29 Verdienvermogen van Nederland

Voorzitter: Van der Lee

Verdienvermogen van Nederland

Aan de orde is het tweeminutendebat Verdienvermogen van Nederland (CD d.d. 15/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Verdienvermogen van Nederland. Ik heet de minister van Economische Zaken van harte welkom. Er zijn tien sprekers van de zijde van de Kamer. Nee, negen sprekers: een van de ingetekenden wil alleen kunnen interrumperen. De eerste spreker is de heer Thijssen. Hij spreekt namens GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Sinds kort is bekend dat wij als Nederland 1.000 miljard met elkaar verdienen. Toch heeft zes op de tien Nederlanders financiële problemen. Dat komt omdat steeds minder van dat geld terechtkomt bij mensen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de inkomensquote daalt en dat relatief steeds minder van het geld dat we verdienen dus naar mensen gaat;

overwegende dat het kabinet in Perspectief op de Nederlandse economie aangeeft brede welvaart te ambiëren, waarvan de samenleving dient te profiteren;

verzoekt de regering deze ambitie in de uitvoering van Perspectief op de Nederlandse economie verder uit te werken met acties en tijdlijnen en hierover voor de zomer aan de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 613 (32637).

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

We hebben het nu ook veel over het investeringsklimaat. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Perspectief op de Nederlandse economie wordt gesteld dat het doel van de economie is om brede welvaart te creëren;

verzoekt de regering om bij maatregelen voor de verbetering van het vestigingsklimaat te kijken naar de brede welvaart in plaats van enkel naar het belang van bedrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 614 (32637).

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Een gelijk speelveld is ook heel belangrijk. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat omringende landen fossiele subsidies als indirectekostencompensatie voor energie nog niet hebben afgeschaft en dat dit een ongelijk speelveld creëert;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met buurlanden om de indirectekostencompensatie af te schaffen en hierover voor het zomerreces te rapporteren aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 615 (32637).

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Tot slot een motie om de geëlektrificeerde zware industrie die we in Nederland hebben en die door de voorgaande motie over de fossiele subsidies in de problemen komt, zoals Nyrstar, te helpen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de energie-intensieve industrie in Nederland, waaronder zinksmelter Nyrstar, in zwaar weer zit;

overwegende dat power purchase agreements tussen industriële bedrijven en windparkontwikkelaars met contracts for difference leveringszekerheid voor een vaste prijs garanderen;

verzoekt de regering om een vorm van tweezijdige contracts for difference of power purchase agreements te onderzoeken die zowel bedrijven die binnen de klimaattransitie passen en de milieunormen halen als windparkontwikkelaars, voldoende zekerheid biedt over de prijs van groene elektriciteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 616 (32637).

Dank voor uw inbreng. Het woord is aan de heer Vermeer. Hij spreekt namens BBB. Gaat uw gang.

De heer Vermeer (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een motie over krimpregio's.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat regionale groei achterblijft en er in een derde van de regio's krimp zal worden ervaren;

constaterende dat het voornamelijk zal gaan om de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en buiten-Randstedelijke gebieden in Noord- en Zuid-Holland;

overwegende dat dit niet passend is bij de conclusies die zijn verbonden aan het rapport "Elke regio telt!";

verzoekt de regering om met een masterplan te komen om de krimpregio's een langjarige economische impuls te geven, waarbij er ook gekeken wordt naar de gebieden die buiten de NOVEX-aanpak vallen;

verzoekt de regering om in dit plan rekening te houden met de acht raderen van economische groei, te kijken hoe deze verbeterd kunnen worden op een manier die past bij de situaties van de krimpregio's en gelijktijdig te kijken hoe daarmee het vestigingsklimaat verbeterd kan worden;

verzoekt de regering om gelijktijdig na te denken over een juiste uitvoering in samenspraak met provincies en gemeenten, en de Kamer hiervan op de hoogte te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.

Zij krijgt nr. 617 (32637).

Hartelijk dank voor uw inbreng. De volgende spreker is de heer Sneller. Hij spreekt namens D66. Gaat uw gang.

De heer Sneller (D66):

Dank, voorzitter. Ik kijk ernaar uit om meer debatten met de collega's en deze minister te voeren, als ik deze portefeuille vanaf 1 april van collega De Groot over heb genomen. Voor nu heb ik twee moties over het Groeifonds.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Nationaal Groeifonds innovatieve, duurzame en structurele economische groei aanjaagt;

overwegende dat uitstel van en onzekerheid over de vierde ronde van het Nationaal Groeifonds kan leiden tot het wegvallen van private co-investeringen en het opschorten van consortia;

constaterende dat er voor deze vierde ronde al 61 quickscans zijn ingediend, waar voor miljoenen euro's in is geïnvesteerd door bedrijven en kennisinstellingen;

verzoekt de regering op de kortst mogelijke termijn duidelijkheid te geven over de vierde ronde van het Nationaal Groeifonds en van uitstel geen afstel te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sneller.

Zij krijgt nr. 618 (32637).

De heer Sneller (D66):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Nationaal Groeifonds is opgezet om te investeren in langdurige projecten die de Nederlandse economie op lange termijn versterken;

overwegende dat de Algemene Rekenkamer al eerder heeft gewaarschuwd dat deze middelen goed bewaakt moeten worden tegen kortetermijnuitgaven die niet passen bij het doel waarvoor het geld apart is gezet;

constaterende dat er op dit moment nog voor 8,2 miljard aan middelen gereserveerd staat in het Nationaal Groeifonds om het verdienvermogen van de toekomst aan te jagen, waarvan 3,4 voor de uitgestelde vierde ronde;

verzoekt de regering niet te bezuinigen op het Nationaal Groeifonds en de resterende middelen te blijven inzetten voor innovatieve, duurzame en structurele economische groei, zoals in lijn met de aanbevelingen van het rapport van de Algemene Rekenkamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sneller en Thijssen.

Zij krijgt nr. 619 (32637).

De heer Sneller (D66):

De voorzitter zal de lijn herkennen van de debatten over de instellingswet, die wij samen voerden.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. De volgende spreker is mevrouw Martens-America. Zij spreekt namens de VVD. Gaat uw gang.

Mevrouw Martens-America (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Drie weken geleden hebben wij een zeer belangrijk debat gevoerd over het verdienvermogen van Nederland. Hierbij doe ik de oproep om deze debatten ook op alle andere portefeuilles, bijvoorbeeld fiscaliteit, voort te zetten.

Ik dien vandaag een drietal moties in. De eerste wil ik gebruiken om het signaal af te geven dat we de komende vier jaar weloverwogen omgaan met onze besluitvorming en ons bewust zijn van de impact die het heeft op het bedrijfsleven.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Nederlandse vestigingsklimaat onder druk staat en dat er verschillende bedrijven met de voet op de drempel staan om uit Nederland te vertrekken;

overwegende dat het vertrek van bedrijven schadelijk is voor de Nederlandse economie;

spreekt uit dat een gezond Nederlands vestigingsklimaat een belangrijke rol speelt in het verdienvermogen van Nederland en dit voor de Kamer een zeer hoge prioriteit heeft,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Martens-America, Zeedijk, Flach, Vermeer, Koekkoek, Sneller en Eerdmans.

Zij krijgt nr. 620 (32637).

Er is een interruptie van de heer Thijssen.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Het is een prachtige motie. Het is natuurlijk heel belangrijk dat het investeringsklimaat goed blijft. We hebben die bedrijven keihard nodig, maar ik wil ervoor waken dat we niet alleen gaan kijken naar het belang van bedrijven, maar naar de brede welvaart, naar de hele samenleving. Is mevrouw Martens dat met mijn fractie eens? Kunnen we misschien samen optrekken door onze moties te combineren?

Mevrouw Martens-America (VVD):

Dank voor deze interruptie. Ik denk dat dit een ontzettend goed moment is om even stil te staan bij het feit dat wij het vandaag hebben over het verdienvermogen van Nederland. Als GroenLinks-Partij van de Arbeid graag een debat wil voeren over het verhogen van het minimumloon, zou ik mijn collega graag willen doorverwijzen naar het debat van aankomende donderdag.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Hoe wij onze economie inrichten, of mensen voldoende kunnen verdienen en of wij inderdaad zorgen dat bedrijven die veel winst maken ook bijdragen aan de Nederlandse samenleving zodat zij die fijne samenleving hebben waarin zij kunnen ondernemen, valt wel degelijk binnen de portefeuille van deze minister. Daar moeten we wel degelijk over nadenken als we met elkaar in gesprek gaan over het investeringsklimaat. Ik vraag het nogmaals. Laten we er niet alleen op focussen dat die bedrijven maar moeten kunnen ondernemen, maar laten we de brede welvaart en het welzijn van alle Nederlanders in het oog hebben. Is mevrouw Martens dat met mij eens?

Mevrouw Martens-America (VVD):

Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik hier op dit moment op moet antwoorden. Het staat eenieder vrij om een invalshoek te kiezen bij het debat dat we op dit moment doen. Hieruit maak ik op dat mijn collega liever een ander debat voert dan nadenkt over hoe we zorgen dat deze grote ondernemers, die zorgen voor duizenden en duizenden en duizenden banen, de belasting opbrengen die GroenLinks-Partij van de Arbeid graag zou willen uitgeven. We moeten het ook nog een keer gaan hebben over hoe zij op dit moment met hun werknemers omgaan; absoluut. Dat zijn echter andere debatten. Vandaag de dag staan wij hier omdat wij allemaal de signalen opvangen vanuit het bedrijfsleven dat het niet goed gaat. Ik zou daar heel graag op willen focussen. Nogmaals, als u een ander debat zou willen voeren, zou ik u adviseren dat donderdag in te brengen, want volgens mij is dat de plek waar het gaat over het verhogen van het minimumloon.

De voorzitter:

Mevrouw Martens vervolgt haar betoog.

Mevrouw Martens-America (VVD):

De volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bedrijven, groot en klein, van onschatbare waarde zijn voor de Nederlandse economie omdat zij zorgen voor onze banen, innovaties en belastingopbrengsten;

constaterende dat steeds meer bedrijven overwegen om uitbreidingen niet in Nederland te doen maar in het buitenland;

constaterende dat steeds meer bedrijven overwegen om hun hoofdkantoor naar het buitenland te verhuizen;

overwegende dat het voor het vertrouwen tussen de overheid en het bedrijfsleven van belang is dat deze partijen blijvend met elkaar in gesprek gaan en wederkerige afspraken maken over wat partijen van elkaar mogen verwachten;

overwegende dat de Kamer op 12 oktober 2023 de motie van het lid Van Strien (364410-XII, nr. 44) heeft aangenomen om tot een ondernemersakkoord te komen;

verzoekt de regering vaart te maken met het vormgeven van dit proces,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Martens-America en Zeedijk.

Zij krijgt nr. 621 (32637).

Mevrouw Martens-America (VVD):

En dan, heel kort, mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse (maritieme) maakindustrie van oudsher een belangrijke rol speelt in onze economie;

constaterende dat de Nederlandse (maritieme) maakindustrie onmisbaar is voor onze werkgelegenheid;

overwegende dat steeds meer bedrijven actief in de maakindustrie ruimte moeten maken voor woningbouw omdat veel Nederlandse bedrijventerreinen transformeren naar woonwijken;

overwegende dat gemeenten en provincies in beginsel verantwoordelijk zijn voor het transformeren van deze bedrijventerreinen;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met de VNG en het IPO met als doel het benadrukken van het nationale belang van de maakindustrie in relatie tot ons transformatiebeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Martens-America en Flach.

Zij krijgt nr. 622 (32637).

Mevrouw Martens-America (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Mevrouw Koekkoek gaat nu het woord voeren. Dat doet ze namens Volt.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Het is in het debat heel veel gegaan over het belang van innovatie en concurrentievermogen. Daarom steun ik ook van harte de moties die net zijn ingediend over het Groeifonds. Het is niet alleen ontzettend belangrijk dat we dit fonds blijven inzetten waarvoor het bedoeld is, om innovatie te verstevigen, maar ik vind het ook echt onderdeel van het zijn van een betrouwbare overheid dat we niet gaan sjoemelen met de subsidieronde. Wat we beloofd hebben, moeten we ook gewoon doen.

Voorzitter. De regionale ontwikkelingsmaatschappijen zijn van belang voor de regionale economieën. Net zo belangrijk voor de regionale economieën en ecosystemen zijn de mbo-instellingen. Daarom is het ook heel erg van belang dat zij mee kunnen praten in plaats van dat er over hen gesproken wordt. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regionale ontwikkelingsmaatschappijen een grote rol spelen in het creëren van ecosystemen in de regio's;

overwegende dat in de ecosystemen een grote rol is weggelegd voor mbo'ers;

van mening dat de zichtbaarheid en toegevoegde waarde van het mbo voor deze ecosystemen onderbelicht zijn;

verzoekt de regering om de regionale ontwikkelingsmaatschappijen de opdracht te geven om met het mbo in gesprek te gaan over hoe ze de samenwerking kunnen verbeteren in de regionale ecosystemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koekkoek.

Zij krijgt nr. 623 (32637).

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Voorzitter, tot slot. Er wordt al zo'n 30 jaar gewerkt aan het vergroten van de arbeids- en leermobiliteit binnen de Europese Unie. In het debat hebben we gesproken over het belang van het wederzijds erkennen van diploma's en kwalificaties. Voor het hbo en het wo is dat relatief goed geregeld, maar voor het beroepsonderwijs wil het niet lukken. Nu heb ik daar geen motie voor, want dan zou ik bij de verkeerde minister zijn. Wel roep ik deze minister op om samen met de collega's van SZW en van OCW hiermee aan de slag te gaan en er aandacht voor te vragen, juist omdat het dus al 30 jaar niet van de grond komt en dat wel heel hard nodig is.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan is het woord aan mevrouw Inge van Dijk namens het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank je wel, voorzitter. Geld verdienen komt voor geld verdelen. Afgelopen week is weer duidelijk geworden hoe belangrijk dat is. We kunnen niet zonder ons bedrijfsleven. Dat signaal moeten we als politiek serieus nemen. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het van groot strategisch belang voor Nederland is om de huidige toppositie in de internationale ketens van de halfgeleiderindustrie te behouden en waar mogelijk te versterken;

overwegende dat de halfgeleiderindustrie en het toeleverende mkb voor grote investeringsbeslissingen staan en dat ook de impact op de leefomgeving aandacht vraagt;

overwegende dat dit een zaak van grote urgentie en zowel nationaal, regionaal als internationaal belang betreft;

verzoekt de regering met grote urgentie een samenhangend pakket voor te bereiden om de verdere ontwikkeling van de halfgeleiderindustrie in Nederland mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Zeedijk.

Zij krijgt nr. 624 (32637).

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ik heb nog een paar vragen aan de minister over de TEK-regeling. Dat is misschien een rare overgang, maar het is wel een relevant onderwerp. Ik ben geschrokken van de brief van afgelopen vrijdag. Omdat de energieprijzen uiteindelijk zijn meegevallen, zijn er nu hoge terugvorderingen bij met name kleine ondernemers. Van de 160 miljoen aan voorschotten moet 100 miljoen worden teruggevorderd. Dat gaat echt om duizenden tot tienduizenden euro's per ondernemer. Vooropgesteld: het is natuurlijk fijn dat er minder ondernemers geholpen hoeven te worden. Maar als ik dit lees, gaan de alarmbellen toch wel af, omdat we weten dat deze groep ondernemers het vaak al moeilijk heeft en vaak al grote coronaschulden met zich meedraagt, en omdat we weten dat het vorderen van deze bedragen een uitdaging is die we nu eigenlijk al lastig aankunnen. Mijn vraag is dan ook of we voldoende zijn ingericht om goed om te gaan met deze extra invorderingen en ook hierbij de menselijke maat voor ogen te houden.

Dank je wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. De heer Flach gaat nu spreken namens de SGP.

De heer Flach (SGP):

Voorzitter. Verdienvermogen is belangrijk voor Nederland. Dat blijkt steeds weer. Dat zal ook de belangrijkste reden zijn voor het debat van morgen over de onderzeeboten. Dat is ook de reden dat we zojuist bij de regeling het verzoek van de heer Sneller om hier een nader debat over te voeren van harte hebben ondersteund. Voor nu heb ik drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bedrijven als ASML en Boskalis hun zorgen hebben geuit over het Nederlandse vestigingsklimaat, nadat eerder Unilever en Shell vertrokken uit ons land;

overwegende dat het behoud van het grootbedrijf van cruciaal belang is voor onze economie en het lokale mkb;

spreekt uit dat een toekomstig kabinet werk moet maken van verbetering van het vestigingsklimaat;

verzoekt de regering de wezenlijke knelpunten ten aanzien van ons vestigingsklimaat voor grotere bedrijven in kaart te brengen en handelingsperspectieven en beleidsopties ter verbetering hiervan uit te werken met oog op een volgend kabinet, en de Kamer over de uitkomsten hiervan voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Flach.

Zij krijgt nr. 625 (32637).

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik heb dezelfde vraag aan de SGP. Moeten we ons nu uitleveren aan wat de grote bedrijven maar willen? Of is de SGP het met GroenLinks-Partij van de Arbeid eens dat het kabinet beleid moet maken zodat er een goed investeringsklimaat is, waarbij er oog moet zijn voor alle Nederlanders, voor brede welvaart, en niet enkel voor het grootbedrijf?

De heer Flach (SGP):

Het verschil tussen de benadering van de heer Thijssen en die van mij is dat hij die twee dingen tegenover elkaar zet en ik die in het verlengde van elkaar zie. Deze grote bedrijven staan vaak aan de top van een piramide waaronder honderden toeleveranciers zitten, vaak mkb-bedrijven. Die bedrijven leveren een enorm wezenlijke bijdrage aan de brede welvaart voor heel veel Nederlanders. Ik ben er dus echt van overtuigd dat we met het vertrek van die grote bedrijven niet weten wat we kwijtraken en echt de brede welvaart van heel veel Nederlanders onder druk zetten.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik ben er helemaal voor om die bedrijven te houden. We hebben die bedrijven namelijk keihard nodig voor onze banen, ons verdienvermogen, de energietransitie. Ik wil de SGP toch even uit de droom helpen. Van al het geld dat we met elkaar verdienen, ging vroeger 80% naar mensen en 20% naar aandeelhouders. Nu gaat 70% naar mensen en 30% naar aandeelhouders. We zien dat van al het geld dat we verdienen de economie steeds minder goed werkt voor Nederlanders en voor mensen. Daarom denk ik dat het belangrijk is dat we deze minister ook meegeven dat ze moet kijken naar het investeringsklimaat, maar er wel zorg voor moet dragen dat de samenleving daarvan profiteert en niet enkel de aanhouder.

De heer Flach (SGP):

Ik herhaal dat ik die twee dingen echt in elkaars verlengde zie. Ik weet dat de heer Thijssen graag met dit soort getallen schermt, maar ik weet ook hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Als één zo'n groot bedrijf uit Nederland vertrekt, dan verliest een hele piramide aan toeleveranciers bestaansrecht. Daarvan wordt heel veel geld geïnvesteerd in onze lokale gemeenschappen en werknemers. Ik denk dus dat we die twee dingen niet tegenover elkaar moeten zetten.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog, meneer Flach.

De heer Flach (SGP):

Met de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat er in de achterliggende jaren regelmatig sprake was van strengere implementatie van EU-wetgeving en dat de keuze hiervoor in de helft van de gevallen niet expliciet werd vermeld en onderbouwd in de toelichting;

overwegende dat ondernemers gebaat zijn bij voorspelbaar en regelluw overheidsbeleid en dat zeer terughoudend dient te worden omgegaan met extra nationale regels bovenop EU-regelgeving;

verzoekt de regering terug te keren naar het uitgangspunt van lastenluwe implementatie van EU-wetgeving en daartoe in het Beleidskompas op te nemen dat bij implementaties die verdergaan dan strikt noodzakelijk is, expliciet wordt vermeld dat er sprake is van aanvullende nationale regels en waarom hiervoor gekozen is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Flach.

Zij krijgt nr. 626 (32637).

De heer Flach (SGP):

Tot slot een korte motie over de impacttoets.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet bezig was met de inrichting van een impacttoets ondernemingsklimaat om bij wetgeving vooraf de gevolgen van strengere implementatie in te schatten, maar dat de voorbereidingen daarvoor zijn stopgezet;

overwegende dat een dergelijke toets kan bijdragen aan het voorkomen van onnodige regeldruk voor bedrijven;

verzoekt de regering voorbereidingen voor de impacttoets ondernemingsklimaat door te zetten en het bedrijfsleven hierbij te betrekken, zodat een volgend kabinet over de invoering hiervan een beslissing kan nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Flach.

Zij krijgt nr. 627 (32637).

Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan is nu het woord aan ... O, sorry. Ik zag de heer Sneller over het hoofd. Hoe kan het gebeuren? De heer Sneller.

De heer Sneller (D66):

Dat overkomt de beste, voorzitter. Mijn vraag gaat over het Beleidskompas. Dat Beleidskompas is er gekomen omdat het Integraal Afwegingskader veel te veel verschillende regelingen had gekregen. Nu is het kabinet gekomen met het Beleidskompas. Ik mocht daar samen met collega Van der Staaij rapporteur voor zijn. Nu gaan we weer moties aannemen om het Beleidskompas verder op te tuigen met extra regels. Ik vraag me even af hoever we deze kerstboom weer gaan optuigen, totdat er weer een nieuwe versie moet komen.

De heer Flach (SGP):

Ik ben het, denk ik, met de heer Sneller eens dat we kerstbomen optuigen, regeldruk vergroten en allemaal rapportages optuigen zo veel mogelijk moeten voorkomen. Ik ben ook heel benieuwd naar de appreciatie van de minister. Ik denk dat we daar even naar moeten kijken.

De voorzitter:

Nogmaals dank voor uw inbreng. Dan is nu het woord aan mevrouw Zeedijk. Zij spreekt namens Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Zeedijk (NSC):

Voorzitter. Wat een mooie moties allemaal. Ik ben hier juist gekomen voor de verbinding, voor meer verbinding tussen het bedrijfsleven en de politiek, en tussen Brabant en Den Haag. Als we zo doorgaan vandaag, gaat dat volgens mij helemaal goed komen.

Twee moties van de kant van Nieuw Sociaal Contract. De eerste vraagt aandacht voor de leefbaarheid in de Brainportregio bij de groei van ASML. Voor ons telt elke regio. Deze motie dienen we dus niet in omdat we de Brainportregio willen voortrekken, maar juist omdat er gesprekken worden gevoerd en we weten dat ASML wel stappen in die richting wil zetten, bijvoorbeeld met het al genomen initiatief omtrent het woonfonds. We vinden juist dat de leefbaarheid altijd een onderdeel moet zijn van de gesprekken tussen de overheid en het bedrijfsleven.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering samen met ASML manieren onderzoekt om ASML en zijn ecosysteem van toeleveranciers verder te laten groeien in Nederland onder de codenaam "Beethoven";

overwegende dat de halfgeleiderindustrie van ASML vraagt om te blijven groeien en een groot deel van de inwoners van de Brainportregio direct of indirect zijn boterham verdienen met ASML;

overwegende dat de groei van ASML flinke impact heeft op de leefomgeving in de regio;

verzoekt de regering als onderdeel van "Beethoven" nadrukkelijk oog te hebben en blokkades weg te nemen voor het in de Brainportregio op peil brengen en houden van de woningvoorraad, sociale cohesie, infrastructuur en faciliteiten als scholen, zorg, bibliotheken en andere culturele instellingen bij verdere groei van ASML, en de Kamer daarover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Zeedijk, Thijssen, Martens-America en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 628 (32637).

Mevrouw Zeedijk (NSC):

De tweede motie gaat over intellectueel eigendom uit het Nationaal Groeifonds voor het mkb.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het mkb ondervertegenwoordigd blijft in de consortia van het Nationaal Groeifonds (NGF);

overwegende dat het van belang is dat het mkb volop kan meeprofiteren van NGF-innovaties;

verzoekt de regering zich ervoor in te zetten om het intellectueel eigendom uit de projecten van het NGF beschikbaar te houden voor mkb-bedrijven, ook als deze nu nog niet betrokken zijn bij een consortium, en jaarlijks te rapporteren over het gebruik van intellectueel eigendom door het mkb,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Zeedijk.

Zij krijgt nr. 629 (32637).

Wilt u de moties even aan de bode geven? Ze moeten gekopieerd worden, zodat iedereen ze kan zien. De heer Van Houwelingen gaat als laatste spreken in de termijn van de Kamer. Dat doet hij namens Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter. Het verdienvermogen van Nederland staat heel erg onder druk. ASML is, denk ik, slechts het laatste bedrijf dat overweegt om Nederland te verlaten. Het is al een paar keer genoemd: vooral de energie-intensieve industrie heeft het zwaar. Er is al een aluminiumbedrijf uit Groningen vertrokken. Ook een zinkbedrijf uit Noord-Brabant — de heer Thijssen noemde het al — is vertrokken. Hierom komen we met een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de elektriciteitsprijs in Nederland het hoogst is van heel Europa;

constaterende dat vanwege deze hoge elektriciteitsprijzen bedrijven Nederland inmiddels al hebben verlaten;

overwegende dat hiermee het verdienvermogen van Nederland wordt aangetast;

verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre de hoge elektriciteitsprijzen in Nederland ervoor zorgen dat bedrijven uit Nederland zijn verdwenen of overwegen uit Nederland te vertrekken en welke maatregelen genomen zouden kunnen worden om te voorkomen dat bedrijven Nederland verlaten vanwege de hoge elektriciteitsprijs in ons land,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 630 (32637).

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ik heb nog een tweede en laatste motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat kleine en middelgrote bedrijven vaak moeilijk aan krediet kunnen komen;

constaterende dat het mkb niet alleen de banenmotor is van onze economie maar ook cruciaal is voor het verdienvermogen van Nederland;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe de kredietverlening aan het mkb verbeterd kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 631 (32637).

De heer Van Houwelingen (FVD):

Tot slot, voorzitter. Op dit moment begint een ander debat voor mij. Ik vertrek, met uw goedvinden, maar ik ga de appreciatie uiteraard terugkijken.

Dank u.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de zijde van de Kamer. We gaan tien minuten schorsen. Daarna krijgen we een appreciatie van de minister van de negentien ingediende moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Verdienvermogen van Nederland. We zijn toe aan de termijn van de zijde van de regering. Ik geef het woord aan de minister van Economische Zaken. Gaat uw gang.

Minister Adriaansens:

Dank u, voorzitter. Ik zal de moties doorlopen. Als ik die oordeel Kamer geef, dan ga ik er in beginsel niet te lang op in. Soms zal ik een "mits" geven.

De allereerste motie is die van de heer Thijssen; dat is die op stuk nr. 613. In het debat is goed aan de orde gekomen dat brede welvaart, met name het idee dat mensen moeten profiteren, een vierde pijler is in het perspectief op de economie. In die zin kan ik die dus oordeel Kamer geven. Maar ik zou over de "rapportagevraag" van meneer Thijssen even willen zeggen: ik reflecteer met de beleidsagenda van mijn begroting op de voortgang van het perspectief en de vier pijlers. Dat geldt dus ook voor de pijler "de samenleving profiteert". U vroeg namelijk iets over acties en tijdlijnen, maar dat wil ik in z'n geheel meenemen. Ik geef 'm dus oordeel Kamer, als de heer Thijssen zich in die uitleg kan vinden. Ik zal jaarlijks in de beleidsagenda van mijn begroting reflecteren op de voortgang. Als het tussentijds nodig is, dan kan ik dat meer doen. Maar daar moeten we dan echt een aanleiding voor hebben.

De voorzitter:

De heer Thijssen knikt instemmend. Daarmee heeft de motie op stuk nr. 613 oordeel Kamer.

Minister Adriaansens:

De motie op stuk nr. 614, die ook over het vestigingsklimaat en brede welvaart gaat, wil ik graag overnemen, omdat dit staand beleid is. Dat heb ik net al toegelicht. Dat is de uitvoering van mijn perspectief op de economie.

De voorzitter:

De motie-Thijssen (32637, nr. 614) is overgenomen.

Minister Adriaansens:

De derde motie van de heer Thijssen, de motie op stuk nr. 615, moet ik ontraden. Die ging over de afschaffing van fossiele subsidies, zoals de IKC. Er lopen wat betreft fossiele subsidies in den brede sowieso allerlei afspraken om dat in Europees verband in kaart te brengen. Er wordt gekeken naar de gevolgen daarvan. Er wordt ook gekeken hoe je op een verantwoorde wijze naar afbouw kan komen. Mijn collega Jetten is daar intensief mee bezig. Daar rapporteert hij ook over aan uw Kamer. Maar specifiek de IKC heeft een tijdelijke duur. Die loopt ook af. Dus tegen de tijd dat ik mijn collega's er theoretisch van kan overtuigen om die niet toe te passen — als ik dat al kan — ben ik die termijn eigenlijk al voorbij. Maar in meer structurele zin zou ik willen verwijzen naar de rapporten die door de heer Letta en de heer Draghi worden opgemaakt ten behoeve van een nieuwe Commissie. Wij dringen daarbij, als Nederland, heel erg aan op een gelijk speelveld. Daarbij komt dit meer dan aan bod. Om die reden strookt dat niet met het uitvoeren van deze motie en ontraad ik 'm.

Dan kom ik op de vierde motie. Dat is de motie op stuk nr. 616 van de PvdA-GroenLinks, over het onderzoeken van de contracts for difference. Die geef ik graag oordeel Kamer.

Dan kom ik op het masterplan wat betreft de krimpregio's. Dat is de motie op stuk nr. 617 van de BBB. Die geef ik oordeel Kamer, mits ik de motie zo kan interpreteren dat ik ervoor zorg dat in de door de minister van BZK toegezegde regionale toekomstagenda's de component regionale economie nadrukkelijk wordt meegenomen, alsmede de interbestuurlijke samenwerking. Het is namelijk niet mijn portefeuille, maar ik zal het op die manier bevorderen. Met die uitleg geef ik 'm dan oordeel Kamer.

De voorzitter:

De heer Vermeer knikt instemmend. Daarmee heeft de motie op stuk nr. 617 oordeel Kamer gekregen.

Minister Adriaansens:

Dank u.

Dan geef ik de motie op stuk nr. 618 van D66, over het voortzetten van het NGF, oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 619 van D66, over het NGF, geef ik ook oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 620 is een spreekt-uitmotie. Die laat ik dus graag aan de Kamer.

De motie op stuk nr. 621 van mevrouw Martens-America, over het ondernemersakkoord, geef ik heel graag oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 622 van de VVD geef ik ook oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 623 van mevrouw Koekkoek van Volt, die gaat over samen met de regionale ontwikkelingsmaatschappijen de zichtbaarheid en de toegevoegde waarde van het mbo vergroten, geef ik ook oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 624 van mevrouw Van Dijk geef ik ook oordeel Kamer.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 625 bevat een spreekt-uit. Dat deel laat ik aan uw Kamer. Maar het deel dat het verzoek aan de regering bevat, geef ik graag oordeel Kamer. Dat gaat over de rapportage. Die zullen wij voor de zomer doen.

Voorzitter. De motie-Flach op stuk nr. 626 geef ik ook oordeel Kamer.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 627 gaat over de impacttoets. Ik ben het volstrekt met de heer Flach eens. Ik ben dus eigenlijk wel blij met zijn aanmoediging om daar nog wat meer tempo mee te maken. Die motie geef ik dus heel graag oordeel Kamer. Soms helpen wij elkaar enorm.

Voorzitter. De motie-Zeedijk op stuk nr. 628 gaat over de Brainportregio en alle ontwikkelingen die daar zijn. Die geef ik ook graag oordeel Kamer.

Voorzitter. De motie-Zeedijk op stuk nr. 629 geef ik oordeel Kamer, maar wel onder bepaalde voorwaardes. Het is even zoeken of we elkaar daarin kunnen vinden. Die motie gaat over het intellectueel eigendom. Ik zie dit als een ondersteuning van de huidige inzet. We hebben in het debat ook gewisseld dat het heel erg belangrijk is dat als we collectief geld stoppen in dit soort projecten, we zo veel mogelijk moeten zorgen dat andere bedrijven daarvan kunnen profiteren. Maar soms is het ook belangrijk dat private partijen wíllen investeren. Het is dus zoeken naar een balans. Maar ik zie dit als een aanmoediging om duidelijk te rapporteren over de afspraken die we hebben gemaakt. Ik zie dit dus als een bevestiging van de huidige inzet. Ik zie dit als een oproep om te kijken of er binnen de NGF-projecten goede afspraken zijn gemaakt tussen de samenwerkende partijen. Daar zal ik over rapporteren. Als ik de motie zo mag opvatten, dan krijgt die oordeel Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Zeedijk geeft een duimpje omhoog. Daarmee krijgt de motie op stuk nr. 629 oordeel Kamer.

Minister Adriaansens:

Correct.

Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 630. Daar wil ik iets aan toevoegen. Die geef ik oordeel Kamer. Het gaat om een motie van de heer Van Houwelingen, die nu niet aanwezig is. Maar hij ging de beantwoording terugkijken, zei hij. Er zijn inderdaad zorgen over de concurrentiepositie van de industrieën die de heer Van Houwelingen bedoelt. Je ziet daarbij inderdaad dat met name de energieprijzen het speelveld op dit moment negatief beïnvloeden. We hebben dus echt een uitdaging om ervoor te zorgen dat onze industrie kan blijven produceren. Ik ben bezig met de speelveldtoets. In aanvulling daarop laat ik verdiepend onderzoek uitvoeren naar de totale elektriciteitskosten voor deze industrie ten opzichte van de buurlanden. Ik zal de Kamer daar in het tweede kwartaal over informeren. Ik voeg daaraan toe dat ik in aanvulling daarop in technische zin op een rij kan zetten welke maatregelen genomen kunnen worden om het speelveld gelijker te maken. Dat benadruk ik even vanwege de demissionaire status, maar ik wil er wel graag inzicht in geven, dus dat zal ik doen.

De voorzitter:

Daarmee krijgt de motie oordeel Kamer, toch?

Minister Adriaansens:

Daarmee krijgt ze oordeel Kamer. Dat is correct.

De motie op stuk nr. 631 wil ik overnemen, omdat dat staand beleid is. Die gaat over het hard werken aan het verbeteren van de financiering voor het mkb.

De voorzitter:

Is er een lid dat bezwaar heeft tegen het overnemen van die motie? Nee?

De motie-Van Houwelingen (32637, nr. 631) is overgenomen.

Minister Adriaansens:

Voorzitter. Er was nog een vraag van het CDA, over de zorgen rondom de terugbetaling door het mkb. Met name voor het energie-intensieve mkb hadden we de regeling ingericht. Het is goed dat de prijzen omlaaggingen, maar we hebben wel gezien dat best een aanzienlijk aantal bedrijven nu moet terugbetalen. Het is belangrijk dat we dat goed doen. De RVO monitort dat heel goed. Er hebben mij nog geen signalen bereikt dat er bedrijven echt in de problemen zijn gekomen. Wat de RVO concreet doet, is het aanbieden van ruime terugbetalingsmogelijkheden. De RVO wil ook maatwerkafspraken maken, als daar vraag naar is. Ik zal van deze kant bevestigen dat ik het goed in de gaten houd, want het was natuurlijk bedoeld om te helpen en niet om het bedrijven moeilijker te maken dan het al was of is.

Dat is het, voorzitter. Volgens mij ben ik erdoorheen.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw antwoord.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan stemmen over de ingediende moties op dinsdag 19 maart, dus aanstaande dinsdag. Ik stel voor dat we heel kort schorsen. We gaan zo dadelijk een wet behandelen, die ook door deze minister wordt verdedigd: de Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven. Ik zie de eerste en derde spreker nog niet in de zaal. We gaan dus even kort schorsen, voor vijf minuten, en dan gaan we door met de wetsbehandeling.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven