4 Circulair bouwen

Circulair bouwen

Aan de orde is het tweeminutendebat Circulair bouwen (CD d.d. 03/04).

De voorzitter:

Inmiddels is de minister van Binnenlandse Zaken aangeschoven. Fijn dat u bij ons bent. Aan de orde is thans het tweeminutendebat Circulair bouwen. Wij hebben vijf mensen die het woord tot ons gaan richten. De eerste is de heer Gabriëls van de fractie van GroenLinks-PvdA. Het woord is aan hem.

De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Het was volgens mij de eerste keer dat er een commissiedebat Circulair bouwen plaatsvond. Wat mij betreft is dat heel goed gegaan. Ik wil iedereen daarvoor bedanken. Het is belangrijk, omdat er een groot gedeelte van de klimaatimpact in de bouwindustrie zit. Wij moeten dat dus als de wiedeweerga verduurzamen en circulair maken.

Ik heb de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in de voorgestelde MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) sprake is van onevenwichtige voordelen voor materialen die in de verre toekomst (75-100 jaar) vermeende klimaat- en milieuvoordelen bij "end of life" mogen aftrekken van emissies die nu worden gerealiseerd;

overwegende dat de toepassing van deze methode kan leiden tot hogere emissies nu, wat de door de minister toegezegde hogere wegingsfactor op de Global Warming Potential (GWP) teniet zal doen;

overwegende dat deze omissie wordt veroorzaakt door module D, als onderdeel van de MPG-score, een eenpuntsscore te laten zijn;

verzoekt de regering module D geen onderdeel te laten uitmaken van de MPG,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gabriëls, Grinwis, Kostić en Welzijn.

Zij krijgt nr. 251 (31209).

De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):

Superveel afkortingen, superingewikkeld, maar het gaat erom dat we willen dat houtbouw gestimuleerd wordt en dat het niet zo moet zijn dat, als iets over 75 tot 100 jaar nog wel tot hergebruik kan leiden, dat invloed heeft op emissies die we nu hebben. Die module D, die pas over 75 tot 100 jaar geldt, moet niet van invloed zijn op emissies die we nu hebben. Daarom vervuilt ie de MPG, de MilieuPrestatie Gebouwen. Het is nog steeds ontzettend ingewikkeld, maar ik wilde het toch even uitgelegd hebben.

De voorzitter:

Het wordt hogelijk gewaardeerd dat u even met die toelichting kwam. U hebt verzuimd uw mede-indieners te noemen. O, ik hoor nu dat die wel genoemd zijn. Oké, geen probleem; neem me niet kwalijk. We gaan luisteren naar de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ja, voorzitter. Nu de heer Gabriëls een hele ingewikkelde motie heeft ingediend, durf ik ook wel, dus daar komen ze. Ik heb twee stuks.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de wijziging van de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) leidt tot een fors negatievere score voor gebouwen waarin biobased materialen worden toegepast, veroorzaakt door een bevoordeling van conventionele materialen en een benadeling van biobased materialen, wat de transitie naar een biobased bouwsector zeer negatief zal beïnvloeden;

verzoekt de regering de wijziging van de MPG aan te passen door de zes optionele indicatoren vooralsnog met een weegfactor nul in te voeren, in lijn met de planning rondom een robuuster stelsel zoals is voorgesteld door de Europese Unie, en eerst een gedegen effectenanalyse uit te laten voeren naar het opnemen van deze indicatoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Welzijn en Kostić.

Zij krijgt nr. 252 (31209).

De heer Grinwis (ChristenUnie):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) als wettelijk voorgeschreven bepalingsmethode op dit moment onvoldoende stuurt op het halen van klimaatdoelen;

overwegende dat het technisch goed mogelijk is om uit de MPG de CO2-emissies die vrijkomen bij de productie van bouwmaterialen te rapporteren;

verzoekt de regering een uniforme bepalingsmethode op te stellen waarin de som van Global Warming Potential-indicatoren op gebouwniveau wordt gerapporteerd, inclusief de biogene opslag van CO2 door de groei van biobased bouwmaterialen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Welzijn, Gabriëls en Kostić.

Zij krijgt nr. 253 (31209).

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Met name de eerste motie is ingegeven gehoord het debat, maar ook gelet op de moties die al in 2022 zijn ingediend en aangenomen, om het Bouwbesluit en de MPG als onderdeel daarvan zodanig aan te passen dat het gebruik van biobased materialen echt wordt bevoordeeld, ook in het Bouwbesluit. Het moet in ieder geval niet worden benadeeld, en dat is nu gebeurd. Daarom vind ik dat die motie door het kabinet niet goed is uitgevoerd. Vandaar dat ik nu, terwijl de consultatie nog loopt, wel deze aanmoediging doe om zulks alsnog uit te voeren. Ik hoop dat deze warme aanmoediging positief wordt bejegend.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan het lid Kostić van de Partij voor de Dieren.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter, ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een groene, biodiverse stad het welzijn en de gezondheid van mensen en dieren verbetert en bijdraagt aan het opvangen van hittestress en waterberging;

constaterende dat de minister werkt aan een wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), waarin wordt voorzien in regelgeving voor nestvoorzieningen voor beschermde dieren;

overwegende dat natuurinclusief bouwen volgens de Rli breder is dan dat;

overwegende dat de Rli onder andere heeft aanbevolen om in het Bbl vast te leggen dat natuurinclusief inrichten, bouwen en renoveren moet bijdragen aan de minimumvereisten voor de gebiedsspecifieke Basiskwaliteit Natuur;

verzoekt de regering om deze aanbeveling van de Rli uit te voeren en aan de Kamer te rapporteren op welke manier de regering dit gaat doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.

Zij krijgt nr. 254 (31209).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat van de materialen om huizen en commerciële gebouwen te bouwen slechts 8% is gewonnen uit gebruikte materialen en dat 88% van het bouw- en sloopafval wordt hergebruikt of gerecycled in laagwaardige toepassingen;

constaterende dat circulaire materialen vaak duurder zijn in aanschaf;

verzoekt de regering onderzoek te doen naar de mogelijkheden om het hergebruik en de recycling van bouwmaterialen financieel aantrekkelijker te maken dan virgin bouwmaterialen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.

Zij krijgt nr. 255 (31209).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de gemeente Den Haag onlangs is gestopt met het gebruik van Duomix, een halfverharding die bestaat uit een mengsel van staalslak en gekorreld hoogovenslak, omdat er te veel zorgen zijn over de impact op gezondheid en milieu;

constaterende dat ook het RIVM de zorgen over de impact van zulke materialen op gezondheid heeft gesignaleerd en dat zulke zorgen in meerdere gemeenten spelen;

verzoekt de regering om op korte termijn onafhankelijk te laten onderzoeken of het gebruik van Duomix in de praktijk negatieve effecten heeft op het milieu en de gezondheid, en of de toepassing ervan verboden kan worden;

verzoekt de regering tevens om zo spoedig mogelijk over de bevindingen aan de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.

Zij krijgt nr. 256 (31209).

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

U bedankt. Mevrouw Veltman van de VVD.

Mevrouw Veltman (VVD):

Voorzitter. De VVD heeft tijdens het commissiedebat aangegeven dat circulair bouwen noodzakelijk is om de tekorten voor alle bouwopgaven te kunnen voorkomen, minder afhankelijk te worden van grondstoffen uit andere landen en CO2-uitstoot te verlagen. We zien dan ook uit naar de informatie die de Kamer nog voor het zomerreces zal krijgen over de mogelijkheden om meer te sturen op normering, gelijk speelveld en langetermijnvisie. Dank voor de toezegging hiervoor. Een langetermijnvisie, financieringsmogelijkheden en opschaling zijn nodig, zodat bouwers investeringen kunnen doen.

Een van de onderdelen van circulair bouwen is van bouwafval weer een bouwproduct maken. De omgevingsdiensten toetsen de aanvraag van de producent voor de einde-afvalstatus. In de praktijk duurt dit erg lang — ik hoorde laatste een voorbeeld van een termijn van twee jaar — terwijl we meters moeten maken. Kan de staatssecretaris toezeggen om samen met de omgevingsdiensten te kijken naar hoe de kennis hierover gedeeld kan worden in het land, bijvoorbeeld via omgevingsdienst.nl, en naar het verkorten van de termijn naar enkele maanden?

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Welzijn van de fractie van NSC.

Mevrouw Welzijn (NSC):

Dank u wel, voorzitter. Ik kijk terug op een mooi debat. Ik ben erg te spreken over alle acties die al lopen. Complimenten daarvoor aan de minister en de staatssecretaris.

Ik heb inspanningsastma, dus ik kan maar twee moties oplezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er sprake is van een tekort aan woningen door oplopende rente en bouwkosten, inclusief personele schaarste;

overwegende dat bouwkosten en arbeid gedrukt kunnen worden door de fabrieksmatige bouw;

overwegende dat fabrieksmatige bouw nu al een rol van betekenis speelt in de woningbouw en dat die zonder belemmeringen moet kunnen groeien;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Arbeidsinspectie om te onderzoeken of zij al voldoende is toegespitst op fabrieksmatige bouw en de Kamer hierover voor het zomerreces per brief te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Welzijn, Grinwis en Gabriëls.

Zij krijgt nr. 257 (31209).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat innovatie nodig is om de transitie naar circulaire bouw te kunnen maken;

overwegende dat de markt zich hiertoe meer uitgenodigd voelt als opschaling na pilots makkelijker te realiseren is;

overwegende dat via pilots verkregen data van wezenlijk belang zijn om tot verbreding en opschaling te komen;

verzoekt de regering aan te geven op welke manier BZK data uit de pilots beter kan borgen en ontsluiten om breed aangewend te kunnen worden voor de transitie naar circulaire bouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Welzijn, Gabriëls en Grinwis.

Zij krijgt nr. 258 (31209).

Mevrouw Welzijn (NSC):

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartstikke goed. Ik schors vijf minuten en dan gaan wij luisteren naar de beide bewindspersonen.

De vergadering wordt van 11.03 uur tot 11.11 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de motie van het lid Kostić. Ik wil die motie oordeel Kamer geven. Het wordt meegenomen in het kader van de herijking van de bodemregelgeving.

De voorzitter:

Welk nummer is dat?

Staatssecretaris Heijnen:

Dat is de motie op stuk nr. 256.

Dan was er nog een vraag van mevrouw Veltman. Zij vroeg een toezegging om de kennis over einde-afval te delen, bijvoorbeeld via de ODNL. In opdracht van het IPO wordt een kennisplatform gestart voor de omgevingsdiensten om te zorgen dat de kennis optimaal wordt benut. Ik zeg daar nog wel even bij dat de termijnen bij de omgevingsdiensten liggen. We hopen dat door de kennisdeling via dat platform ook omgevingsdiensten sneller tot besluitvorming kunnen overgaan.

Dat was het.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken.

Minister De Jonge:

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de moties op stukken nrs. 251 en 252 met elkaar combineren omdat het doel van beide moties eigenlijk hetzelfde is. Mijn commentaar op die beide moties is ook hetzelfde. Ze zijn namelijk echt beide ontijdig. Dat heeft te maken met de eerste overweging van beide moties: overwegende dat in de voorgestelde MilieuPrestatie Gebouwen … Het punt is dat ik nog helemaal geen wijziging heb voorgesteld. Ik ben juist aan het komen tot een wijzigingsvoorstel. Ik kan u wel zeggen dat dat een knap ingewikkelde onderhandeling is, met een onbedaarlijke lijst aan partijen die allemaal een fair verhaal hebben. Maar die verhalen zijn niet zomaar bij elkaar te brengen. Als we daar per motie doorheen lopen, lukt het gewoon niet om tot een goed voorstel aan de Kamer te komen. Ik ga dus vragen om deze moties aan te houden.

Overigens deel ik het doel van de moties, namelijk dat biobased er goed uit moet komen. Dat heb ik ook uitgesproken in het commissiedebat. Ik moet daarbij natuurlijk wel de daadwerkelijke milieueffecten meewegen. Dat kan niet anders. Ik wil dat zo Europees mogelijk doen, omdat er sprake moet zijn van een gelijk speelveld en er anders nu dingen in gang worden gezet die later weer in strijd blijken te zijn met nieuwe regelgeving vanuit Europa. Daar wordt iedereen natuurlijk gek van. Daar waar uit die aanvankelijke berekening biobased er niet zo goed af komt als je eigenlijk zou willen, zal ik die weging moeten verzachten. Geef me voor de wijze waarop ik dat exact doe nu een beetje de ruimte. Dit staat hier zo minutieus gedicteerd dat die ruimte mij daarbij wordt ontnomen. Geef mij nou de ruimte om die onderhandelingen op een goede manier tot een einde te brengen en met uw Kamer tot een voorstel te komen dat we hier vervolgens in debat kunnen brengen.

De voorzitter:

Het verzoek is dus om de moties aan te houden. Zullen we het op volgorde doen, dus eerst even de motie op stuk nr. 251 van de heer Gabriëls?

De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):

De minister heeft dit netjes uitgelegd, ook al in het commissiedebat. We gaan erover nadenken om de motie aan te houden. Ik moet dat overleggen, dus dat ga ik niet nu doen.

De voorzitter:

De heer Gabriëls gaat er dus over nadenken. Voor het geval de motie niet wordt aangehouden, wil ik toch een oordeel van u weten.

Minister De Jonge:

Dan ontraad ik de motie.

De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):

Dan ga ik nu al zeggen dat we de motie aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Gabriëls stel ik voor zijn motie (31209, nr. 251) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik snap wat de minister zegt. Tegelijk zit mijn ongemak erin dat in de conceptversie die in consultatie is gebracht — dat had inderdaad zorgvuldiger geformuleerd kunnen worden in de overweging — niet is gehandeld conform een eerder aangenomen motie van deze Kamer, waarin stond: "door aanpassing van het Bouwbesluit en de daarin vastgelegde bepalingsmethode MilieuPrestatie Gebouwen ten faveure van biobased bouwen". Wat is er nu gebeurd? Nu wordt het zelfs afgestraft in de in consultatie gebrachte versie. Daar zit een beetje mijn ongemak en daar heeft de minister ons in het commissiedebat niet van kunnen overtuigen. Ik vond de beweging die hij bereid was te maken in de commissie wat beperkt, vandaar deze motie. Maar vooruit, ik geef de minister graag de kans om het goed uit te onderhandelen en tot een goede versie te komen, die hij hier gaat voorhangen. Bij dezen houd ik motie op stuk nr. 252 aan, maar wel met de aanmoediging om nog eens goed te kijken naar de motie uit 2022.

Minister De Jonge:

Noemt u het maar een aanmoediging, ik noem het gewoon een dreiging. Maar wat u vindt, is helder. Over het doel ben ik het gewoon eens. Dat heb ik ook onder woorden gebracht. Het is fijn als ik de ruimte krijg om tot een goed voorstel te komen dat ook recht doet aan uw inzet, want ik weet dat u dat ook zult gaan inbrengen als we de voorhang hier bespreken. Natuurlijk houd ik daar rekening mee. Laten we het debat hebben op het moment dat het voorstel daar rijp voor is.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Grinwis stel ik voor zijn motie (31209, nr. 252) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Dan de motie op stuk nr. 253.

Minister De Jonge:

Het oordeel daarover kan ik overlaten aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 254.

Minister De Jonge:

Ik had nog een mooie toelichting op waarom ik dat doe.

De voorzitter:

Daar was ik al bang voor.

Minister De Jonge:

Dan de motie van het lid Kostić. Die constateert dat de Rli onder andere heeft aanbevolen om in het Bbl vast te leggen dat natuurinclusief inrichten, bouwen en renoveren moeten bijdragen aan et cetera. Ik verwacht dat de aanpassingen veel meer op het Bkl betrekking zullen hebben, maar dat is voor de liefhebbers van de Omgevingswet natuurlijk gesneden kost. Ik ga het oordeel hierover aan de Kamer laten. Ik kom met een voorstel aan uw Kamer over groen in en om de stad. Dat doe ik samen met de collega van natuur en stikstof, mevrouw Van der Wal.

De voorzitter:

Dat was de motie op stuk nr. 254.

Minister De Jonge:

Dan de motie op stuk nr. 255. Daarover laat ik het oordeel aan de Kamer.

De motie op stuk nr. 257 van mevrouw Welzijn: ook daarover laat ik het oordeel aan de Kamer. We gaan graag met de Arbeidsinspectie in gesprek, al is de inspectie natuurlijk aan het einde van de dag wel onafhankelijk. Aan die onafhankelijkheid wil ook mevrouw Welzijn uiteraard niet tornen. Maar wij gaan graag met de Arbeidsinspectie in gesprek.

De motie op stuk nr. 258 verzoekt de regering om aan te geven op welke manier BZK data uit de pilots beter kan borgen en ontsluiten. Ook daarover wil ik het oordeel aan de Kamer laten.

De voorzitter:

Prima. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties. Dank aan de beide bewindspersonen voor hun aanwezigheid hier.

De vergadering wordt van 11.17 uur tot 11.27 uur geschorst.

Naar boven