dan betuig ik uiteraard mijn medeleven aan de heer De Roon.

Voorzitter. Ik heb nog vier vragen. Ik ben blij met de toezegging van de minister om een appreciatie te geven van het Clingendaelrapport, om te kijken of we een trainingsmissie van Oekraïense militairen naar Oekraïne zouden kunnen verplaatsen.

Ik ben ook blij met de toezegging van de minister dat zij pal staat voor de onafhankelijkheid van het ICC, zeker als gastland, ook nu de VS dreigen met sancties, en om alles te doen, voor en achter de schermen, ook door diplomatieke inzet, om te voorkomen dat het zo ver komt. Ik verwacht van de minister, en volgens mij heeft ze dat ook toegezegd, dezelfde inzet die eerdere kabinetten hebben gehad om de onafhankelijkheid van het ICC te waarborgen.

Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger, tweette vanmorgen dat alle EU-landen inmiddels de steun aan UNRWA hebben hervat. Mag ik daaruit begrijpen dat Nederland daarin wordt meegerekend? Er zijn nogal tegenstrijdige reacties over. Heel concreet vraag ik aan de minister welke communicatie over het Nederlands besluit is gedeeld met de VN. Zou ze die ook met de Kamer kunnen delen?

Tot slot, over Georgië. Ik ben blij dat de minister sancties zeker niet uitsluit. Ik zou zeggen: ga ze zelfs actief bepleiten, als deze wet wordt aangenomen, en ook actief echt steun bieden, ook vanuit de ambassade, aan de ngo's daar.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Veldkamp van Nieuw Sociaal Contract.

De heer Veldkamp (NSC):

Voorzitter. We hebben een nuttig debat gehad met de minister van BZ en met elkaar, over onder meer de zorgelijke ontwikkelingen in Georgië, de zogenaamde Ruslandwet, en wat daarmee te doen. Het is goed dat de minister door de EU alle opties laat bezien hoe te reageren.

We hebben het gehad over de oorlog in Oekraïne en het belang van voortdurende Nederlandse steun. Het is goed dat de minister heeft bevestigd dat er geen kinderslot zit op de door Nederland geleverde wapens en dat Oekraïne die ten volle kan gebruiken om zichzelf te verdedigen, conform artikel 51 van het VN-Handvest.

We hebben het over het Midden-Oosten gehad. Ik steun de inzet dat erkenning van een Palestijnse staat onderdeel moet zijn van een politiek proces en op dit moment voor Nederland niet aan de orde is. We hebben het gehad over de onafhankelijkheid van het Internationaal Strafhof die we respecteren, terwijl de minister duidelijk onderscheid blijft maken tussen de democratische staat Israël en de terreurorganisatie Hamas. Ook Armenië kwam aan de orde, net als Sudan, Oost-Congo en de zorgelijke ontwikkeling die meer aandacht zou moeten krijgen. China en Taiwan zijn al genoemd.

Voorzitter. Dit is een heel breed palet in een wereld van oorlog, onrust en onzekerheid. Ik heb geen eigen moties vandaag, maar ik dank de minister voor haar uitleg en beantwoording. Ik wens haar succes met de inzet in de EU, de NAVO, de VN en dergelijke.

De voorzitter:

Dank u wel.

Meneer Tuinman, ik noem uw naam wel, maar u heeft zich voor nul minuten ingeschreven. Ik kijk vervolgens naar de heer Van Houwelingen van Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse regering meermaals heeft laten weten dat de oorlog in Oekraïne ook "onze oorlog" is;

constaterende dat de Nederlandse regering meermaals heeft laten weten dat, mocht Oekraïne deze oorlog verliezen, de gevolgen voor Nederland niet te overzien zijn;

constaterende dat de oorlog voor Oekraïne moeizaam verloopt;

constaterende dat veel militaire experts zelfs van mening zijn dat Oekraïne deze oorlog onmogelijk kan winnen;

constaterende dat Oekraïne een groot tekort heeft aan militairen;

constaterende dat president Macron al openlijk heeft gesproken over het sturen van NAVO-troepen naar Oekraïne;

constaterende dat Rusland te kennen heeft gegeven de NAVO als een oorlogvoerende partij te zullen gaan beschouwen zodra er NAVO-troepen in Oekraïne worden ingezet;

overwegende dat dit zou kunnen betekenen dat Nederland in oorlog geraakt met Rusland;

overwegende dat Rusland een kernmacht is en een directe oorlog tussen Nederland (of de NAVO) en Oekraïne dus de totale vernietiging van Nederland zou kunnen betekenen;

constaterende dat de minister van Defensie twee weken geleden, gevraagd of Nederlandse soldaten wellicht ooit in Oekraïne ingezet zouden kunnen gaan worden, het volgende zei: "Op dit moment vraagt Oekraïne daar helemaal niet om";

verzoekt de regering geen Nederlandse gevechtseenheden (zoals infanterie, het Korps Mariniers of de Luchtmobiele Brigade) naar Oekraïne te sturen om mee te vechten in deze oorlog mocht Oekraïne daar in de toekomst wel om vragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 2904 (21501-02).

De heer Van Houwelingen (FVD):

Tot slot, voorzitter, om het dictum toch even wat toe te lichten, het volgende. Ik heb hier bewust "gevechtseenheden" geschreven, omdat ik natuurlijk begrijp dat er waarschijnlijk al eenheden of in ieder geval militairen actief zijn, bijvoorbeeld om te helpen met advies, met de Patriots, met training. Maar daar gaat het dus niet om. Het gaat echt om gevechtseenheden.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

Ten slotte is aan de kant van de Kamer het woord aan de heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat de komende regering dient te staan voor het bestaans- en zelfbeschikkingsrecht van het Palestijnse volk en dit ook actief uitdraagt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle, Piri en Paternotte.

Zij krijgt nr. 2905 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat alle partijstaten bij het Internationaal Strafhof verplicht zijn om bevelen van de rechters uit te voeren, waaronder ook de arrestatiebevelen;

constaterende dat het beleid van het Strafhof erop toeziet dat alle niet-essentiële contacten vermeden dienen te worden met personen tegen wie een arrestatiebevel is uitgevaardigd en dat dit punt ook door een grote meerderheid van landen benadrukt is tijdens de meest recente vergadering van de partijstaten;

verzoekt de regering om in alle relevante internationale gremia uit te dragen dat, ondanks eventueel afwijkende politieke opvattingen, de bevelen en het beleid van het Internationaal Strafhof niet bewust ondermijnd mogen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en Piri.

Zij krijgt nr. 2906 (21501-02).

De heer Van Baarle (DENK):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om Netanyahu op Nederlands grondgebied te laten arresteren indien het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof tegen hem wordt bekrachtigd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2907 (21501-02).

De heer Van Baarle (DENK):

Ik dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Baarle.

Dit was de termijn aan de kant van de Kamer. Ik schors de vergadering voor tien minuten. We zien elkaar weer om 17.30 uur en dan volgt het antwoord van de minister.

De vergadering wordt van 17.20 uur tot 17.30 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik zie iedereen in de zaal zitten, dus we kunnen beginnen aan de beantwoording van de minister. Ik geef haar graag het woord.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Allereerst dank ik de leden voor het debat dat we hebben gehad en de wijze waarop de leden kijken naar de manier waarop we in veel verschrikkelijke conflicten toch gezamenlijk met elkaar stappen zetten.

Een aantal vragen van mevrouw Piri. Ja, bij sancties van het Internationaal Gerechtshof zullen we in beginsel natuurlijk dezelfde inzet plegen. Het functioneren van het Internationaal Gerechtshof is namelijk ontzettend belangrijk. Het gaat om de volle breedte van het internationaal recht en accountability. Die inzet is er dus.

Over UNRWA hebben we in de brief geschreven dat we UNRWA weer beschouwen als een kanaal om hulp aan te verlenen. Op dit moment hebben we echter geen geld beschikbaar. Deze brief is ook gewoon rechtstreeks naar UNRWA gegaan, dus die hebben ze gehad, met een nadere toelichting.

Voor Georgië geldt dat we de hele gereedschapskist gebruiken in het gesprek met de Europese Unie.

Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 2898 van de heren Paternotte en Brekelmans. Het is voor ons, voor Nederland, staand beleid om dat te doen, zolang het volgens artikel 51 van het VN-Handvest is én zelfverdediging is, zoals de heer Veldkamp ook zeer terecht zei. Dat dragen we ook graag uit naar andere landen. Daarom dus oordeel Kamer. Sorry, maar dat ene woord neem ik even terug. Dit was de motie over het commitment en actief hierop inzetten bij RBZ en NAVO. Daarop zeg ik: ja. Maar ik moest dat over die zelfverdediging even ...

De voorzitter:

Wacht even. Even voor de helderheid. De motie op stuk nr. 2898 krijgt oordeel Kamer?

Minister Bruins Slot:

Ja, en ik heb uitgelegd dat die motie natuurlijk geldt in een situatie volgens artikel 51 van het VN-Handvest én als er sprake is van zelfverdediging. Verder ga ik het dictum uitvoeren.

De voorzitter:

Helder. De heer Paternotte? O, hij heeft toch geen vraag.

Minister Bruins Slot:

Dan de motie op stuk nr. 2899. Die geef ik oordeel Kamer. Nederland verwacht van China dat het geen wapens levert aan Rusland. We moeten wel eerst de feiten op tafel krijgen. De signalen hierover zijn tegenstrijdig. Dit vergt nader onderzoek. Daar zal ik ook in EU-kader op aandringen.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 2900. Allereerst zal ik die motie oordeel Kamer geven, zeg ik tegen de heer Ceder. Daar hoort wel één belangrijke opmerking bij: juist Egypte heeft er ook absoluut geen belang bij om Hamas op zijn grondgebied te hebben. Hamas is voor Egypte ook een groot probleem. Daarmee heeft deze motie dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Piri heeft een vraag. O, ik zet uw microfoon nog even aan. Mijn fout.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Ik dacht al dat het aan m'n schoen lag, maar nee dus.

Maar ik heb een vraag over die motie. Ik denk namelijk dat de minister het er ook mee eens is dat niemand die tunnels wil; laat dat duidelijk zijn. Maar we kunnen ook nog wel wat andere punten met Egypte bespreken in plaats van ze nu vermanend toe te spreken over die tunnels. Maar ik heb een feitelijke vraag. In deze motie wordt beweerd dat de tunnels die lopen tussen Rafah en Egypte ook zijn ingezet voor gijzelaars. Ik vraag dat dus graag even aan de minister. Ik begrijp dat er ook heel veel reacties over binnenkomen. Ik snap dat de tunnelsystemen in Gaza zijn ingezet voor gijzelaars, maar naar mijn weten ... Ik heb tot nu toe in ieder geval nog geen berichten gezien dat daarmee ook de grens naar Egypte is overschreden. We kunnen het niet weten, maar heeft de minister misschien info die bevestigt wat er in deze motie wordt beweerd?

Minister Bruins Slot:

Tegen mevrouw Piri zeg ik: dank voor uw scherpte. Er zijn zeer zeker sterke vermoedens dat het voor wapens is gebruikt. Ik heb geen bevestiging gezien van de berichtgeving dat het voor gijzelaars is gebruikt. Maar de motie op stuk nr. 2900 krijgt dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

Op dit punt, de heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):

Het is nogal wat, wat er op dit moment gebeurt in het Midden-Oosten en specifiek in Gaza. Is het dan verstandig om een motie waarin iets zeer stellig wordt beweerd en waarvan de minister zegt dat ze er geen enkel bewijs voor heeft, oordeel Kamer te geven? Je stemt natuurlijk voor het dictum, maar je stemt als Tweede Kamer ook voor de hele motie als je stemt.

Minister Bruins Slot:

Ik zie de heer Ceder, wiens motie het is.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Om de onduidelijkheid weg te nemen en omdat er mensen kijken, zal ik de letterlijke tekst van de motie even voorlezen. In de motie staat: "overwegende dat Hamas deze tunnels heeft kunnen gebruiken". Het gaat erom dat er tunnels zijn, waardoor niet alleen wapens, maar ook mensen — dat kunnen mensen van Hamas zijn, maar ook gegijzelden — vervoerd kunnen worden. Het is dus niet de constatering van het feit dat dit heeft plaatsgevonden. Het gegeven dat deze tunnels functioneren en actief zijn, maakt dat er een noodzaak is om Hamas hiertoe op te roepen. In deze motie wordt ook niet beweerd dat het heeft plaatsgevonden, maar het feit dat het kán plaatsvinden, is reden om Egypte hierop aan te spreken.

De voorzitter:

Ik kijk naar de heer Paternotte. Stelt dit hem gerust?

De heer Paternotte (D66):

Er staat: inclusief gijzelaars. Dat is een zeer specifieke indicatie van waarvoor men die tunnels dan heeft kunnen gebruiken. Ik denk dat iedereen die dit in het normale verkeer leest, het zo leest dat ze dus zijn gebruikt voor gijzelaars. Je kunt ook opschrijven: voor gijzelaars, voor allerlei specifieke vormen van voedsel. Je kunt gaan specificeren dat dat allemaal had gekund, maar als we dat helemaal niet weten, lijkt het me iets wat gewoon niet in deze motie thuishoort.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Uit collegialiteit ben ik bereid de woorden "inclusief gijzelaars" weg te halen, want volgens mij zit daar het pijnpunt, en het verandert de strekking van mijn motie niet.

De voorzitter:

De motie-Ceder/Brekelmans (21501-02, nr. 2900) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël bij de zitting van het Internationaal Hof van Justitie heeft bekendgemaakt dat er tientallen tunnels vanuit Rafah naar Egypte lopen;

overwegende dat Hamas deze tunnels heeft kunnen gebruiken voor de aanvoer van wapens, maar ook voor het vervoer van personen;

verzoekt de regering dit onderwerp in de Raad aan de orde te stellen en de Raad ertoe op te roepen er bij de Egyptische regering op aan te dringen zich in te spannen om het gebruik van de tunnels te stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 2908, was nr. 2900 (21501-02).

Ik neem aan dat de appreciatie van de minister hierdoor niet wijzigt.

Minister Bruins Slot:

Nee, voorzitter. De appreciatie blijft dezelfde.

Voorzitter. In de motie op stuk nr. 2901, ook van de heer Ceder, wordt de regering gevraagd om binnen de Europese Commissie te pleiten voor een onafhankelijk onderzoek naar de val van de enclave in Nagorno-Karabach. Die motie geef ik oordeel Kamer. Het is geen Uniebevoegdheid om een dergelijk onderzoek te doen. Ik ga er wel voor pleiten, maar ik kan niet garanderen dat de Commissie het ook gaat doen. Ik denk dat het niet meer lukt voor deze RBZ, maar ik zal proberen om het voor een volgende RBZ als apart agendapunt te agenderen. Zo kun je het soms inbrengen.

De motie op stuk nr. 2902 gaat over de militaire samenwerking als er een arrestatiebevel ligt. Tegen de heer Van Nispen zeg ik dat er op dit moment nog geen arrestatiebevel ligt. Er is een verzoek tot een arrestatiebevel gedaan. Deze motie loopt op de zaak vooruit. Mijn verzoek aan de heer Van Nispen is dus of hij de motie wil aanhouden, zodat die in stemming kan worden gebracht als er een arrestatiebevel ligt.

De voorzitter:

Meneer Van Nispen, de vraag is of u de motie wilt aanhouden. Daar wordt nog even over nagedacht.

Minister Bruins Slot:

Dan de motie op stuk nr. 2903, van de heer Brekelmans. Zeker, wij blijven ons inzetten voor het handhaven van de status quo van Taiwan en voor een goede samenwerking op bijvoorbeeld het gebied van cultuur. Een gezamenlijke inzet van de EU of van een groep gelijkgezinde Europese landen is van belang. Oordeel Kamer.

Voorzitter. Dan kom ik bij de motie van de heer Van Houwelingen, op stuk nr. 2904. Dit is ook een als-danmotie. Ik ben heel helder geweest over wat de minister-president heeft gezegd, namelijk dat daar op dit moment geen boots on the ground zijn, in goed Nederlands. Daarom ontraad ik deze motie, want het gaat om een situatie die nu niet aan de orde is.

Voorzitter. De achtste motie, op stuk nr. 2905, van de heer van Baarle, is een spreekt-uitmotie. Die is dus aan de Kamer.

De negende motie, op stuk nr. 2906, van de heer Van Baarle, gaat over het Internationaal Strafhof. In zijn algemeenheid geldt dat Nederland op basis van het Statuut van Rome en de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof verplicht is om verzoeken tot samenwerking ten aanzien van arrestatie en overlevering van verdachten aan het Internationaal Strafhof in behandeling te nemen overeenkomstig de procedure ingevolge het nationaal recht. Dat is even een nuancering van de eerste alinea. Verder is het standaardbeleid om dit op basis van het Statuut van Rome zo te doen. Daarmee krijgt de motie oordeel Kamer.

De laatste motie, op stuk nr. 2907, gaat ook over het uitvaardigen van een arrestatiebevel, maar dat is er op dit moment nog niet. De rechters moeten daar nog een besluit over nemen. Dit gaat dus over een situatie die nog niet heeft plaatsgevonden. Ik zou de heer Van Baarle dus willen vragen om deze motie aan te houden en haar in stemming te brengen op het moment dat er wel arrestatiebevelen zijn uitgevaardigd.

Dat waren de moties en de vragen die aan mij gesteld zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan rest mij de heer Van Nispen te vragen wat hij met zijn motie op stuk nr. 2902 gaat doen.

De heer Van Nispen (SP):

Ik heb even overlegd met de mede-indiener. Wij zijn niet bereid om de motie aan te houden, omdat er in de motie staat "als het daadwerkelijk komt tot deze arrestatiebevelen". Dan zijn wij duidelijk en willen wij nu al dit besluit nemen, voor als het komt tot die arrestatiebevelen.

De voorzitter:

Helder. Dan komt die straks in stemming. Dezelfde vraag aan u, meneer Van Baarle.

Minister Bruins Slot:

Dan ontraad ik de motie op stuk nr. 2902, omdat die vooruitloopt op een situatie die er nu nog niet is. Ik wil hierin wel gewoon nauwgezet handelen.

De voorzitter:

Helder. Daarmee komt de motie op stuk nr. 2902 straks gewoon in stemming, met de appreciatie "ontraden".

Meneer Van Baarle, dan ligt dezelfde vraag voor over de motie op stuk nr. 2907.

De heer Van Baarle (DENK):

Ik zal de motie niet aanhouden. Het feit dat de minister de motie dan gaat ontraden, neem ik.

Minister Bruins Slot:

Ik ontraad de motie omdat het gaat om een als-danredenering. Er ligt nog geen arrestatiebevel.

De voorzitter:

Helder. De motie op stuk nr. 2907 komt ook in stemming en krijgt de appreciatie "ontraden".

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Ik heb één opmerking bij de motie op stuk nr. 2907. De minister weet ongetwijfeld dat gisteren de Duitse regering deze als-danvraag met "uiteraard" heeft beantwoord. Als het er komt — eigenlijk in lijn met wat de minister zegt — dan voeren wij besluiten uit. Dus op deze specifieke vraag in de motie op stuk nr. 2907 heeft gisteren de woordvoerder van de Duitse regering geantwoord met "uiteraard".

Minister Bruins Slot:

Het gaat hier om een als-dansituatie. Ik wil niet op die zaak vooruitlopen. Verder zullen wij ons houden aan het Statuut van Rome. Dat heb ik wel duidelijk gemaakt. Maar ik wil in ieder geval zorgvuldig en nauwgezet handelen.

De voorzitter:

Helder, dank u wel. Daarmee sluit ik dit deel van de vergadering.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan zo stemmen. Ik kijk even naar de leden. Is tien minuten voldoende om alles voor te bereiden? Door de Voorzitter is gevraagd om minimaal tien minuten. Dus dan houden we het op tien minuten.

De vergadering wordt van 17.41 uur tot 17.51 uur geschorst.

Voorzitter: Martin Bosma

Naar boven