7 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Voordat we gaan stemmen geef ik het woord aan de heer Paternotte. Hij heeft een belangrijke mededeling die ook staatsrechtelijk best interessant is. Daar wilde ik nog even op wijzen.

De heer Paternotte (D66)

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter, dank. Zoals de collega's hebben gezien, hebben wij op de stemmingslijst een stemming laten zetten over de toelaatbaarheid van het amendement-Martens op stuk nr. 112 bij de OCW-begroting. Ik wil dat graag toelichten en dat doe ik mede namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het amendement-Martens is een amendement op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, maar het amendement is ingediend bij de rijksbegroting. Zoiets moeten we niet doen. In ons eigen Reglement hebben we in artikel 9.6 met elkaar vastgesteld dat dat niet mag. Wij snappen wel het doel van het amendement, want de hele Kamer wil de Wet internationalisering in balans snel behandelen. Die haast zit ook in het amendement-Martens. De haast snappen we, maar het gaat niet op deze manier. Want dit wordt een staatsrechtelijke janboel om drie belangrijke redenen. Eén. Als we instemmen met dit amendement, dan omzeilen we het advies van de Raad van State over de hele wet. Twee. Omdat dit bij de begroting is ingediend, kon er geen apart fatsoenlijk debat over plaatsvinden. Drie. Op deze manier zetten we ook de Eerste Kamer onder druk, want als de Eerste Kamer dit amendement niet zou willen, dan moet ze niet alleen de Wet internationalisering in balans, maar ook de hele begroting wegstemmen, een begroting van 57 miljard!

Voorzitter. Dit zijn zwaarwegende staatsrechtelijke bezwaren. Die waren ook de reden voor de minister om dit amendement te ontraden. Ik roep de collega's hier op tot het volgende. De Kamer heeft een wetgevende functie. Die moeten we serieus nemen. We moeten goed besturen en niet het wetgevingsproces zo verrommelen.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Heel goed. Dan vermeld ik nog even dat dit staat op punt 8a van uw stemmingslijst.

Ik geef graag het woord aan mevrouw Hirsch van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Mevrouw Hirsch! Mevrouw Hirsch! Mevrouw Hirsch! Mevrouw Hirsch, u kunt het ook bij de interruptiemicrofoon doen. Mevrouw Hirsch, het woord is aan u.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Ik heb het woord niet gevraagd. Ik weet niet wat de verwarring is.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

O.

(Hilariteit)

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Nou, wees er blij mee, zou ik zeggen. Sommige mensen willen het woord, maar krijgen het niet. Even serieus, mevrouw Hirsch: als het goed is, wilt u een motie aanhouden. Ik heb me laten vertellen dat het gaat om de motie-Hirsch op stuk nr. 2834, onder punt 20, de stemmingen over moties ingediend bij het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Handel, en dat u die motie wilt aanhouden.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Dat klopt. Excuus. Ik wil die motie graag aanhouden.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Nee! Dat kan nu niet meer. Dat is staatsrechtelijk onmogelijk. Nou, we schieten lekker op. Zo wordt het wel nachtwerk.

Op verzoek van mevrouw Hirsch stel ik voor haar motie (21501-02, nr. 2834) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

(Hilariteit)

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dan gaan we stemmen, dames en heren.

Naar boven