Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 76, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 76, item 8 |
Energiewet
Aan de orde is de behandeling van:
-het wetsvoorstel Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (36378).
De voorzitter:
Welkom, minister. We gaan het hebben over de Regels over energiemarkten en energiesystemen. We noemen het de Energiewet, Kamerstuk 36378. U heeft twee wetgevingsoverleggen gehad. Je zou zeggen dat dan het grootste deel van de technische zaken aan de orde is geweest. U bent hier volledig vrij om het hele politieke debat opnieuw te doen, samen te doen, door elkaar heen te doen of hoe het ook zij. Ik hoop wel dat we elkaar kunnen aankijken en het een beetje strak en zo bondig mogelijk kunnen houden. Ik zal u niet beperken op uw spreektijden, want het is natuurlijk wetgeving. Het is belangrijk dat we dat op een zorgvuldige manier doen. Daarbij kijk ik ook even naar de publieke tribune. Die ruimte moeten we met elkaar ook nemen, maar laten we proberen het zo kort mogelijk te houden. Dan open ik het debat.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik kijk als eerste naar de VVD, naar de heer Erkens. Aan u als eerste het woord.
De heer Erkens (VVD):
Voorzitter. Na ruim twintig uur aan wetgevingsoverleggen is het dan eindelijk zover: de plenaire behandeling van de Energiewet. De VVD is blij dat we eindelijk werk maken van de modernisering van onze energiemarktwetgeving. Deze modernisering is noodzakelijk, aangezien het laatste grote wetgevingstraject in 1998 heeft plaatsgevonden. Dat is een hele tijd geleden. Toen was Frits Bolkestein nog VVD-leider, werd de MP3 en de Game Boy Color uitgevonden en kwamen de films Saving Private Ryan en The Truman Show uit. U kunt zich voorstellen dat er sindsdien ook veel veranderd is in de energiemarkt. We werken sindsdien aan de volledige verduurzaming van onze energievoorziening, waar elektriciteit in de energiemix in belang toeneemt. Deze toenemende elektrificatie heeft tot forse problemen op ons stroomnet geleid. Het huidige wetgevende kader functioneert daardoor als belemmering voor noodzakelijke oplossingen.
Daarnaast willen we sinds de energiecrisis de consumentenbescherming fors verstevigen om onze huishoudens te beschermen tegen onvoorziene risico's, die een forse financiële impact hebben op de portemonnee. De energiecrisis heeft ons met de neus op de feiten gedrukt. Leveringszekerheid en energieonafhankelijkheid moeten prominenter worden meegenomen in ons energiebeleid.
Na twee wetgevingsoverleggen waarin we vooral het debat over de techniek hebben gevoerd, zal ik in dit debat ingaan op de volgende drie thema's.
De voorzitter:
Ah, een eerste interruptie.
De heer Erkens (VVD):
Misschien wil mevrouw Kröger even horen wat de thema's zijn om te bepalen in welk blokje haar vraag het beste past? Die drie thema's zijn namelijk: consumentenbescherming, netcongestie en energieonafhankelijkheid. Maar ik zie dat mevrouw Kröger haar vraag niet in deze blokjes vindt passen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Nee, de vraag past perfect in het eerste blokje over consumentenbescherming. Volgens mij hebben we in het WGO breed aangegeven dat we ons daar veel zorgen over maken. Een van de dingen waar we consumenten tegen moeten beschermen, zijn de terugleverheffingen die bedrijven nu rekenen voor mensen met zonnepanelen. Ik wou de heer Erkens vragen of hij ook zo verbaasd was toen hij vanochtend zijn favoriete krant las. Die kopte namelijk: terugleverheffing wordt afgeschaft. Maar volgens mij is dat absoluut niet wat in het amendement staat, namelijk het amendement van mevrouw Postma, dat de heer Erkens mede ondertekend heeft.
De heer Erkens (VVD):
Ik doe geen uitspraken over wat mijn favoriete krant is, maar ik dank mevrouw Kröger voor deze vraag, zodat we dit even duidelijk kunnen maken met elkaar. Je hebt terugleverheffingen. Die gaan over het salderen op dit moment. Dat zijn heffingen die huishoudens nu betalen om de kosten van het salderen niet af te wentelen op andere huishoudens die geen zonnepanelen hebben. Daar heb ik zelf trouwens een motie over; daar kom ik straks nog op terug. Daarnaast heb je de zogeheten terugleververgoeding. Dat gaat over te veel geproduceerde zonnestroom die je niet kunt salderen. Het amendement ziet erop dat daar inderdaad geen negatieve prijs voor gevraagd kan worden. Ik hoop dat het daarmee duidelijk gemaakt is.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dat is in ieder geval duidelijk. Dus wat nu voorligt vanuit de nieuwe coalitie is geen verbod op de terugleverheffing? Dat bevestigt de heer Erkens nu. Als je het toch hebt over mensen iets verkopen wat niet helemaal waar is, roept dat natuurlijk meteen de vraag op hoe de heer Erkens ernaar kijkt dat het toch zo in de markt is gezet. Alle mensen met zonnepanelen balen nu ongelofelijk van de terugleverheffing. Het is heel gek dat zij in de krant lezen dat die wordt afgeschaft maar dat nu toch niet waar blijkt te zijn.
De heer Erkens (VVD):
U framet het nu alsof het bewust zo is neergezet. Volgens mij lopen er op dit moment in de pers een aantal termen door elkaar. Dat probeer ik nu recht te zetten. Je hebt de terugleverheffing en de terugleververgoeding. De terugleververgoeding mag niet meer negatief zijn. Ik kom zelf nog met een voorstel om, wanneer salderen afgeschaft is, terugleverheffingen te verbieden. Wat mij betreft gaat dat hand in hand. Als je niet meer kunt salderen, vind ik dat de heffingen ook van tafel moeten verdwijnen. Het is aan de politiek, vind ik, om richting de huishoudens en de sector heel helder te zijn over wat ze de komende jaren kunnen verwachten en hoe ze centjes kunnen verdienen aan zonnepanelen, zodat het ook loont om die te blijven aanschaffen. Daarom is dit debat ook heel tijdig.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger, laatste keer.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ja, laatste keer. De heer Erkens heeft het over nu helder zijn naar huishoudens. Nou, dit nieuwe kabinet is gruwelijk helder geweest naar huishoudens, namelijk over het per 2027 afschaffen. Dat is een heel asociale maatregel. Ik noteer dat de heer Erkens nu een woordendansje doet, maar dat de terugleverheffing niet wordt afgeschaft met het amendement, hoewel dat wel geclaimd wordt. Die heffing wordt overigens wel afgeschaft met het amendement van een andere collega. Ik ben benieuwd hoe de coalitiepartijen daarnaar kijken.
De voorzitter:
Mevrouw ... De heer Grinwis. Excuses.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dat mag ook. Gelet op het antwoord van de heer Erkens constateer ik dat het amendement eigenlijk een niemendalletje is. Het is ook een heel slap aftreksel van het amendement dat de heer Erkens en ik samen hebben ingediend op de in de Eerste Kamer helaas gesneuvelde geleidelijke afbouw van de salderingsregeling. In dat amendement stond namelijk dat de terugleververgoeding niet alleen niet negatief mag zijn, maar dat die ook redelijk moet zijn, namelijk 80% van de kale prijs. Zo hebben we dat ongeveer vastgelegd. Het amendement dat de heer Erkens nu indient, is toch een enorme stap terug ten opzichte van het amendement dat hij toen indiende? Hoe ziet hij dit zelf?
De heer Erkens (VVD):
Dit doet denken aan het salderingsregelingdebat dat we anderhalf jaar terug met elkaar gehad hebben. Toen waren er inderdaad twee amendementen. Eentje was van mijn hand en ging over een redelijke terugleververgoeding en de regels die je stelt omtrent percentages van de kale leveringsprijs. Wat mij betreft zou je in het voorstel voor het afschaffen van de salderingsregeling ook kunnen bezien welke tarieven we redelijk vinden voor mensen. Dat debat zouden we in dat kader kunnen voeren met elkaar. Een ander amendement, van de heer Omtzigt, ging over terugleververgoedingen en stelde dat die niet negatief mogen zijn. In dynamische contracten, waar steeds meer mensen in terechtkomen, zouden ze wel negatief kunnen zijn. Dat tweede amendement ligt vandaag ook voor. Ik heb dat toentertijd medeondertekend, net als overigens de heer Van Haga, toen nog als lid van een parlementaire fractie. Maar goed, al deze amendementen zijn toentertijd verworpen in de Eerste Kamer.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat klopt, dat klopt. De ChristenUnie heeft voor beide amendementen gestemd. Ik heb me toen samen met collega Erkens ook ingespannen voor een amendement om in ieder geval de terugleververgoeding redelijk te houden als salderen zou verdwijnen. Ik vraag mij dan toch af: waarom het ene als nieuwe coalitie wel regelen met elkaar maar het andere niet? Dat is mijn eerste vraag. En dan mijn tweede vraag. Heeft de heer Erkens zich er ook over verbaasd dat we eerst een heel verstandige en geleidelijke afbouw van de salderingsregeling hadden, tot 2031, maar dat de salderingsregeling nu plotsklaps, als donderslag bij heldere hemel, in één keer wordt afgeschaft, niet in 2030 of 2029, maar al in 2027? Is dat behoorlijker en beter bestuur dan het wetsvoorstel van minister Jetten dat we eerder hebben besproken? Hoe kijkt de heer Erkens daartegenaan?
De heer Erkens (VVD):
Dat zijn heel veel vragen achter elkaar. Ik zal de laatste als eerste pakken. Als de heer Grinwis een antwoord wil op de andere vragen, kan hij die in zijn volgende interruptie vast nog stellen, want deze interruptie was heel lang.
Nu ligt het voorstel voor om het één jaar later af te schaffen dan in het vorige voorstel. Het is één jaar naar achter geschoven. De salderingsregeling wordt dus later afgeschaft, niet vanaf 2026 maar vanaf 2027. Ik denk dat er sindsdien wel veel veranderd is. De Eerste Kamer heeft de salderingsregeling niet afgebouwd. Wij waren trouwens voor die afbouw. Afschaffen heeft ook te maken met het feit dat de salderingsregeling niet helpt met het verminderen van netcongestie, dat het oneerlijk is voor huishoudens die geen zonnepanelen hebben en dat de kosten steeds hoger worden. Daarom zijn we ook nog steeds voor het afschaffen van de salderingsregeling. Sindsdien zijn al die terugleverheffingen geïntroduceerd. Het is voor huishoudens echt totaal onduidelijk geworden wat nou de terugverdientijd is en wat ze kunnen verwachten. De spelregels worden aangepast gedurende de wedstrijd. Ik denk dat het nu beter is dat de politiek helderheid verschaft over het jaar waarin de salderingsregeling weggaat. Als je met een afbouwpad gaat werken waarin er bepaalde percentages gelden in het ene jaar en niet in het andere jaar en waarin terugleverheffingen nog bestaan, wordt het alleen maar complexer. Wat ik in alle eerlijkheid graag zou zien, is dat wij gewoon zo snel als mogelijk, als het uitvoerbaar is nog dit jaar, helderheid verschaffen over de periode waarin je nog mag salderen en over wat het regime is nadat salderen afgeschaft is, zodat de installatie- en productiebedrijven en de huishoudens gewoon goed kunnen berekenen wat ze kunnen terugverdienen op hun zonnepanelen en wat ze eraan hebben. Die onduidelijkheid is nu wel echt schadelijk aan het worden, dus volgens mij moeten we daar als Kamer samen de verantwoordelijkheid in nemen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat ben ik helemaal eens met de heer Erkens. Wij hebben aan dezelfde kant van het touw getrokken, want ook wij vonden de salderingsregeling niet te handhaven. Daarom was die geleidelijke afbouw tot en met 2031 een verstandig voorstel. Nu is het in één keer plotsklaps, terwijl het onduidelijk is tegen welke randvoorwaarden dat gebeurt. Dan verbaast het mij wel dat één klein aspectje, namelijk dat de terugleververgoeding niet negatief mag zijn, vandaag wel door de coalitie wordt geregeld met een amendement, maar al die andere zaken niet. Moeten we het niet gewoon in één keer goed behandelen en op een heel korte termijn?
De heer Erkens (VVD):
Dat ligt eraan wat je met een heel korte termijn bedoelt. In alle eerlijkheid denk ik dat het logisch is om dit te behandelen richting het Belastingplan. Dit moet je volgens mij niet twee jaar uitstellen, want dan creëer je dus onduidelijkheid met elkaar. Dat is volgens mij ongewenst; dan hebben huishoudens nog meer onzekerheid. Hopelijk vandaag worden er al meerdere aspecten duidelijk gemaakt. Het amendement van mevrouw Postma, waar ik aan meedoe, is er daar inderdaad een van. Ik heb zelf een motie voor de tweede termijn, waarvoor ik hopelijk een meerderheid in de Kamer kan vinden, die uitspreekt dat wanneer salderen weggaat, ook al die terugleverheffingen weggaan. Het lijkt me namelijk heel gek als energieleveranciers die in stand houden, terwijl salderen weggaat. Dan heb je nog een aantal puzzelstukjes die we de komende maanden wel met elkaar moeten oplossen, want we kunnen hier niet twee jaar onzekerheid over laten bestaan. Dat ben ik met u eens.
De voorzitter:
Dan kan ik nu naar de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Het begint allemaal met terminologie. Laten we de kosten die energieleveranciers nu in rekening brengen om dat salderen te compenseren, terugleverkosten noemen. Dat is wat er de afgelopen tijd in rekening is gebracht. Deze kosten zijn het gevolg van het wegstemmen van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer, onder andere door GroenLinks-PvdA, PVV en BBB. Die terugleverkosten zijn een direct resultaat van het feit dat de politiek de salderingsregeling niet wilde aanpassen. Dit is een bypass. Dit is een lelijke bypass omdat de politiek dit niet heeft willen aanpassen. Dat is één. Volgens mij moeten we in dit debat niet allerlei stukjes van het wetsvoorstel behandelen dat we destijds hebben willen behandelen en waarin allerlei onderdelen zaten als terugleververgoedingen. Ik had zelf ook een amendement over hoe je dat precies over de verschillende tariefperiodes uitspreidt. Volgens mij moeten wij dat nu, in dit debat, niet doen, want dan krijg je hele kleine plukjes die je nu alsnog wel in stemming gaat brengen, terwijl je het hele wetsvoorstel niet behandelt. Moeten we niet gewoon met elkaar afspreken — ik zal daar een motie over indienen — dat het nieuwe kabinet binnen een halfjaar het wetsvoorstel naar de Kamer brengt en dat we dan alles bij elkaar weer opnieuw bespreken? Dan zou mijn vraag ook zijn: is de VVD bereid om in die keiharde afbouw die jullie nu hebben afgesproken, nog een beetje te bewegen en om daar nog een geleidelijk afbouwpad van te maken?
De heer Erkens (VVD):
Dat zijn heel veel vragen achter elkaar. Het is volgens mij belangrijk om met elkaar de terminologie correct te hebben. Ik zag dat de heer Bontenbal daarover heel enthousiast online een draadje op X had geplaatst. Ik vind het prima als we meegaan in zijn terminologie en de definities daarachter. Dan hebben we gewoon even hetzelfde taalgebruik in de Kamer. Dat maakt het aantal misverstanden volgens mij alleen maar minder.
Dan ten aanzien van het voorstel om alles tegelijkertijd te behandelen. Ik denk dat het goed is om zo veel mogelijk tegelijkertijd te behandelen met elkaar, maar een aantal van de zaken die we vandaag met elkaar bespreken, gaan niet alleen over de periode nadat salderen gestopt. Die zaken gaan ook nog steeds over de komende jaren. Ik kan me best voorstellen dat we een aantal plukjes vandaag behandelen met elkaar, maar mijn eigen voorstel toentertijd, dat u volgens mij uiteindelijk wel heeft gesteund, om bij de afbouw van de salderingsregeling vast te leggen hoeveel procent van het kale levertarief je vergoed krijgt, heb ik vandaag niet ingediend. Dat vind ik namelijk wel echt passen bij: wat komt er na de salderingsregeling?
De heer Bontenbal (CDA):
U zei in een van uw vorige interrupties: ja, we hebben het een jaar opgeschoven. Maar we hadden natuurlijk een afbouwpad. Wat de nieuwe coalitie neerlegt, is vele malen harder dan het wetsvoorstel toentertijd. Er zijn hier dus partijen — daar reken ik niet uw partij toe — die het wetsvoorstel hebben weggestemd omdat ze de consument met zonnepanelen wilden beschermen. Vervolgens hebben zij geaccepteerd dat er een keiharde afbouw van de salderingsregeling plaatsvindt in een jaar. Dat voorstel dat er nu in staat, is vele malen ongunstiger voor mensen met zonnepanelen dan het wetsvoorstel dat hier behandeld is. Klopt dat?
De heer Erkens (VVD):
Zoals ik eerder zei, is er sindsdien wel wat veranderd. Al die terugleverheffingen zijn, zoals u terecht zei, een bypass geweest omdat het salderen niet is afgeschaft. Die zijn nu wel op huishoudens van toepassing. De situatie is nu zodanig veranderd dat ik denk dat een snellere afbouw logischer is op dit moment, omdat je daarmee ook sneller duidelijkheid creëert en je die heffingen kunt weghalen. Bij een geleidelijk afbouwplan ben ik er bang voor dat men bijvoorbeeld in een jaar nog maar voor 40% mag salderen maar er tegelijkertijd nog sprake is van terugleverheffingen vanuit de energieleveranciers waardoor mensen echt niet meer weten waar ze aan toe zijn. Dus ik denk dat die situatie wel veranderd is vergeleken met toentertijd. En wat andere partijen ervan vinden, moet u aan hen vragen. Ik was toen voor de afbouw van de salderingsregeling en ben dat nog steeds.
De voorzitter:
Laatste keer.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik zal die vraag zeker stellen. Volgens mij moeten we het debat over de salderingsregeling te zijner tijd dan maar voeren. Dan is nog wel mijn vraag of u bereid bent om een motie te steunen die vraagt om het wetsvoorstel binnen een halfjaar naar de Kamer te sturen. Ik ben er namelijk doodsbang voor dat het anders weer naar de lange termijn verschoven wordt. Al in het energieakkoord van 2013 stond de afbouw van de salderingsregeling en de jaren daarna is het steeds, steeds, steeds door de politiek uitgesteld met als gevolg daarvan de ellende waar we nu in zitten. Dus binnen een halfjaar dat wetsvoorstel naar de Kamer zodat er echt een keer duidelijkheid komt.
De heer Erkens (VVD):
Ik zal constructief naar die motie kijken. Ik gaf zo-even richting de heer Grinwis al aan dat het Belastingplan daarvoor misschien een logisch moment zou zijn, mits dat haalbaar is natuurlijk, maar volgens mij hecht iedereen er in deze Kamer aan dat er snel duidelijkheid komt voor de zonnepaneelbezitter.
De voorzitter:
Dan mevrouw Rooderkerk met een vraag aan de heer Erkens.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Er wordt nu gedaan alsof hier sprake is van een semantische discussie over de terugleverheffing, maar wat hier gebeurt en wat de VVD ook toegeeft, is dat door de nieuwe coalitiepartijen een voorstel wordt gedaan dat eigenlijk een bliksemafleider is voor het voorstel dat in het formatieakkoord staat. Want hiermee wordt helemaal niets opgelost voor de mensen. Ik heb dan ook mijn vragen bij wat in het formatieakkoord hierover staat. In 2017 is namelijk al gesproken over een afbouwpad als manier om dat netjes te doen. Daar is mijn partij voor. Daar was ook de VVD voor. De VVD is daar kennelijk nog steeds voor, alleen blijkt nu dat in het formatieakkoord is komen te staan dat het ineens wordt afgeschaft. Mijn vraag aan de VVD is eigenlijk wat hier is gebeurd.
De heer Erkens (VVD):
Ik ben hier vrij consistent in. Wij hebben voor afbouw gestemd in de vorige zittingstermijn van het parlement. We hebben in ons eigen verkiezingsprogramma de salderingsregeling afgebouwd. Ook nu wordt de salderingsregeling afgeschaft, omdat ik salderen niet houdbaar vind. Het is een heel goede regeling geweest die zonnepanelen heel aantrekkelijk heeft gemaakt, maar hierdoor worden de kosten steeds hoger voor mensen die geen zonnepanelen hebben. Ook wordt de netcongestie er niet mee opgelost. Nu wordt het inderdaad in één keer afgeschaft in het voorstel. Richting de heer Bontenbal en de heer Grinwis gaf ik net aan dat er ook wat veranderd is sinds de salderingsregeling in de Eerste Kamer niet aan een meerderheid is gekomen. Dat zijn alle terugleverheffingen die geïntroduceerd zijn. Als je nu met een geleidelijk afbouwpad gaat werken en de heffingen op hun plaats blijven, denk ik dat het per jaar heel complex wordt om te berekenen hoeveel je terugverdient met de zonnepanelen en waar je aan toe bent. Ook de sector heeft gewoon duidelijkheid nodig. Daarom staat dit voorstel er nu. Als u van andere partijen wilt weten wat zij ervan vinden, moet u dat aan hen vragen. Dat ga ik niet duiden.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dat zal ik ook zeker doen, maar de VVD was er natuurlijk ook bij. Het interessante hieraan is dat wat nu in het formatieakkoord staat, in niemands verkiezingsprogramma stond. Dat is zo verwonderlijk. Het is nog verwonderlijker omdat dit er natuurlijk voor zorgt dat … Want waarom is een zorgvuldig afbouwpad van belang? Omdat mensen dan weten waar ze aan toe zijn. Mensen die zonnepanelen hebben aangeschaft — 100.000 mensen in het afgelopen jaar — moeten weten waar ze aan toe zijn en moeten de terugverdientijd halen die hun beloofd is. Met dit plan in het formatieakkoord staan die mensen in de kou, net als de ondernemers voor wie de VVD zich toch altijd zegt hard te maken en waarvan de VVD zegt dat geen vies woord te vinden. Hoe kijkt de VVD daarnaar?
De heer Erkens (VVD):
Ik kan hier heel duidelijk in zijn: zonnepanelen moeten blijven lonen voor mensen die nu zonnepanelen hebben en het moet de komende jaren blijven lonen om te investeren in zonnepanelen. Het is aan ons als parlement en aan het nieuwe kabinet om daar een voorstel voor te doen, zodat die duidelijkheid zo snel mogelijk gecreëerd wordt. Je hebt de situatie vóór de afschaffing van salderen. Dan blijft het sowieso lonen, want je kunt salderen de komende periode. Je hebt ook de periode daarna. Dan moet er een heel duidelijk regime zijn waarmee huishoudens goed kunnen berekenen wat ze eraan verdienen en wat ze eraan hebben, zodat mensen zonnepanelen blijven aanschaffen.
De voorzitter:
Mevrouw Rooderkerk, de laatste keer.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ja, maar dat kan natuurlijk niet. Het is wel heel duidelijk wat er staat, want het is nogal ineens. Alleen hebben de mensen die zonnepanelen hebben aangeschaft hier helemaal niks aan. De ondernemers die erin investeerden, die mensen hebben opgeleid en die willen meegaan met de energietransitie, hebben hier helemaal niets aan. Daarom kom ik met een voorstel om toch een afbouwpad in te bouwen, omdat het belangrijk is dat dit zorgvuldig gebeurt en mensen en ondernemers weten waar ze aan toe zijn. Ik ben benieuwd of de VVD dat steunt. Ik neem aan dat ze dat nog steeds verstandig vindt.
De heer Erkens (VVD):
Ik heb hier formeel al meermaals antwoord op gegeven.
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman heeft ook nog een vraag.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik was helemaal niet van plan om de VVD te interrumperen.
De heer Erkens (VVD):
Maar …
Mevrouw Beckerman (SP):
Want laten we wel wezen: die heeft gewoon gewonnen met het coalitieakkoord. Maar hier werd wel zo veel onzin verkondigd dat ik dacht: ik ga toch even naar voren. Over een van die onzinpunten gaat mijn eerste vraag. De VVD zegt nu: "We waren voor een afbouwpad. We gaan nu ineens … Want energiebedrijven zijn veranderd en zijn allemaal vergoedingen gaan vragen." Dat was toch al zo toen we die wet behandelden? Ja, ze vragen nu meer en doen dat op geniepigere manieren. Maar daar zijn we toch voor die tijd ook al voor gewaarschuwd? Ik heb hier een positionpaper in mijn hand, waarin dat al heel letterlijk werd opgesomd. Het is dus toch gewoon onzin wat de VVD hier doet? Zij geeft de markt de schuld, de markt waarvan zij zelf zo'n voorstander is.
De heer Erkens (VVD):
Nee. Ik blijf het trouwens verbazingwekkend vinden dat de SP voorvechter is van het behoud van salderen, want het is volgens mij de achterban van de SP die deels betaalt voor mensen die wel het geld hadden om zonnepanelen aan te schaffen. Ik denk juist dat de regeling onhoudbaar is en dat je toe moet naar een model waarin de rekening niet wordt neergelegd bij mensen zonder zonnepanelen. Ja, het klopt: een aantal bedrijven hadden een aantal heffingen en kosten voorafgaand aan de afbouw van de salderingsregeling. Maar de grote stappen van de grote energieleveranciers, waarbij een groot deel van Nederland klant is, kwamen pas na het wegstemmen in de Eerste Kamer. In de weken daarna werden allerlei heffingen geïntroduceerd, gedurende lopende contracten, in nieuwe contracten en ga zo maar door. Zij hebben ook heel duidelijk aangegeven dat die koppeling met dat wetsvoorstel er was.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ja, daar was ie weer. De VVD zegt dus: ja, maar de SP moet toch juist blij zijn? We zien nu al — dat blijkt uit berekeningen van de Woonbond — dat huurders met zonnepanelen soms duurder uit zijn dan huurders zonder zonnepanelen. Dat wordt alleen maar erger als je de salderingsregeling niet afschaft met dat afbouwpad, maar pats-boem, in één keer. Wat wil de VVD voor hen doen? Het voorstel dat vandaag voorligt, doet daar namelijk helemaal niks aan. Dat moet de VVD toch met mij eens zijn? Als het verwijt is dat de SP niet opkomt voor haar eigen achterban, zeg ik: er ligt vandaag een mooi voorstel van de SP om huurders en mensen met lage inkomens die wel hebben geïnvesteerd in zonnepanelen te helpen. Steunt de VVD dat voorstel?
De heer Erkens (VVD):
De voorstellen moet ik bekijken. Laat ik duidelijk zijn: ik heb vandaag zelf ook een aantal voorstellen. De terugleverheffingen waar nu in de markt geen regels voor zijn en die — u zegt dat ook — soms op best wel onduidelijke manieren geïntroduceerd zijn, moeten aan banden worden gelegd. Ik vind niet dat het verboden moet worden tot we salderen afschaffen, maar ik heb wel een amendement waarin staat dat de ACM daar sterke, eenduidige regels voor kan opstellen. Ik vind ook dat het verboden zou moeten worden wanneer saldering verdwijnt. Daar heb ik een motie over voorbereid. Ik probeer zelf dus ook oplossingen aan te dragen om helderheid te creëren en huishoudens te beschermen. U heeft het over hoe zonnepanelen kunnen blijven lonen. Laat ik daar een aantal dingen over zeggen: de komende jaren kan er nog gesaldeerd worden en bij de behandeling van het wetsvoorstel dat de afbouw moet regelen moeten we in de Kamer met elkaar nadenken over het regime daarna. Dat kan op de manier die ik anderhalf jaar geleden heb voorgesteld, waarbij je gewoon vastlegt wat de minimumbedragen zijn die huishoudens ontvangen. Ik sta tegen die tijd ook open voor andere ideeën, maar die moeten we in de Kamer met elkaar bespreken.
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman, voor de laatste keer.
Mevrouw Beckerman (SP):
Al die mooie krantenkoppen van vanochtend zijn dus gewoon niet heel veel waard. De terugleverboete verdwijnt namelijk niet helemaal — dat zegt de VVD hier ook — en zelfs als je dat doet, als je alleen die kraan dichtdraait, zijn er op dit moment nog heel veel andere manieren waarop energiebedrijven mensen met zonnepanelen pakken, bijvoorbeeld door het niet aanbieden van een vast contract of welkomstbonus, of door hoge kosten. De VVD zegt toch ook graag op te willen komen voor huurders en mensen met lage inkomens? Waarom grijpt de VVD op dat punt dan niet echt in op de markt? Het is anders toch gewoon schone schijn?
De heer Erkens (VVD):
Dit is een heel salderingsdebat geworden. Dat had ik natuurlijk kunnen verwachten. Daarna ga ik door over de Energiewet. Dat komt goed. Je moet twee dingen met elkaar oplossen als je de salderingsregeling afschaft. Aan de ene kan wil je die afschaffen, wij in ieder geval, omdat je wil dat huishoudens meer energie verbruiken op het moment dat ze het opwekken, zodat we ook qua netcongestie misschien iets minder problemen gaan ondervinden met elkaar. Aan de andere kant wil je voorkomen dat de socialisatie van kosten over huishoudens die geen zonnepanelen hebben, steeds groter wordt omdat steeds meer huishoudens zonnepanelen hebben en de groep zonder zonnepanelen steeds kleiner wordt. Dat model is dus onhoudbaar. Daar moeten we vanaf. Daarom zijn wij ook voor het afschaffen van de salderingsregeling.
Aan de andere kant wil je in de periode ertussenin duidelijk maken aan huishoudens dat zonnepanelen blijven lonen. U noemde daarvan een aantal voorbeelden, zoals die vaste contracten. Ik vind het dus ook niet kunnen dat er geen vaste contracten toegestaan zijn voor huishoudens met zonnepanelen bij sommige leveranciers. Mijn amendement dat vraagt om regels van de ACM, gaat ook daarover: geen vaste contracten mogen verbieden voor mensen met zonnepanelen. We hebben volgens mij twee jaar geleden als Kamer bij minister Jetten juist afgedwongen dat die er zijn, zodat huishoudens kunnen kiezen voor zekerheid. Dan vind ik het niet kunnen dat energieleveranciers tegen die huishoudens zeggen: u heeft zonnepanelen; u mag niet die zekerheid krijgen. Ook daar heb ik dus voorstellen voor. Als er andere langskomen, zal ik die ook met een open vizier behandelen.
De voorzitter:
Dan kunt u naar de wet toe.
De heer Erkens (VVD):
Ja, ik wilde mijn eerste punt gaan maken, maar ik zie dat mevrouw Kröger nog komt.
De voorzitter:
U heeft op dit punt al geïnterrumpeerd, mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Zeker, voorzitter, alleen niet met de vraag die ik nu ga stellen.
De voorzitter:
Maar anders blijven we eindeloos doorgaan.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ja, dat krijg je als je dikke Telegraafkoppen hebt met een voorstel dat gewoon niet de lading dekt. Ik heb een hele simpele vraag.
De voorzitter:
Ik sta u die vraag nog toe en daarna wil ik heel graag overgaan tot de wet die we nu aan het behandelen zijn.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik heb een hele simpele vraag. De heer Erkens wil graag de indruk wekken dat hij de grote voorvechter is van mensen met zonnepanelen. Hij heeft allerlei voorstellen, maar het coalitieakkoord zegt heel duidelijk: we schaffen het in één keer — pats, boem! — af en we hebben geen alternatief. Dan is eigenlijk de vraag: heeft de woordvoerder Financiën het hier gewonnen van de woordvoerder zonnepanelen, waarbij het gewoon gaat om een gat in de begroting van 700 miljoen dat hiermee is dichtgetikt?
De heer Erkens (VVD):
Volgens mij is het een akkoord waar ieders handtekening onder staat, ook die van mij. Zonnepanelen moeten ook in de toekomst blijven lonen. Dat is heel helder. Laten we niet het beeld ophouden alsof zonder salderingsregeling zonnepanelen niet kunnen lonen. Daar kunnen we een goed regime voor bedenken. Zonnepanelen zijn steeds goedkoper geworden. Je kunt de stroom zelf gebruiken en je krijgt er een prijs voor terug. Wij moeten de komende maanden duidelijkheid verschaffen, opdat huishoudens er vertrouwen in krijgen. Dat die duidelijkheid er niet is, is voor ons allemaal helder. Die duidelijkheid moeten het nieuwe kabinet en wij als Kamer heel snel verschaffen.
De voorzitter:
Dan gaat u nu naar het eerste blokje. Ik heb allang door dat ik streng moet zijn. Het spijt me.
De heer Erkens (VVD):
Voorzitter. Mijn eerste onderwerp is de consumentenbescherming. We zijn blij dat de consumentenbescherming en de bijbehorende rol van de ACM in dit wetsvoorstel fors versterkt worden. De VVD is blij om veel voorstellen, waarvan vijf gezamenlijk in een pamflet samen met collega Bontenbal tijdens de energiecrisis, terug te zien in het wetsvoorstel. Zo wordt het toezicht op de energieleveranciers flink aangescherpt en moeten zij voortaan verplicht een vast contract voor minimaal één jaar aanbieden. Zoals ik al tegen mevrouw Beckerman zei, geldt dat ook voor zonnepaneelbezitters. Een goed functionerende markt vergt heldere kaders en een sterke toezichthouder om deze kaders te bewaken. Ik heb hier een heel blokje over zonnepanelen, maar dat heb ik daarnet al heel uitvoerig besproken. Misschien nog kort een vraag aan de minister, zodat hij die in zijn termijn kan behandelen. Indien salderen wordt afgeschaft, is het dan ook mogelijk om al die terugleverheffingen te verbieden?
In het nieuwe wetsvoorstel krijgen publieke infrastructuurbedrijven toegang tot de waterstofmarkt. Zij mogen bijvoorbeeld in opdracht van marktpartijen productie- en opslaglocatie aanleggen en soms zelfs in eigen beheer in eigendom houden. Dit kan wel risico's met zich meebrengen rondom hun onafhankelijkheid en risico's op inmenging in de markt. De sector vreest dat dit mogelijk leidt tot verstoring en oneerlijke concurrentie, terwijl er momenteel geen sprake is van marktfalen op dit vlak. We kijken hier kritisch naar, aangezien de waterstofmarkt al nauwelijks tot niet of te langzaam van de grond komt. Deze uitbreiding kan er juist toe leiden dat investeringen worden verhinderd of dat private initiatieven niet meer van de grond komen. Graag een reactie van de minister.
Dan de netcongestie, die ervoor zorgt dat onze economie en de energietransitie tot stilstand komen. Op dit moment benutten wij de ruimte op ons stroomnet niet optimaal. Ondernemers willen samen hun ruimte op het stroomnet delen, maar netbeheerders faciliteren dat nog niet voldoende en te traag. Bij de begroting hebben we met een aantal collega's hiervoor al 55 miljoen euro bij amendement geregeld. In een motie hebben wij gevraagd om een kenniscentrum om ondernemers te begeleiden. We willen via een additioneel amendement vandaag de zogeheten groepstransportovereenkomst steviger in de wet borgen. Daarmee worden deze contracten mogelijk gemaakt voor onze ondernemers. Hiermee krijgen netbeheerders een inspanningsverplichting om ondernemers te faciliteren. Ik hoor graag van de minister hoe hij kijkt naar een steviger borgen van die groepstransportovereenkomst in de wet.
Daarnaast kan het zogeheten right to challenge uitgebreid worden, wat de VVD betreft. Dit betekent dat partijen onder de juiste technische en veiligheidsstandaarden zelf hun aansluiting op het net kunnen realiseren als de netbeheerder dat niet zou kunnen binnen een aantoonbare tijd. Ook over dit amendement, ingediend samen met de heer Bontenbal, hoor ik graag van de minister hoe hij ernaar kijkt.
Voorzitter. Nog één vraag omtrent thuisbatterijen. We hebben in het verleden gezien dat we niet goed wisten waar zonnepanelen geïnstalleerd werden op het net, met dientengevolge ook slecht zicht op de ontwikkeling van netcongestie. Voor batterijen gaat het nog belangrijker zijn om te weten waar ze staan en hoeveel het er zijn, omdat ze naast leveren ook kunnen afnemen, en daarmee netcongestie kunnen verminderen of vermeerderen afhankelijk van de inzet. Gaat dit geregistreerd worden, zodat thuisbatterijen juist gaan helpen bij het probleem van netcongestie?
Voorzitter. Nog één laatste vraag bij dit onderwerp. De wereld is steeds onveiliger geworden, en we moeten serieus rekening houden met scenario's waarin kritieke infrastructuur, zoals het stroomnet, gesaboteerd wordt. Ons stroomnet is kwetsbaar voor een digitale aanval of andere manieren van ontwrichting. Klopt het dat wanneer een calamiteit zich voordoet op het stroomnet, de mensen thuis ook niet meer hun eigen zonnepanelen kunnen gebruiken omdat de meter in de woning niet functioneert? Is dit mogelijk te verhelpen, zodat mensen in het geval van een calamiteit wel de eigen zonnestroom kunnen blijven benutten? Is dit niet een geval waarin het beter is om daarvoor met elkaar nu al goede waarborgen te creëren, in plaats van er gedurende een crisis achter te komen dat we het niet geregeld hebben? Graag een reactie van de minister. Ook graag een reactie op de vraag hoe we bij een soortgelijke calamiteit omgaan met decentrale energiesystemen; denk aan wind op land in de buurt van een gemeente of een stad.
Voorzitter, als laatste energieonafhankelijkheid. De VVD wil dat we inzetten op een energieonafhankelijker Nederland. Ons energiesysteem moet niet meer overmatig afhankelijk zijn van de import van fossiele brandstoffen uit foute landen voor miljarden per jaar. Die les hebben we wel geleerd uit de energiecrisis. Ook de huidige geopolitieke situatie onderstreept dit belang. We moeten daarom inzetten op meer onafhankelijkheid en een stevige borging van de leveringszekerheid, zodat we een robuust en betrouwbaar energiesysteem creëren met elkaar. Dit moet ook een stevige plek krijgen in de beleidscyclus. We zijn daarom blij met de nota van wijziging van de minister, die op ons verzoek nu is opgestuurd naar de Kamer. Deze nota van wijziging zal het Nationaal Plan Energiesysteem, een soort deltaplan energiesysteem tot 2050, wettelijk borgen in de Energiewet. Daarbij zal de minister ook de cyclus overnemen zoals voorgesteld in onze eigen initiatiefwet inzake energieonafhankelijkheid. Het gaat hierbij om een vijfjaarlijkse energiestrategie, die we als Kamer kunnen behandelen, en een jaarlijkse energienota waarover we ook in debat kunnen treden met elkaar.
Ook onze punten met betrekking tot beleid voor de nationale productie van energie, het inzetten op diversificatie en het aanleggen van reserves worden goed meegenomen. We zijn blij dat de minister de initiatiefwet op deze manier integreert in de Energiewet. Om het voorstel compleet te maken hebben we enkele weken geleden voorgesteld om ook de advisering op het gebied van de energienota en de energiestrategie beter te borgen via de oprichting van een onafhankelijke landelijke energieraad. Hierin moeten experts uit de wetenschap, de private sector en het publieke domein samenkomen om het kabinet te adviseren over het te voeren energiebeleid. Graag ook nog een reactie van de minister daarop.
Voorzitter, afrondend. De Energiewet is een hoogstnoodzakelijke modernisering van de wetgeving op het gebied van energie. De VVD zal deze wet dan ook steunen en is blij met het feit dat deze wet gaat zorgen voor een betere bescherming van consumenten op de energiemarkt en het bieden van extra oplossingen om netcongestie te verminderen, waardoor we meer ruimte op het stroomnet krijgen, en zal helpen met het werken richting een energieonafhankelijker Nederland in een onveilige wereld.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u. Ik geef het woord aan mevrouw Rooderkerk van D66.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Voorzitter. We behandelen vandaag de Energiewet, een gedegen wet vol met goed beleid voor een mooie toekomst voor Nederland. De Energiewet brengt de wind in de rug van de energietransitie en is daarom keihard nodig. Voor D66 draait de energietransitie om een beter morgen, om een hoopvolle toekomst. Wind op zee, zon op dak, groene waterstof en aardwarmte zijn de bouwstenen om aan een groene, rechtvaardige economie te werken. Of, zoals D66 50 jaar geleden al wist: het gaat om eerlijk delen in een schoon land. Maar precies dat "eerlijk delen in een schoon land" zet het nieuwe kabinet op de tocht. De klimaatparagraaf van het regeerakkoord grossiert in middelmatigheid. Ja, de klimaatambities blijven staan. Maar wat is dat waard als ondertussen belangrijk groen beleid wordt teruggedraaid en dit kabinet miljarden bezuinigt op het Klimaatfonds?
Wilders I bezuinigt op een schoon land om populistische plannetjes te financieren. Zo willen PVV, VVD, BBB en NSC de salderingsregeling in 2027 in één keer afschaffen. Vooropgesteld: D66 is voorstander van het geleidelijke, zorgvuldige afbouwpad voor de salderingsregeling. Het oorspronkelijke plan is sociaal en eerlijk en zorgt voor een goede terugverdientijd voor wie onlangs nog in zonnepanelen heeft geïnvesteerd. "Het afschaffen van de salderingsregeling is een ordinaire belastingmaatregel die raakt aan de betrouwbaarheid van de rechtvaardige overheid." Dat zijn ferme woorden, maar die zijn niet van mij. Dit is een citaat van de BBB in de Eerste Kamer. De BBB was namelijk mordicus tegen het afschaffen van de saldering, net als de PVV en de heer Omtzigt. De VVD was, net als D66, nog altijd voorstander van een zorgvuldige afbouw. Nu wordt de salderingsregeling uit het niets, tegen alle verkiezingsprogramma's in, in één keer afgeschaft per 2027. Wat is er gebeurd aan de onderhandelingstafel? Dat is niet hoe een overheid zou moeten omgaan met mensen die willen bijdragen aan een schoon land. Wat D66 betreft is dit geen goed bestuur. Het is slecht voor de energietransitie, het is slecht voor het vertrouwen in de overheid en het is een mes in de rug voor de honderdduizenden mensen die de afgelopen jaren zonnepanelen hebben genomen. Gelukkig voor de mensen met zonnepanelen is het voorstel aangenomen dat wij eerder deden om te regelen dat ze minder uitvallen. Daarnaast dien ik vandaag nog een motie in om in plaats van het ineens afschaffen van salderen, een zorgvuldig afbouwpad te hanteren. Ik roep de nieuwe coalitiepartijen met klem op om dit te steunen.
Ik heb een paar vragen aan de minister over het onzalige plan van de coalitie dat nu voorligt. Voor hoeveel mensen die de afgelopen jaren zonnepanelen namen, zal de terugverdientijd oplopen tot meer dan zeven jaar? Op 13 februari van dit jaar stemde de Eerste Kamer tegen de zorgvuldige, geleidelijke afbouw. Sindsdien namen 100.000 mensen zonnepanelen. Wat wordt hun terugverdientijd? Wat doet het plotsklaps afschaffen van de saldering met de zonnepanelenmarkt en de energietransitie?
Voorzitter. Bij het lezen van de Energiewet heb ik vooral gekeken naar wat deze wet nou betekent voor mensen en bedrijven die wél willen bijdragen aan een schoon land. Want dat zijn er zo velen in Nederland: mensen die de handen ineenslaan om samen groene energie op te wekken. Het is nog te vaak zo dat deze initiatieven buitenspel worden gezet en de grote bedrijven in de omgeving energie mogen gaan opwekken. D66 wil meer buurtenergie. Daarom diende ik een amendement in waarmee we de gemeenten helpen om te regelen dat mensen zelf mede-eigenaar kunnen worden van de zon- en windprojecten in hun buurt en zo kunnen meedelen in de winst. Dat is goed voor de energietransitie én voor de portemonnee. Ik hoop op brede steun in de Kamer voor dit amendement.
Voorzitter. Graag ga ik nog wat dieper in op een aantal discussies die we bij de wetgevingsoverleggen voerden. Ik wil het hebben over de mensen en over het systeem of, beter gezegd, over eerlijk delen in een schoon land. Ten eerste eerlijk delen. Bij het aangaan van energiecontracten moeten mensen, op basis van eerlijke informatie, zelf een afweging kunnen maken. In het eerste WGO ging ik al in op de agressieve en malafide verkooptechnieken van sommige leveranciers bij de telefonische verkoop van energiecontracten. Mensen worden onder valse voorwendselen en met valse informatie in een duur contract gerommeld. Dat moet zo snel mogelijk stoppen. Wij steunen daarom van harte het amendement om telefonische verkoop aan banden te leggen. We zijn blij met de door de minister aangekondigde maatregelen in de brief. Laten we ervoor zorgen dat deze praktijken zo snel mogelijk verleden tijd zijn. Wel is het van belang dat er uitzonderingen mogelijk zijn, zoals in het amendement gebeurt voor goede doelen. Maar kranten zijn wat ons betreft ook iets om naar te kijken. We begrijpen namelijk dat het ook voor kranten zou gelden als we dit gaan verbieden. Ze worden al duurder gemaakt door de nieuwe coalitie. Het lijkt me wellicht onwenselijk om ze dan ook nog eens geen kans te geven om mensen een abonnement aan te bieden. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister hierop.
Daarnaast is het van belang dat we vanuit het oogpunt van eerlijk delen en rechtvaardigheid de energierekening van mensen betaalbaar houden. In het algemeen gaat de voorkeur natuurlijk uit naar een algemene aanpak om alle armoede te bestrijden. Maar ook in het formatieakkoord van de nieuwe coalitie gebeurt dit niet afdoende. Daarom vindt D66 dat we voor de energierekening moeten blijven kijken naar gerichte ondersteuning voor mensen die financieel kwetsbaar zijn. Het amendement van het CDA en de SGP is een goed doordacht voorstel voor een sociaal tarief voor kwetsbare huishoudens in tijden van een energieprijscrisis. D66 waardeert het werk dat hierin gestoken is. De minister geeft in de brief aan dat het toepassen van dit amendement veel tijd en inzet zal vergen, die vervolgens niet kunnen worden besteed aan het uitwerken van structureel beleid. Ik zal eerlijk zeggen dat het mij wel frustreert dat dit zo ingewikkeld is. Volgens mij leeft in de Kamer breed de wens om iets te regelen. Vandaar mijn vraag of de minister kan aangeven wat volgens hem nog wel mogelijk is om betere bescherming en lagere energieprijzen waar nodig voor kwetsbare huishoudens wettelijk te verankeren. Ook ben ik benieuwd of er andere EU-lidstaten zijn die een vorm van een sociaal tarief kennen.
Voorzitter. Ten tweede: een schoon land. Bij eerlijk delen in een schoon land hoort ook een vrije, eerlijke markt. In een eerder wetgevingsoverleg voerden we een discussie over het groepsverbod. De redenering van de minister in de brief om dit in stand te houden, kan ik volgen. Wel heb ik daar nog enkele vragen bij. De minister schrijft dat netbeheerders via zogenaamde flextenders kunnen bijsturen op het volle stroomnet, maar dat netbeheerders nog niet transparant zijn in het gebruik hiervan. Hoe gaat hij dan afdwingen dat het gebeurt, en op welke termijn? Moet deze transparantie, net als het kader waarover de minister schrijft, niet worden opgenomen in de Energiewet? Zo nee, waarom niet?
Daarnaast schrijft de minister dat zijn ministerie, de ACM en onder andere Stedin kijken naar mogelijkheden om te investeren in eigen regelbaar vermogen. In de casuïstiek gaat het dan om gasgeneratoren. Ziet de minister dan ook ruimte voor meer duurzame vormen van het regelbaar vermogen, bijvoorbeeld via batterijen? Loopt dit mee in het onderzoek dat de minister doet? En kan hij ingaan op de voorwaarden die hij denkt te stellen aan de inzet van het eigen regelbaar vermogen door netbeheerders?
Ik heb ook nog enkele vragen over de investeringsplannen van netbeheerders. Ook op dit punt ben ik blij met de uitgebreide brief van de minister, waarvoor dank. Ik heb hier toch nog enkele vragen bij. Uit de brief maak ik op dat naast de ACM, die alle investeringsplannen checkt, het ministerie alleen investeringsplannen van de landelijke netbeheerders, zoals TenneT en GTS, controleert. Waarom toetst het ministerie de plannen van regionale netbeheerders dan niet? Is dat niet wenselijk, gelet op het landelijk belang van sommige projecten die regionale netbeheerders aanleggen? Zo nee, zou er hierin dan geen rol voor gemeenten of provincies moeten zijn?
Ik ben blij dat de minister al heeft toegezegd dat netbeheerders voortaan een langere doorkijk bieden in de plannen, langer dan tien jaar. Tegelijkertijd viel mij bij het lezen van enkele investeringsplannen op dat er enerzijds wordt ingegaan op de beperkte uitvoeringscapaciteit, vooral door de krappe arbeidsmarkt, maar dat er anderzijds nauwelijks wordt ingegaan op hoe dat wordt opgelost. Als dat niet lukt, welke consequenties heeft dat dan voor de prioritering? Bij onder andere ProRail en NS hebben we eerder gezien dat er te weinig is geanticipeerd op personeelstekorten in de vergrijzende arbeidsmarkt. Daar plukken we nu de wrange vruchten van. Hoe kijkt de minister ernaar om netbeheerders te vragen om in de investeringsplannen ook altijd de maakbaarheid en uitvoerbaarheid van de plannen in personele zin inzichtelijk te maken? Is hij bereid om de factor personeel ook nadrukkelijk mee te nemen bij de controle van de investeringsplannen?
Voorzitter. Ik sluit af. Eerlijk delen in een schoon land blijft voor D66 leidend in de energietransitie. Eerlijk delen kan alleen door oog te hebben voor de uitwerking van de Energiewet op mensen vanuit rechtvaardigheid en door de energierekening betaalbaar te houden. Een schoon land bereiken we met een eerlijke vrije markt, door voorbereid te zijn en door alles in het werk te stellen voor een duurzame toekomst. Deze Energiewet gaat daarbij helpen, aangevuld met een aantal mooie voorstellen vanuit deze Kamer. Veel dank aan de minister en zijn ambtenaren voor het vele harde werk bij het schrijven van deze wet en de lange debatten die wij hierover voerden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan kijk ik naar de heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Met deze Energiewet leggen wij de kaders vast voor een toekomstbestendig, duurzaam en betrouwbaar energiesysteem. Dat is nogal wat. Het merendeel van deze wet is beleidsneutraal overgenomen vanuit de Elektriciteits- en gaswet, en de implementatie van de Europese wetgeving. Politieke keuzes zijn echter nooit neutraal. Aan die keuzes liggen ideeën ten grondslag over hoe onze samenleving eruit zou moeten zien, over goed zorgen voor de schepping en opkomen voor mensen in een kwetsbare positie. Niet voor niets hebben we al twee uitvoerige debatten over deze wet gevoerd in wetgevingsoverleggen. Dan is er ook nog eens een coalitieakkoord tussendoor gekomen met verstrekkende afspraken met consequenties voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen, groene waterstof en salderen. Drie van de vier fracties stemden tegen de gematigde salderingswet van minister Jetten en hakken nu met de botte bijl per 2027. Heel bijzonder. Maar dat bediscussiëren we vast verder in de interrupties.
Vooropgesteld: deze wet zorgt voor nieuwe mogelijkheden voor duurzame opwek. Ook wat de ChristenUnie betreft is dat goed nieuws. Wellicht kunnen de mogelijkheden nog iets ruimer, maar de Energiewet moet niet alleen een wet zijn voor diegene die gedreven door duurzame idealen en positieve motieven, en vaak ook met wat geld, energiegemeenschappen opricht, klaarstaat als actieve afnemer en de vruchten plukt van de mogelijkheden van peer-to-peerhandel. Een wet is alleen goed als daarin ook goed wordt gezorgd voor mensen in een kwetsbare positie. Wat doet de wet voor hen? Hoe zorgen we ervoor dat zij zich zeker kunnen voelen en weten van betaalbare en duurzame energie? Als ChristenUniefractie hebben we daar nog wat zorgen over. Ik heb daarover dan ook een aantal amendementen ingediend waarvan het merendeel op dit moment nog wordt ontraden door de minister, maar de dag is nog niet voorbij. Ik zou de minister daarom het volgende willen vragen. Als hij deze wet beziet vanuit het perspectief van mensen in kwetsbare positie, meent hij dan dat hun belangen op de best mogelijke manier in deze wet zijn geborgd? Hebben zij met deze wet de beste garantie op betaalbare energie? Kunnen zij met deze wet goed deelnemen aan het energiesysteem van de toekomst? Graag een reflectie van de minister.
Dan ga ik naar de ingediende amendementen. Wat de ChristenUnie betreft zijn het sociaal tarief, het waarborgfonds en de wervingsstop goede ingrediënten om juist de meest kwetsbare huishoudens zo veel mogelijk zekerheid te bieden in een onzekere wereld met volatiele energieprijzen. Ik ben dan ook blij dat de minister welwillend staat tegenover het amendement dat de ACM de mogelijkheid geeft een wervingsstop in te stellen als energiebedrijven zich niet aan de regels houden. Het is belangrijk om gebruikers, afnemers, klanten te beschermen. De ACM wil graag de grond waarop zij een stop kan opleggen, wat verbreden. Ik wijzig het amendement daarom. Het zal zo worden ingediend. Dan volgt de reactie op die wijziging vanzelf wel. Ik heb goede hoop dat oordeel Kamer blijft staan.
Dan over het waarborgfonds. Wat de ChristenUnie betreft is het waarborgfonds een goed middel om burgers te beschermen tegen de gevolgen van een faillissement. In het wetgevingsoverleg en ook in de laatste brief somde de minister een aantal bezwaren op. De Energiewet kent waarborgen om cowboys op de energiemarkt zo veel mogelijk te voorkomen. Als de minister vindt dat zo'n fonds risicogedrag uitlokt, heeft de minister dan niet te weinig vertrouwen in de voorzorgsmaatregelen? We weten dat de kans op een faillissement nooit nul is. In 2021 zijn er leveranciers failliet gegaan. De klanten van die leveranciers waren de pineut. Ik vind het eerlijker dat de risico's die ontstaan door de energiebedrijven, ook als sector worden gedragen. De minister ontraadt mijn amendement, net als een amendement van de VVD en het CDA dat via een veiling meer zekerheid wil bieden aan de gebruiker. Ik snap dat de minister de bescherming via de voorkant zo goed mogelijk wil regelen, maar ik hoor toch graag van de minister wat zijn oplossing is voor de klant van wie de leverancier ondanks alle voorzorgsmaatregelen failliet is gegaan. Die is en blijft dan toch de pineut als beide amendementen zouden worden verworpen.
Heeft de minister met de toezichthouder over de mogelijkheid van een waarborgfonds gesproken? De ACM pleitte in een rondetafelgesprek hier in dit huis immers voor een dergelijk fonds. Hoe kijkt de ACM eigenlijk naar het amendement? In het WGO spraken we ook over de mogelijkheid van een keurmerk, waardoor cowboys niet zomaar tot het fonds zouden kunnen toetreden. Hoe kijkt de minister naar deze optie?
Voorzitter. Dan kom ik bij het sociaal tarief. Een belangrijk instrument dat tot nu toe in de Energiewet ontbreekt, is de mogelijkheid om een sociaal tarief in te stellen. We hebben gezien dat concurrentie geen garantie voor betaalbaarheid vormt. Daarom zouden we kwetsbare huishoudens meer zekerheid moeten bieden. Het mooie van het sociaal tarief ten opzichte van het generieke koopkrachtbeleid is dat we op deze manier juist de kwetsbare afnemers heel gericht kunnen bereiken, veel directer dan via andere instrumenten.
Om die reden heb ik hier samen met de collega's Flach van de SGP en Kröger van GroenLinks-PvdA een amendement over ingediend. Dank aan de minister voor alle praktische aandachtspunten die hij in de brief uiteenzet. Het valt me op dat de minister opmerkt dat de inzet bedoeld is als crisismaatregel en dat stelt tegenover het gegeven dat de uitvoering complex is en een intensieve voorbereiding vereist. Dat vind ik opmerkelijke kritiek. Die intensieve voorbereiding is immers juist de reden voor het indienen van dit amendement nu, bij de Energiewet. Bij een energiecrisis doet de snelheid ertoe. Dat hoef ik de minister niet te vertellen, ook gelet op onze ervaringen een paar jaar terug. Kunnen we de vormgeving van een sociaal tarief niet nú beter goed regelen in plaats van dat we straks mogelijkerwijs weer overvallen worden door een crisis en we weer heel veel gemeenschapsgeld gaan verbranden via generiek koopkrachtbeleid? Hoe nuttig het is om dit instrument te hebben blijkt immers zowel uit de brief van de minister als uit de eerdere notitie van de ACM, die we al hadden bij het maken van het amendement. De genoemde aandachtspunten hebben we in het amendement zo goed mogelijk proberen te adresseren. Zo regelt het amendement dat noodzakelijke gegevens middels een register worden gedeeld. Op die manier kan het aansluiten bij het vinkjessysteem waar de ACM op gewezen heeft. Daarnaast hebben we in de toelichting benadrukt dat dit instrument enkel in uitzonderlijke gevallen moet worden ingezet en niet in de plaats moet komen van generiek sociaal beleid.
De minister stelt terecht dat de keuze voor het instrument van een sociaal tarief een politieke keuze is; daar gaan wij als Kamer over. Ik ben wel benieuwd of de minister eventueel technische suggesties voor dit amendement heeft die de uitvoerbaarheid nog verder ten goede komen, ook al blijft zijn politieke keuze mogelijk onveranderd — maar ik heb dus hoop. De vormgeving van het amendement is best een zoektocht geweest. Ik wil zo goed mogelijk de aandachtspunten van de minister adresseren. Ik hoor daarom ook graag zijn reactie op deze vragen.
Een terecht punt van de minister vind ik hoe we ervoor kunnen zorgen dat het sociaal tarief daadwerkelijk zo veel mogelijk kwetsbare huishoudens bereikt, bijvoorbeeld ook de huishoudens met een blokaansluiting. Het amendement regelt dat dit in lagere regelgeving wordt vastgesteld. Kan de minister toezeggen om, mocht het amendement worden aangenomen, uit te werken hoe kwetsbare huishoudens het beste gericht kunnen worden bereikt, bijvoorbeeld ook huishoudens met een blokaansluiting? De minister doet daar in zijn brief al diverse aanzetten toe. Kan hij daar, bijvoorbeeld voorafgaand aan de begrotingsbehandeling, een brief over sturen? Als we ervoor kiezen de vormgeving van een sociaal tarief nu goed te regelen, dan zijn we beter voorbereid op een volgende energieprijzencrisis. Als deze zich onverhoopt weer voordoet, dan kan de minister immers heel snel een sociaal tarief instellen.
Voorzitter. Dan kom ik bij de taken van de netbeheerders. We hebben tijdens het wetgevingsoverleg uitvoerig gedebatteerd over de bevoegdheden die netbeheerders en infrabedrijven al dan niet horen te hebben. Ook in de brief is de minister daar weer verder op ingegaan. Dank daarvoor! De discussie over het groepsverbod zoals gevoerd bij het wetgevingsoverleg zal ik niet opnieuw openen, zeg ik ter geruststelling. Want dat leidt alleen maar tot hele mooie interrupties, wat ik op zich natuurlijk wel heel prettig vind.
Ik wil nog wel dieper ingaan op een aantal zaken die te maken hebben met de bevoegdheden van de netbeheerders, waar deels ook het amendement op toeziet dat ik mede heb mogen indienen met collega Kröger. Ten eerste is het goed dat de minister onderzoekt welke ruimte TSB's en DSB's hebben om zelf te investeren in regelbaar vermogen bij congestieproblematiek, als het niet mogelijk is om deze bij marktpartijen in te kopen. Die ruimte lijkt me zeer nodig en het amendement maakt deze ruimte expliciet. Om te kunnen investeren zal ontheffing van de ACM nodig zijn. Kan de minister schetsen wanneer wel en wanneer niet de ACM deze ontheffing zal verlenen en hoe snel een dergelijke procedure zal gaan, als blijkt dat marktpartijen geen oplossing zijn? Kan de minister ook schetsen in hoeverre deze last resorts ook in investeringsplannen meegenomen kunnen worden?
Daarnaast schrijft de minister in de brief dat in bijzondere situaties een infrastructuurbedrijf een productie- of opslaginstallatie mag aanleggen en in eigen beheer en eigendom mag houden. Ook hier ziet het amendement op toe. Het moet dan bijvoorbeeld mogelijk zijn dat energiecoöperaties, gemeenten of provincies kunnen vragen aan het infrastructuurbedrijf om ergens een batterij te plaatsen die vervolgens de coöperatie of een bedrijf kan huren zonder financieel belang voor dat infrastructuurbedrijf. Deelt de minister de mening van de ChristenUniefractie dat dit een goede optie is, netcongestie kan voorkomen en de energietransitie kan bevorderen?
Voorzitter. Tot slot bij dit onderwerp iets over het internationale speelveld. Wat de ChristenUnie betreft zijn ook voor de energietransitie onorthodoxe maatregelen nodig. Dan kijken we ook weer naar hoe andere landen die daar vormgeven. Ik refereerde er in het WGO al aan hoe moeizaam groenewaterstofproductie in Nederland van de grond komt in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Zweden. Dan wil ik toch de vraag stellen of Nederland zich met het wettelijk kader zoals de minister dat voor zich ziet, zichzelf niet in de voet schiet, des te meer omdat hij opmerkt dat Nederland het enige land is dat gekozen heeft voor eigendomsontvlechting van de DSB's. Is de minister daarom bereid om dat op een rijtje te zetten in een studie naar verbetering van het gelijke speelveld in relatie tot de bevoegdheden van de netbeheerders? Nederland denkt immers alsnog een betere weg te kiezen dan andere Europese landen. Zonder in dogma's te denken lijkt het me toch wel nuttig om te weten of andere wet- en regelgeving de energietransitie in Nederland ten goede zou komen. Ik ben benieuwd hoe de minister hierover denkt.
Voorzitter. Dan kom ik nog op twee laatste onderwerpen inzake ProRail en NS, over de positie van het spoorvervoer dus. We spreken geregeld over maatschappelijk prioriteren, maar daarbij wordt het spoor weleens vergeten, zo lijkt het, terwijl daar uitbreiding ook door congestie wordt gedwarsboomd. ProRail stelt zelfs in haar reactie op het codebesluit van de ACM dat als gevolg van de congestie de uitvoering van haar wettelijke taak in gevaar kan komen. Ziet de minister dit gevaar ook en heeft hij daar overleg over met zijn collega van IenW, als het gaat om het spoor en de congestieproblematiek? Hebben we de positie van de beheerder van het spoorwegnet wel goed verankerd in de Energiewet? Ik begrijp dat er vanwege de Europese richtlijnen niet veel eigen ruimte is, maar ik ben benieuwd of andere Europese landen op dit punt hun wet- en regelgeving anders hebben ingericht. Is de minister bereid om hierover met andere landen contact te zoeken en te kijken of wij, gezien de wettelijke taak van de beheerder, deze beter kunnen positioneren in de Energiewet, als het bijvoorbeeld gaat over congestieproblematiek? ProRail kan namelijk helpen de congestieproblematiek te verzachten. Zo zijn ze met Stedin bezig met een flextender, waarbij ProRail potentieel gronden en haar aansluiting beschikbaar kan stellen om opslag te realiseren waar het GDS van ProRail aan kan leveren en van kan afnemen als dat nodig is. Voor dat soort mooie initiatieven is het wel van belang dat alle betrokken partijen eens om de tafel gaan zitten, kijken naar de knelpunten en kansen en daar afspraken over maken. Is de minister bereid om in gesprek te gaan met IenW, ProRail, de vervoerders en de regionale netbeheerders om daar gericht aan te werken? Een actieplan namens alle betrokken partijen zou, denk ik, een mooi resultaat zijn.
Dan over de treinstations. Het is nog onduidelijk wat de status van de stations in het energiesysteem is. Daarbij is het de vraag of de elektriciteitskabels in stations als GDS of als installatie worden gezien. Als ze als GDS zouden worden gezien, heeft dat nogal wat gevolgen. Zo moet de NS bij de ACM ontheffing aanvragen om het net in eigen beheer te houden. Vorig jaar kreeg de ACM 25 verzoeken voor ontheffingen en de NS verwacht dat men voor de ongeveer 200 stations allemaal een ontheffing zou moeten aanvragen. Daarnaast zouden ze tarieven moeten vaststellen voor huurders in het station, terwijl dat nu gewoon netjes via het huurcontract is geregeld.
In andere landen, bijvoorbeeld in België, gelden stations als installatie. Er heeft zelfs een gang naar de bestuursrechter plaatsgevonden om duidelijkheid te krijgen over die kwalificatie, maar ook toen is er nog geen duidelijkheid gekomen. Kan de minister ervoor zorgen dat deze duidelijkheid er wel komt? Op deze manier weet de NS ook waar men aan toe is.
Tot zover. Dank ook alvast aan de minister voor de beantwoording die nog gaat komen en voor de beantwoording die al is gegeven in de wetgevingsoverleggen en zijn brieven. Ook veel dank aan alle ambtenaren, die hier achter de schermen heel hard aan hebben gewerkt, soms jarenlang. Ook heel veel dank aan ons Bureau Wetgeving, dat ons zo goed mogelijk heeft geholpen en ons heeft voorzien van adviezen bij alle amendementen die zijn ingediend. En dat zijn er niet een paar, heb ik gezien.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik geloof zeker dat dat een megaproject is. Ik geef het woord aan de heer Bontenbal van het CDA en wil daarna even een halfuurtje schorsen voor de lunch.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. We hebben nu een plenair debat over de Energiewet. Daarmee sluiten we een traject af, waarin we ook meerdere WGO's hebben gehad, twee grote WGO's op de maandag. We hebben er heel lang over gesproken, dus ik ga ook heel veel dingen niet meer herhalen. Ik heb dus een vrij korte bijdrage, maar ik weet niet wat er nog aan interrupties komt.
Ik denk dat het heel goed is dat deze wet nog besproken wordt en die het ook in beide Kamers gaat halen, juist ook omdat er zo hard aan gewerkt is. Er zijn vast dingen die we nog willen regelen, maar het zou mijn voorstel zijn — volgens mij gaat dat ook gebeuren — om die wet elk jaar langs de Kamer te halen en elke keer datgene te doen wat de wet een stukje beter maakt. Voor nu is het, denk ik, goed dat die er gewoon een keer helemaal doorheen gaat, want dat is hard nodig.
Ik had twee amendementen ingediend. Ik neig er sterk naar beide in te trekken. Dat heeft ermee te maken dat ik zelf gewoon nog twijfel of ze robuust genoeg zijn. We maken hier veel wetgeving en ik vind zelf dat we dat robuust genoeg moeten doen. Omdat ik er zelf dus nog aan twijfel of die amendementen robuust genoeg zijn, overweeg ik ze in te trekken. Het is een amendement over verkoop aan de deur en eentje over veilen bij een faillissement. Ik vind nog steeds dat die dingen moeten gebeuren, maar mijn amendementen regelen dat niet op een manier die ik netjes genoeg vind. Daar worstel ik dus nog mee.
Dit debat geeft mij … Mevrouw Kröger wil mij interrumperen.
De voorzitter:
O, sorry. Ik zat naar de amendementen te kijken. Mevrouw Kröger, alstublieft.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Het amendement over verkoop aan de deur is volgens mij de opvolging van een motie die wij samen hebben ingediend. Mijn vraag aan de heer Bontenbal is of hij nog mogelijkheden ziet om het dan wel robuust te krijgen. Wat is er dan voor nodig? De politieke wil is er heel duidelijk, niet alleen van de Kamer — die heeft die motie namelijk gesteund — maar ook van ons beiden om te zeggen: dit is echt iets wat je niet moet willen. Hoe krijgen we het dan zo ver?
De heer Bontenbal (CDA):
Er ligt natuurlijk een brief van minister Adriaansens. Daarin schetst ze een weg. Mijn amendement trok het eigenlijk nog verder naar voren. Maar het ging maar één over stukje, namelijk over energie. Ik neig er daarom toch naar om het in dat bredere pakket te plaatsen, om het in één keer voor alles goed te regelen, want anders haal ik er nu via de Energiewet iets uit om het even snel te regelen. Ik wil het eigenlijk wel, maar ik vind het qua wetgeving niet netjes genoeg. Ik vind dat wij als Kamer niet altijd nette wetgeving maken. Als ik dat elke keer zelf zeg, moet ik zelf ook practicen wat ik preach.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ja, dat snap ik goed. Aan de andere kant is het vaak ook heel behulpzaam om in een sector een voorbeeld te stellen waardoor je vaart kan krijgen in die andere wetgeving, want dan komt er ook een grotere behoefte aan een level playing field, om maar even lekker die term te gebruiken. Ja, een gelijk speelveld; dank u wel, mevrouw Postma. Er is dan natuurlijk wel een risico dat er een heleboel commerciële partijen enorm hard zullen gaan lobbyen tegen een verbod op de verkoop aan de deur. Er is dus een hele grote kans dat dit op de lange baan geschoven gaat worden met eindeloze hoepeltjes en nog een keer een overlegje. Misschien is het ook wel nodig om in één sector juist wel die stap te zetten, waardoor er meer druk komt om het voor de rest te regelen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, dat snap ik. Maar u mag van mij aannemen dat ik dit niet laat lopen. Ik ga ervan uit dat u dit zelf ook niet laat lopen. We hebben er samen aan gewerkt, dus ik ga er gewoon van uit dat het volgende kabinet met die brief verdergaat en het dan wel fikst. Maar als dat niet binnen een jaar geregeld is, staan we hier gewoon weer. Ik vind het absurd dat je energiecontracten van een paar duizend euro — dat is het feitelijk wat je als product afsluit — aan de deur afsluit. Ik vind dat niet oké. Je kunt als gemeente wel een aantal dingen doen, maar ik zou het graag voor de hele energiesector niet meer willen. Overigens denk ik dat het helemaal niet alle energieleveranciers zijn die dit niet meer willen. Ik heb signalen van de grotere ontvangen, die het helemaal niet erg vinden als dit stopt. Dat snap ik overigens ook, want die hebben liever geen concurrentie van prijsvechters, zeg ik ook maar meteen. Maar het zijn natuurlijk wel een beetje de cowboys en die verzieken het ook voor de rest van de markt. Ik weet uit mijn ervaring dat grote energieleveranciers dit ook gewoon netjes proberen te doen.
Voorzitter. Dit debat geeft me natuurlijk ook de gelegenheid om iets te zeggen over de klimaatparagraaf van het nieuwe akkoord. Ik heb nu toch spreektijd. Ik heb maar acht minuten gevraagd, dus ik houd het bescheiden. Ik vind het goed dat, denk ik, met name de VVD heeft gevochten om het klimaatbeleid dat het vorige kabinet heeft ingezet toch zo veel mogelijk overeind te houden. Dingen als de verduurzaming van de industrie en de maatwerkafspraken, waar het CDA natuurlijk zelf al die tijd hard voor geknokt heeft, lijken gewoon door te gaan. Dat is hartstikke goed. De 55%-doelstelling blijft ook staan. Dat is ook goed, alleen ligt er wel een hele grote opgave voor deze partijen. Want je kunt niet gratis een aantal maatregelen doorstrepen en denken dat je dan de 55% haalt. Het schrappen van de hybride warmtepomp betekent dat je megatonnen CO2-reductie ergens anders vandaan moet halen. Ook allerlei accijnsverhogingen of het beknibbelen van wind op zee, waar juist voor Nederland veel potentieel ligt, zijn ingewikkeld. Je moet het dan ergens anders halen. Deze klimaatparagraaf legt namelijk nogal een grote last op het kabinet dat er gaat komen, want deze bewindspersonen moeten een overtuigend verhaal gaan maken om aan die 55%-doelstelling te komen. We hebben daar de afgelopen jaren best veel moeite mee gehad en best veel discussies over gehad hier in de Kamer en ook achter de schermen, onder andere bij de minister op zijn kamer, kan ik u vertellen. Vandaar dat grijze haar dat wij allebei hebben. Ik ben heel benieuwd hoe de coalitie dat gaat doen, maar waar ik een beetje bang voor ben, is dat we het toch op de lange baan schuiven en we het gewoon tegen de muur laten rijden en dan zeggen: ja, ja, we hebben het niet gehaald. Dat is een beetje cynische politiek. Ik geef u het voordeel van de twijfel, dus ik ga ervan uit dat de coalitie, als dit programma wordt uitgewerkt, over twee, drie maanden een geloofwaardig akkoord heeft. Dat betekent dus compenserende maatregelen voor wat u wegstreept. Dat zijn doorgaans minder leuke maatregelen. Een groot deel van de duurzame energie die we nu opwekken, is bijvoorbeeld biomassa. Overal waar u een streep door zet, moet u compenseren. Dat is uw eigen afspraak. Ik ben dus heel benieuwd hoe jullie dat gaan doen. We gaan het zien.
Dat salderen vind ik ook onbegrijpelijk.
De voorzitter:
De heer Grinwis heeft een interruptie voor u.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De heer Bontenbal heeft maar voor acht minuten ingetekend en die lunch komt wel, maar ik heb wel een vraag, want dit is een heel belangrijk punt. Hij geeft een soort recensie van het coalitieakkoord inzake energie en klimaat. Ik wil eigenlijk dezelfde benadering toepassen en het voordeel van de twijfel geven. Maar wat betreft de doelen overend houden en alles wat riekt naar verplichting of wat wordt weggeframed als heel vervelend voor mensen in het land, labelsprongen bij koopwoningen, hybride warmtepompen et cetera, zegt de heer Bontenbal terecht dat er nog vervelendere maatregelen voor komen als je dat niet wil, nog los van de vraag of een hybride warmtepomp vervelend is; ik denk het niet. Aan wat voor maatregelen moet je dan denken die achter de schermen ook op tafel lagen omdat je, als je niet kiest voor A, genoodzaakt bent om via normering of beprijzing voor B te kiezen?
De heer Bontenbal (CDA):
Nou, je kunt de industrie wegtreiteren. Je kunt Tata Steel wegpesten. Dan heb je 12 megaton te pakken. Yara Sluiskil: 3 megaton, geloof ik. Dow Chemical: ook 3 megaton. Dus ik weet wel manieren om aan die CO2-reductie te komen, namelijk gewoon een deel van je industrie platleggen. Ik zou het niet doen, gelet op geopolitieke afhankelijkheden en verdienvermogen, maar dit soort keuzes ga je krijgen. Meneer Grinwis houdt net als ik van de techniek, van lekker als nerds over energiecijfers praten, maar er zijn zogenaamde cost abatement curves. Je gaat toch de maatregelen pakken die het meest kosteneffectief zijn. Het liefst blijf je weg bij de duurste maatregelen. Er zijn een aantal maatregelen die vrij aan de onderkant van die cost abatement curve zitten, die nu worden weggestreept. Dit gaat dus extra geld kosten. Van normeren kan je zeggen: dat kost geen geld. Maar dat kost ook geld, want bedrijven moeten investeren, dus de producten worden duurder. Er is geen gratis bier, zeg ik dan toch nog maar een keer. Ik ben dus heel benieuwd hoe deze coalitie dat gaat doen. Ik heb er een hard hoofd in, want wij hebben natuurlijk niet voor niks tweeënhalf jaar zo intensief met elkaar opgetrokken en werkelijk elke pagina omgedraaid, elke Excelsheet bekeken. Maar misschien waren wij niet slim genoeg, meneer Grinwis, en hebben anderen dat toch intelligenter opgelost dan wij.
Overigens brengt u me op het punt van de hybride warmtepomp. Dat wordt geframed als dat het "een moetje" is. Nee, toen wij het coalitieakkoord bedachten — GroenLinks met de heer Van der Lee en het CDA hebben die motie over de hybride warmtepomp ingediend — was dat juist bedoeld om de mensen in de sociale huur te helpen. Bij het coalitieakkoord hebben we de beweging gemaakt dat we mensen met de laagste inkomens als eerste wilden helpen, dus niet de Teslarijder die 80k betaalt voor zijn Tesla en dan subsidie krijgt. Nee, de vorige coalitie zei: de mensen met de laagste inkomens willen we als eerste helpen. Meneer Grinwis is een van de auteurs geweest van het isolatiemanifest. Daar hebben GroenLinks en het CDA ook meegetekend. De beweging was om mensen met lage inkomens via normering te helpen. Dus als een woningcorporatie haar ketels moet vervangen, moet die ze straks vanwege die normering door hybride warmtepompen vervangen. Daar hoeft die bewoner dan niks voor te betalen, maar zijn gasconsumptie gaat wel met 50% omlaag. Ik vind dat sociaal. Ik snap dus ook niet dat een coalitie dat schrapt. Sociaal klimaatbeleid schrappen? Ik begrijp het oprecht niet. Bovendien zijn vijf fabrikanten bezig met het bouwen van nieuwe fabrieken. Hoe kun je dit nou doen? De grote ketelfabrikanten van Nederland zijn compleet nieuwe fabrieken aan het bouwen. En wat doet deze coalitie? We zetten daar even een streep door. Hoezo vestigingsklimaat? Hoe denk je dat bedrijven als Itho Daalderop en Remeha over stabiel overheidsbeleid denken? En dan ga ik u ook nog vertellen dat de Europese richtlijn in 2029 afdwingt dat ketels efficiënter moeten worden, oftewel: de hybride warmtepomp komt er alsnog, alleen een paar jaar later. Ik vind het onverstandig beleid.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja, inderdaad. Ik ben het helemaal eens met de heer Bontenbal, helemaal eens. Het is ook supercynisch dat je mooie woorden spreekt over je eigen industrie en strategische autonomie en na de zonnepanelen straks ook alle warmtepompen uit China laat komen, vaak overigens met koudemiddelen en cfk's waar je niet vrolijk van wordt. Dat terzijde. Maar dat je je eigen industrie, die je met een voorsprong aan het opbouwen bent, zo in de kou zet! Maar inderdaad, de sociale en relatief kosteneffectieve en kostenefficiënte maatregelen worden geschrapt. Het wegpesten van industrie past niet bij de geest van dit akkoord, maar dat zou ook een ongelofelijk staaltje emissie-imperialisme zijn, waarbij we gewoon ons ding hier blijven doen qua consumptie, maar elders de vervuiling en uitstoot organiseren. Dat zou echt supercynisch zijn. Maar als je dat niet wil, en ik denk dat de coalitie dat niet wil, wat voor pijnlijke maatregelen zijn dan nog denkbaar volgens de heer Bontenbal om toch je doel te halen? Want dat is wat eigenlijk in het coalitieakkoord verborgen staat opgeschreven, zonder dat het is opgeschreven.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat kunnen maatregelen zijn in de sfeer van normeren, maar die wil de coalitie vermoedelijk ook niet. Die zijn namelijk nog veel meer dwang dan ze nu al niet willen. Overigens ga ik niet zeggen dat alles aan dit akkoord verkeerd is. Het vestigingsklimaat voor de industrie is de afgelopen tijd gewoon verslechterd. Eerlijk gezegd hebben we er onderling ook veel discussie over gehad hoe we dat precies moeten aanpakken. Dat deze coalitie zegt "we gaan even iets beter kijken of bedrijven het hier ook volhouden", vind ik dus een goede zaak. Dus ik ga niet zeggen dat die hele klimaatparagraaf niet deugt; er is best veel overeind gebleven. Neem de maatwerkafspraken: top, daar gaan we mee door. Nadenken over energiekosten voor grote bedrijven: nee, dat is niet het spekken van multinationals, dat is gewoon zorgen dat er überhaupt nog bedrijven zijn en dat er ook nog schoon zink geproduceerd wordt in Nederland in plaats van dat we dat weggeven aan China. Mijn vraag aan deze coalitie is alleen de volgende. Je zegt "55%" en je schrapt maatregelen. Ik denk dat dat heel ingewikkeld gaat worden. Dat gaan we zien over twee à drie maanden.
De heer Vermeer (BBB):
Ik dacht even dat ik in de zendtijd voor politieke partijen van het CDA en de ChristenUnie beland was. Volgens mij zijn we hier bezig met het behandelen van de Energiewet. Als dit nog even doorgaat, ga ik namelijk wat anders doen. Volgens mij gaan we het hier over de Energiewet hebben. Ik zag eigenlijk geen enkel verband tussen het achteraf evalueren van hun eigen beleid en het recenseren van het hoofdlijnenakkoord. Volgens mij hebben we dat gisteren gedaan.
De heer Bontenbal (CDA):
Volgens mij is de heer Vermeer doorgaans sportiever. Ik heb de BBB — dan zeg ik het eufemistisch — er soms ook weleens op kunnen betrappen in debatten allerlei dingen te benoemen die niet helemaal aan de agenda van het debat raakten. Dat meneer Vermeer, nu hij zelf in een coalitie zit, opeens heel strak wil zijn op allerlei agenda's in deze Kamer, vind ik een mooie ontwikkeling. Maar volgens mij hebben we hier gewoon een mooi energiedebat en mag het wel degelijk ook even gaan over het hoofdlijnenakkoord.
De voorzitter:
Nu maakt u uw betoog af.
De heer Bontenbal (CDA):
Het is niet anders, meneer Vermeer.
Over salderen is het al gegaan. Ik wil wel even duidelijk maken dat de berichtgeving in alle kranten enzovoorts volgens mij niet klopt. Het gaat over de terugleververgoeding, wat maar een heel klein deeltje is, voor mensen die met een dynamisch contract zitten. Ik vind dat jammer, omdat het de mensen suggereert dat het nu afgelopen is met de terugleverkosten. Dat is niet zo. Volgens mij is dat namelijk niet wat er in het amendement staat.
Wat ik ook een pareltje in het hoofdlijnenakkoord vind, is het stoppen met de subsidie op BECCS, biomassa plus CCS. Volgens mij is er helemaal geen subsidie op BECCS. Dat is wel fascinerend: iets wat je afschaft, blijkt er niet te zijn. Over wat dat zegt, kunnen we doorfilosoferen.
De VVD heeft natuurlijk steeds gezegd, ook bij de initiatiefnota, dat de vergroting van de energieonafhankelijkheid een belangrijk punt is. Dat houdt in dat we minder energieafhankelijk zijn van het buitenland. We moeten er natuurlijk wel eerlijk over zijn dat een aantal maatregelen tot een grotere afhankelijkheid van het buitenland leidt, bijvoorbeeld de afschaffing van de hybride warmtepompen, maar ook de aanpassing van brandstofaccijnzen. Daarbij zeg ik meteen dat Nederland inderdaad bijna de hoogste accijnzen van Europa heeft. Dat we daar een keer een rem op zetten, is dus ook helemaal niet gek.
Dan nog even over dit wetsvoorstel. Er is een amendement van collega Flach over de telefonische verkoop van energiecontracten. Zou er een risico zijn dat er een soort shift plaatsvindt, dus dat als het niet meer telefonisch mag, er dan meer contracten aan de deur verkocht worden? Dat zou het pleidooi van mevrouw Kröger om het toch nu te doen, versterken. Ik weet niet of dat effect aangetoond kan worden, maar het zou wel een naar effect zijn, dat ik liever niet heb.
Collega Erkens en ik hebben een amendement over de aansluitwaarde. Ik ben benieuwd wat de minister daarvan vindt. Volgens mij is het nu een soort compromis dat werkbaar zou moeten zijn. We geven partijen zoals grote bedrijven daarmee de mogelijkheid om zelf aan de slag te gaan. Het daagt hen weer eens net een beetje uit en zo slecht is dat niet.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger heeft een interruptie voor u.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Het is wel op het vorige punt, zeg ik tegen de voorzitter, maar goed. Ik heb heel even gecontempleerd en toen dacht ik: ik heb toch een vraag aan de heer Bontenbal. De beloften van de doelen staan, maar we schrappen eigenlijk allerlei maatregelen. Deelt hij mijn analyse dat het ook cynisch is dat we pas bij de Klimaat- en Energieverkenning in 2025 weten of die doelen wel of niet gehaald worden? De Klimaat- en Energieverkenning van deze herfst gaat natuurlijk nog over het beleid van deze minister. Dat is zo cynisch, omdat het niet alleen voor het klimaat, maar vooral ook voor de energietransitie en voor alle mensen die nu keihard bezig zijn om die nu waar te maken, zo funest is dat de onduidelijkheid zo lang blijft bestaan.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja. Dit wordt een periode van onduidelijkheid. Juist omdat het een hoofdlijnenakkoord is, is veel niet opgeschreven. Ook na het debat van gister is mij bijvoorbeeld nog niet duidelijk wat er gebeurt met de wijkaanpak. In mijn optiek kun je niet zomaar even de normering van de hybride warmtepomp schrappen en dan denken dat er niks gebeurt met de wijkaanpak. We weten allemaal niet hoe dat ingevuld wordt. Mijn vermoeden is dus dat heel wat partijen nu op de handen gaan zitten en gaan afwachten. Daarnaast komt er ook een fase waarin het beleid concreet gemaakt moet worden. De planbureaus gaan daar ook op wachten. Die gaan zeggen: wij kunnen pas doorrekenen met het hele treintje van vastgesteld en voorgenomen beleid. Dat gaan we nu dus weer helemaal krijgen. We waren nu juist in een fase dat er vrij planmatig beleidsmaatregelen werden opgesteld. Dan werden ze getoetst en dan doorgerekend. We gaan natuurlijk nu een paar maanden, misschien wel meer dan een jaar, krijgen waarin we het allemaal niet weten. Dat vind ik jammer. Tegelijkertijd ligt het doel van 55% er gewoon. Het zou dus ongeloofwaardig zijn als het mes overal in ging. Ik hoop eerlijk gezegd dat deze coalitie misschien ook na dit debat denkt: we gaan toch een groot gedeelte van het beleid voortzetten, want dat is ook gewoon belangrijk voor onze kinderen en voor de aarde.
De voorzitter:
U bent klaar?
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, ik heb genoeg gezegd. Ik ga ik u die 1 minuut en 36 seconden cadeau geven en dan gaan we lunchen.
De voorzitter:
Goed zo, dank u wel. Ja, we gaan lunchen.
De vergadering wordt van 13.40 uur tot 14.14 uur geschorst.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger, ik geef na de lunchpauze als eerste het woord aan u. Ik hoop dat dit een drang is voor de anderen om snel naar binnen te komen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. We bespreken vandaag de Energiewet. Wellicht is dit een van de laatste debatten met deze minister, in ieder geval plenair. Ik moet eerlijk zeggen dat ik na het debat van gisteren wel mijn hart vasthoud en dat ik me nog meer realiseer dat ik deze minister ook ongelofelijk ga missen.
We staan op een cruciaal punt in de energietransitie, een cruciaal punt. Het is volle vaart in de uitvoer om te zorgen dat we de CO2-reductie gaan doorzetten. Dan lezen we een coalitieakkoord waarin wel wordt geclaimd dat de klimaatdoelen gehaald worden, maar waarin veel beleid gewoon wordt teruggedraaid. Ik hoorde de huidige coalitiepartijen daar net ook een aantal analyses over geven en daar sluit ik me heel erg bij aan. Het is gewoon ongelofelijk zorgelijk: alles over de warmtepompen, die natuurlijk belangrijk zijn in de transitie in de gebouwde omgeving, de transitie naar het elektrische rijden, alles rond fossiele subsidies en de vraag of vastgehouden wordt aan de routekaart wind op zee. Het is allemaal heel erg onduidelijk.
Een van de maatregelen die zeer abrupt worden afgeschaft, is natuurlijk de salderingsregeling. Dat is naar mijn mening echt onbegrijpelijk. Het is onbegrijpelijk voor al die mensen met zonnepanelen. Het is onbegrijpelijk voor al die mensen die nog heel graag zonnepanelen zouden willen hebben. We hebben nu de kans om een decentraal energiesysteem te bouwen, een systeem waarin lokaal opwekken, opslaan en delen echt het hart vormen van de energietransitie voor huishoudens. Maar dan moet je wel zorgen dat iedereen mee kan doen en dan moet je niet abrupt een regeling stoppen, net op het moment dat juist mensen die weinig te besteden hebben eindelijk aan de beurt zijn om panelen te gaan leggen. Ik vind het ook echt onbegrijpelijk dat je dat doet zonder een alternatief te bieden.
Als je zonnepanelen hebt, dan kan je op dit moment eigenlijk alleen terugleveren aan het net en ben je overgeleverd aan de energieleveranciers en wat zij ervoor overhebben. Je wil natuurlijk zorgen dat lokaal opgewekte energie zo veel mogelijk lokaal gebruikt wordt. Dat hebben we al in heel veel debatten met elkaar gewisseld. Dat zal de collega's ook niet verbazen. Dat kan ook als je het delen van energie veel meer faciliteert, als je zorgt dat mensen zich kunnen verenigen in bijvoorbeeld energiegemeenschappen die met elkaar kunnen zorgen voor goedkope, lokaal geproduceerde energie.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger, de heer Bontenbal heeft een interruptie voor u.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik kan het toch niet laten, mevrouw Kröger. Heeft mevrouw Kröger toch niet een ietsjepietsje spijt van het feit dat PvdA-GroenLinks het wetsvoorstel over salderen getorpedeerd heeft? Want nu ligt er echt iets wat slechter is dan wat er lag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Nee, ik ga zelf een aantal voorstellen doen die heel erg draaien om het energiesysteem dat we moeten opbouwen als alternatief voor mensen met zonnepanelen. Wij zullen ook voorstellen blijven doen om de uitrol van zonne-energie op dak aan te jagen. Maar nee, wij waren geen voorstander van het plan dat er lag. We zijn al helemaal geen voorstander van wat het kabinet nu gaat voorstellen. Maar goed, daar gaan we ook een Kamerdebat over voeren. Dan gaan we weer de discussie voeren die we toen ook voerden over de vraag hoe je het op een sociale manier kunt doen.
De voorzitter:
De heer Bontenbal nog een keertje.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar nu weet u zeker dat het een vrij hard voorstel wordt, want dat staat gewoon in het coalitieakkoord. Dat gaat het dus worden. Wat er komt, is echt minder dan het wetsvoorstel dat er lag. Ik denk toch dat we het wetsvoorstel achteraf gezien in hadden moeten laten gaan. Want dan hadden we deze ellende nu niet gehad.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Een van de weinige voordelen van een zeer populistisch coalitieakkoord is dat de betrokken partijen wellicht zeer bevattelijk zijn voor de kop op de voorpagina van hun favoriete krant. Dus ik ben heel benieuwd. Ik bedoel, als ik zie dat de BBB en de PVV zo omgedraaid zijn, dan ben ik heel benieuwd of dat niet gewoon nog een keer gebeurt als mensen in Nederland zich realiseren dat die terugleverheffing gewoon blijft bestaan en dat salderen in één klap wordt afgeschaft.
Dan het belang van met elkaar zorgen voor goedkope, lokaal geproduceerde energie. De Energiewet die vandaag voorligt — want dat is waarom we hier vandaag plenair staan, ondanks dat we allemaal graag het coalitieakkoord recenseren — biedt een kader voor dat toekomstige energiesysteem. Daarmee ligt ook de vraag voor hoe we willen dat dat toekomstige energiesysteem eruitziet. Dat is voor mij de basis voor hoe ik naar deze wet kijk. Dat toekomstige energiesysteem is sowieso CO2-vrij, maar er zijn natuurlijk nog veel meer keuzes te maken over de manier waarop we het willen inrichten.
Wat ons betreft hoort bij nieuwe inrichting van het energiesysteem ook een nieuw ordeningsprincipe: decentraal waar het kan, centraal waar het moet. Daarbij willen we ook meer macht bij gebruikers, dus bij mensen thuis en bij mensen die energie opwekken, en minder macht bij de grote energiebedrijven. Energie is een basisbehoefte. We hebben tijdens de energiecrisis kunnen zien hoe mis het kan gaan als we dat helemaal aan een markt overlaten. Wat ons betreft gaan energiegemeenschappen en -coöperaties een hele stevige rol spelen in het energiesysteem van de toekomst en zorgen we ervoor dat de opwek van energie juist in handen is van lokale gemeenschappen. Door energie lokaal te delen, wordt het elektriciteitsnet ontlast en kunnen huishoudens en bedrijven binnen energiegemeenschappen of energy hubs eerlijke prijzen met elkaar afspreken en zijn ze minder afhankelijk van de grillen van de energiemarkt. We versterken hiermee de positie van energiecoöperaties, waarbij energieopwek niet aan de markt wordt gelaten, maar aan burgers die dit zelf in handen hebben. In de Energiewet is de Renewable Energy Directive, onderdeel van het Clean Energy Package, en dan het onderdeel over energie delen niet helemaal geïmplementeerd. Hier hebben we in het wetgevingsoverleg ook uitgebreid over gepraat. Wij hebben een amendement ingediend waarbij het begrip "energie delen" wordt uitgebreid. In de wet stond eigenlijk alleen peer-to-peerlevering. Dat loopt altijd via een handelaar, die daar natuurlijk ook iets aan wil verdienen. Met dit amendement kunnen ook actieve afnemers en energiegemeenschappen energie delen. Dat maakt het voor bijvoorbeeld energy hubs, bijvoorbeeld bedrijven op een industrieterrein, ook mogelijk om energie te delen. Dat is hard nodig om het net te ontlasten en het is ook een grote wens. Door deze wetswijziging kan energie delen beter gereguleerd worden, kunnen er betere contracten afgesloten worden en kan er specifiek stimuleringsbeleid worden uitgerold. Energiegemeenschappen vragen hier zelf om. Wij faciliteren dat.
Maar er is ook een maar. De vrije leverancierskeuze bij energie delen is in dit amendement niet geregeld. Dat is dus een flink obstakel. Het staat ook in het electricity market design dat Nederland moet implementeren. Dat moet volgens mij in 2025 geregeld worden. De minister heeft in ieder geval gezegd dat het in het voorjaar van 2025 geregeld zou moeten worden. Wij hebben hier een voorschot op genomen door nog een amendement te maken, waarin we ook energie delen met vrije leverancierskeuze vormgeven en waarbij we de rol van balansverantwoordelijkheid en belastingafdracht bij een partij leggen, zodat je zowel een energieleverancier als een balansverantwoordelijke die het totaaloverzicht houdt, kunt hebben. Ik ben heel erg benieuwd hoe de minister hierop reageert en of dit de richting is die hij ziet voor de implementatie van het electricity market design. Ik vind namelijk echt dat we deze hele beweging vaart moeten meegeven en dat dit onderwerp daarin cruciaal is.
Daarnaast heb ik een amendement ingediend over cable pulling. Excuus! Dank aan mevrouw Postma voor de synchroonvertaling vanuit de bankjes. Ik bedoel natuurlijk: kabelbundeling.
De voorzitter:
De heer Erkens heeft een vraag voor u over die kabelbundeling.
De heer Erkens (VVD):
Nee, over het puntje net daarvoor, voorzitter, over energie delen. We hebben het daar in WGO's ook over gehad met elkaar. Wij steunen die richting ook. Alleen wil ik mevrouw Kröger wel vragen waarom dit nu per amendement moet. Er zitten nog een heleboel complexe vraagstukken achter. Dat geeft u terecht aan. Het gaat dan bijvoorbeeld over de vraag hoe je met belastingen en netcongestie omgaat; ga zo allemaal maar door. Dat zou dan per AMvB moeten gebeuren. Is het dan niet gewoon zo dat je met een motie verzoekt om er bij de volgende nota van wijziging een wetsbehandeling aan vast te koppelen? Dan kun je ook nog alle uitvoeringstoetsen en toetsen door de ACM laten uitvoeren. Ik overzie namelijk niet precies waar we hiermee nou vóór zouden stemmen, terwijl ik er wel sympathiek tegenover sta. Daar zit mijn zorg.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dat begrijp ik. We hebben daarom twee amendementen. We hebben een amendement over energie delen bij één energieleverancier. Alle vragen die de heer Erkens nu opwerpt, spelen dan niet, want daarvoor is die ene leverancier gewoon verantwoordelijk. Dat wordt op plekken nu ook al gepilot. Ons amendement codificeert eigenlijk de mogelijkheid van die pilots. Het tweede amendement geeft inderdaad al heel duidelijk een richting over hoe je electricity market design kunt vormgeven. Ik heb dat wel uitgewerkt, omdat ik het belangrijk vind om die discussie al wel te voeren en de richting van de minister te horen. De hele discussie over electricity market design is niet van vandaag of gister. Ik denk dat daar al driftig over wordt nagedacht op het departement. Ik vind het belangrijk om die discussie een richting te geven. Ik ben heel benieuwd hoe de minister daarop reageert. Daarna ga ik bekijken wat ik met het amendement doe.
Ik was bij kabelbundeling. Concreet regelt dit amendement dat bedrijven die aan kabelbundeling doen, als individuele partij de markt op kunnen. Het is goed dat kabelbundeling in de Energiewet mogelijk wordt gemaakt, want hierdoor kunnen meerdere partijen samen het gebruik van transportcapaciteit op een aansluiting optimaliseren, besparen op infrastructuurkosten en eerder toegang krijgen tot het elektriciteitsnet dan mogelijk zou zijn als deze partijen individuele aansluitingsverzoeken zouden indienen. De manier waarop kabelbundeling nu in de wet is geregeld, is wat mij betreft te beperkend. Ik vrees dat er niet genoeg gebruik van gemaakt gaat worden. Met dit amendement willen we er eigenlijk voor zorgen dat je je ook als je op één aansluiting zit, alsnog individueel op de markt kunt begeven voor de in- en verkoop van elektriciteit.
De heer Bontenbal (CDA):
Daar moet natuurlijk ook wel een soort grens aan zitten. Als je dit helemaal oprekt, kun je in principe van alle aansluitingen op een bepaald netvlak zeggen: het is één grote kabelbundeling. Nederland is dan in feite met alle aansluitingen één grote kabelbundeling. Je moet dus ergens een grens stellen aan wat je toestaat qua leveranciers en het aantal aansluitingen. Het idee van het hele spel dat we spelen, is dat er allerlei kosten in het systeem worden gemaakt en dat die evenredig worden verdeeld op basis van het kostenveroorzakingsbeginsel. Als je daar te veel van afwijkt, wordt het systeem oneerlijk. Er moet dus volgens mij iets van een grens zitten aan het aantal aansluitingen of aan wat je leveranciers toestaat.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik ben heel benieuwd hoe de minister hierop reageert en of hij die grens ook nodig acht. Die zou je dan namelijk nog per AMvB kunnen regelen. Voor mij is het punt met name dat een partij op dit moment in z'n eentje de markt op moet. Dat willen we verbreden.
Voorzitter. Bij een nieuw ordeningsprincipe hoort wat ons betreft ook een grote rol voor netbeheerders en publieke-infrastructuurbedrijven. Daarover hebben we een amendement ingediend met de heer Grinwis. In het wetgevingsoverleg hebben we er ook een uitgebreid debat over gevoerd. Het is gegaan van het algeheel opheffen van het groepsverbod naar een amendement waarover breed met verschillende partijen overlegd is, om echt te bekijken hoe je netbeheerders een stevigere rol kunt geven. Uiteindelijk hebben zij een belangrijke rol in het faciliteren van het decentrale energiesysteem. Wat ons betreft worden de bevoegdheden van netbeheerders en infrastructuurbedrijven zodanig uitgebreid dat zij echt kunnen helpen om het energiesysteem van de toekomst maximaal te ondersteunen. Wij dienen een amendement in dat netbeheerders bijvoorbeeld in staat stelt om te voorzien in congestie- of systeembeheersdiensten waar nodig totdat derden zoals marktpartijen en energiegemeenschappen hierin kunnen voorzien, wat echt een oplossing kan bieden voor gebieden waar de netcongestie een gigantisch probleem is, zoals nu in Gelderland en Utrecht.
Ons amendement stelt ook voor om het infrastructuurbedrijven mogelijk te maken om bijvoorbeeld energiegemeenschappen te ondersteunen bij de aanleg en het beheer van een buurtbatterij. Op die manier worden infrastructuurpartijen echt een partner in de energietransitie, waarmee energiegemeenschappen, maar bijvoorbeeld ook gemeentes, provincies, woningcorporaties en energiebedrijven samen kunnen werken aan die optimalisering van dat energiesysteem. Ik denk namelijk dat dat toch eigenlijk ook wel een overkoepelend vraagstuk is bij deze wet: in hoeverre geven we de ruimte voor die systeemoptimalisatie aan de partijen die daar echt een rol in kunnen spelen?
Daarvoor is het wat ons betreft echt van cruciaal belang dat de investeringsplannen van de netbeheerders daadwerkelijk reflecteren wat het grootste algemeen belang is. In de Energiewet wordt geregeld dat netbeheerders periodiek een investeringsplan opstellen. De criteria van dit plan zijn wat ons betreft nog te veel gestoeld op louter efficiëntie, rendement en de behoeftes van de grootverbruikers zoals die initieel in de MIEK zijn neergelegd. Het is toch wel heel erg gekomen uit de crisis rond netcongestie. Toen is er een MIEK gemaakt. Dat is een plan voor de grote gebruikers, voor de industrie. Uiteindelijk is daar de hele aanpak van hoe die investeringsplannen worden opgesteld op gebaseerd.
Wij willen dat de investeringen die netbeheerders doen niet alleen door de ACM beoordeeld worden op basis van het INEK en het MIEK, maar echt op basis van een bredere maatschappelijke afweging. Zo kunnen ook andere maatschappelijke belangen, zoals het aansluiten van een nieuwe woonwijk, in gelijke mate worden meegenomen. Daarom heb ik dan ook een amendement ingediend om deze investeringsplannen van een bredere maatschappelijke weging, toets te voorzien. Voor aanleg vindt dat natuurlijk al plaats via het toetsingskader van de ACM. Voor de investeringsplannen wil ik eigenlijk ook zo'n duidelijk kader, waarbij de maatschappelijke belangen goed geborgd zijn, een kader ook waar wij als Kamer, als uiteindelijke hoeder van die maatschappelijke belangen, over gaan.
Het net is op dit moment misschien wel het grootste publieke belang in de energietransitie, in ieder geval de grootste bottleneck. Daar moeten lastige keuzes en prioriteringen in worden gemaakt. Ik maak me dan ook zorgen en ik deel ook wel echt de zorgen van de netbeheerders over het amendement van de heren Erkens en Bontenbal met het right to challenge, wat we voor kleinere spelers mogelijk maken. Dat doorkruist namelijk een belangenafweging in schaarste. Ik ben eigenlijk wel heel benieuwd naar de reactie van de minister op dit amendement, waarover ik me eigenlijk wel zorgen maak. Ik was benieuwd of dat amendement van de heer Bontenbal op zijn lijstje stond van amendementen waar hij toch nog eens dieper over na had gedacht en die hij wellicht in gaat trekken.
Voorzitter. Een belangrijk onderdeel van het debat tijdens de wetgevingsoverleggen was consumentenbescherming. Het is goed om te zien hoe de Kamer gezamenlijk optrekt in het verstevigen van de consumentenbescherming in de wet. Ik noem voorstellen zoals het instellen van de mogelijkheid om een maximumprijs voor levering aan kwetsbare afnemers, het verbieden van deur-aan-deurverkoop van energiecontracten —ik zou het echt spijtig vinden als de heer Bontenbal dat toch niet doorzet — het behoud van dezelfde voorwaarden bij faillissement, inclusief eventuele loyaliteitsbonussen, een verbod op het gebruik van oude en bestaande klantgegevens voor telefonische verkoop zonder toestemming vooraf en de herintroductie van de vangnetregeling waarmee de ACM bij onredelijke tarieven een maximumtarief mag opleggen.
Voorzitter. Dat zijn eigenlijk allemaal voorstellen die vanuit verschillende partijen zijn gedaan en die op onze steun kunnen rekenen. Ik denk dat het in deze tijd van de energietransitie belangrijk is dat we de consument, die ik echt veel liever de gebruiker noem, centraal stellen en goed beschermen. Een rode draad in die verschillende voorstellen van verschillende partijen is toch het feit dat energie een basisbehoefte is, dat we die basisbehoefte niet aan een ongeremde markt willen overlaten en dat we mensen veel meer grip op hun eigen energievoorziening willen geven. Het feit dat het een basisbehoefte is, maakt ook dat energiearmoede zo'n gigantisch probleem is, zoals de verwarming niet meer aan kunnen zetten, dus eigenlijk alles wat energie doet als je het niet meer kunt gebruiken. Wij hebben hier een amendement op. Ik weet dat we hier in het WGO een debat over gevoerd hebben. De minister zei toen: dit is echt iets voor aanpalende beleidsterreinen, want dit gaat veel te veel over sociale zaken, wonen et cetera. Kortom, het lag bij iedereen, maar niet bij hem. Ik vind echter dat dit niet het geval is. We maken hier beleid en hebben hier een wet die regelt hoe de energiemarkt in elkaar zit. Ik vind dat je juist als minister voor Klimaat en Energie — ik hoop oprecht dat in een volgend kabinet überhaupt nog een minister voor Klimaat en Energie zit — de vinger aan de pols moet houden bij wat de impact is van het beleid dat je maakt en dus ook of je moet ingrijpen in die markt. Vandaar ons amendement over energie-armoede om ervoor te zorgen dat dit echt goed gedefinieerd en gemonitord wordt en erover ook gerapporteerd wordt aan de Kamer, zodat wij ook in kunnen grijpen in die markt als het niet goed gaat. Ik hoop dan ook op de steun van de rest van de Kamer voor dit amendement, omdat het ook laat zien dat we onze verantwoordelijkheid nemen over wat de sociale impact is van het beleid dat we maken.
Voorzitter, ik sluit af. De Energiewet die we vandaag behandelen, is ongelofelijk belangrijk. Ik ben ook heel blij dat we deze wet vandaag met deze minister kunnen bespreken. Het is een belangrijke wet, omdat die duidelijkheid en richting geeft. Als er iets is wat we nodig hebben — dat is natuurlijk ook waarom destijds de Klimaatwet is ingevoerd — dan is dat duidelijkheid van wetgeving en ook duidelijkheid aan de markt, aan burgers en aan elkaar. Dit is waaraan wij gecommitteerd zijn. Ik sta hier vandaag met een heel dubbel gevoel want de duidelijkheid en richting die deze wet geeft, zijn niet de duidelijkheid en richting die het coalitieakkoord bieden. We staan nu zaken wettelijk te verankeren die een wispelturig, populistisch kabinet weer allemaal overboord gaat gooien. We hebben het gezien met de salderingsregeling en ik vrees dat dit pas het begin is, want dát is populistische politiek: als er een maatregel is die je achterban niet bevalt, dan trek je die in. Dus dit is wellicht vandaag een van de laatste debatten in ietwat rustig vaarwater, een vaarwater waarin we proberen koers te houden. En ik voorzie dat we een zeer turbulente tijd tegemoet gaan.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Koekkoek van Volt.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter. De wet die we vandaag behandelen, is cruciaal voor de energietransitie. Die transitie is een reden tot hoop, want we zien de opmars van zonne- en windenergie wereldwijd razendsnel gaan. In rijke landen werd in 2023 voor het eerst meer elektriciteit opgewekt met schone energie. Groen is fossiel aan het inhalen. Dat is ons wapen tegen klimaatverandering. Daarom is het goed dat we de wet hierop aanpassen. Wat Volt betreft maken we 'm nog net iets beter en voeren we 'm zo snel mogelijk in.
Voorzitter. Volt is er een groot voorstander van dat er eerst stappen worden gezet in energiedelen. Dat zorgt voor goedkopere energie voor burgers en geeft vrijheid aan energiemaatschappijen. Het zorgt voor een fundamentele verandering van het energiesysteem. In het huidige systeem hebben mensen die bijvoorbeeld geen ruimte hebben voor zonnepanelen, alleen de mogelijkheid om bij grote bedrijven stroom af te nemen met contracten voor energie die via grote centrales of bijvoorbeeld zonneweides is opgewekt. Als we energiedelen opnemen in de wet, komt er een wettelijke optie om eigen stroom die met bijvoorbeeld zonnepanelen is geproduceerd te delen met de buren. Eigenlijk zetten we de energiecoöperaties en de mogelijkheid tot delen in de wet, en niet alleen het leveren. Dat is goed.
Voorzitter. Dit schept de mogelijkheid voor een eerlijker energiesysteem, omdat het salderen op deze manier verstandig kan worden afgebouwd. Dat kan bij de juiste invulling zorgen voor het tegengaan van netcongestie. Toch is in de voorgaande debatten duidelijk geworden dat wij hier, ondanks de vele voordelen, nog voorzichtig in zijn, want er komt nog nieuwe wetgeving uit Brussel aan. In de aankomende wetgeving vanuit Europa zit in mijn optiek geen barrière om energiedelen op te nemen in de wet. Het wordt zelfs in nieuwe wetgeving opgenomen en er bestaat al ruimte binnen de huidige wetgeving. Ik zie op dit moment dus geen belemmeringen. Daarom zou ik het goed vinden als we dit wel opnemen in de wet. Daarom dienen we met GroenLinks-PvdA, NSC en SGP een amendement in dat ervoor zorgt dat energiegemeenschappen makkelijker energie kunnen delen, passend binnen bestaande Europese wet- en regelgeving. Laten we nu beginnen, zou mijn oproep zijn, want we lopen al achter op onze buurlanden met het invoeren van Europese wetgeving. De energietransitie moet juist vaart maken, juist vanuit de positieve gedachte dat het steeds sneller gaat met die energietransitie.
Voorzitter. Dan is er nog een vraagstuk bij de energietransitie, namelijk wie de regie neemt. Het nieuwe hoofdlijnenakkoord zegt hierover: "Het oplossen van netcongestie krijgt voorrang, waarbij de regie bij het kabinet ligt, onder andere als het gaat om (her-)prioritering van wie wanneer op het net wordt aangesloten." Volt tekent ook het amendement van de SGP mee voor een andere benadering, een meer lokale benadering. Dat gaat over de rol van gemeenten en provincies in het maken van lokale keuzes. Hoe wordt er bij nieuwe woonwijken omgegaan met lokale mogelijkheden voor zonnepanelen op daken of op een bedrijfsterrein in plaats van zonneweiden? Ook zijn er de afgelopen jaren op allerlei verschillende plekken batterijen aangevraagd terwijl dit niet per se bijdroeg aan het tegengaan van netcongestie. Ik weet dat de minister heeft aangegeven meer duidelijkheid te gaan geven, maar het zou goed zijn om dit met lokale overheden vorm te geven. Gemeenten kunnen hier nog moeilijk in sturen. Als dat wel zou kunnen, zou dat het draagvlak voor de energietransitie vergroten. In de huidige situatie geven de Omgevingswet en ook deze Energiewet net onvoldoende duidelijkheid over de rol van lokale overheden. Het is daarom goed dat die onduidelijkheid met dit amendement wordt aangepakt, zodat lokale overheden meer ruimte krijgen om zelf de regie te pakken. Laten we ook hier ruimte geven, zodat we draagvlak houden voor de energietransitie.
Voorzitter. Dan een wetstechnisch stukje. Volt heeft namelijk zorg over het artikel dat de regering de mogelijkheid geeft om delen van de wet te kunnen schrappen via koninklijk besluit. Dit is toegevoegd bij de tweede nota van wijziging via artikel 7.51a. Oftewel: het kabinet kan dingen schrappen zonder dat het parlement hierbij betrokken is. Nu zie ik in de toelichting staan dat het over twee specifieke artikelen gaat, namelijk 7.49a en 7.49b, maar er is gekozen voor een generieke mogelijkheid tot schrappen in de wet. Ik heb een amendement voorbereid, omdat ik mij er zorgen over maak dat de keuze voor een generiek artikel te breed is. Ik zie mevrouw Postma bij de interruptiemicrofoon staan. Ik wilde haar amendement eigenlijk meenemen in mijn inbreng, als dat goed is. Ik zag het amendement van mevrouw Postma namelijk net binnenkomen. Ik wil graag toelichten dat er een klein verschil is tussen onze amendementen. Als ik het amendement van mevrouw Postma namelijk goed begrijp, stelt zij voor om de mogelijkheid tot het schrappen via koninklijk besluit echt te beperken tot de twee artikelen die ik net noemde. Dat snap ik en ik heb dat ook overwogen, maar ik ben daarop teruggekomen omdat de wet een heel hoofdstuk heeft — dat is hoofdstuk 7.2 — waarin wordt gesproken over overgangsbepalingen. Het is, denk ik, belangrijk dat we de mogelijkheid tot schrappen behouden voor dat hele hoofdstuk, dus voor alles wat onder hoofdstuk 7.2 valt. Daarmee is het amendement dat ik net heb ingediend, net wat anders dan dat van mevrouw Postma.
De voorzitter:
Mooi, dank u wel. Er is nog een interruptie van mevrouw Postma.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik ben heel blij dat mevrouw Koekkoek hier ook aandacht aan besteedt. Volgens mij is het heel belangrijk. Misschien gaat het over iets heel saais, maar het is enorm belangrijk hoe we wetgeving behandelen en hoe we zorgen dat de Tweede Kamer als tegenmacht kan opereren en goed controle kan houden. Ik ben dus ook heel benieuwd naar de appreciatie van beide amendementen, maar ik wil voorstellen dat we hier met z'n allen optrekken en kijken welke het beste is om te bereiken wat we willen, namelijk zorgen dat de Tweede Kamer goed zicht houdt op wat er in een wet staat als we die aannemen, maar ook op wat er in een wet blijft.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Daar ben ik het mee eens. Het lijkt me ook heel goed om samen op te trekken. Ik denk ook dat de Kamer daarin goed kan samenwerken. Ik weet dat andere collega's zich hier ook zorgen over maken. We kunnen als Kamer dus vast tot één amendement komen, dat hopelijk positief wordt geapprecieerd door deze minister.
Voorzitter. Dan heb ik nog een andere wetstechnische opmerking. We zien namelijk ook dat er in deze wet nog veel via AMvB's moet worden ingevuld. Daar hebben we het in het WGO ook over gehad. Er ligt ook een amendement voor waarin geregeld wordt dat er een voorhangprocedure voor deze AMvB's komt. Zoals collega Postma net aangaf, is het belangrijk dat het parlement ook zicht houdt. Ik heb alle begrip voor het feit dat er nog veel via AMvB's moet worden geregeld — daar hebben we het ook over gehad in het debat — maar het is belangrijk dat het parlement via zo'n voorhangprocedure ook inzicht heeft in de onderliggende regelgeving die de invulling van de wet gaat zijn.
Voorzitter. Ik heb nog een specifiek punt over de nationale spoorwegen. Volgens mij noemde de heer Grinwis dat net ook. Ik denk dat daar onduidelijkheid over bestaat. De heer Grinwis gaf dat net ook terecht aan. Het lijkt mij goed als de stroomkabels in de stations niet als systemen, maar als installaties worden gekwalificeerd. Dat ontlast niet alleen de NS; het lijkt me ook technisch beter.
Voorzitter, tot slot. Het versnellen van de transitie is goed voor het klimaat. De eerste stappen worden nu gezet via energiedelen. Dat is ook goed voor de portemonnee. Lokale overheden de ruimte geven voor keuzes in de transitie helpt bij het draagvlak. Deze wet kan heel mooi zijn, zeker als de wensen van de Kamer erin mee worden genomen en zeker omdat je nu ziet dat wij met energie een transitie inzetten. Ik vond het op zich mooi wat mevrouw Kröger net aangaf: het worden wellicht zeer turbulente tijden. Ik denk dat het heel goed is dat we daarin een stevige wet hebben die toekomstbestendig is en echt inzet op een groene transitie.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Beckerman, van de SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
Goeiemiddag. Vandaag debatteren we over het samenvoegen van de Elektriciteitswet en de Gaswet tot één Energiewet. Het is goed dat de Elektriciteitswet en de Gaswet verdwijnen. De SP was een van de weinige partijen die tegen deze wetten stemden toen die werden ingevoerd. Waarom? Omdat deze wetten van energie een markt maakten. Meer markt, minder overheid was het heilige geloof. Een hele bak Europese regelgeving werd met de grootst mogelijke voortvarendheid doorgevoerd. Nederland ging ver, soms veel verder dan andere landen. Onze eigen energiebedrijven werden verpatst. Jan Marijnissen, die de debatten voerde, verklaarde de voorstanders omstandig voor gek.
Wat waren toen de beloftes van de voorstanders? Lagere prijzen, betere efficiëntie, betere dienstverlening en transparantie. Wat is daarvan terechtgekomen? Hebben we lagere prijzen? Nee. Nederland heeft bijna de hoogste gasprijs van heel Europa. Hebben we betere efficiëntie? Nee. We zitten met een overvol stroomnet. Hebben we betere dienstverlening en meer transparantie? Nee. Voor huishoudens is het steeds moeilijker energieleveranciers te vergelijken, energiebedrijven werven soms op dwingende wijze klanten, en bij een faillissement zijn huishoudens de dupe.
De SP is dus groot voorstander van het afschaffen van deze twee wetten. Maak van energie weer een echte nutsvoorziening. Nationaliseer energie. Zorg dat we energie betrouwbaar en schoon opwekken. Juist nu we zien dat de prijs voor schone energie, zoals zon op dak, daalt, zouden we ervoor moeten zorgen dat dat echt leidt tot een lagere energierekening voor iedereen. Maar is de nieuwe wet waar we het vandaag over hebben een oplossing voor die problemen? Nee. Her en der worden er wat scherpe kantjes van de marktwerking afgeschaafd. We zien eigenlijk — dat hebben we in de vorige debatten ook gezegd — dat de minister bij de Warmtewet, die er nog moet komen, echt heel duidelijk pleit voor het publiek maken van warmte. Daar zijn wij ook heel erg groot voorstander van. Maar bij deze wet zien we datzelfde gewoon niet gebeuren. Hierbij zien we geen echte kentering ten opzichte van decennia van geloof in de markt.
Voorzitter. We hebben al heel veel gesproken, al twintig uur, over de technische details van deze wet. Vandaag willen we nog over een paar onderwerpen spreken: betaalbaarheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Dat doen we met speciale aandacht voor het bizarre jojobeleid wat betreft zonnepanelen op daken. Voor de SP moet betaalbaarheid van energie vooropstaan. De afgelopen jaren zijn heel veel huishoudens in de problemen gekomen door een hoge energierekening. Ja, dat komt doordat we van energie een markt hebben gemaakt, waarbij energiebedrijven in goede tijden de winst pakken en de overheid in slechte tijden moet betalen om huishoudens met lapmiddelen een beetje de winter door te helpen. Maar het komt ook doordat energie voor huishoudens zwaar wordt belast.
Voorzitter. Ik vind het goed om te zien dat er op dit moment terecht veel woede is over de voorgenomen plannen van de nieuwe coalitie om de btw op kranten en boeken te verhogen, net als op cultuur. Je ziet in kranten elke dag van die staatjes waaruit blijkt dat Nederland bovenaan staat wat betreft belasting op kranten. Dat is heel mooi; het is hele terechte kritiek. Maar Nederland staat ook bovenaan in de staatjes over de belasting op gas. Stel dat het je lukt om van het gas af te gaan en je op een warmtenet zit. Dan betaal je soms nog meer. Wij maken ons grote zorgen om de kosten die mensen maken om hun huis te verwarmen en te verlichten. Daar is de SP net zo boos over als over de btw-verhoging op kranten. Want laten we wel wezen: je leest een stuk makkelijker in een warm huis met de lamp aan. Zonder torenhoge energierekening blijft er misschien ook nog eens geld over voor een uitje. Ons pleidooi is dat we energie echt weer moeten gaan zien als basisvoorziening, die voor iedereen betaalbaar moet zijn. Dat moet niet met allerhande toeslagen gebeuren, die je soms wel en soms niet krijgt, maar structureel. Daar doet deze wet nauwelijks iets aan.
Maar laten we wel wezen: de nieuwe coalitieplannen op hoofdlijnen doen dat ook niet. Daarmee komen we op betrouwbaarheid en duurzaamheid. Het is fantastisch dat de prijs voor groene zonnestroom zo hard daalt. Daarvan zou iedereen moeten kunnen profiteren. Een deel van de huishoudens met zonnepanelen kon dat de afgelopen jaren, maar een groot deel nog niet. De SP is er groot voorstander van dat iedereen mee moet kunnen profiteren van zon op dak. Wij zien veel liever alle geschikte daken vol, dan zonnevelden en windparken op land. Als het aan de SP ligt, maken we zonnepanelen ook collectief, laten we iedereen meedelen, ook mensen zonder geschikt dak, en investeren we in collectieve opslag, bijvoorbeeld met buurtbatterijen.
Maar over betrouwbaarheid gesproken: nog geen drie maanden geleden hielden PVV en BBB het afschaffen van de salderingsregeling tegen in de Eerste Kamer. Ook Nieuw Sociaal Contract stemde in de Tweede Kamer tegen de afschaffing. En nu? Nu maken ze een megadraai en worden ze een soort turbo-Rob Jetten. Ze gaan niet voor een geleidelijke afschaffing in 2030. Ik kijk nu naar de PVV. Het is toch wonderlijk hoe je zo snel kunt draaien op zo'n standpunt. Een paar maanden geleden werd iedereen nog voor gek verklaard die voor een voorstel van Rob Jetten zou stemmen. Het ging in tweets over gewone Nederlanders die geraakt zouden worden. En dan draait het zo snel. Niet alleen wordt er gedraaid, maar het gaat nog veel verder. Die afschaffing is namelijk niet geleidelijk, maar gewoon pats-boem in één keer. Die afschaffing is misschien geen ramp voor mensen met hoge inkomens die al langer panelen hebben. Maar wat betekent dit voor mensen die net geïnvesteerd hebben en die minder geld te besteden hebben? Wat betekent het voor huurders? De Woonbond berekende dat huurders met zonnepanelen nu soms al duurder uit zijn dan huurders zonder zonnepanelen. Deze groep mensen ziet straks, als de nieuwe plannen doorgaan, hun energierekening weer fors stijgen.
Op dit moment zien we dat energieleveranciers allerhande boetes bedenken voor mensen met zonnepanelen, zoals terugleverkosten, geen welkomstbonus, geen vast contract, hoge vaste kosten en hogere leveringskosten. Het mag allemaal van de wet. Het laat zien hoe groot de macht is die de politiek energiebedrijven heeft gegeven. Niet de politiek, maar de markt bepaalt wat mensen betalen. De SP doet vandaag een voorstel om hiermee te stoppen. Ik dacht vanochtend toen ik de krantenkoppen las heel even: hé, goed nieuws. "Einde aan boete teruglevering" stond er in dikke chocoladeletters. Dat ging niet over mijn voorstel dat daadwerkelijk zorgt voor een einde aan de boete op de teruglevering. Het ging over een voorstel van mevrouw Postma. Maar wij hebben dat nog niet gezien. Want het voorstel dat nu voorligt, het voorstel dat wel is ingediend, maakt geen einde aan die boete. Het is een heel klein zoetje, een soort redelijke vergoeding. Dat is mooi. Maar er komt geen einde aan die boete. Wat is een redelijke vergoeding? Die vraag stelde dezelfde mevrouw Postma in de eerdere debatten. Dat weten we namelijk helemaal niet. Feit is dat na vandaag mensen met zonnepanelen nog steeds geraakt worden door al die maatregelen, tenzij u dat mooie amendement dat wij hebben ingediend, gaat steunen. Dat is natuurlijk een uitnodiging.
Voorzitter. Tot slot. Wat niet failliet mag gaan, hoort niet op een markt thuis. Energie is cruciaal voor iedereen. Maar doordat we er een markt van hebben gemaakt, gaan ook energiebedrijven failliet. Daarvan zijn keer op keer huishoudens de dupe. We hebben alle technische details in de voorgaande debatten besproken, maar het is een feit dat dit nog steeds kan. Een energiebedrijf kan failliet gaan en daarvan zijn huishoudens de dupe.
Voorzitter. De SP pleit ervoor: zorg zolang je dit systeem hebt voor een compensatiefonds, een garantieregeling voor huishoudens wanneer dit voorkomt, óf nationaliseer een bedrijf wanneer het failliet gaat. Laat huishoudens niet de dupe worden van de markt.
Daar laat ik het bij, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Kops van de PVV is aan de beurt.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel, voorzitter. De Energiewet hebben we inmiddels al uitgebreid behandeld in twee wetgevingsoverleggen. Dat heeft bijna twintig uur geduurd. We hebben het gehad over energiecontracten, kwetsbare afnemers, aangescherpte vergunningseisen voor energieleveranciers, de aanpak van netcongestie, systeembeheerders, intermediairs en noem het allemaal maar op. Dat ga ik uiteraard niet allemaal herhalen, maar een aantal punten die onduidelijk zijn gebleven, wil ik hier graag plenair aanhalen.
Voorzitter. Ik begin bij de netcongestie. Dat is momenteel misschien wel het grootste en meest acute probleem in ons energiesysteem. Zo'n beetje overal in het land is het elektriciteitsnet vol geraakt. Het begon met bedrijven, voornamelijk de grootverbruikers, die niet meer werden aangesloten, maar dat geldt inmiddels ook voor huishoudens, nieuwbouwwijken en scholen. Wie wél een aansluiting heeft, moet, zoals de minister zelf eerder zei, rekening gaan houden met knipperende lampen en niet-werkende apparatuur. Zo groot is de problematiek.
Voorzitter. Sinds de twee wetgevingsoverleggen die we over de Energiewet hebben gehad, is de berichtgeving en zijn de verwachtingen wat betreft netcongestie er niet bepaald beter op geworden. Een week geleden nog waarschuwde netbeheerder TenneT dat het elektriciteitsnet de komende jaren veel instabieler wordt. Na 2030 wordt het onzeker of er wel altijd voldoende elektriciteit beschikbaar is. Dat is al over zes jaar. In 2033 wordt naar verwachting de betrouwbaarheidsnorm van hooguit vier uur uitval per jaar overschreden tot ruim veertien uur. Zonder ingrepen loopt die hoeveelheid verder op, aldus TenneT. Kan de minister dat toelichten? Wat staat ons in hemelsnaam te wachten? Wat betekent dit in de praktijk voor al die huishoudens, bedrijven en instellingen? Wat doet het overschrijden van die betrouwbaarheidsnorm in de praktijk met hun leveringszekerheid? Ik denk dan bijvoorbeeld meteen aan kwetsbare huishoudens die afhankelijk zijn van medische apparatuur die veel energie verbruiken. Dat zijn huishoudens die helemaal niet zonder elektriciteit kunnen en mogen komen te zitten. Wat gaat daaraan gebeuren? Is dat tij überhaupt nog te keren, zo vraag ik de minister.
Voorzitter. Ten behoeve van dit plenaire debat heeft de minister vorige week een brief naar de Kamer gestuurd met aanvullende informatie. Daarin wordt onder andere ingegaan op het recht op een elektriciteitsaansluiting. De PVV heeft daar eerder naar gevraagd. De minister schrijft dat aansluiting op het net geweigerd mag worden "indien en voor zolang er voor die aansluiting onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is". Vervolgens bestaat er dan de verplichting om het net uit te breiden en ervoor te zorgen dat er zo spoedig mogelijk alsnog een aansluiting komt. Maar ja, dat is toch momenteel juist het probleem? Er is netcongestie, dus het net moet worden uitgebreid en vervolgens kunnen huishoudens en bedrijven weer worden aangesloten. Met andere woorden, wat voegt deze bepaling toe ten opzichte van de huidige realiteit? En hoe wordt dat verbeterd? Dat is toch de bedoeling?
Voorzitter. De minister schrijft verder dat er volgens artikel 3.38 bij algemene maatregel van bestuur situaties aangewezen kunnen worden waarin een systeem "niet op economische voorwaarden kan worden beheerd, ontwikkeld en onderhouden" en dat een aansluiting dan definitief kan worden geweigerd. Kan de minister dit toelichten? Wat betekent "niet op economische voorwaarden" in de praktijk?
Voorzitter. De minister schrijft verder dat er in lagere regelgeving "gebieden" kunnen worden aangewezen waarop dit van toepassing zou zijn, gebieden dus waar een elektriciteitsaansluiting kan worden geweigerd. Dan is de vraag: op basis waarvan? In dat betreffende wetsartikel, artikel 3.38, komt het woord "gebied" of "gebieden" namelijk helemaal niet voor. Het artikel gaat wel over "situaties" en dat is toch echt heel wat anders. Het klinkt een beetje technisch, maar ik zie echt een verschil tussen de letterlijke wetstekst en de uitleg van de minister in zijn brief. Hoe zit dat? Volgens de minister gaat het dan niet om reguliere aansluitingen voor huishoudens en bedrijven. Dat klinkt natuurlijk heel goed, prima. Maar die huishoudens en bedrijven worden in dat wetsartikel niet expliciet uitgesloten. Hoe zit dat dan in de praktijk? We weten natuurlijk allemaal dat wat de minister zegt en schrijft natuurlijk onderdeel van de wetsbehandeling is, maar toch, het staat zo niet in de wetstekst. Kan de minister dit uitleggen?
Voorzitter. Dan, ook heel belangrijk, kom ik terug op de intermediairs, de tussenpersonen. Daar is het in de vorige debatten ook uitgebreid over gegaan. Die intermediairs benaderen namens de energieleveranciers potentiële klanten en proberen zo nieuwe energiecontracten aan de man te brengen. In maart jongstleden heeft de ACM aan de Hollandse Energie Maatschappij een boete opgelegd van 1,1 miljoen euro vanwege telefonische misleiding van consumenten. Daarbij werd gebruikgemaakt van, inderdaad, intermediairs. Klopt het dan, even voor de zekerheid, dat die boete is opgelegd aan de energieleverancier en niet aan de intermediair? Als dat het geval is — de minister knikt — dan zou dat inderdaad stroken met zijn eerdere antwoord, namelijk dat de energieleverancier altijd verantwoordelijk is en blijft. Ik vraag dat, omdat kort daarna, in april jongstleden, de ACM een boete heeft opgelegd van €400.000, eveneens vanwege telefonische misleiding, maar dan aan Global Marketing Bridge. Dat is wél een intermediair. Verkopers belden consumenten op, maar vertelden niet klip-en-klaar dat het ging om de verkoop van een energiecontract. Ook zeiden zij niet wie zij waren en — nu komt het — namens welke energieleverancier zij belden. De vraag is nu: hoe zit het dan in deze kwestie met de energieleverancier, die zoals de minister zei altijd verantwoordelijk is en blijft? Blijft die dan buiten beeld? Als de intermediair beboet wordt, wordt de energieleverancier dan zelf niet beboet? Dat is mijn vraag.
Voorzitter. Ik vraag dat zo expliciet, omdat in de Energiewet van alles wordt geregeld om de eisen aan energieleveranciers en hun vergunningen aan te scherpen. Allemaal prima, maar de vraag blijft wel: waarom is er dan niet expliciet iets geregeld voor die intermediairs? Het zou toch verstandig zijn om dat nu gewoon meteen te doen? Ik heb contact gehad met een energieleverancier, die zelf ook stelt dat die praktijk heel weerbarstig is, dat er heel veel soorten intermediairs zijn en dat gewoon niet duidelijk is welke energieleverancier uiteindelijk verantwoordelijk is.
Voorzitter. Op dit punt heeft de PVV een amendement ingediend. Kort gezegd regelt dat dat energieleveranciers ervoor moeten zorgdragen dat de door hen ingezette intermediairs over de kwaliteit en deskundigheid beschikken die ook voor henzelf gelden. Dan kunnen er verder bij ministeriële regeling aanvullende regels worden gesteld. Zo worden consumenten dan beter beschermd tegen malafide intermediairs, zo is de bedoeling. Graag een reactie van de minister op dit amendement.
Voorzitter. Uit de brief van de minister begrijpen we dat een verbod op telefonische verkoop van energiecontracten niet mogelijk is, evenmin als een verbod op verkoop aan de deur. Maar zouden er dan niet, om het om te draaien, strengere regels aan die verkoop gesteld kunnen worden, bijvoorbeeld — ik noem maar wat — dat de verkoper moet vertellen wat er onderaan de streep daadwerkelijk betaald moet worden — het gaat om een contract van duizenden euro's — maar ook dat er door degene die het contract aanbiedt een hele uiteenzetting moet worden gegeven van alle voordelen van het contract, de nadelen, de risico's, de algemene voorwaarden, noem het allemaal maar op? Enerzijds zou dat nog logisch zijn ook, want het gaat immers om een duur contract van duizenden euro's. En anderzijds, zou het de telefonische verkoop of verkoop aan de deur niet sterk ontmoedigen als die regels gesteld worden? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Verder schrijft de minister in zijn brief dat als de consument aan de telefoon of aan de deur op het aanbod ingaat, hij veertien dagen de tijd heeft om van het contract af te zien. Is het niet mogelijk — dat is ook een idee — om dit via bestaande wetgeving of via de Energiewet om te draaien? De consument gaat dan bijvoorbeeld op het aanbod in, maar het contract wordt pas definitief als die dat binnen veertien dagen aan de energieleverancier concreet bevestigt. Dan draaien we het om. Kan dat? En zou het helpen? Graag een reactie.
Voorzitter. Iets heel anders dan. Ik kom even terug op de vraagresponsovereenkomsten. Daar is het in dit debat ook uitgebreid over gegaan. Het gaat dus om artikel 2.32 van de Energiewet. Dat zijn, kort gezegd, overeenkomsten die huishoudens kunnen afsluiten waarin is afgesproken dat "de vraagresponsaanbieder het elektriciteitsverbruik van de eindafnemer, het huishouden dus, verandert door een of meer apparaten tijdelijk aan of uit te zetten". Oftewel, het verbruik van zo'n huishouden wordt bewust aangepast om flexibiliteit op het net vrij te maken. Het is nog altijd niet helder hoe zo'n overeenkomst er in de praktijk uit komt te zien. Natuurlijk, ik begrijp dat dat allemaal nog nader moet worden uitgewerkt — er moet nog heel veel nader worden uitgewerkt in deze wet — maar hier is wel de vraag relevant tegen welke voorwaarden zo'n overeenkomst wordt aangeboden. Hoe bindend is het als een huishouden die overeenkomst aangaat? Kunnen huishoudens er ook weer van af? Hoe makkelijk of moeilijk is dat? Want huishoudens gaan uiteindelijk zelf over hun energieverbruik en over welke apparaten zij aan- en uitzetten.
De voorzitter:
Meneer Kops, mevrouw Kröger heeft een interruptie voor u.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik heb de hele tijd zitten luisteren. We hebben vandaag technocratische Kops achter het spreekgestoelte gezien, met een heel feitelijk relaas. Ik heb mijn collega ook weleens heel anders gehoord, namelijk wat meer fulminerend. Ik citeer: "Als het voordeeltje van salderen gaat verdwijnen, zullen mensen minder snel geneigd zijn om zonnepanelen te nemen, om nog maar te zwijgen over de mensen die al zonnepanelen hebben. Het is natuurlijk heel oneerlijk om de salderingsregeling dan af te bouwen en dat voordeeltje af te pakken." Vervolgens tekent de heer Kops bij het kruisje van ik denk de VVD, waardoor al het salderen in één klap, vanaf 2027, wordt afgeschaft. Wat is hier gebeurd?
De heer Kops (PVV):
Wat is hier gebeurd? Het korte, eenvoudige en heel eerlijke antwoord is natuurlijk: er is nu een andere realiteit, een andere werkelijkheid, een andere politieke werkelijkheid en ook een andere werkelijkheid op de energiemarkt; daar kom ik dadelijk op terug. Dat zijn de feiten. Er ligt nu een fantastisch mooi hoofdlijnenakkoord. Ook op het gebied van klimaat en energie staan er hele mooie dingen in. Denk aan het schrappen van de verplichte warmtepomp per 2026. Dat gaat van tafel. Dat is fantastisch. Er komen vier kerncentrales bij. Dat is ook allemaal fantastisch. Maar ja, mevrouw Kröger weet natuurlijk zelf ook hoe het werkt. Als je gaat onderhandelen en een akkoord gaat sluiten met andere partijen, dan haal je wat binnen en verlies je wat. Er komen goede dingen in te staan en er komen ook wat minder goede dingen in te staan, zoals mijn partijleider gisteren in het debat ook letterlijk zei. Niet alles is natuurlijk rozengeur en maneschijn; absoluut, dat klopt. Maar nogmaals, er staan fantastische dingen in. Windmolens komen zo veel mogelijk op zee in plaats van op land, om nog maar eens wat te noemen, waarbij ook nog eens eerst gekeken wordt naar ruimte voor de visserij. Er wordt dus eerst gekeken naar de visserij en daarna pas of er ruimte is voor windmolens op zee, maar in beginsel dus op zee en niet op land. Als je dat tot je laat doordringen, dan besef je dat dat een prachtige overwinning is, niet alleen voor de visserij, maar ook voor alle omwonenden van windturbines, windmolens, waar we het zo vaak over hebben gehad. Dat zijn allemaal prachtige dingen.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger heeft volgens mij een vervolgvraag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
De heer Kops probeert hier het trucje van de heer Wilders van gisteren na te doen, namelijk door heel lang te praten naar een ander onderwerp toe. Dat onderwerp, wind op zee, gaat mij ook aan het hart hoor, maar goed. Even terug naar gewoon die familie, die mensen, die hardwerkende Nederlander. Ze hebben eindelijk zonnepanelen neergelegd. Ze hebben gerekend op een bepaalde regeling. Dit kabinet wilde die regeling afbouwen. De PVV, GroenLinks-PvdA, SP en andere partijen zeiden: "Nee, dat is niet eerlijk. Dat is een belangrijke regeling. Juist nu komen de mensen aan de beurt met minder geld in de portemonnee en die mensen willen we óók de kans bieden om zonnepanelen neer te leggen." Wat doet de PVV? Die schaft de regeling nog keiharder en asocialer af dan dit kabinet van plan was en regelt hélémaal niks voor die mensen. Die mensen staan met lege handen.
De heer Kops (PVV):
Zeker niet. Zeker niet. Dit is een prachtig hoofdlijnenakkoord, dat juist heel veel voor de mensen oplevert. Om dan nog eens wat te noemen dat ook in het akkoord staat: de energiebelasting op aardgas in de eerste en tweede schijf wordt verlaagd. De energiebelasting gaat omlaag. Dat zeg ik dan tegen GroenLinks-PvdA van mevrouw Kröger, die juist de energiebelasting op aardgas de afgelopen jaren alleen maar heeft verhoogd. Althans, die vond het prima dat dat gebeurde om mensen op die manier te dwingen om van het gas af te gaan. We doen dit gewoon concreet voor de mensen: de energiebelasting op gas gaat omlaag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik heb een verrassing voor de heer Kops. Het hele idee van zonnepanelen is dat je minder aardgas gebruikt. Dus als je nu de regeling, waar mensen op gerekend hebben toen ze hun panelen neerlegden, rücksichtslos en volstrekt asociaal afschaft en vervolgens iets doet met aardgas, dan doet dit niks voor die mensen. Ik vind het een asociale maatregel. Het laat zien dat de PVV sowieso op dit dossier de hele tijd draait, bijvoorbeeld bij het salderingsdebat en nu weer, dat de PVV niks doet voor mensen die nu die zonnepanelen hebben en dat het ze eigenlijk niks kan schelen.
De heer Kops (PVV):
Ik kan mijn antwoord natuurlijk herhalen. Ik zei namelijk aan het begin dat er natuurlijk prachtige dingen in staan als je een akkoord gaat sluiten, bijvoorbeeld de dingen die ik heb opgenoemd — en er zijn er nog heel veel meer — maar er staan ook minder mooie dingen in. Dat is het eerlijke antwoord. Dan kan mevrouw Kröger wel één ding eruit pikken en daar heel zuur over gaan doen, maar nogmaals, er ligt hier een prachtig akkoord, waar de PVV heel trots op is. Mevrouw Kröger is gewoon een beetje jaloers dat ze niet heeft mee mogen doen.
De voorzitter:
Ik ga verder. Ik zie mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Het is natuurlijk altijd interessant om met de heer Kops over salderen te spreken, want eerder heeft hij in deze Kamer een gloedvol betoog gehouden over dat afbouwpad van salderen. Vervolgens kwam er een tweet van Wilders, die natuurlijk uiteindelijk de leiding heeft. Toen werd dat weer tegengesproken. Nu staat in het formatieakkoord dat het in één keer wordt afgeschaft. De vraag is dan toch: wat is daar gebeurd? Dan zegt de heer Kops "onderhandeling", maar in geen van de verkiezingsprogramma's stond dit. Dus hoe verklaart de heer Kops die 180 of misschien wel de 360 gradendraai van de PVV?
De heer Kops (PVV):
Mevrouw Rooderkerk vraagt wat hier is gebeurd en weet ik veel wat ze allemaal aan me vraagt, maar dit heeft mevrouw Kröger toch net letterlijk aan mij gevraagd in drie delen? Ik heb daar net toch drie keer op gereageerd? Voorzitter, ik wil het best allemaal nog herhalen, hoor, maar ik weet niet of we daar wat mee opschieten.
De voorzitter:
Mevrouw Rooderkerk heeft hier nog wat aan toe te voegen.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Het probleem is natuurlijk dat er geen antwoord komt op die vraag.
De heer Kops (PVV):
Ik heb net antwoord gegeven!
Mevrouw Rooderkerk (D66):
De heer Kops draait hier politieke pirouetjes als een ballerina, in tijden van cultuurbezuinigingen door de PVV, zeg ik er dan bij. Maar mijn vraag is: als het in geen van de verkiezingsprogramma's stond en niemand er bij voorbaat zin in had om dit te doen, hoe kan het dan dat dit nu in het formatieakkoord staat? Hoe kan het dat het hierin is beland, terwijl de mensen er niks mee opschieten? Dat is ook geschetst. Op welke manier denkt de PVV hiermee een oplossing voor mensen te hebben gevonden?
De heer Kops (PVV):
Tja, dat is weer dezelfde vraag.
De voorzitter:
De heer Kops gaat over zijn eigen …
De heer Kops (PVV):
Ik wil het met alle liefde nogmaals herhalen, hoor voorzitter, maar …
De voorzitter:
Nee, ik begrijp het al: u gaat niks anders zeggen. We hebben nog meer te doen. Mevrouw Rooderkerk, de heer Kops gaat over zijn eigen antwoorden. Hij is van plan hetzelfde antwoord te geven. Ik ben bang dat u het daarmee moet doen.
De heer Kops (PVV):
Het punt is dat ik net in alle eerlijkheid hebt gezegd: als je gaat onderhandelen, geef je wat en neem je wat. Dat heb ik net voor de vijfde keer gezegd. Dat antwoord bevalt mevrouw Rooderkerk niet. Dat mag natuurlijk, maar goed, zij heeft die interruptie ingestudeerd en gedacht: ik ga eens even aanvallen, even fel doen, een beetje zuur doen. Maar ik geef er eerlijk antwoord op. Dat dat haar niet bevalt, is haar probleem. Zo simpel is het.
De voorzitter:
Helder.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dit kennen we ook van de heer Kops, dat hij mensen gaat aanvallen als hij in het nauw komt. Dat is allemaal prima.
De heer Kops (PVV):
Nee, u valt mij aan.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik krijg totaal geen antwoord op mijn vraag, dus mijn conclusie is dan toch dat het een soort "je doet maar wat"-kabinet is. Eigenlijk weet de PVV ook niet waarom dit nu in het akkoord is beland. Dat is toch wel heel treurig.
De heer Kops (PVV):
Voorzitter, als ik misschien mag reageren op "u doet maar wat" … Integendeel! Kijk naar de vier kerncentrales. Kijk naar wat er allemaal in het akkoord staat. We zetten in op meer energieonafhankelijkheid, op klimaatadaptatie. Dat zou mevrouw Kröger of mevrouw Rooderkerk ook moeten aanspreken. Noem het allemaal maar op. Er komen geen extra nationale duurzaamheidsregels voor bouwen. Dat is prachtig. De aangekondigde verhoogde CO2-heffing wordt teruggedraaid. Ook fantastisch. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
De voorzitter:
Nee, u hoeft niet door te gaan. Mevrouw Beckerman probeert het nog een keertje, denk ik.
Mevrouw Beckerman (SP):
De heer Kops en ikzelf hebben volgens mij de afgelopen jaren best vaak naast elkaar gestaan waar het ging om mensen die hun energierekening niet meer konden betalen. Wat zegt u nu tegen bijvoorbeeld die huurders met zonnepanelen die nu soms al duurder uit zijn dan huurders zonder zonnepanelen en die straks nog meer gepakt worden?
De heer Kops (PVV):
Tegen die mensen zeg ik dat er daartegenover in het akkoord dus heel veel mooie, positieve maatregelen staan. Ik heb ze net al genoemd. Het verlagen van de energiebelasting is een voorbeeld van al die prachtige, prachtige maatregelen. Ik zei net al dat er nu een nieuwe realiteit is. Die is tweeledig: enerzijds is er een nieuwe politieke realiteit, anderzijds is er een nieuwe realiteit op de energiemarkt, namelijk dat energieleveranciers sinds het besluit om die salderingsregeling in stand te houden allerlei terugleverboetes in rekening zijn gaan brengen. Zoals branchevereniging Energie-Nederland al eerder heeft gezegd: die terugleverkosten — of terugleverboete, of hoe je het ook wilt noemen — kunnen substantieel verlaagd worden, mits het salderen van de leveringskosten wordt afgeschaft. Natuurlijk, ik geef eerlijk toe dat er hele goeie maatregelen in het akkoord staan, minder goede maatregelen, pijnlijke maatregelen: touché, helemaal mee eens. Maar als we ook inhoudelijk gaan spreken over het afschaffen van die salderingsregeling, dan zitten daar natuurlijk ook voordelen aan, bijvoorbeeld dat de netcongestie wordt opgelost. David Smeulders, hoogleraar energietransitie, heeft eerder gezegd: de salderingsregeling is onhoudbaar en belast het stroomnet te veel. Om maar even wat te noemen. Dat is het eerlijke verhaal.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ja, om maar wat te noemen!
De heer Kops (PVV):
Nou ja, voorzitter ...
De voorzitter:
Nee, nee, mevrouw Beckerman is aan het woord.
Mevrouw Beckerman (SP):
Het eerlijke verhaal is dat de heer Kops nu het volgende zegt. We verlagen de belasting op gas. Heel goed; dat levert volgend jaar €29 op. Maar de energierekening gaat voor sommige mensen dus met tientallen, soms honderden euro's omhoog. Dat is dus het eerlijke verhaal van de PVV, die hier jarenlang vooraan stond, bij de interruptiemicrofoon, naast ons, om erop te wijzen dat mensen in de kou en in het donker kwamen te zitten met de plannen van de heer Jetten. En binnen de kortste keren verandert u in een soort turbo-Rob Jetten en gaat u verder dan wat Rob Jetten ooit heeft voorgesteld voor de salderingsregeling. Dat is toch het eerlijke verhaal hier?
De heer Kops (PVV):
Dat laat ik me niet zomaar aanpraten natuurlijk. Nee, in alle eerlijkheid: dat is gewoon niet het geval. Er staat in het akkoord dat de energiebelasting omlaaggaat. Dan kan mevrouw Beckerman hier nu zeggen: dat is niet voldoende. Als die twee keer zo veel verlaagd was geweest, of tien keer zo veel verlaagd was geweest, had mevrouw Beckerman waarschijnlijk hetzelfde gezegd, want het is niet genoeg. Dat kun je natuurlijk vinden, maar als er een kabinet zat dat in de afgelopen jaren de energiebelasting op gas alleen maar heeft verhoogd en wij nu in het akkoord hebben weten te zetten dat die energiebelasting omlaaggaat, dan laat ik mij niet aanpraten dat dat allemaal niet genoeg zou zijn of allemaal niet goed is.
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman, voor de laatste keer.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat hoeft u zich ook niet aan te laten praten, maar €29 is voor heel veel mensen niet genoeg, zeker niet als ze daarbovenop een forse verhoging krijgen. Maar laat ik dan proberen om met de heer Kops zaken te doen. Vanochtend zagen we, onder andere in De Telegraaf, die mooie krantenkoppen over die boete die mensen met zonnepanelen nu krijgen, ook huurders die al duurder uit zijn, ook mensen die hun zuurverdiende spaargeld daarin hebben gestopt. Wij hebben een voorstel ingediend dat er daadwerkelijk voor zorgt dat die boete verdwijnt, net als andere maatregelen waarmee mensen nu op kosten worden gejaagd. We weten al dat het voorstel dat door de coalitie is ingediend niet helemaal recht doet aan die krantenkop. Gaat u dan het voorstel steunen dat wij hebben ingediend, zodat we zorgen dat deze mensen écht geen boete op zonnepanelen krijgen?
De voorzitter:
De heer Kops, ten slotte op dit punt.
De heer Kops (PVV):
Zeggen dat we iets wat ikzelf nog niet gelezen heb, gaan steunen, kan ik natuurlijk niet. Maar we gaan het zeker bekijken en er een oordeel over vellen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik wil collega Kops complimenteren.
De heer Kops (PVV):
Oei.
De heer Bontenbal (CDA):
Hij heeft het over "een nieuwe realiteit". Die zie ik ook. Ik zie een PVV die een akkoord heeft getekend met 55% CO2-reductie, dus een flink ambitieus klimaatdoel. Ik hoor ook een collega Kops die zegt: soms win je en soms verlies je; ik sta voor de maatregel. Ik vind dat u ook een goede, inhoudelijke inbreng had, waarin u deze wet heel technisch heeft ontleed. Ik vind het ook goed dat u, als een van de weinigen hier, het punt over intermediairs heeft vermeld. Ik ben dus heel benieuwd of we deze versie van collega Kops de komende maanden blijven zien. Ik zou dat fantastisch vinden. Hij is degelijk en verdedigt de 55%. Het lijkt me een nieuwe realiteit die ik kan toejuichen.
De heer Kops (PVV):
We zullen het zien.
De voorzitter:
Goed zo.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Daar kan ik wel op doorgaan. Toen ik het coalitieakkoord las en de heer Kops zo hoorde, moest ik terugdenken aan koning Willem II, die in één nacht van conservatief naar liberaal veranderde. Het lijkt wel alsof de heer Kops van de PVV in één nacht is veranderd van een salderingsconservatief naar een salderingsprogressief. Ik vind dat op zich geen slechte ontwikkeling, maar ik kan me wel voorstellen dat de heer Kops nog af en toe badend in het zweet wakker wordt. Hij heeft dit verhaal immers eigenlijk eerder gehouden, namelijk in de eerste termijn van het debat over de wet waarin we de salderingsregeling geleidelijk zouden gaan afschaffen. Denkt hij daar nog weleens op die manier aan terug? Denkt hij nu, met dit coalitieakkoord in handen: hadden we toen maar gewoon doorgezet?
De heer Kops (PVV):
De formulering van de heer Grinwis, "hadden we toen maar dit of dat", is een variant op een als-danvraag. Als ik iets heb geleerd, is het dat je daarop niet moet reageren.
De voorzitter:
De heer Grinwis probeert het nog een keer.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nee, voorzitter. Dit is ook een antwoord. Ik denk dat dit antwoord genoeg zegt.
De voorzitter:
Goed zo. We kunnen verder.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik was eigenlijk bijna klaar. Ik was bezig met de vraagresponsovereenkomsten. Hoe bindend zullen die zijn? En onder welke voorwaarden? De vraag is dan natuurlijk hoe huishoudens daar ook weer vanaf kunnen komen. Want wat nu als zo'n huishouden zo'n overeenkomst heeft afgesloten, maar dat ene apparaat uiteindelijk toch, tegen de afspraken in, wil aan- of uitzetten? Dat is dan in strijd met die overeenkomst. Het is onduidelijk wat er in de praktijk dan precies gaat gebeuren. Vindt de minister niet dat de leveringszekerheid van dat huishouden dan altijd doorslaggevend moet zijn, ook al is dat dus in strijd met die overeenkomst? Kan de minister daarop reageren? Op dat punt heb ik namelijk een motie in voorbereiding. Maar ik krijg allereerst natuurlijk graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Verder is alles gezegd. Ik dank u wel.
De voorzitter:
Meneer Flach van de SGP, bent u zover?
De heer Flach (SGP):
Ja, voorzitter. Dank u wel. Dit wordt de afronding van een lang debat over een belangrijk onderwerp. Het is mooi dat we het op deze manier kunnen doen. Er is al veel besproken, dus ik zal me richten op de ingediende amendementen en enkele openstaande vragen.
Voorzitter. In Biddinghuizen zitten 300 huishoudens al weken regelmatig zonder stroom, omdat het transformatiehuisje in de wijk de hoeveelheid zonnestroom niet meer aankan. Dat komt dus niet door de Opwekkingsconferentie van dit weekend; het heeft te maken met de netcongestie. Het is een van de tekenen aan de wand. Het is alle hens aan dek om onze energievoorziening, een eerste levensbehoefte, bij de tijd te houden. De Energiewet die voor ons ligt, is een belangrijke drager voor een toekomstbestendige energievoorziening. Zoals gezegd hebben we enkele mooie debatten achter de rug. De SGP is in hoofdlijnen positief. Ik ga nog op een aantal punten in.
De SGP wil in aansluiting op de Elektriciteitsrichtlijn de mogelijkheid inbouwen om voor kwetsbare huishoudens een maximumenergietarief in te stellen. Daarom heb ik het amendement op dit punt gezamenlijk met de heer Grinwis ingediend. De minister schrijft dat er geen wettelijke basis is om inkomensgegevens te delen en dat de aangifte inkomstenbelasting pas na twee jaar definitief is. Met de problemen in box 3 duurt dat soms nog wel langer. Je weet dus niet eerder of iemand in aanmerking komt, enzovoorts. Het zal ook inderdaad niet eenvoudig zijn. De mouwen zullen opgestroopt moeten worden — daar hoeft deze minister zich niet meer druk om te maken; dat mag de nieuwe minister straks gaan doen — om dit op een steekhoudende manier te regelen. Wie weet maakt dat voor deze minister de appreciatie nog iets eenvoudiger. Maar we weten ook dat dit de meest gerichte maatregel is om energiearmoede te voorkomen, zoals ook de ACM heeft aangegeven. Anders kost het veel geld. Het tijdelijke energieplafond had ook zo z'n uitvoeringsvraagstukken en dat was ook goed te regelen. Al met al hecht ik eraan een eventueel maximumtarief als een van de instrumenten in de gereedschapskist paraat te hebben voor het geval dat er weer een energiecrisis optreedt.
Dan telefonische verkoop. In het eerste wetgevingsoverleg heb ik een punt gemaakt van de misstanden bij telefonische verkoop van energiecontracten. Het gaat om complexe producten met grote financiële gevolgen voor consumenten. Het houdt maar niet op met opdringerige telefoontjes en misstanden, waarbij consumenten dus verkeerde maandbedragen voorgespiegeld krijgen en waarbij voorwaarden ondoorzichtig zijn. We hebben onlangs thuis ons vaste nummer opgezegd en dat scheelt al een heleboel, kan ik vertellen. Je weet inderdaad soms niet eens namens wie je gebeld wordt. Er zijn voor callcenters twee routes om mensen te benaderen. Het kan als ze hier vooraf toestemming hebben gegeven, of als ze klant zijn of zijn geweest van een energiemaatschappij. Europese regels staan een algeheel verbod op telefonische verkoop niet toe. Het is wel mogelijk om bedrijven te verbieden om klantgegevens, ook van klanten uit het verleden, te gebruiken om hen ongevraagd te benaderen. Daarvoor heb ik samen met collega Postma een amendement ingediend. Omdat de regering in een recente brief aangaf dat ze wil kijken naar een algeheel verbod op telemarketing op basis van klantdata, heb ik die handschoen opgepakt. Daarom is het amendement nu verbreed naar alle commerciële verkoop per telefoon. Het is het amendement op stuk nr. 47; ik hoop dat dat de laatste versie is. Dat maakt het verbod ook duidelijker en beter handhaafbaar. Het is de kortste route om telefonische verkoop meer aan banden te leggen en ik hoop op een positieve appreciatie door de minister. Dan laat ik nu even een pauze vallen.
Mevrouw Postma (NSC):
Het is inderdaad een mooi amendement. Ik heb ook een amendement ingediend dat telefonische verkoop tegen wou gaan, maar ik begreep uit de appreciatie dat dat niet kon vanwege de Europese regelgeving. Het is belangrijk om goede wetten te maken. In die zin ben ik dus dankbaar dat ik mag aansluiten bij het amendement van de heer Flach. Ik heb het er ook kort met de heer Flach over gehad en ik ben ook benieuwd naar het antwoord van de minister op het volgende punt. Voor ons is het ook heel belangrijk dat de micro-ondernemingen eronder vallen, dus de zzp'ers en de kleine bedrijven. Dat lees ik niet zo terug in dit amendement, maar bij navraag bleek dat die eronder zouden vallen. Die bevestiging zou ik graag willen hebben. Als dat niet zo is of als dat wat onzeker is, vraag ik of er de bereidheid is om dat woord dan toe te voegen, zodat we die groepen ook mee kunnen nemen.
De heer Flach (SGP):
Ik denk dat iedereen die zich weleens een keer heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, herkent wat mevrouw Postma hier zegt. Op het moment dat de inkt daar droog is, gaat de telefoon en houdt die niet meer op. Je krijgt stapels post en je bent in een keer weer een nieuwe prooi voor heel veel aanbieders van van alles en nog wat. Laat ik dan in die zin mijn vraag doorgeleiden naar de minister en hopen dat hij daarop zal reageren.
Mevrouw Postma (NSC):
Heel fijn. Dat is inderdaad precies wat het is. Je krijgt dan die ontzettend irritante telefoontjes. Veel ondernemers weten op dat moment niet dat hun consumentenbescherming, dus hun recht, heel anders is dan dat van huishoudens. Ik kijk even naar de minister. Dat wordt volgens mij in deze wet ook rechtgetrokken zodat je dan dezelfde bescherming hebt. Het is, denk ik, ook goed om hier uit te spreken dat dat zo is.
De heer Flach (SGP):
Ik ondersteun dit. Ik hoef hier verder niet op te reageren.
De voorzitter:
Helder. Mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Wij steunen de inzet van dit amendement. Het is, denk ik, heel belangrijk dat we foute verkooppraktijken tegengaan. Dit zou een manier kunnen zijn om dat te doen. In het amendement wordt, meen ik, een uitzondering gemaakt voor telefonische verkoop vanuit goede doelen. Nu bleek vandaag uit een stuk van NDP Nieuwsmedia dat zij zich er zorgen over maakt dat kranten nu niet meer telefonisch verkocht kunnen worden. Het lijkt ons van belang dat die nog steeds wel verkocht en gelezen kunnen worden. Ik ben benieuwd hoe de heer Flach daarnaar kijkt. Is daar volgens hem een uitzondering voor mogelijk?
De heer Flach (SGP):
Ik heb die mail van de belangenorganisaties van een aantal krantenlabels inderdaad ook ontvangen. Misschien is dat wel een terecht punt. Ik denk dat het niet de bedoeling is om ervoor te zorgen dat kranten minder goed abonnees kunnen werven op die manier. Tegelijkertijd zijn er al voldoende mogelijkheden om dat wel te doen. Op het moment dat je een goedkoop proefabonnement aanbiedt — ik noem maar iets — en je ervoor zorgt dat dat alleen beschikbaar is voor mensen die ertoe bereid zijn om zich te laten bellen met de vraag of ze uiteindelijk een abonnement willen, kun je dat ondervangen. Maar dat is meer een uitvoeringskwestie. U heeft die vraag in uw bijdrage zelf gesteld aan de minister. Ik ben benieuwd naar zijn antwoord daarop. Als het nodig is, dan kunnen we kijken naar een aanpassing daarvan.
De voorzitter:
De heer Flach vervolgt zijn betoog.
De heer Flach (SGP):
De SGP heeft gepleit voor meer ruimte …
De voorzitter:
Ho, nee, stop, sorry. De heer Erkens heeft nog een nabrander.
De heer Erkens (VVD):
Mijn vraag gaat over een ander onderwerp waar de heer Flach eerder over sprak, namelijk het introduceren van het sociale tarief in de Energiewet. Ik denk dat het goed is dat we als Kamer nadenken over welk gereedschap je in een gereedschapskist wil hebben in het geval dat er weer een energiecrisis is. Alleen, is dit de juiste route om af te leggen? Want je moet op het gebied van datavergaring ontzettend veel veranderen en je kan ook pas achteraf concluderen of de juiste mensen eronder vallen en of mensen met een blokverwarming of mensen met een aansluiting op een warmtenet er ook onder vallen. Is het plan dat de heer Grinwis een tijd geleden had dan niet beter, namelijk dat de eerste schijf in de energiebelasting veel meer als een beleidsinstrument wordt gezien? Is het uitwerken hiervan dan wel noodzakelijk, terwijl je weet dat er veel haken en ogen aan zitten?
De heer Flach (SGP):
Dat is een terechte vraag. Ik heb zelf ook in mijn eigen bijdrage gezegd dat het een erg complexe maatregel zou zijn. Tegelijkertijd heb ik ten tijde van het energieplafond ook een bedrag teruggekregen waarvan ik dacht: dat had ik niet nodig gehad. Ik had graag gezien dat dat terecht was gekomen bij de mensen die dat wel nodig hadden. Je had natuurlijk zelf de mogelijkheid om daar iets goeds mee te doen. Het was toen erg ongericht, wel snel en eenvoudig moet ik zeggen. Ik denk dat we nu iets meer tijd hebben. En ik denk dat we toch de uitdaging aan moeten gaan om te kijken of dit een maatregel in de gereedschapskist kan zijn, hoewel hij complex is. Ik hoop dat de minister daar straks positief op apprecieert.
De heer Erkens (VVD):
Ik sta ook niet negatief tegenover de gedachte erachter. We hebben ook lang in de energiecrisis gemerkt, tijdens de overleggen die we tot laat in de nacht erover hebben gehad, dat we in deze situatie vrij weinig gerichte knoppen hebben om aan te draaien. Het enige wat ik misschien nog wil meegeven, is dat het wel ver gaat om iets wat zo complex is direct in de wet vast te leggen. Het is ook mogelijk om het per motie te laten onderzoeken en uitwerken, waarmee het volgend jaar misschien in de wet kan worden vastgelegd. Als blijkt dat het toch ontzettend complex is, zou dat misschien nog een route zijn om als Kamer te kijken of dit iets is wat we willen. Misschien kan de minister daar in zijn appreciatie ook op terugkomen en dan zal ik mijn oordeel ook deels daarvan laten afhangen.
De heer Flach (SGP):
Ik denk dat ik de zorgen van collega Erkens deel. Tegelijkertijd hebben we allerlei regelingen die ingericht zijn voor kwetsbare mensen. Denk aan de energietoeslag of andere zaken zoals bijstand of aanvullende bijstand. We zijn in staat geweest dat allemaal te tackelen. Ik zou me niet op voorhand al willen neerleggen bij het argument dat het te complex is. Laten we het eerst eens gaan proberen. Als uiteindelijk blijkt dat het echt niet kan, dan zijn we er met z'n allen ook bij om een wet weer aan de passen. Maar ik denk wel dat het goed is om dit nu te doen.
Mevrouw Postma (NSC):
Even over het amendement dat u heeft ingediend met de heer Grinwis over het sociaal tarief. Ik had het ook aan de heer Grinwis kunnen vragen, maar ik sta hier nu u aan het woord bent. Het is een mooi initiatief volgens mij. De enige vraag die ik heb, is waar het precies uit betaald wordt. Wie betaalt het en wat is ongeveer de omvang en de magnitude? Ik denk namelijk dat die rekening bij het Rijk terechtkomt. Waar komt die dan precies terecht en wat is de omvang ervan? Heeft u daar al een beeld bij?
De heer Flach (SGP):
De dekking is niet specifiek onderdeel van dit amendement. Tegelijkertijd hebben we gezien dat er met het energieplafond dat we hebben gehad, generiek veel geld over mensen is uitgestort. Daar hebben we ook dekking voor gevonden. Dit gaat echt om crisissituaties. Ik denk dat het heel lastig is om dit structureel te dekken. Het is een instrument in de gereedschapskist voor noodsituaties. Wellicht kunt u de heer Grinwis er nog op bevragen in zijn tweede termijn? Dit is wat ik er nu over kan zeggen.
De voorzitter:
Dan kunt u nu verder.
De heer Flach (SGP):
Oké, prima. Dan ga ik het hebben over energie delen. De SGP heeft gepleit voor meer ruimte, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen, om energie te delen. Dit kan als je het goed regelt, voorkomen dat stroom onnodig het net op gestuurd wordt. Ik heb me daarom aangesloten bij het amendement van collega Kröger om op dit punt een stap verder te zetten dan het wetsvoorstel doet.
In het wetgevingsoverleg heb ik vragen gesteld over de wijze waarop de bepalingen met betrekking tot gesloten netten toegepast worden. De vorige en voorliggende wet sluiten volgens de minister aan op de Elektriciteits- en Gasrichtlijn. Het belangrijkste criterium is dat óf het bedrijf en het productieproces van de gebruikers om specifieke technische redenen of veiligheidsredenen geïntegreerd moeten zijn, óf dat het net primair de elektriciteit voor de eigenaar van dat net distribueert. Dat is een lange, technische zin; sorry. Er zijn enkele aanvragen afgewezen vanwege een in mijn ogen te strikte interpretatie van de Europese bepalingen. Ook juristen wijzen daarop. Ik noem de eis dat het net primair de elektriciteit voor de eigenaar van dat net distribueert. De ACM zegt dat de eigenaar meer dan de helft van de stoom moet afnemen. In de toelichting van de Europese Commissie gaat het over een net dat door de eigenaar bedoeld is om zelf te gebruiken. Dan kun je ook volstaan met de eis dat de eigenaar de meeste stroom afneemt. Maar dat hoeft dan toch niet per se meer dan de helft te zijn, vraag ik de minister. Ik noem ook de eis dat het bedrijfs- of productieproces van de gebruikers geïntegreerd moet zijn. In de toelichting van de Europese Commissie op die eis gaat het onder meer om gezamenlijk gebruik van het net om een geïntegreerde energievoorziening te optimaliseren. In de Nederlandse toepassing lijkt dat buiten beschouwing gelaten te worden. Juristen geven aan dat Nederland de Elektriciteitsrichtlijn ook op dit punt strikter interpreteert dan de Europese Commissie doet. Is de minister bereid toe te zeggen dat hij wat betreft de in de Energiewet opgenomen eisen voor gesloten distributiesystemen wil aansluiten bij de interpretatie van de Europese Commissie?
Het is goed dat de minister toezegt dat hij de ACM gaat vragen om in Europees verband navraag te doen bij collega-toezichthouders om te bekijken of er significante verschillen zijn in de beoordelingswijze. Ik wil hem vragen om de Kamer hiervan op de hoogte te houden. Waarom vind ik dit van belang? Als gesloten netten eerder erkend worden, maakt dit het voor bedrijven gemakkelijker om energiehubs te vormen, en energievraag en -aanbod op elkaar af te stemmen. Dat is winst.
Voorzitter. Een discussiepunt is de mogelijkheid om de grens te verlagen voor zelfaanleg van aansluitingen. De minister wil hier niet aan, met het argument dat ook bij zelfaanleg intensieve betrokkenheid van netbeheerders nodig is met het oog op de kwaliteitseisen. Als de overheid duidelijke eisen stelt, in hoeverre is deze intensieve begeleiding dan nog wel echt nodig? Daar hoor ik toch nog graag een nadere duiding op.
Dan kruissubsidiëring. In het wetgevingsoverleg heb ik een vraag gesteld over het verbod op kruissubsidiëring tussen de systeembeheerder en de infrabedrijven onder hetzelfde moederbedrijf. De minister zegt dat indirecte bevoordeling van netwerkbedrijven ook onder dit verbod valt. De ACM beperkt dit tot directe bevoordeling. Mijn eenvoudige vraag is: hoe gaat de minister aan het langste eind trekken?
De SGP heeft samen met de VVD een amendement ingediend om het gewenste overleg tussen netbeheerders en netgebruikers op wetsniveau goed te verankeren. Dat geldt in de eerste plaats voor het overleg over tarieven, methoden en voorwaarden voor netgebruik. In de huidige Elektriciteitswet staat klip-en-klaar dat dit overleg moet plaatsvinden, dat de resultaten moeten worden meegenomen en dat de ACM hierop moet toezien. Wij willen hier niet op inleveren. Ik snap dat de minister zegt dat het ook op AMvB-niveau kan worden geregeld, maar die duidelijkheid wil ik graag aan de voorkant, inclusief het toezicht van de ACM hierop. Beperking van de organisaties van netgebruikers tot rechtspersonen wordt, gelet op het bezwaar van de minister, uit ons amendement gehaald.
De verankering van overleg tussen netbeheerders en netgebruikers willen we ook wat betreft aansluitpunten, net zoals dat nu in netcodes is vastgelegd. Het is van belang dat netbeheerders rekening houden met toekomstplannen van bedrijven. We stellen voor in de wet vast te leggen dat netbeheerders het aansluitpunt vaststellen met inachtneming van de redelijke belangen van de aangeslotenen. Dit onderdeel willen we toevoegen aan het overlegamendement.
Tijdens het vorige wetgevingsoverleg heb ik een punt gemaakt over de nota van wijziging waarmee TenneT het alleenrecht krijgt op de aanleg van interconnectoren. Ik heb daar volgens mij vandaag nog niemand over gehoord. Dan zou het einde oefening zijn voor het private project NU-Link. Ik blijf hier vragen bij houden. TenneT heeft aangegeven dat er vanaf 2030 problemen ontstaan met de leveringszekerheid en dat de interconnectiecapaciteit met het Verenigd Koninkrijk nodig is. Waar baseert de minister dan de veronderstelling op dat TenneT de interconnector sneller aan zou kunnen leggen dan NU-Link? Is het niet andersom? Klopt het dat NU-Link al afspraken met het Verenigd Koninkrijk heeft gemaakt en verder is in de procedure? Het reguleringskader voor systeembeheerders, dat ook voor private partijen geldt, voorkomt onnodige maatschappelijke kosten. Ik blijf de vraag houden wat de doorslaggevende reden was om TenneT het alleenrecht te geven en NU-Link de pas af te snijden.
Mevrouw Postma (NSC):
Op de Noordzee lijkt de rare situatie te ontstaan dat concurrenten eenzelfde weggetje gaan aanleggen, waarbij de vraag misschien wordt wie de eerste wordt om het weggetje te gebruiken. Deelt de heer Flach de mening dat het een ontzettende verspilling van belastinggeld is om beide aan te gaan leggen?
De heer Flach (SGP):
Misschien is dat wel zo. Tegelijkertijd is het van belang dat we voldoende interconnectiecapaciteit hebben, dus hoe sneller, hoe beter. Het doet me een beetje denken aan de situatie rondom de aanleg van glasvezel. Sommigen van ons, waaronder ikzelf, hebben twee, en als ik niet uitgekeken had wel drie, kastjes van glasvezelaanbieders in de meterkast. Dat is niet effectief en niet efficiënt. Maar ik ben vooral op zoek naar leveringszekerheid en voldoende capaciteit.
Mevrouw Postma (NSC):
Mijn vraag zou dan zijn: heeft de heer Flach twijfels dat er te weinig capaciteit is als die kabel van TenneT gelegd wordt of dat deze ook echt benut wordt? Ik zou het namelijk echt eeuwig zonde vinden als die van TenneT wel benut wordt en die andere daar maar een beetje mooi ligt te zijn in de zee. Ten tweede hebben we het wel over een infrastructuurproject op zee en die projecten kenmerken zich vaak door veel hogere kosten qua aanleg. Dus ik vind dit wel echt iets waarbij we goed moeten waken voor goede besteding van ons belastinggeld. Mijn vraag zou dan zijn: moet je dan wel dat ene bedrijf aansluiten? Nu is het dit bedrijf, maar het zou ook een andere situatie kunnen zijn. Ik heb eerder die discussie genoemd over of je iedereen wel moet aansluiten. Moet je dan ook dit bedrijf aansluiten terwijl je dan misschien weet dat het niet gebruikt wordt en dat het eigenlijk verspilling is van ons belastinggeld?
De heer Flach (SGP):
Mij maakt het niet uit wie het aanlegt. Voor mij is er echt maar één belang, namelijk dat er tijdig voldoende capaciteit is. Ik sla enerzijds aan op de opmerking van TenneT zelf: vanaf 2030 ontstaan er problemen met leveringszekerheid en de interconnectiecapaciteit. We hebben die interconnectiecapaciteit met het Verenigd Koninkrijk nodig. Dat is de ene kant. Aan de andere kant vraag ik de minister waarom er specifiek alleenrecht is gegeven aan TenneT. Is er dan ook voldoende zekerheid dat dat tijdig is aan te leggen en dat we voldoende capaciteit hebben? Nogmaals, mij maakt het dus verder niet uit door wie het wordt aangelegd, als het maar voldoende is en als het maar tijdig gebeurt. En als dat zo effectief mogelijk kan, dan vinden we elkaar zeker.
De voorzitter:
Nog één keer.
Mevrouw Postma (NSC):
Even heel kort. In dit geval is in de Energiewet die we nu hebben, waar we nu mee werken, opgenomen dat iedereen die een aanvraag doet, een aansluiting moet hebben. Dat is ook zo in de volgende wet, maar daar zit de capaciteitsfactor nog bij als weging. Betekent dit dan dat we er gewoon mee door moeten gaan, ook al weten we van tevoren dat het heel veel geld gaat kosten?
De heer Flach (SGP):
Dat klinkt niet als een aanlokkelijke situatie, dus ik hoop dat de minister daar een afdoende antwoord op heeft en een goed antwoord heeft op de vraag waarom hij het alleenrecht welbewust bij TenneT neergelegd heeft.
Even kijken waar ik gebleven was. De ACM heeft een prioriteringskader voor aansluitingen gepresenteerd. De autoriteit heeft eerder richting de politiek aangegeven dat ze graag hoort wat de maatschappelijk gewenste prioritering is. Ik mis in het voorgestelde kader de voorrang voor bestaande bedrijven die vanwege de verduurzamingsopgave moeten elektrificeren op bijvoorbeeld het aansluiten van nieuwe bedrijfsactiviteiten. Ik hoor graag hoe de minister aankijkt tegen het door de ACM voorgestelde prioriteringskader.
Dan wil ik het hebben over ruimte voor gemeenten en provincies. De SGP heeft bij het vorige wetgevingsoverleg gepleit voor meer ruimte voor gemeenten en provincies om in overleg met netbeheerders te sturen op een goede inpassing van energieprojecten in het energienet. Met het oog op congestieproblematiek is dit wenselijk. Vanzelfsprekend moeten de Europese kaders en de exclusieve bevoegdheden van de ACM gerespecteerd worden en mogen regionale overheden zich niet bemoeien met de kern van het netbeheer. We hebben het ingediende amendement op stuk nr. 46 nu zo gewijzigd dat er in bij AMvB te bepalen gevallen een uitzondering komt op het verbod om regels te stellen in het belang van de energievoorziening. Zo creëren we ruimte, maar houden we wel de hand aan de kraan. Ik dank collega Koekkoek voor het mee indienen van het amendement en ik hoop op een positief oordeel van de minister hieromtrent.
De voorzitter:
De heer Erkens heeft een interruptie voor u.
De heer Erkens (VVD):
Ik twijfelde nog over mijn oordeel over het amendement. Misschien kan de heer Flach mij daarbij helpen.
De heer Flach (SGP):
Graag.
De heer Erkens (VVD):
Voorziet hij niet het risico dat als je deze bevoegdheid creëert, juist gemeentes en provincies weer allemaal andere regels gaan stellen en dat het daarmee ook onduidelijker wordt wat het beleid in bepaalde gemeentes en provincies is? Daar zit eigenlijk mijn zorg bij dit amendement.
De heer Flach (SGP):
Ik zie dat als een belangrijke aanvulling op de uitvoeringspraktijk. Ik denk namelijk dat we dat wat de heer Erkens schetst, echt moeten voorkomen. We moeten voorkomen dat gemeenten voor ieder batterijtje dat er wordt geplaatst, aanvullende regels gaan maken waar extra ambtenaren mee bezig zijn en wat de doorlooptijd verlengt. Dan schieten we er niks mee op. Maar er zijn wel, denk ik, situaties denkbaar waarbij het juist heel belangrijk is dat de gemeente op ruimtelijke gronden in een Omgevingswetachtige setting kan ingrijpen. Ik weet niet of het helemaal het goede voorbeeld is, maar we lazen van de week in de krant dat op het IJsselmeer een enorm drijvend zonnepark komt en dat de gemeente die daarover gaat, echt met de handen in het haar zit. Natuurlijk wordt er dan geschermd met hoeveel huishoudens kunnen worden voorzien van elektriciteit, maar de eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat een aantal kabels rechtstreeks naar datacentra gaan en dus niet eens zozeer ertoe dienen om de huidige congestie op te lossen. Met andere woorden, ik zou er echt voor zijn dat in voorkomende gevallen, die we misschien moeten inkaderen tot excessen die echt verstorend of ontwrichtend zijn op de netstructuur en de netcongestie bevorderen, gemeenten en provincies kunnen ingrijpen.
De heer Erkens (VVD):
Ik volg het grotendeels. Dan is de inkadering heel belangrijk maar dan ben ik ook heel benieuwd naar het antwoord van de minister. Dan zou ik er nog wel steeds bij willen zeggen: misschien is de provincie dan een logischer route, ook gezien de provinciale MIEK's die opgesteld worden et cetera. Ik kan overigens ook andere voorbeelden bedenken, ook uit het verleden. Ik noem de bouw van een gascentrale die misschien nodig is voor de leveringszekerheid van meerdere gemeenten, waarbij dan een gemeente regels zou kunnen stellen waardoor het onmogelijk wordt om die gascentrale ergens neer te zetten, of een kerncentrale, een windpark en ga zo maar door. Dus ik ben wel huiverig omdat het misschien tot heel veel vertraging kan leiden.
De heer Flach (SGP):
Daar zit iets in. Ik betwijfel wel of alleen de provincie uiteindelijk dan beter in staat is om dit soort afwegingen te maken dan gemeenten. Nu zie je al dat gemeenten op het gebied van RES'en samenwerken in regionale verbanden. Dat lijkt mij dan ook het logische schaalniveau waarop je dit soort gesprekken voert, zodat je voorkomt dat dingen net over de grens van een gemeente worden geduwd. Wel zou je er een toetsende rol van de provincie in kunnen bakken, zodat het niet een soort hete aardappel wordt die door zo'n provincie heen geschoven wordt. Ik vind het primair echter wel het meest thuishoren bij gemeenten en dan binnen dat regionaal RES-verband.
Mevrouw Postma (NSC):
Dat is een heel mooi voorbeeld om even te noemen, want de stroomkabels voor dit specifieke zonneproject gaan misschien niet alleen naar de datacenters in Noord-Holland, omdat ik hoorde dat er misschien ook gedacht wordt aan Flevoland. Dus dan heb je weer een heel andere provincie waarmee je aan het werk bent. Volgens mij zijn we het er beiden over eens dat je heel goed moet kijken naar hoe je het geld dat je hebt voor het aanleggen van een stroomnetwerk uitgeeft en hoe je ervoor zorgt dat er goed tussen provincies, gemeenten en Rijk wordt samengewerkt. Is de heer Flach het met mij eens dat het in het geval van die zonnepanelen op het IJsselmeer bij Hollands Kroon juist interessanter is om het met elkaar op rijksniveau te regelen?
De heer Flach (SGP):
We zitten in een fase waarin we heel veel dingen voor het eerst ontdekken, waarvan dit echt een voorbeeld is. Energieprojecten van deze omvang komen zelden voor en ze zijn, denk ik, eigenlijk een maatje te groot voor een gemeente en blijken op provinciale schaal niet eens helemaal de boel te dekken. Dan dringt zich bij mij de parallel op met de GRIP-structuur zoals we die bij rampen en incidenten hebben, waarbij je als gemeente iets doet totdat het je grenzen overstijgt en je dat in regionaal verband doet. Er is ook een GRIP-situatie waarbij het Rijk en dus de minister aan zet zijn. Wellicht is dat een parallel die, enigszins aangepast, ook juist voor dit soort excessen in de structuur een oplossing kan zijn om te voorkomen dat het ergens knel loopt en dat de congestie onoplosbaar wordt.
De heer Vermeer (BBB):
In de artikelen 6.1 en 6.2 staat ook in welke gevallen een projectbesluit geldt voor de minister of voor de provincie, voor Gedeputeerde Staten. Dat gaat alleen over windparken met een bepaalde capaciteit. Stelt de heer Flach dan ook voor dat we een artikel toevoegen of woorden toevoegen zodat dit ook voor zonneparken zou gaan gelden?
De heer Flach (SGP):
Dat kan ik even niet overzien, want ik heb de desbetreffende artikelen niet voor me. Straks kan ik daar, buiten mijn spreektijd om, nog wel even met u naar kijken. Dat kan ik zo niet overzien.
De heer Vermeer (BBB):
Dit gaat over windparken met een capaciteit van ten minste 100 megawatt. Dan moet de minister een projectbesluit nemen. Bij een capaciteit van ten minste 15 megawatt en minder dan 100 megawatt moeten Gedeputeerde Staten dat doen. Helaas staat er in de begripsbepaling niet helemaal wat wordt bedoeld met het woord "capaciteit", dus ik hoop dat de minister straks nog antwoord kan geven op de vraag of die definitie nog een keer in een nota van wijziging kan worden toegevoegd. Het zou wel fijn zijn als we daar een goede definitie van hebben.
De heer Flach (SGP):
Heel kort. Het gaat mij erom dat maatwerk mogelijk is en dat we voorkomen dat op bepaalde plekken ongewenste ontwikkelingen elkaar tegenwerken. Daarom moeten er ruimtelijke instrumenten zijn voor gemeenten en ook provincies. Ik gaf net aan dat ik me best kan vinden in een soort opschalingsmodel waarin je, naarmate de projecten groter zijn en gemeente- of provincie-overstijgend zijn, meer bevoegdheden naar boven doorschuift en uiteindelijk bij de minister uitkomt. Dat is wel hoe we met onze infrastructuur moeten omgaan.
Ik ga bijna afronden, voorzitter. De SGP maakt zich zorgen over de afschaffing van de salderingsregeling in 2027 in het onderhandelingsakkoord. In deze Kamer hebben we uitgebreid gesproken over een geleidelijke en zorgvuldige afbouw. Door verschillende van de aanstaande coalitiepartijen is dit voorstel weggestemd. Als burger verwacht je dan een voorstel dat nog minder pijn doet bij huishoudens met zonnepanelen. Niet dus. Afbouw is nodig, maar wat betekent deze jojohouding voor de markt en de aantrekkelijkheid van de zonnepanelen? Ik probeerde het uit te leggen aan mijn vader, die best wat zonnepanelen heeft. Hij was vanmorgen heel blij toen hij de krant opensloeg. Ik heb hem net geappt dat het toch net weer even iets anders ligt. Ik wil voorkomen dat ik de hele dag bezig ben om het uit te leggen, dus ik vraag echt duidelijkheid aan de vier partijen.
Ik zie een amendement om het in rekening brengen van vergoedingen voor teruglevering van zonnestroom te verbieden. Tegelijkertijd zegt de indiener dat de salderingsregeling onhoudbaar is, omdat die huishoudens zonder zonnepanelen op kosten jaagt. Dat laatste geldt toch ook bij het schrappen van de terugleverkostenvergoeding? Is het niet verstandig om op korte termijn enkele varianten op te stellen voor afbouw van de salderingsregeling, in samenhang met een eventuele regulering van terugleverkostenvergoedingen? Dat vraag ik natuurlijk niet aan deze minister. Een nieuwe minister kan dan snel op een verstandige manier knopen doorhakken. Hoe dan ook steun ik het amendement van collega Erkens om te zorgen voor een goede vergelijkbaarheid van kosten en voorwaarden.
Tot slot. Via een nota van wijziging heeft de minister een bepaling ingevoerd waarmee hij in theorie elk artikel of elke bepaling in de wet via koninklijk besluit kan doen laten vervallen. Dat is wel een heel vergaande bevoegdheid. Waarom heeft hij dit niet beperkt tot de overgangsbepalingen, zoals ook collega Koekkoek aangeeft in het door mij medegetekende amendement? Ik steun dat amendement om hier paal en perk aan te stellen.
Excuus, voorzitter. Mijn inschatting was tien minuten. Het zijn er twaalf geworden.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors de vergadering voor een paar minuutjes. Heel eventjes, een paar momenten. Daarna gaan we verder met de laatste twee sprekers.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
We kunnen weer. Mevrouw Postma, waar bent u? Waar is mevrouw Postma? Mevrouw Postma? Ja, daar is ze! Ik had ook aangekondigd dat het maar een paar minuutjes zou duren. Ik vraag u naar het spreekgestoelte te komen. Mevrouw Postma, van Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. Allereerst is het, zoals ik al tijdens het WGO heb gezegd, ontzettend mooi dat wij deze twee wetten nu gaan samenvoegen. Waar we 25 jaar geleden bij de vorige wet vooral nog bezig waren met de liberaliseringsgedachte, is dit nu ook veel meer een wet die de consumentenrechten beschermt. Volgens mij is dat waar we nu voor moeten staan.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger, wilt u niet even luisteren naar wat mevrouw Postma te vertellen heeft?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat het woord "consumentenbescherming" vandaag van het grootste belang is.
De voorzitter:
Oké, fair enough.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Het is daar veel over gegaan. Op het bankje van mevrouw Postma ligt een krant met de kop Einde aan boete teruglevering. Inmiddels lezen we in de krantenkoppen dat dat niet klopt en dat er dus geen einde komt aan de boete op teruglevering. Ik wil dus heel graag dat mevrouw Postma zelf even duidt hoe het nou zit.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik had eigenlijk nog wat andere punten om af te werken. Zal ik dat eerst even doen? Goed. Ik ga even verder met mijn stuk. Voor Nieuw Sociaal Contract is het ontzettend belangrijk dat iedereen gewoon zonnepanelen op zijn dak heeft en weet waar hij aan toe is. Een van de dingen die daarbij lastig zijn, is het krijgen van een negatieve rekening. Als je bijvoorbeeld bezig bent met het terugleveren van zonne-energie en de spotmarktprijs heel erg laag is, moet je opeens €0,10 per kilowattuur betalen voor wat je aan het net levert. Wij hebben gezegd dat we dat onwenselijk vinden. We zijn op dit moment bezig — dat moet ik ook even schetsen — met het maken van de Energiewet. De vorige Energiewet is 25 jaar meegegaan. Het is heel belangrijk om in deze context ook te kijken wat je over 25 jaar hebt. Dat is dus wat we met het amendement hebben beoogd. Die terugleverkosten kunnen niet. Vervolgens zit je ook met de situatie van de salderingsregelingen die er nu nog in zitten. Op dit moment ga je als je zonnepanelen hebt, na één jaar de afrekening maken met elkaar om te zien hoeveel je dan aan het einde van het jaar moet betalen. Wij hebben gezegd dat dat bedrag dus niet negatief kan zijn. Dat willen we hiermee regelen.
Daarnaast — daar heeft u het ook al veel over gehad en dat heeft u ook in het hoofdlijnenakkoord gezien — gaan we de salderingsregeling per 2027 beëindigen. Dan is die Energiewet ook geldig. Dat betekent dat we hebben gezegd dat het voor ons van belang is dat er geen negatieve prijs betaald kan worden voor het terugleveren van stroom of bijvoorbeeld de heffingen die je nu hebt. Daar dient de motie die de heer Erkens in gaat dienen ook voor. Dat is wat wij met het amendement beogen, in combinatie met de moties.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ah, in combinatie met de moties! Dat was even het kleine staartje. Want het amendement dat is ingediend, gaat er inderdaad over dat die teruglevering als ik zonnepanelen heb en teruglever …
Mevrouw Postma (NSC):
De kilowattuurprijs.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
... niet negatief geprijsd mag zijn. Daarnaast heffen bedrijven nu een terugleverboete. Dat staat er los van. Dit amendement regelt niets over die terugleverboete. Dat was wel de chocoladekop in de krant en wat mevrouw Postma suggereerde met haar citaten. Ik vind dat gewoon heel erg pijnlijk.
Mevrouw Postma (NSC):
Nee, wat je …
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Pardon. Wat dit beoogde kabinet doet, is populistische politiek. De Ombudsman zegt daarvan: de politiek moet geen beloftes doen die niet waar worden gemaakt. Dus op het moment dat dit kabinet rücksichtslos keihard in 2027 salderen afschaft en vervolgens in de krant zegt "maar we gaan die terugleverboete stoppen", maar dat feitelijk niet waar blijkt te zijn, dan ondermijnt ook mevrouw Postma het vertrouwen in de politiek.
Mevrouw Postma (NSC):
Nee, dat is niet waar. Je hebt nu gewoon de situatie dat sommige bedrijven tarieven heffen die je per maand of per jaar betaalt. Heel veel bedrijven zijn bezig om allemaal nieuwe dingen te verzinnen om ervoor te zorgen dat het gebalanceerd is. Wij zeggen daarover — dat is ook het moeilijke, omdat we het gekoppeld hebben aan een redelijke prijs — dat we willen dat die prijs gewoon niet negatief is. We willen dat het niet zo kan zijn dat je als zonnepaneeleigenaar uiteindelijk gaat betalen voor het hebben van zonnepanelen. Dat betekent het volgende. Stel dat je een variabel contract hebt voor het leveren van stroom. Dan kan het niet zo zijn dat je €0,10 moet betalen per kilowattuur over datgene wat je teruglevert aan het net. Dan zeggen mensen namelijk gewoon "dan maar geen panelen" of "dan zet ik ze uit". Dat is gewoon zonde. Dat strookt volgens mij ook niet met de gedachte waarom wij met z'n allen zonnepanelen hebben aangeschaft.
Het andere punt is dat je op dit moment in één jaar moet afrekenen. Dat is een beetje het moeilijke van die salderingsregeling die ertussendoor vliegt. Dat maakt het ook enorm verwarrend; dat geef ik toe. Een aantal bedrijven zegt op dit moment gewoon dat het, als je zonnepanelen hebt, een soort standaardtarief rekent, of hoe je het ook wil noemen. Daar zijn veel variaties in. Dat zijn zo enorm veel variaties dat wij die als politiek ook niet met een lijst moeten langslopen en moeten zeggen: deze wel en deze niet. Het gaat mij erom dat iemand met zonnepanelen erop mag vertrouwen dat die niet bij hoeft te betalen voor het hebben van die zonnepanelen. Je moet je zonnepanelen dus ook terug kunnen verdienen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik begrijp geheel wat mevrouw Postma beoogt. Maar dat is niet wat dit amendement regelt. Dat is al helemaal niet wat je regelt op het moment dat je zonder alternatief salderen per 2027 afschaft. Mevrouw Postma kan dus een prachtig vergezicht schetsen, maar dan moet ze wel voorstellen indienen die daarmee corresponderen. Anders draai je mensen, zoals de vader van collega Flach, namelijk gewoon een rad voor ogen. Hij opende vanochtend blij de krant en las een paar uur later in dezelfde krant: "O, het zit toch anders. Het klopt niet." Laten we dat met elkaar proberen te voorkomen.
Mevrouw Postma (NSC):
De motie-Erkens die zo wordt ingediend, is daar ook een belangrijk onderdeel van. Daarmee wordt namelijk uitgewerkt wat we na die salderingsregeling gaan doen.
Mevrouw Beckerman (SP):
Maar dan blijft het gegeven natuurlijk staan dat heel veel mensen met zonnepanelen vanochtend de krant opensloegen — ze hoefden de krant eigenlijk niet eens open te slaan — en in chocoladeletters zagen staan dat die boete zou verdwijnen. Dat is gewoon niet waar. Dan kunnen we eigenlijk twee dingen doen. We kunnen het erbij laten of we kunnen ervoor zorgen dat het waar wordt. Het wordt niet waar met een motie. Er staat namelijk ook "wettelijk regelen". Dan zou ik toch gewoon als eerste willen vragen om het wel wettelijk te regelen. Er is namelijk een amendement om het wel wettelijk te regelen: ons amendement. Dat doet precies wat NSC vanochtend in meerdere kranten heeft beloofd. Bent u dan bereid om dat te steunen?
Mevrouw Postma (NSC):
Ik ga daar zeker naar kijken. Nogmaals, het gaat ons erom dat de zonnepaneelbezitter uiteindelijk gewoon niet betaalt voor het hebben van zonnepanelen en voor het terugleveren van de energie. Het gaat om de kilowattuurprijs.
Mevrouw Beckerman (SP):
Maar feit is dat het amendement van mevrouw Postma dat voor een heel klein deeltje van de mensen een klein beetje beter maakt — dat is goed hoor; dat is geen probleem — maar voor het overgrote deel van de mensen met zonnepanelen niet. Wij zien bijvoorbeeld huurders die nu al letterlijk slechter af zijn met zonnepanelen dan zonder. Dat berekende de Woonbond. Dat wordt alleen maar erger als we de salderingsregeling op deze manier in één keer stoppen. Maar we kunnen er vandaag ook voor kiezen om de woorden waar te maken die vandaag in de krant zijn gebezigd, door te zeggen: we gaan dat direct regelen, want we vinden het inderdaad een bizarre situatie dat huurders met zonnepanelen slechter af zijn.
De voorzitter:
Mevrouw Erkens. O nee! Ik bedoel mevrouw Postma.
Mevrouw Postma (NSC):
We zijn inmiddels al getrouwd volgens mij.
Mevrouw Postma (NSC):
Het lijkt me absoluut niet de bedoeling dat zonnepaneelbezitters slechter af zijn. Het is belangrijk om dat goed te regelen. Dat willen we hier doen. Daarom bekijken we ook wat er gebeurt. Nogmaals, we zijn een wet aan het maken die 25 jaar geldt. Helaas betekent dat dat er in 2027 een einde komt aan de salderingsregeling. Dat hebben we met z'n allen in het akkoord afgesproken. Dat betekent dat we ons klaarmaken voor de nieuwe regels. Daarbij gaat gewoon gelden dat die terugleveringsvergoeding niet negatief mag zijn en dat dat niet kan.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dan kom ik toch bij mijn laatste vraag. Soms denk ik namelijk: nou, die krantenkop wordt waar. Soms denk ik: nee, toch niet. Wanneer gaan we het nou regelen? Gaan we nou voor die kleine groep iets regelen op het moment dat we instemmen met deze wet en zeggen we tegen de rest: die krantenkop komt later wel? Of zeggen we: nee, wacht eens even; we maken nu die wet en we kunnen zekerheid geven, ook aan de mensen die dus nu al zo veel betalen, ook via allerlei slinkse omwegen? Het gaat niet alleen over een terugleververgoeding. Dit gaat ook over geen welkomstkorting, hogere kosten en geen vast contract. Wanneer wil NSC dat dan gaan regelen? Is dat pas in 2027 of nu al?
Mevrouw Postma (NSC):
Er zijn drie situaties. De eerste gaat over het niet betalen voor het terugleveren van stroom. Het gaat over kilowattuur. Ja? Die hebben we dus. De tweede gaat om de salderingsregeling waarbij mensen met zonnepanelen nu per jaar afrekenen. Dat mag niet negatief zijn. Volgens mij is dat hoe we de regels op dit moment met elkaar hebben afgesproken. Vervolgens gaat er dit gebeuren als die salderingsregel beëindigd wordt. Daartoe hebben we een afspraak gemaakt in het hoofdlijnenakkoord. Dan geldt de regel — dat lijkt mij heel positief en daarbij verwijs ik ook even naar de motie-Erkens — dat het niet alleen niet mogelijk is geld te vragen voor het terugleveren van stroom qua kosten, qua kilowattuur, maar waarbij ook die heffingen niet kunnen.
De heer Bontenbal (CDA):
Dit is wel verwarrend. Iets verschijnt niet zomaar in de krant. Daar gaat een fractie mee de boer op. Dus een fractie zegt tegen een krant of meerdere journalisten: wij komen met iets. Dat is geïnterpreteerd. Er staat groot in de krant dat de Kamer voor de terugleverkosten gaat liggen, maar dat is gewoon níét wat er nu gebeurt. Dat is ook níét het voorstel van NSC. Laat ik het dan gewoon een "misverstand" noemen. Dingen kunnen gebeuren, er kan iets fout gaan in de communicatie, maar dan vind ik het wel goed dat het gewoon helder recht wordt gezet. Na het schrappen van de salderingsregeling zijn leveranciers die terugleverkosten in rekening gaan brengen, omdat de kosten anders oneerlijk worden verdeeld over de klanten. Dat is wat de afgelopen week allemaal in de krant hebben gelezen. Die terugleverkosten blijven gewoon staan. Daar heeft u op dit moment geen voorstel voor. Het voorstel dat u wel heeft, gaat over iets heel anders. Dat gaat namelijk over een heel, heel, heel klein stukje van het aantal consumenten. Dat zijn de mensen die meer stroom leveren aan het net dan ze verbruiken. Eerst ga je namelijk salderen, dan streep je alles weg en pas over het surplus krijg je een terugleververgoeding. Uw amendement gaat over de terugleververgoeding, en dan raakt het waarschijnlijk ook alleen nog maar de mensen met een dynamisch tarief, want alleen de dynamische tarieven duiken onder nul. Uw amendement gaat dus echt over een heel klein deel van de zonnepanelenbezitters. Wat er gesuggereerd wordt in de krant is iets heel anders en klopt niet. Ik vind het goed als u dat gewoon rechtzet, want dingen kunnen fout gaan, maar het moet wel duidelijk zijn, volgens mij.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik dacht dat ik duidelijk was in mijn uitleg. Nogmaals, er mag geen negatieve prijs gevraagd worden voor het terugleveren van stroom aan het net. Nogmaals, na 2027, als de salderingsregeling is verdwenen, is er naast kilowattuur ook een vergoeding die soms gevraagd wordt. Tot die tijd hebben we de salderingsregeling. Daarbij kijken we er met elkaar naar dat je geen negatief energiebedrag mag betalen bij je jaarrekening.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat is niet wat u heeft voorgesteld. U heeft een amendement ingediend waarin het gaat over de terugleververgoeding. Uw amendement gaat erover dat je, als je alles hebt weggestreept aan het einde van het jaar, nog iets hebt waar je een bedrag voor moet krijgen. Het gaat dus over huishoudens die meer produceren dan dat ze verbruiken. U wilt geen negatieve vergoeding. Dat gaat met name over dynamische energieleveranciers die op de spotmarkt bezig zijn. De energieprijs duikt daarbij weleens onder nul als de zon heel erg schijnt, maar de meeste mensen hebben dat contract helemaal niet. De meeste mensen hebben gewoon een normaal contract. Maar een klein percentage mensen heeft een dynamisch contract. De suggestie die gewekt is in de verschillende media, namelijk dat de terugleverkosten door uw voorstel verdwijnen, klopt dus niet. Ik vind het goed als u dat gewoon helder rechtzet. Het kan een misverstand zijn — we maken allemaal fouten — maar het moet wel duidelijk zijn. Ik vind dat u nu te veel mist creëert over het voorstel. Ik wil ook graag door over dat verbod op die negatieve prijzen, maar ik zou eerst graag willen dat u dit uit de wereld helpt. Daarna ga ik mijn vervolgvraag over die negatieve prijs stellen.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik dacht dat ik duidelijk was.
De heer Bontenbal (CDA):
Nou ja, u bent niet duidelijk, maar laat ik het dan duidelijk maken: uw amendement dat is ingediend, gaat niet over de terugleverkosten, wat nu in de krant staat. Er is dus gewoon een valse suggestie gewekt. Ik had gehoopt dat u dat zelf eerlijk zou zeggen.
Dan iets dat wel in het amendement staat, over een negatieve elektriciteitsprijs. Waarom zou je die verbieden? Kijk, een negatieve elektriciteitsprijs heb je bij dynamische contracten waarbij het ene uur de prijs heel hoog is en het andere uur de prijs heel laag. Een klant die voor zo'n contract kiest, neemt bewust een risico met zo'n contract. Het is een heel volatiel contract. De meeste mensen doen dat dus ook niet en kiezen gewoon voor een normaal contract, met een vast jaar of een variabel tarief, en dus niet voor een dynamisch contract. Waarom zou je dan verbieden dat mensen die soms profiteren van een hele hoge stroomprijs, op een ander moment even moeten betalen? It's all in the game. Dat is het idee van dat contract. Ik zou het namelijk niet verbieden, omdat mensen bewust zo'n risico willen lopen omdat ze vrijwillig dat contract aangaan. Het maakt mogelijk dat we veel slimmer schakelen met warmtepompen, elektrische auto's enzovoorts.
Mevrouw Postma (NSC):
Dat zie ik toch heel anders. We weten niet hoe de spotprijs zich in de toekomst gaat bewegen. Dat kan in een keer heel positief zijn, maar in een keer ook ontzettend negatief. We zien ook dat we helaas nog te maken hebben — daar gingen andere discussies ook over — met de telefonische verkoop van energieabonnementen aan mensen die toch niet helemaal blij zijn met wat het abonnement inhoudt als ze het eenmaal hebben afgesloten. Dit is toch een van de factoren waarvoor we graag die bescherming willen inbouwen, zodat we zeker weten dat mensen die zonnepanelen hebben, echt niet geconfronteerd kunnen worden met een negatieve rekening.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik wil hier nog even op doorvragen. Van een partij die onderdeel gaat uitmaken van het landsbestuur, verwacht ik gewoon meer. Als er iets verkeerd in de krant belandt, als er iets niet klopt, verwacht ik dat daar netjes en eerlijk over wordt gezegd: inderdaad, dat is misgegaan. Dat verwacht ik van zo'n partij. Ik wil er ook even bij stilstaan dat dit voorstelletje dat nu gedaan is ... Ik heb het hier. Het is twee zinnen amendement, drie zinnen toelichting. Het is niet de oplossing voor de terugleverkosten die in de krant staat, maar het is natuurlijk wel een bliksemafleider voor het plan in het formatieakkoord. Daarin wordt ineens per 2027 de hele saldering afgeschaft. Wat zegt mevrouw Postma nou tegen die 100.000 zonnepaneelbezitters die vorig jaar die panelen hebben aangeschaft met het idee dat ze die in zeven jaar terugverdienen? Kunnen zij erop rekenen dat dat zo is?
Mevrouw Postma (NSC):
Dat heeft deels te maken met de vergoeding die je kan krijgen voor de teruglevering van je panelen. Laat ik zeggen dat niet elke maatregel die je in een hoofdlijnenakkoord neemt leuk is. Het zomaar in een keer afschaffen van de salderingsregeling is ook een hele moeilijke. Tegelijkertijd is het wel heel duidelijk zoals we het nu hebben neergezet. Het is in 2027, dus daar kan je rekening mee houden. We zien nu dat de 30% zonnepaneelbezitters op dit moment vanzelfsprekend veel baat heeft bij de salderingsregeling, maar we zien ook dat degenen die op dit moment nog geen zonnepanelen hebben onevenredig veel moeten gaan betalen. Dat is natuurlijk een van de redenen — dat weet mevrouw Rooderkerk ook — dat die tarieven er zijn, dat die nu op zo'n manier worden vastgesteld. We vinden het heel erg belangrijk om die mee te nemen om ervoor te zorgen dat mensen ook in de toekomst kunnen blijven investeren in zonnepanelen. De salderingsregeling zoals die nu is, is dan niet meer houdbaar, omdat de kosten op zoveel anderen moeten worden afgewenteld.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Mevrouw Postma praat nu over de toekomst. Dat snap ik wel, maar het probleem zit natuurlijk bij de zonnepaneelbezitters die ze nu eenmaal hebben aangeschaft, die 100.000 mensen die vorig jaar dachten: ik heb een terugverdientijd van zeven jaar. We weten dat die zeven jaar van belang is, want daardoor gaan mensen die zonnepanelen aanschaffen en kunnen we door met de duurzame transitie. Aan die mensen is iets beloofd wat ze nu niet krijgen.
Mevrouw Postma (NSC):
Eens.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Hoe kijkt NSC nou richting die mensen? En hoe kijkt ze nou naar het voorstel dat nu wordt gedaan?
Mevrouw Postma (NSC):
Dat is ook het moeilijke met zo'n politiek besluit. Nogmaals, dit is geen leuke maatregel. Het is wel een maatregel waarvan velen al weten ... We hebben het al heel lang met elkaar over de salderingsregeling en we hebben het ook al heel lang met elkaar over het feit dat die op een gegeven moment niet meer houdbaar is. Volgens mij kan het geen echte verrassing zijn dat er iets met de salderingsregeling gedaan moet worden. Is het vervelend voor de mensen die vorig jaar een zonnepaneel hebben afgeschaft? Absoluut wel. Is het voor mensen die dat tien jaar of vijf jaar geleden hebben gedaan logisch om 'm nu af te schaffen of te beëindigen? Ja, want die hebben hun terugverdientijd al gehad. Als je een regeling beëindigt, is er altijd een groep die daardoor enorm getroffen wordt en een groep die daar baat bij heeft.
De voorzitter:
Mevrouw Rooderkerk, de laatste keer.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
"Vervelend" dekt natuurlijk niet helemaal de lading wat mij betreft. Ik loop elke dag langs de banner van NSC, als ik op de zevende verdieping naar onze ruimten ga. Daar staat "goed bestuur". Ik hoop dat mevrouw Postma dat ook goed voor ogen houdt, wanneer het gaat over maatregelen die in deze formatie nog meer worden genomen.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik heb in eerdere commissiedebatten al duidelijk het standpunt van NSC over salderen verteld. Ik heb gezegd dat het voor ons logisch is om de salderingsregeling op een gegeven moment te beëindigen. Dat kan dus geen verrassing zijn.
De voorzitter:
Volgens mij kunt u nu verder met uw betoog. U bent nog helemaal niet begonnen. Ik zou eigenlijk willen voorstellen dat u nu een beginnetje maakt met uw inbreng.
Mevrouw Postma (NSC):
Heel goed.
De voorzitter:
Dan laten we u even praten.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dat kan, maar dan kom ik later terug op precies dit punt, want ik heb nog een aantal vragen over …
De voorzitter:
Weet ik, maar u heeft op dat punt al geïnterrumpeerd en …
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Nee, op een ander punt.
De voorzitter:
Weer een ander?
Mevrouw Postma (NSC):
Over de saldering?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Daar heb ik mevrouw Postma nog niet over bevraagd.
De voorzitter:
Helder.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Daar heb ik een aantal vragen over. Ik kan er ook op wachten, maar het sluit er nu misschien beter op aan.
De voorzitter:
Dan doen we dat bij dit blokje. Dan hebben we dat maar gehad.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. De voorzitter hoeft voor de rest geen oordeel te geven over het onderwerp als ik een collega van haar partij interrumpeer.
Goed. Ik hoor …
Mevrouw Postma (NSC):
Volgens mij doet ze dat niet.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Goed. Laat maar.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger, toch heel even. Volgens mij doe ik het allemaal heel netjes en neutraal.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Zeker. Maar dat we het gehad hebben … Dit is gewoon nog niet voorbij. Er ligt gewoon een ongelukkig voorstel, dus we hebben het nog niet gehad.
Mevrouw Postma (NSC):
Volgens mij bedoelde de voorzitter dat niet op die manier, dus stel gerust uw vraag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Gelukkig.
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter, toch even een punt van orde. Mevrouw Kröger zegt: haar partij. Wilt u dat even terugnemen?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik neem dat terug. Prima.
Goed. Dan de vraag. Ik hoorde mevrouw Postma in een bijzin over salderen zeggen — ik wil dat even verifiëren — dat dat helaas per 2027 wordt afgeschaft. Mijn vraag is de volgende. Er lag een afbouwpad en nu wordt het in één keer afgeschaft. Waar is dit vandaan gekomen in de besprekingen? Het staat in niemands verkiezingsprogramma, dus waarom is opeens op tafel gekomen "in één jaar"?
Mevrouw Postma (NSC):
Dit vind ik oprecht een hele goede vraag. Ik heb niet bij de desbetreffende besprekingen gezeten, dus ik kan daar in alle eerlijkheid geen antwoord op geven. Tegelijkertijd wil ik zeggen: we dragen het alle vier. Het is dus niet dat ik voor mijn verantwoordelijkheid wil weglopen. Het staat erin. Wij hebben dat akkoord getekend. We hebben gisteren het debat gehad. Ik zal dit dus ook dragen en daar kunt u mij op aanspreken. Ik denk dat we dat maar als belangrijkste punt moeten concluderen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Oké. Mij viel op dat er bij het opvragen van de stukken ten behoeve van de formatie — dat geldt dus ook voor de stukken die zijn opgevraagd bij het ministerie van EZK — niets is opgevraagd over de impact van het in één keer afschaffen van salderen op de uitrol van zonnepanelen. Ik ben verbaasd dat je bij zo'n stevig besluit — je doet het in één jaar — niets uitvraagt bij het ministerie over wat dit zou betekenen voor de uitrol van zon op dak. Kan mevrouw Postma mij daar misschien een verklaring voor geven?
Mevrouw Postma (NSC):
Nogmaals, ik heb niet bij dit gedeelte aan tafel gezeten. Ik kan dat ook niet uitleggen, toelichten, of wat dan ook. Nogmaals, het staat erin. Het is niet het beste wat we willen, maar het staat er wel in. Mevrouw Kröger geeft volgens mij aan, en zo ken ik haar ook: laten we alsjeblieft doorgaan met de energietransitie en laat het aantrekkelijk blijven om zonnepanelen neer te leggen. Dat is eerlijk gezegd wat mijn partij ook heel graag wil. Dat is ook de reden dat we gaan kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen met vertrouwen kunnen investeren, dat ze geen geld moeten betalen als ze energie terugleveren aan het net, of dat die heffing vaste kosten gaat verdwijnen als die salderingsregeling ook weg is, wat al over een paar jaar het geval is. We moeten er dus voor zorgen dat daarna die zonnepanelen echt aantrekkelijk zijn en blijven en dat mensen weten waar ze aan toe zijn.
De voorzitter:
Laatste keer.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ja, zeker afrondend. We hebben een heel uitgebreid debat gehad over salderen. Er ligt heel goed onderzoek over wat de impact is van hoe je het afbouwt. In één keer afschaffen op deze manier zal dramatische gevolgen hebben. We gaan hier een wetsvoorstel voor krijgen in deze Kamer. Ik hoop echt dat alle vragen die de formerende partijen niet gesteld hebben tijdens de besprekingen alsnog uitgezocht worden en dat er wellicht gewoon een ander voorstel komt te liggen.
Mevrouw Postma (NSC):
Het lijkt me heel goed om daarnaar te kijken. Nogmaals, wij willen ook dat die duurzaamheidstransitie doorgaat, met name dat huishoudens gewoon zonnepanelen op het dak kunnen blijven leggen en dat ze daar een goed gevoel over houden, zowel voor hun portemonnee maar ook voor het klimaat en de duurzaamheidstransitie die we hebben. Ik was niet bij de vorige salderingsbehandeling, maar dit zijn wel dingen waar ik in ga duiken. Ik neem aan dat we hier met elkaar nog een debat over zullen voeren. Dat lijkt me heel logisch.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik beluister dit nu. We hebben alle partijen die betrokken zijn bij de formatie, hiernaar gevraagd en gevraagd wat er is gebeurd en waarom dit nou in het akkoord is gekomen. Eigenlijk hebben ze er allemaal geen antwoord op gegeven. Ik hoor mevrouw Postma ook nog zeggen dat het niet het beste idee is dat erin staat. Dat is heel eerlijk, dus dat waardeer ik, maar dan zou ik zeggen: er is een alternatief. Het amendement dat net is ingediend door mevrouw Postma, is niet de oplossing. Wij dienen een amendement in om te werken met een afbouwpad om ervoor te zorgen dat mensen weten waar ze aan toe zijn — goed bestuur — dat ook de markt weet waar die op in kan spelen en dat de energietransitie door kan gaan. Hierbij mijn verzoek en handreiking aan mevrouw Postma om als NSC die vrije rol te pakken om dit goed te maken en voor dit voorstel te zijn.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik heb het amendement van mevrouw Rooderkerk natuurlijk gezien. Hoewel het een mooi voorstel is, hebben wij gewoon een afspraak in het hoofdlijnenakkoord. Daar gaan wij ons aan houden. De stemmingen moeten nog komen, maar wij gaan ons houden aan dat hoofdlijnenakkoord.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Het is een motie, die ik nog moet indienen. Ik wil die graag laten zien en ik hoop dat u daar toch even goed naar wil kijken. Ik hoorde verschillende partijen, ook de VVD, vandaag zeggen dat een afbouwpad verstandig is. Dus ik hoop dat de partijen daar toch hun best voor willen doen.
Mevrouw Postma (NSC):
Voorzitter … O, de heer Erkens komt eraan.
De heer Erkens (VVD):
Even een persoonlijk feit: dat is niet wat ik gezegd heb. Dat kunt u ook in het stenogram terugzoeken.
Mevrouw Postma (NSC):
Het is gewoon heel duidelijk: wij hebben afspraken met elkaar gemaakt en de ene afspraak is leuker dan de andere. En ik hou me aan de afspraken.
De voorzitter:
Oké. Nu kunt u verder.
Mevrouw Postma (NSC):
Nu kan ik begínnen.
De voorzitter:
O, u kan beginnen.
Mevrouw Postma (NSC):
Heel goed. Eens even kijken. Ik wou het ook nog even hebben over telefonische verkoop, als dat mag. Ik had daartoe een amendement ingediend, waarbij ik de feedback kreeg: dat mag niet van Brussel. Dat vind ik sowieso iets raars. Daar hebben we het toen ook over gehad. Als ik een amendement indien om de consument te beschermen tegen telefonische verkoop en dat vanuit Brussel niet mag, dan denk ik dat we naar Brussel moeten gaan om de ruimte te krijgen om onze burgers in Nederland te beschermen tegen deze verkoop. Ik heb wel nog een afweging gemaakt omdat ik ook deze feedback kreeg: als dit amendement wordt ingediend, het onderdeel van het recht wordt en men naar de rechter gaat terwijl de Brusselse wetgeving nog staat, dan houdt het geen stand. Dat is de reden dat ik het amendement ga intrekken en me heb aangesloten bij het amendement van de heer Flach, maar ik heb daar nog wel in totaal drie vragen over aan de minister.
De eerste had ik eigenlijk al een beetje indirect gesteld in het interruptiedebatje. Vallen kleine ondernemers en zzp'ers ook onder het amendement van de heer Flach? Twee. De minister heeft in het eerdere debat al aangegeven dat hij zich gaat inzetten in Brussel — daar is hij al mee bezig — voor die consumentenbescherming, zodat we energieverkoop via de telefoon kunnen verbieden. Kan de minister toezeggen dat hij dat gaat doen? En mijn volgende vraag is: zodra dat geregeld is, kunnen wij dan in de wet opnemen dat energieverkoop via de telefoon verboden wordt?
Dan mijn volgende vraag. Mevrouw Kröger heeft een amendement ingediend over energiehubs en energie delen, dat wij van harte steunen. Volgens mij hebben wij het daar voldoende over gehad. Ook wij vinden het als NSC heel belangrijk dat mensen met elkaar energie kunnen opwekken en delen. Wij stimuleren dat van harte. Juist die decentrale component daarvan vinden wij in die zin heel interessant. Dus steun daarvoor.
Ik heb de heer Kops een mooi verhaal horen vertellen over het aanpakken van tussenpersonen. Hij vroeg aan de minister wat we daaraan kunnen doen. Dat steunen wij van harte. Daar zijn wij ook heel benieuwd naar.
Ik heb zelf in de wet heel erg zitten zoeken naar wat we doen om huishoudens, mensen die moeite hebben met het betalen van hun rekening, te beschermen tegen afsluiting. Tot mijn verbazing zag ik dat niet in de wettekst. Ik zag wel dat bescherming op het gebied van peer-to-peer wordt geregeld. Dat zag ik er wel in terug. Ik begreep dat dat intussen wel is uitgewerkt in ministeriële regelingen, dat dat op die manier is aangepakt. Kan de minister toelichten wat daarin staat en dat hier laten zien met de overwegingen daarbij? Waarom staat dat niet, net als dat peer-to-peer, in de wettekst? Waarom wordt deze dus eigenlijk op een andere manier behandeld en ministerieel afgedaan? We hadden het net kort even over LionLink en het aansluiten van het andere bedrijf. De vorige keer hadden we een debat over het feit dat we geen nee mogen zeggen. TenneT moet in principe nog iedereen aansluiten. Ik begrijp dat dat ook te maken heeft met de interpretatie van de richtlijnen. Zou de minister nog eens een toelichting willen geven op waarom precies dat niet kan en wat we wel kunnen doen, bijvoorbeeld via de Omgevingswet, als er projecten zijn waarvan het niet slim is om ze uit te voeren en waarvan het niet verstandig is om ons belastinggeld daaraan uit te geven. De vorige keer hadden we het over de MKBA. DataSense werd net genoemd. De heer Flach had net een voorbeeld van zonnepanelen op het IJsselmeer. We hadden het net ook de stroomverbinding tussen de UK en Nederland onder de Noordzee. Graag een reflectie daarop.
Net had ik het over het punt dat mevrouw Koekkoek ook al heel mooi verwoordde. Zij heeft een amendement ingediend. Ik heb hetzelfde gedaan met een iets andere strekking. Volgens mij willen we allemaal hetzelfde, namelijk dat deze wetgeving gewoon goed is en dat wij, als er grote veranderingen zijn of als er dingen worden uitgehaald, dat als Kamer ook zien en met elkaar kunnen bespreken of dat wel of niet een goed idee is. Ik ben benieuwd naar de appreciatie van de minister van beide amendementen. Dan denk ik dat we even met z'n allen moeten kijken voor welk amendement we moeten gaan.
De voorzitter:
Ik kan bij dezen concluderen dat u het amendement op stuk nr. 62 heeft ingetrokken.
Mevrouw Postma (NSC):
Ja.
De voorzitter:
Mooi. Gaat u verder.
Mevrouw Postma (NSC):
Ja. Ik moet even kijken of dat het goede amendement is.
De voorzitter:
Het amendement op stuk nr. 62.
Mevrouw Postma (NSC):
Het amendement over telefonische verkoop. Dat is een ander amendement.
De voorzitter:
Wat bent u scherp.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik ga het even opzoeken, maar het gaat om het amendement over telefonische verkoop en de ACM. Dat is al eerder ingediend. Dat zal een lagere nummering hebben, geef ik als tip door. Dat hoor ik later dan wel. Het amendement op stuk nr. 18, krijg ik toegefluisterd.
De voorzitter:
Nou, dank aan de minister.
Het amendement-Postma (stuk nr. 18) is ingetrokken.
Mevrouw Postma (NSC):
Ja. Even kijken. Dan was dat het.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger heeft nog een aanvullende vraag voor u.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik had nog een vraag over het energiedelen. Ik ben heel blij dat mevrouw Postma ook het amendement over energiedelen steunt. Ik heb nog een amendement over energiedelen, waarbij er sprake is van vrije leverancierskeuze. Dat is eigenlijk het systeem waar we op moeten landen, denk ik. Eenieder kan zich dan verenigen en kan de energie delen met anderen. Dan kun je echt de stroom die je op je dak hebt opgewekt en zelf niet gebruikt delen met de buren, met een bedrijf of met wie dan ook. Er komt nu een eind aan salderen, maar het moet toch vooral gaan over wat het betekent voor huishoudens met meer stroom dan ze zelf gebruiken. Hoe kunnen ze die lokaal het beste gebruiken? Dat is de essentie van de discussie.
Mevrouw Postma (NSC):
We hebben het over dit amendement gehad. Het eerste hebben we ook ondertekend. Het tweede gaat inderdaad over de vraag of je verschillende energieleveranciers mag hebben in dit geheel. Zonder dat ik het meteen ondersteun, wil ik erbij zeggen dat me dat in beginsel een goed idee lijkt. Het idee is dat we met elkaar energie willen delen en dat je dat wat je over hebt aan iemand anders kan geven. Tegelijkertijd kan ik hier nog niet goed de implicaties van zien. Ik ben dus ook heel benieuwd naar het antwoord hierop van de minister. Hoe ziet die dat? Hoe gaat het dan met de balansverantwoordelijkheid? Hoe gaat het dan met de administratie? Is de bescherming van iedereen daarin goed geregeld? Geldt daar dan ook de peer-to-peerbescherming waar ik het net een beetje over had bij de afsluiting? Zit die er ook bij? Daar heb ik nog wel wat vragen over. In principe ben ik enthousiast over het uitgangspunt.
De voorzitter:
Een aanvullende vraag, mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dat is goed om te horen. Ik denk vooral: als je het huidige regime rond zon op dak gaat aanpassen, dan moet je een alternatief hebben dat het voor mensen mogelijk maakt om niet alleen afhankelijk te zijn van het terugleveren naar een energieleverancier. Ze zullen iets anders met die stroom moeten kunnen doen en ze zullen daar eigenlijk ook zelf over moeten kunnen beschikken. En dat is precies waar dit amendement over gaat.
Mevrouw Postma (NSC):
Hartstikke mooi. Het idee daarachter is heel erg goed. En wat heel mooi zou zijn, is dat je op een gegeven moment die energie met elkaar hebt en de energie die je te veel hebt, in een batterij kunt opslaan, zodat je het later weer terug kunt nemen. Het zou mooi zijn als we op zo'n manier verdergaan.
De voorzitter:
Goed zo. Dat was het einde van uw betoog, hè?
Mevrouw Postma (NSC):
Ja.
De voorzitter:
Heel goed. Dan zijn we bij de laatste spreker van de kant van de Kamer: de heer Vermeer van de BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. We hebben inmiddels al aardig wat uren over deze Energiewet gedebatteerd. En ik denk dat dat terecht is, want het gaat hier om een serieuze modernisering die als duidelijk doel heeft om ook weer zo'n twintig jaar mee te gaan. Het is ons ook gepresenteerd als een soort framework waar we straks nog allerlei nieuwe zaken in kunnen hangen. En dat is ook zeker nog wel nodig, want wat ons betreft zou er eigenlijk geen onderscheid moeten zijn tussen verschillende soorten energie in verschillende wetten. We hebben nu nog een aparte wet voor warmtenetten en de Warmtewet komt er ook nog aan. Wat ons betreft komen de mensen die via blokverwarming aangesloten zijn op een warmtenet, in dezelfde wet terecht. En ook het gebruik van waterstof moet hier nog in opgenomen worden, maar daar kom ik zo dadelijk nog even op terug.
Deze hele wet gaat niet alleen over duurzaamheid, want het gaat ook over licht en warmte in onze huizen. Het gaat zelfs over het rijden van treinen, zo heeft de heer Grinwis in zijn verhaal bepleit. De BBB denkt dat deze Energiewet een goede stap is om randvoorwaarden te borgen, maar op sommige punten kan het beter. Ik begin met waterstof.
Volgens ons heeft waterstof het in zich om in de toekomst een grote rol te spelen voor ons land. Zware industrie, bedrijfsterreinen en zelfs regionale vliegvelden zien het als een belangrijke schakel in de verduurzaming van hun bedrijvigheid. Daarom willen ze hier grote stappen in zetten. Ze worden op dit moment echter wel geconfronteerd met veel onduidelijkheden en wij moeten ervoor zorgen dat we dat hele proces als overheid goed begeleiden. De crux zit vooral in het realiseren van de infrastructuur voor waterstof en voor waterstofdragers binnen de clusters. Maar ook de connectie van die waterstofinfrastructuur op internationaal niveau is van groot belang. Er zijn wat ons betreft nog wel wettelijke kaders nodig voor de importterminals en de waterstofinfrastructuur.
Wat ons betreft moet het onderdeel waterstof dus zo spoedig mogelijk worden toegevoegd. Alhoewel hij er zeer waarschijnlijk, en hopelijk, niet voor verantwoordelijk zal zijn, hoop ik dat de minister zijn inschatting kan geven van op welke termijn dit zou kunnen. Hoever zijn bijvoorbeeld de voorbereidingen gevorderd op het ministerie? Ik neem aan dat daar gewoon keihard wordt doorgewerkt, ongeacht wie het schip bestuurt. Maar de Energiewet is daar wat ons betreft dus een goede kapstok voor.
Een belangrijk onderdeel is een goede ordening van de markt voor waterstof. In de tweede nota van wijziging staat dat Hynetwork Services, een dochteronderneming van de Gasunie, bij subsidiebeschikkingen is aangewezen als beheerder van het transportnetwerk met als taken het ontwikkelen en beheren in dienst van het algemene economische belang. De Nederlandse Staat is 100% aandeelhouder van de Gasunie, maar dat brengt wel met zich mee dat er oneerlijke concurrentie kan ontstaan als die taken verder gaan dan alleen het beheren van het net. Hoe kijkt de minister hiertegen aan? Is het volgens hem wenselijk dat er strakkere voorschriften komen voor publieke infrastructuurbedrijven, wat ons betreft met een beperking tot invoer, uitvoer en doorvoer? Wij hebben hier een motie voor klaarliggen, die ik in de tweede termijn zal indienen.
Ik heb daar ook nog een andere vraag over. Ik ben gisterenochtend bij een kennisontbijt over waterstof geweest. Daar werd mij verteld dat bedrijven die willen aansluiten op zo'n gasleidingnet, moeten betalen voor de capaciteit die ze maximaal willen aanleveren. Als zij dus denken dat zij ergens later dit jaar zoveel ton zouden willen leveren, dan moeten ze voor dat tarief betalen, ook al leveren ze op dit moment nog helemaal niets. Wij denken toch dat dat niet de juiste manier is om te stimuleren dat bedrijven hieraan mee gaan doen en gaan aansluiten. Op deze manier valt er, denk ik, geen goede businesscase te maken, temeer zo omdat men in buurlanden, bijvoorbeeld in Duitsland, twintig jaar lang gratis mag leveren om de boel op gang te helpen. Wij hebben gelukkig in het hoofdlijnenakkoord opgenomen dat er op dit gebied geen significante verschillen mogen zijn met buurlanden. We hopen dat daar snel invulling aan zal worden gegeven.
Dan iets over data. Data zijn ontzettend belangrijk in de energiemarkt. Ze zijn belangrijk om ons net slimmer te maken, maar ze zijn ook nodig voor gemeentes en provincies om inzicht te krijgen in hoe het zit op een bepaald industrieterrein of in een bepaalde wijk.
De voorzitter:
Meneer Vermeer, ik onderbreek u even want de heer Bontenbal heeft een interruptie voor u.
De heer Bontenbal (CDA):
Collega Vermeer zei iets interessants over het speelveld tussen verschillende landen. Ik ben het erg met hem eens dat landen als Duitsland op het gebied van waterstof veel meer doen. Die stimuleren dat gewoon heel fors. Gaat de nieuwe coalitie dat ook doen? Wat bijvoorbeeld Duitsland doet, is natuurlijk niet gratis. Duitsland, met een groene regering, heeft ook heel lage energietarieven en stimuleert dus ook waterstof heel erg. Gaat de nieuwe coalitie er dan ook aan werken om dat speelveld gelijk te trekken? Ik zou daar heel erg voor zijn en ik zou u daarin ook steunen, als u daar plannen voor hebt.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, meneer Bontenbal, voor uw steun bij voorbaat al. Dat is mooi meegenomen. In Duitsland drinken ze ook heel veel bier, maar ook daar is het niet gratis. Wij zullen er inderdaad naar moeten kijken hoe we dat gaan dekken. Maar in het hoofdlijnenakkoord hebben wij duidelijk de intentie weergegeven dat op dat gebied geen significante verschillen mogen zijn, omdat het anders niet leidt tot de verdere ontwikkeling van nieuwe infrastructuur op het gebied van alternatieve energiebronnen.
De voorzitter:
De heer Bontenbal nog een keer.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat klinkt mij als muziek in de oren. Dat gaat niet alleen over het verbruik van energie, maar ook over de productie van duurzame energie. Maar daar gaat natuurlijk wel een flink prijskaartje aan hangen, want Duitsland gooit daar heel veel geld tegenaan. Ik verwacht dus wel dat de nieuwe coalitie dan ook boter bij de vis doet. Ik wacht de plannen met veel interesse af.
De heer Vermeer (BBB):
Wij gaan de boter opzoeken en dan zullen we die te zijner tijd bij de vis voegen.
Zoals ik al zei zijn data belangrijk voor gemeentes en provincies om inzicht te krijgen. Maar data zijn ook zeer belangrijk voor burgers om goed inzicht te krijgen in hun energieverbruik en de kosten daarvan. Die facturen worden steeds onbegrijpelijker. De overzichten die ik in mijn mail krijg van mijn energieleverancier worden steeds langer, met fraaie grafieken, dat wel. Maar hoe het nu precies in elkaar zit, is best moeilijk te achterhalen.
We hebben in het wetsvoorstel ook gelezen dat er een gegevensuitwisselingsentiteit benoemd en ingericht moet worden. Ik heb een vraag aan de minister. Betekent dat ook dat burgers direct zelf op die plek informatie zouden kunnen inzien, om zo de facturen van hun energieleverancier te kunnen checken, maar ook om die van de brokers te kunnen checken op het moment dat ze energie gaan delen? Het wordt immers straks best wel ondoorzichtig als je meerdere overzichten krijgt van verschillende partijen. Hoe moet je die zelf controleren en vergelijken met wat je daadwerkelijk verbruikt of geleverd hebt? Zeker als je gaat delen met je familie wil je daar geen gedoe over hebben. Het liefst wil je het onafhankelijk bekijken.
Als laatste wil ik het nog hebben over het recht op een aansluiting. De heer Kops had het daar ook al over. In de tweede nota van wijziging staat opeens in artikel 3.38 dat toegang tot energie ook geweigerd kan worden. In de eerste versie stond nog dat dit uitgesteld kan worden en nu kan het opeens geweigerd worden. Mijn vraag is hoe wij als overheid en als netbeheerders ondernemers of particulieren een basisbehoefte kunnen ontnemen. Volgens ons is dat niet mogelijk. Daar hoor ik graag een antwoord op, omdat er nu al rechtszaken aan de gang zijn over uitstel, laat staan wat er zal gebeuren bij weigering. Wat zouden de gevolgen zijn als we het woord "weigeren" toch weer terugdraaien naar "uitstellen", zoals in het oorspronkelijke voorstel stond, en wat zou dan een redelijke termijn zijn?
Dan heb ik nog één puntje over het hele wetsvoorstel. We hebben het daarstraks al even gehad over hoofdstuk 6, de overige bepalingen over wanneer het wel of niet een projectbesluit gaat worden. Daar staat iets aparts in. Ik heb inmiddels via de politiek adviseur opgevraagd hoe het zit met het woordje "capaciteit". Dat is het vermogen van de windmolen. We zouden dat toch wel graag toegevoegd zien of op z'n minst bevestigd zien door de minister, zodat het opgenomen kan worden in de Handelingen. Maar er staat iets vreemds, want er staat dat de Gedeputeerde Staten gaan over de aanleg of uitbreiding van een windpark met een capaciteit van ten minste 15 megawatt, maar minder dan 100. Dat kun je dus als volgt interpreteren. Als er een uitbreiding van 50 bijkomt, dan valt dat onder Gedeputeerde Staten, maar als de capaciteit al 70 is, dan kom je boven de 100 en ga je naar 120. In theorie zouden Gedeputeerde Staten het dus elke keer met stukjes van 50 kunnen ophogen zonder dat er een ministerieel besluit nodig is, terwijl we al wel ruim boven de 100 megawatt zitten. We zouden heel graag van de minister horen of wij dat juist geïnterpreteerd hebben, want als dat zo is, dan kom ik nog met een amendement om daar andere spelregels voor in te stellen. We zouden ook graag willen weten of dit ook nog toegevoegd kan worden voor zonnevelden of dat wij dat moeten amenderen. Daar zou ik graag wat meer over willen weten.
Dat was mijn bijdrage. Dank u wel.
De voorzitter:
Kijk. Er zijn een aantal interrupties.
De heer Vermeer (BBB):
O, toch wel?
De voorzitter:
Ik begin bij mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik had verwacht dat de heer Vermeer zelf over het volgende zou beginnen. Deze Energiewet gaat natuurlijk ook over hoe we omgaan met mensen met zonnepanelen. In het coalitieakkoord wordt rücksichtslos besloten om het in één jaar af te schaffen. Dat was absoluut niet de inzet van BBB bij het lange plenaire debat en vooral ook in de Eerste Kamer is de BBB heel duidelijk geweest dat er een betrouwbare overheid moet zijn en dat we juist moeten zorgen dat het loont om zon op dak te hebben.
De heer Vermeer (BBB):
Klopt.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Mijn vraag aan de heer Vermeer is de volgende. Ik vroeg het net aan mevrouw Postma. Die zei: ik weet het eigenlijk niet, want ik zat niet bij die gesprekken. Maar volgens mij zat de heer Vermeer wel bij die gesprekken. Het stond in geen enkel verkiezingsprogramma. Hoe kan het nou dat er besloten is dat het in één jaar afgeschaft moet worden?
De heer Vermeer (BBB):
Mevrouw Kröger, bedankt voor de vraag. Daar geef ik graag opheldering over. Het is eigenlijk heel simpel: omdat wij bij alle plannen die wij gemaakt hebben, op zoek moesten naar dekking. Wij hebben heel veel alternatieven overwogen. Het ene doet meer pijn dan het andere, of het ene doet bij de ene partij meer pijn dan het andere. We hebben wat ons betreft de keuze gemaakt — ik kan alleen over onszelf zeggen hoe wij dat afgewogen hebben — om toch deze pijnlijke maatregel te treffen. Dat had er ook mee te maken dat wij gezien hebben dat, nadat het afschaffen van de saldering weggestemd was, de energieleveranciers vrijwel direct gereageerd hebben en hier nog steeds mails over sturen. Ik heb er zelf ook eentje gehad. Zodra het contract afgerond is, moeten we als burgers die zonnepanelen hebben, opeens een boete betalen voor het feit dat we zonnepanelen hebben. Dat is blijkbaar volgens de ACM-spelregels gewoon toegestaan, maar dat zorgt er op dit moment voor dat zelfs mensen die helemaal niets terugleveren maar alles zelf verbruiken, nu een soort boete krijgen op het gebruik van zonnepanelen. Wij hebben dat met elkaar afgewogen en hebben gezegd dat dit echt een waardeloze maatregel is om dekking te geven voor andere voorstellen die wij willen, zoals de energiebelasting omlaag en — u heeft het gezien — koopkrachtverbetering in de breedste zin van het woord. Er moest iets tegenover staan en dit was een zeer pijnlijke bezuiniging. Ik kan het niet anders noemen.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger nog een keer.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Er zit heel veel in het antwoord van de heer Vermeer, onder andere de suggestie dat salderen nu in één keer wordt afgeschaft omdat de energieleveranciers heffingen zijn gaan invoeren. Maar je kan ook die heffingen voorkomen; zie het amendement-Beckerman. Het is dus wonderlijk om dan in een wetgevende rol niet daarop in te grijpen — dat kunnen wij als Kamer — maar te zeggen: nee, dan schaf ik die hele regeling af. Maar mijn vraag is eigenlijk: waren de formerende partijen zo naarstig op zoek naar geld dat er zelfs niet een afbouwpad in zat en dat het daarom dus in één keer moest? Ik vind het echt heel asociaal naar mensen toe die gerekend hebben op bepaalde voorwaarden. Toen zou het afgebouwd worden tot 2031. Daar konden mensen ook nog rekening mee houden. Toen ging dat niet door. Nu is het in 2027 in één keer, pats-boem, weg. Zaten de formerende partijen zo klem dat er geeneens een afbouwpad in zat?
De heer Vermeer (BBB):
Ik kan alleen praten over onszelf en onze eigen afwegingen hierin. Wij hebben zelf de volgende afweging gemaakt. Als we die saldering afschaffen, heeft dat in welke vorm dan ook — dat hebben we gezien bij de discussie over de geleidelijke afschaffing — de directe impact dat mensen het gevoel hebben: de saldering wordt afgeschaft. Als je het dan toch doet, levert het inderdaad het meeste geld op als je het in één keer doet. Wij hebben ervoor gekozen om zo min mogelijk pijnlijke maatregelen te treffen, in plaats van deze langer uitspreiden en weer andere maatregelen bedenken die ook weer andere gevolgen hebben voor burgers. Dat is gewoon een keuze geweest, dat klopt.
De voorzitter:
Laatste keer, mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ja, afrondend. De reden waarom het in één keer zo veel geld oplevert, is omdat het die mensen juist in één keer heel hard raakt. Het feit dat je het afbouwt, helpt mensen die een paneel op het dak hebben. Daar houden ze rekening mee met betrekking tot hoelang de terugverdientijden zijn. Mijn laatste vraag aan de heer Vermeer is: wat is het alternatief? Wat is nou het alternatief voor al die mensen met zon op dak als het er in 2027 in één keer af gaat? Hoe ziet de heer Vermeer dat voor zich?
De heer Vermeer (BBB):
Wat ons betreft moeten alle boetes die er nu staan op het bezitten van zonnepanelen, via administratiekosten of op een andere manier, er per direct af. Dat is een kleine verlichting van de besparing die de overheid inboekt, maar die de burger inderdaad geld kost. Want alles wat de overheid bespaart, kost iemand anders geld. Daar moeten we ook eerlijk in zijn. Wij hopen dat we echt aan de slag kunnen met het stimuleren van thuisbatterijen en andere oplossingen om ervoor te zorgen dat mensen die zelf stroom opwekken, die stroom zo efficiënt mogelijk en het liefst gewoon in eigen huis kunnen inzetten.
Mevrouw Beckerman (SP):
De BBB draait hier gewoon sneller dan een windmolen. Het is nog maar een paar maanden geleden dat de BBB dit voorstel in de Eerste Kamer tegenhield. Nu komen ze met een voorstel dat nog veel verder gaat. Toen dat voorstel werd tegengehouden, ging het over "de gewone man en vrouw". Dat waren niet mijn woorden; dat waren de woorden van de BBB. Wat zegt de BBB nu dan tegen die gewone man en vrouw?
De heer Vermeer (BBB):
Wij zeggen tegen die gewone man en vrouw dat wij er over de hele linie voor zorgen dat de koopkracht verbetert en dat wij een aantal impopulaire maatregelen hebben moeten treffen om ervoor te zorgen dat wij de begroting zo goed als sluitend krijgen, volgens de normen die wij onszelf gesteld hebben. Dat is het enige eerlijke antwoord dat ik kan geven.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat zeiden de partijen de vorige keer ook en toen maakten we gezamenlijk de afweging dat dat niet genoeg is. We zien nu al dat er huurders zijn met zonnepanelen die duurder uit zijn. Het gaat om mensen die een klein beetje spaargeld hebben geïnvesteerd, met de hoop dat er eindelijk eens een keer een betrouwbare politiek zal zijn, die blij waren met de grote BBB in de Eerste Kamer, die dachten: hé, dit gaat anders dan we de afgelopen jaren hebben gezien; die zijn betrouwbaar; die pakken mij dat voorbeeldje niet af. Bam! Een paar maanden later is het weg. Die mensen kunnen niet even nog een keer hun spaargeld investeren in die thuisbatterij. Ik wil toch heel concreet weten: wat betekent dit voor de mensen die dat hebben gedaan en die huurders? Wat betekent dit voor hen? De energiebelasting is €29, zie ik in de financiële toelichting. Dat is mooi, maar dat weegt niet op tegen de tientallen, zo niet honderden euro's die dit hun kan gaan kosten.
De heer Vermeer (BBB):
Volgens de mail die ik van mijn energieleverancier kreeg, moest ik zelfs iets van €350 bijbetalen vanwege het bezit van zonnepanelen. Dat zal moeten vervallen. Wij hopen dat we op deze manier het leed kunnen verzachten voor mensen die die investering gedaan hebben.
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman, laatste keer.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik probeer altijd tot een oplossing te komen en voor dat laatste heb ik een oplossing. Wij hebben daarover een amendement ingediend. Zorg nou dat je dat nu al stopt en ga niet terug naar een discussie over krantenkoppen die niet kloppen. Maar goed, daar hebben we bij stilgestaan. Er is een voorstel om dat direct te stoppen. Dat zou u kunnen steunen, want daarmee voorkomt u een rekening voor uzelf. Maar goed, daarvoor zitten we hier natuurlijk niet. Maar heel veel mensen zijn hierdoor heel onaangenaam verrast. Is de BBB bereid om dat voorstel te steunen?
De heer Vermeer (BBB):
Zoals dat altijd gaat, met elk voorstel, ga ik dat eerst met mijn fractie overleggen. In de basis vinden wij dat die premies en zo eraf moeten. Dan gaat het er alleen even om op welk moment die eraf moeten. Wat ons betreft zou het redelijk zijn als dat dan ook per 1 januari 2027 is, maar we zullen uw voorstel in overweging nemen.
De voorzitter:
Dan ga ik nu naar de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik waardeer het dat de heer Vermeer gewoon klip-en-klaar zegt dat het een platte, financiële reden heeft, namelijk 720 miljoen structureel dat hiermee wordt bespaard dan wel aan lasten wordt verzwaard of bij de Staat terechtkomt. Dat was vorig jaar eigenlijk ook al bekend toen hier de salderingswet is behandeld, en ook begin dit jaar, toen er in de Eerste Kamer over werd gestemd. Toen was al duidelijk dat er een gat zou vallen en werd er gezegd: 717 miljoen structureel. Dat was toen voor de BBB geen reden om voor de wet van minister Jetten te stemmen. Ik krijg hier toch een beetje de indruk dat er sprake is van een opportunistische flipperkastpolitiek. Want in 2013 zei toenmalig minister Henk Kamp: deze regeling is niet houdbaar. Toen had hij het over salderen. Het gaat er op enig moment af, het is een tijdelijke stimulans. In 2017 is, onder aanvoering van Pieter Omtzigt, in het coalitieakkoord opgenomen dat in 2021 de salderingsregeling zou worden omgezet in een subsidie om een enorm uitdijende derving te voorkomen. In het vorige coalitieakkoord is gezegd: weet je wat, we gaan het anders doen, we gaan het geleidelijk afbouwen. Dat leidde tot iets meer geleidelijkheid en zekerheid. En dan nu ineens helemaal afschaffen? De heer Vermeer gebruikt als argument: we zien ons ineens geconfronteerd met terugleverkosten en allerlei andere fees. Of nee, juist geen fees, maar boetes die in rekening worden gebracht als je zonnepanelen hebt. Maar dat is allemaal voorspeld. Als salderen nu niet zou worden aangepakt door de politiek, zouden de energiebedrijven zelf het heft in handen gaan nemen. We wisten dit toch? De formatie was toch al gaande in januari-februari, toen er in de Eerste Kamer werd gestemd? Daar was de BBB toen toch ook al bij betrokken? Heeft de heer Vermeer er niet een beetje spijt van dat er toen iets te makkelijk is meegegaan, terwijl de liefde voor het zonnepaneel ook weer niet zo heel diep zat?
De heer Vermeer (BBB):
Ik waardeer het mooie stukje geschiedschrijving, dat al aangeeft dat deze flipperkast blijkbaar heel oud is. We zijn dus niet de enige partij die worstelt met dit dossier. U heeft zelf jarenlang vooruitgeschoven. Wij hebben nu een besluit genomen. Wij hadden al wel in ons verkiezingsprogramma opgenomen dat wij het stoppen met het salderen wilden opschorten. Wij hebben daarmee wel laten zien: dit is op termijn onhoudbaar. Het liefst hadden wij het verder vooruitgeschoven om de mensen die panelen aanschaffen minimaal zeven jaar terugverdientijd te geven. Nieuw is de wijze waarop energieleveranciers het afgelopen halfjaar hebben geacteerd. In de jaren daarvoor was dat niet aan de orde. Ik heb al jarenlang zonnepanelen en ik heb daar nog nooit iets extra's voor hoeven te betalen. Pas sinds het besluit over de salderingsregeling is genomen, moeten we extra betalen. Eigenlijk is dat een heel vreemde timing. Waarschijnlijk waren de systemen daar niet eerder klaar voor, was er nog niet zo goed gerekend of hadden ze er pas last van toen de hoeveelheid zonnepanelen ging exploderen. Dat zijn allemaal omstandigheden geweest. Nogmaals, ik kan hier wel allemaal mooie verhalen vertellen, meneer Grinwis, over dat we de energiebelasting naar beneden brengen, dat we minder wind op land willen — mensen zijn daar heel blij mee — dat de warmtepompverplichting eraf gaat en al dat soort mooie dingen. Maar als we het tot de essentie terugbrengen, dan is dit een van de financiële offers geweest die wij als partij moesten brengen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik waardeer de openheid van de heer Vermeer, daar niet van. Want ik weet hoe het werkt en dat je de plaat sluitend moet krijgen. Geld groeit niet aan een boom; dat moet je ergens vandaan halen. Alleen, dit was begin dit jaar, toen de Eerste Kamer moest stemmen, bekend. Toen was de formatie al bezig. Ook de waarschuwingen van de energiebedrijven dat als de wet zou worden verworpen, zij dan genoodzaakt zouden zijn om zelf in actie te komen met allerlei boetes en terugleverkosten et cetera, waren bekend. Het heeft zich nu alleen gematerialiseerd, dus in die zin is het nieuw. Maar we waren allemaal gewaarschuwd, voorstemmers en tegenstemmers.
Een van de argumenten van de BBB om tegen te stemmen in de Eerste Kamer, en volgens mij ook in de Tweede Kamer, ging over de terugleververgoeding van 80% van het kale leveringstarief. Collega Erkens en ik hadden dat in de wet geamendeerd als een soort extra garantie, zekerheid voor de komende jaren voor zonnepanelenbezitters, zo van: u kunt in ieder geval hierop rekenen. De BBB vond dat toen te weinig en nu staat zij onder een amendement van collega Postma dat alleen maar regelt, voor misschien nog wel minder dan 1% van de populatie die met dynamische contracten te maken heeft, dat de terugleververgoeding niet lager mag zijn dan nul, dus dat die niet negatief mag zijn. Waarom gebruikt de BBB dan niet het argument dat ze toen heeft gebruikt tegen het salderen, namelijk dat de in het vooruitzicht gestelde terugleververgoeding te laag is? Waarom wordt dat nu, vandaag, niet goed geregeld? Dat gebeurt nu slechts, zou ik bijna willen zeggen, met zo'n niemendalletje — ik zal voorstemmen, hoor — van alleen maar voorkomen dat er een negatief tarief komt.
De heer Vermeer (BBB):
Ik ben het met de heer Grinwis eens dat alleen dat amendement ook wat ons betreft niet voldoende is. Bij de overweging in de Eerste Kamer kwam er nog een extra argument bij. Dat was dat er rond de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer via het BNNVARA-programma Kassa ook bekend werd dat ruim 300 eigenaren van zonnepanelen niet eens een meter hebben die in staat is om een geleidelijk afbouwpad te faciliteren. Dat zijn wel argumenten die wij als BBB naar de onderhandeltafel hebben meegenomen, zo van: dan moeten we er maar dwars doorheen, want ellende gaat het toch opleveren; dat weten wij. Dat zeg ik met alle respect. Dit gaat pijn doen, niet zozeer voor de BBB, maar voor de burgers die het aangaat. Dat is belangrijk. Zo nemen wij het dus op in het hoofdlijnenakkoord en dan moeten we daarna in de uitvoering gaan kijken hoe we dat leed zo mogelijk kunnen verzachten.
De voorzitter:
Wordt vervolgd. Goed zo. Meneer Vermeer, u kunt verdergaan. U was klaar?
De heer Vermeer (BBB):
Ik ben klaar. Dank u wel.
De voorzitter:
Nou, kijk eens even. Dan kunnen we de eerste termijn van de Kamer afsluiten. We zien de minister terug na de dinerpauze. Dan gaat hij ons antwoorden.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik kan de vergadering voor eventjes schorsen en dan gaan we verder met het tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken die op 27 mei plaatsvindt. Dus voor nu gaan we even een aantal minuten schorsen.
De vergadering wordt van 17.00 uur tot 17.06 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20232024-76-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.