18 Rapport "Preventie op waarde schatten. Advies van de Technische Werkgroep Kosten en Baten van Preventie"

Voorzitter: Van der Lee

Rapport "Preventie op waarde schatten. Advies van de Technische Werkgroep Kosten en Baten van Preventie"

Aan de orde is het tweeminutendebat Rapport "Preventie op waarde schatten. Advies van de Technische Werkgroep Kosten en Baten van Preventie" (32793, nr. 744).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat over het rapport "Preventie op waarde schatten. Advies van de Technische Werkgroep Kosten en Baten van Preventie". Er hebben zich vijf leden ingeschreven. Ik heet allereerst de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van harte welkom, alsmede de leden.

De eerste spreker, waarschijnlijk ook de aanvrager van dit tweeminutendebat, is mevrouw Tielen. Zij spreekt namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

Mevrouw Tielen (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb twee moties voor dit debat. De eerste gaat over gegevens en data.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het voor goede besluitvorming omtrent preventiebeleid belangrijk is dat er inzicht bestaat in waardevolle en minder waardevolle preventiemaatregelen;

verzoekt de regering om bij het ontwikkelen van een instrumentarium waarmee de brede kosten en baten van preventie op korte, middellange en lange termijn gekwantificeerd kunnen worden, ook gebruik te maken van reeds beschikbare data;

verzoekt de regering in aanvulling hierop te beoordelen of de databank van het Loket Gezond Leven — met daarin bewezen effectieve interventies op het gebied van bewegen en gezond leven — verder verrijkt dient te worden opdat bewezen effectiviteit, bijdrage aan kwaliteit van leven en kosten en baten van preventieve interventies onderbouwd en gemonitord kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tielen.

Zij krijgt nr. 750 (32793).

Mevrouw Tielen (VVD):

De andere gaat over prehabilitatieprogramma's. Dat is een moeilijk woord, maar dat zijn programma's die mensen helpen om gezonder bepaalde behandelingen in te gaan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat via de beleidsregel innovatie voor kleinschalige experimenten van de Nederlandse Zorgautoriteit verschillende experimenten rondom "prehabilitatie" lopen;

overwegende dat de huidige structuur van beoordeling van de effectiviteit van behandelingen en vergoeding van zorg vernieuwend aanbod in de weg lijkt te staan, waardoor kansen voor onder meer prehabilitatie verloren dreigen te gaan;

verzoekt de regering om met het Zorginstituut te bezien of en hoe bestaande beoordelingsstructuren aangepast moeten worden ten behoeve van het beoordelen van de effectiviteit van prehabilitatie, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tielen.

Zij krijgt nr. 751 (32793).

Hartelijk dank.

Is er nog een vraag van mevrouw Paulusma? Nee, zij weet dat zij nummer twee op de sprekerslijst is. Ik geef mevrouw Paulusma het woord namens D66. Ja, heel goed, het tempo erin. Fijn! Gaat uw gang.

Mevrouw Paulusma (D66):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb geen moties, maar nog wel twee vragen. Nederlanders lezen al generatieslang op tegeltjes: voorkomen is beter dan genezen. Dat we dit nu ook doorgerekend in een Excelsheet kunnen terugzien, is absoluut goed nieuws. Preventie is dé sleutel tot een gezondere samenleving en het is van groot belang dat we hierin blijven investeren. Ik verwacht dat een volgend kabinet dit ook zal doen, want het nieuws van gisteren dat 1,4 miljoen Nederlanders het risico lopen op diabetes type 2 laat de urgentie hiervan ook weer helder zien. Ik hoop dus echt dat we hiermee voor altijd de horde hebben genomen om te beseffen dat investeren in preventie loont, vooral voor de gezondheid van mensen, maar ook voor de economie, zoals gisteren een aantal economen schreef in het FD. Zij stelden zelfs dat het berekenen van de baten van preventie moet, maar ook kan.

Voorzitter. Daarom heb ik nog twee vragen. Ik ben erg benieuwd naar de stand van zaken van het vinden van een manier om preventie te kwantificeren en dus de gezondheidsbaten van preventie te berekenen, ook naar aanleiding van mijn eerdere motie met collega Sneller. Mijn tweede vraag luidt als volgt. Het berekenen van gezondheidsbaten is geholpen bij een goede data-infrastructuur. Lifelines uit Groningen is hier al een heel goed voorbeeld van, maar hoe kan deze dataverzameling — en vooral het delen ervan — in het belang van de gezondheid van ons allemaal verder worden versterkt?

De voorzitter:

Hartelijk dank. Als derde is het woord aan mevrouw Daniëlle Jansen. Zij spreekt namens Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Voorzitter. Ik heb één motie, omdat het aanpakken van marketing een van de drie best practices is in de aanpak van leefstijl en risicogedrag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het belangrijk is om overgewicht aan te pakken met een brede aanpak, inclusief beperking van kindermarketing;

overwegende dat de naleving van de reclamecode nog verder verbeterd moet worden;

overwegende dat zelfregulering zich sneller aanpast dan wetgeving, die complex en moeilijk aan te passen is;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met voedingsmiddelenproducenten en de Stichting Reclame Code om tot een voorstel te komen om naleving van de code actief te controleren, ook op social media, door online-influencers en digitale bloggers, overtredingen te melden bij de Reclame Code Commissie en een boeteclausule te introduceren voor niet-naleving, met een leeftijdsgrens van 18 jaar, en welk aanvullend beleid van de overheid daarbij nodig is;

verzoekt de regering bij de uitwerking van het wetsvoorstel kindermarketing te onderzoeken of de bepalingen uit de reclamecode kunnen worden overgenomen;

verzoekt de regerering dit najaar de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Daniëlle Jansen.

Zij krijgt nr. 752 (32793).

U krijgt nog een vraag van mevrouw Paulusma.

Mevrouw Paulusma (D66):

Ja, een korte vraag, hoop ik. Collega Tielen en ik hebben namelijk vragen gesteld over onder andere het verzamelen van data en het instrumentarium. Maar mevrouw Jansen gaat een aantal stappen verder, ook rondom wetgeving. Ik ben wel benieuwd of zij dit nu vraagt aan deze staatssecretaris van dit demissionaire kabinet, of dat dit de opdracht is van het mogelijke kabinet dat er morgen, overmorgen of nog later gaat komen.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Deze motie leg ik nu voor aan de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank. Als laatste van de zijde van de Kamer is het woord aan mevrouw Slagt-Tichelman. Zij spreekt namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Wij vragen in dit debat om twee toezeggingen, die ik nu toelicht en benoem.

GroenLinks-PvdA wil dat er beter wordt ingezet op het daadwerkelijk behalen van de doelen uit het Preventieakkoord. Dit kan bijvoorbeeld door deze wettelijk vast te leggen. Dit komt ten goede aan de collectieve preventie. In de reactie op de destijds aangenomen motie-Kuiken/Renkema van GroenLinks en PvdA over het in de wet vastleggen van collectieve gezondheidsdoelen, gaf de staatssecretaris aan dat het lastig is om streefwaarden vast te stellen omdat de effecten, baten en kosten moeilijker in getallen te vangen zijn. Maar nu ligt er een nieuw rapport. Met het genoemde beleidsinstrumentarium kunnen de kosten en baten van preventie wel grotendeels worden gekwantificeerd. Zou de staatssecretaris kunnen toezeggen de Kamer een nieuw voorstel te zenden en daarbij in te gaan op de vraag of collectieve gezondheidsdoelen wettelijk kunnen worden verankerd, en zo ja hoe, zodat een nieuw kabinet of een Kamer met initiatiefwetten hiermee aan de slag kan?

Het maakt nog heel veel uit waar je in Nederland woont en werkt en waar je wieg staat. Het is daarom van belang om breed te kijken naar preventie, en daarbij aandacht voor de gezondheidsverschillen te verankeren. In de beantwoording van de schriftelijke vragen geeft de staatssecretaris aan dat hij met belangstelling kennisneemt van de suggestie om maatschappelijke partijen, zoals zorgprofessionals, sociaal werk, onderwijsbonden en sportorganisaties, via een klankbordgroep te betrekken bij het uitwerken van de aanbevelingen van het rapport. Wil de staatssecretaris toezeggen deze maatschappelijke partijen te betrekken bij het uitwerken van de aanbevelingen uit het rapport Preventie op waarde schatten, met extra aandacht voor de betrokkenheid van artsen die bijvoorbeeld werkzaam zijn bij de GGD, Veilig Thuis of in wijkspreekkamers? Die kunnen een cruciale rol spelen.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dat is het einde van de enige termijn van de Kamer in dit tweeminutendebat. We gaan even vijf minuutjes schorsen en dan krijgen we een appreciatie van de drie ingediende moties en antwoord op een aantal vragen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat over het rapport Preventie op waarde schatten. Ik geef de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur, sorry, Sport, het woord.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dank u wel. De portefeuilles zijn al gewoon aangepast. Om 19.00 uur. Ik wou bijna zeggen: op een willekeurige avond. Maar dat weet je maar nooit. Ik had een paar vragen. Die ga ik eerst beantwoorden. Allereerst een vraag van mevrouw Paulusma over de data-infrastructuur en het delen en het versterken ervan. In het schriftelijk overleg over het rapport Preventie op waarde schatten heb ik daar natuurlijk al het een en ander over gezegd. Ik ben ook zeer bereid om met de partijen daar verder over te overleggen. Ik ben specifiek met Lifelines nog in gesprek, omdat ik ook, volgens mij net als mevrouw Paulusma, echt gecharmeerd ben van het initiatief.

Mevrouw Paulusma (D66):

Het is warm en het kan aan mijn geheugen liggen, maar zat daar ook een soort termijn aan? De staatssecretaris is aan het praten, maar wordt de Kamer geïnformeerd?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dat kan ik wel even koppelen aan de andere vraag die u stelde over het kwantificeren van de baten en de kosten van preventie, want daar wil ik voor de begrotingsbehandeling van volgend jaar op terugkomen. Dus het lijkt mij wel goed om die twee dan aan elkaar te koppelen, en dan kom ik op deze twee onderwerpen beide terug.

De voorzitter:

Een ogenblik, maar bedoelt u in 2025?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Nee, in de begrotingsbehandeling van 2025, dus dat is nog dit jaar.

De voorzitter:

Dat is in het najaar dus.

Staatssecretaris Van Ooijen:

De begrotingsbehandeling van 2025. Tot zover de vragen van D66.

Dan heb ik nog een vraag van Partij van de Arbeid-GroenLinks. De vraag was eigenlijk: kunnen we een voorstel krijgen over het verankeren van de gezondheidsdoelen in de wet? Ik heb natuurlijk al eerder aangegeven dat ik daar zelf terughoudend in ben, maar ik kan natuurlijk altijd informatie geven en opties aangeven waarbij de Kamer vervolgens haar eigen wegingen kan maken. Dus ik ben bereid om die opties met de Kamer te delen.

Ten slotte de vraag over het betrekken van maatschappelijke partners bij de aanbevelingen. Daar kan ik volmondig "ja" op zeggen.

Dan ga ik naar de drie moties. Allereerst de motie-Tielen op stuk nr. 750 over de databank van Loket Gezond Leven en de verrijking ervan. Dat is een goed idee, dus die motie zou ik oordeel Kamer willen geven.

Datzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 751 over de prehabilitatieprogramma's. Die zijn veelbelovend, dus ook die motie krijgt oordeel Kamer.

Ten slotte de motie-Daniëlle Jansen op stuk nr. 752 over kindermarketing. Op dit moment zijn we volop bezig met de uitwerking van het wetsvoorstel. Ik denk dat dit daar gewoon een onderdeel van kan zijn. Ik zie de motie dus als ondersteuning van beleid. Daarom kan ik deze motie ook oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Heel goed, dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan dinsdag 21 mei aanstaande stemmen over de moties.

Naar boven