5 Raad Buitenlandse Zaken Handel

Raad Buitenlandse Zaken Handel

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Handel (CD d.d. 13/02).

Mevrouw Paulusma (D66)

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Handel. Ik heet de leden van de Kamer van harte welkom. Ik heet ook de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, minister Van Leeuwen, van harte welkom. Ik nodig de eerste spreker die zich gemeld heeft, graag uit. Dat is de heer Tuinman van BBB.

De heer Tuinman (BBB)

De heer Tuinman (BBB):

Voorzitter. Wij hebben zojuist een heel constructief overleg gehad over de Raad Buitenlandse Zaken Handel. Daartoe heb ik twee moties. De eerste gaat over visserij. Onze visserij is echt een sector waarop we in Nederland trots zijn, maar het gaat er niet goed mee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland het verder inperken van visserijsubsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit als prioriteit heeft genomen;

overwegende dat dit ook Nederlandse vissers kan raken, die al vele jaren te kampen hebben met wankel en beperkend visserijbeleid;

verzoekt de minister af te zien van een voor Nederland visserijbeperkende inbreng bij de Raad Buitenlandse Zaken en in plaats daarvan het op te nemen voor de Nederlandse visserijsector,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tuinman.

Zij krijgt nr. 2831 (21501-02).

De heer Tuinman (BBB)

De heer Tuinman (BBB):

Voorzitter. De tweede motie gaat over een specifieke passage. Die heet de groene handelsagenda. Wij willen eigenlijk graag dat we die groene handelsagenda omdraaien, zodat we een goede agenda hebben. Daar mogen dan best wel groene doelen in zitten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het demissionaire kabinet deelneemt aan gesprekken over de "groene handelsagenda";

verzoekt het kabinet in de gesprekken over de groene handelsagenda in te zetten op "goede handel", waarbij strategische autonomie, voedselzekerheid en lokaal eigenaarschap leidend moeten zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tuinman.

Zij krijgt nr. 2832 (21501-02).

Mevrouw Paulusma (D66)

Dank u wel. Dan nodig ik met alle plezier mevrouw Kamminga uit voor haar bijdrage.

Mevrouw Kamminga (VVD)

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de minister voor het constructieve debat. Ik heb geen moties, want ik heb in een vorig debat, de begrotingsbehandeling, mijn opvatting over het indienen van moties gegeven, namelijk dat we dat moeten beperken. Daar houd ik mij aan.

Toch wil ik nog een keer van de gelegenheid gebruikmaken om een warm pleidooi te houden voor handelsverdragen. Wellicht ga ik mijn collega's, als ik het vaker blijf benoemen, er toch nog van overtuigen, zodat ik wat meer medestanders voor dit instrument krijg. Uiteraard ben ik het met de collega's eens dat het van groot belang is dat er voldoende waarborgen zijn voor alle deelnemende partijen — en sectoren uiteraard. Daarvoor kijk ik ook even naar de heer Tuinman. Maar handelsakkoorden als zodanig zijn cruciaal voor Nederland en voor het behoud van onze welvaart en het versterken van die geopolitieke positie. Het maakt ons minder afhankelijk. Daar hebben wij het ook uitgebreid over gehad. Uiteindelijk is handel ook de snelste weg uit armoede en goed voor het versterken van de economie. Het is niet enkel hulp. Daarvoor kijk ik dan weer naar mevrouw Hirsch, ook onder verwijzing naar het debat dat wij hadden.

Voorzitter. Tot slot wil ik nogmaals benadrukken dat ik blij ben dat de minister dezelfde risico's ziet als de VVD bij de uitspraak over de F-35's en in cassatie gaat. De recente uitspraak van Donald Trump over de NAVO en de landen die niet voldoen aan de 2%-norm hebben dat eens te meer duidelijk gemaakt. We moeten echt meer investeren in een eigen defensie-industrie, zowel in Nederland als in Europa. Om die industrie te kunnen bouwen, is het essentieel dat Nederland een betrouwbare partner is. We moeten dus niet naïef zijn. Daarom hoop ik dadelijk ook op brede steun voor de motie die mijn collega Brekelmans heeft ingediend tijdens de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken, die de regering verzoekt om er alles aan te doen om een betrouwbare partner te blijven, binnen en buiten het F-35-project, als het gaat om defensiesamenwerking.

Dank u wel, voorzitter.

Mevrouw Paulusma (D66)

De voorzitter:

Dat geeft aanleiding tot een korte vraag van de heer Ram.

De heer Ram (PVV)

De heer Ram (PVV):

Ik heb toch een vraag aan mevrouw Kamminga. Zij houdt een warm pleidooi voor vrijhandelsverdragen. Er is veel te doen om de landbouwparagraaf van Mercosur. De landbouw ageert daar heel sterk tegen en staat Europees gezien waanzinnig onder druk. We hebben de grote demonstraties gezien in Brussel met brandende vuren. Hoe kijkt de VVD nu naar die landbouwparagraaf?

Mevrouw Kamminga (VVD)

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank aan de heer Ram voor de vraag. De VVD neemt dat natuurlijk uitermate serieus. Het is ook niet voor niks dat ik hier tijdens de begrotingsbehandeling samen met een aantal collega's een motie heb ingediend om te vragen om een update naar aanleiding van het onderzoek van de Universiteit Wageningen; wat is nou de impact op de landbouwsector? Dat wil ik ook graag weten, zodat we kunnen kijken wat we verder in dat verdrag kunnen uitonderhandelen. Anderzijds moeten we ook altijd reëel zijn. Handelsverdragen zijn altijd een beetje een kwestie van geven en nemen. Als we alleen verdragen sluiten waar wij als Nederland alleen maar van kunnen profiteren ten koste van een ander, dan zou dat niet goed zijn. Dat is ook niet reëel. Maar dan moet je misschien met elkaar kijken of je op een andere wijze die sectoren, of het nou landbouw is of een andere sector, kunt compenseren of hoe je de negatieve effecten kunt mitigeren. Dat is waarom wij een rondetafelgesprek hebben aangevraagd én waarom wij ons erin willen verdiepen, zodat we die discussie op inhoud kunnen voeren en niet alleen maar op basis van beelden of van wat we ergens horen.

Mevrouw Paulusma (D66)

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kamminga. Dan nodig ik mevrouw Hirsch van GroenLinks-PvdA uit voor haar bijdrage.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik kan alleen maar beamen wat de sprekers voor mij hebben gezegd: het was een constructief debat, dat echt gaat over onze verschillende visies op wat handel betekent voor onze samenleving. Ik heb twee moties, die eigenlijk heel goed aansluiten bij wat mevrouw Kamminga net zei, namelijk: laat de Kamer alstublieft goed geïnformeerd zijn als wij voor belangrijke beslissingen staan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de onderhandelingen over het CEPA-handelsverdrag tussen de EU en Indonesië in een vergevorderd stadium zijn;

constaterende dat door de aangenomen omnibuswet in Indonesië duurzaamheidsdoelen in CEPA moeilijk bereikt kunnen worden en vakbondsrechten worden ondermijnd;

verzoekt de regering tijdens de aanstaande Raad Buitenlandse Zaken Handel te pleiten voor het uitvoeren van een sustainability impact assessment en een human rights impact assessment voor CEPA in Europees verband,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hirsch en Teunissen.

Zij krijgt nr. 2833 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet een Joint Statement Initiative heeft ondertekend over e-commerce en hierover verder wordt gesproken tijdens de aanstaande bijeenkomst van de WTO;

constaterende dat de intentie van deelnemende partijen is om de regulering op e-commerce te beperken, in het vervolg ook op broncodes;

verzoekt de regering een analyse te maken van de impact van verdere liberalisering van e-commerce op onze strategische autonomie;

verzoekt de regering een pas op de plaats te maken wat betreft de liberalisering van e-commerce en tijdens de aankomende WTO geen verdere stappen te nemen wat betreft verdere liberalisering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hirsch en Teunissen.

Zij krijgt nr. 2834 (21501-02).

Mevrouw Paulusma (D66)

Dank u wel. Dan nodig ik tot slot de heer Ram uit. Maar ik zie dat hij nee schudt, wat betekent dat we klaar zijn met de inbreng van de Kamer. Ik kijk heel even naar links, naar de minister.

De heer Leeuwen van

Minister Van Leeuwen:

Als u mij twee minuten geeft, kan ik door. Ik moet even iets checken.

Mevrouw Paulusma (D66)

De voorzitter:

Ik geef u met alle plezier twee minuten de tijd. Ik vraag de collega's in de Kamer om vooral hier te blijven, want dan kunnen we in één keer door.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Leeuwen van

Minister Van Leeuwen:

Voorzitter. De motie-Tuinman op stuk nr. 2831, over de visserij, wil ik oordeel Kamer geven als ik er een kleine interpretatie aan mag geven. Ik zie deze motie eigenlijk als een ondersteuning van onze inzet. We dragen de visserijsector een warm hart toe. Aan de ene kant willen we goede afspraken maken over het tegengaan van overcapaciteit en overbevissing. Anderzijds willen we de belangen van de Nederlandse visserij waarborgen. Dat is onze inzet. Als er een vervolgakkoord komt, willen we juist een gelijk speelveld voor de Nederlandse vissers, omdat het gaat over subsidies die door de EU al nauwelijks meer worden gegeven. Als ik deze motie dus zo mag lezen dat we ons inzetten voor de belangen van de Nederlandse visserijsector inclusief een gelijk speelveld, zeg ik: oordeel Kamer.

Mevrouw Paulusma (D66)

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Tuinman zijn duim opsteekt, dus de motie kan zo geïnterpreteerd worden.

De heer Leeuwen van

Minister Van Leeuwen:

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 2832, ook van de heer Tuinman. Ik geef deze motie oordeel Kamer met toch weer een kleine interpretatie. Staat u mij dus toe om daar even iets over te zeggen. In eerste termijn heb ik al aangegeven dat wij eigenlijk al bezig zijn met die agenda en met de punten die de heer Tuinman noemt. Die staan ook als centrale, belangrijke onderdelen in onze kabinetsinzet, maar we moeten natuurlijk ook oog hebben voor de bredere inzet van het Nederlandse bedrijfsleven. Dat is de kanttekening die ik maak. De maritieme sector speelt ook een rol. Dus met de interpretatie dat we ons, indachtig de onderwerpen en de punten die de heer Tuinman noemt, wel breed kunnen blijven inzetten voor de brede sectoren en bedrijven, krijgt de motie oordeel Kamer.

Mevrouw Paulusma (D66)

De voorzitter:

Ik zie wederom een duim.

De heer Leeuwen van

Minister Van Leeuwen:

Dan de motie op stuk nr. 2833, van mevrouw Hirsch. Die ga ik toch ontraden. Ik zeg er wel het volgende bij. Dat Sustainability Impact Assessment is al een keer gemaakt en gepubliceerd. Ik kan dat niet afdwingen, maar ik kan de Commissie wel vragen om te kijken of het nog steeds geldig en actueel is. Daar kunnen we dan ook de mensenrechtenpunten in meenemen. Ook is de Commissie, maar ook Nederland, in constant overleg met het maatschappelijk middenveld, en dat blijft ook zo.

Dan de motie op stuk nr. 2834, ook van mevrouw Hirsch, over e-commerce. Die moet ik helaas toch ook ontraden, omdat er helemaal geen sprake is van verdere liberalisering. Als liberaal zeg ik daar "helaas" bij. Het staat dus niet op de agenda. We proberen juist goede afspraken te maken over e-commerce, inclusief dataoverdracht, privacy et cetera. Ik kan daar wel bij zeggen dat we de Kamer erover zullen informeren mochten er extra afspraken over worden gemaakt.

Dank u wel.

Mevrouw Paulusma (D66)

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik naar de collega's, want we zijn aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

Mevrouw Paulusma (D66)

De voorzitter:

We gaan straks om 14.00 uur direct stemmen over de bij dit tweeminutendebat ingediende moties. Ik dank u allen voor uw aanwezigheid en voor uw inbreng. Ook dank aan de minister.

De vergadering wordt van 12.59 uur tot 14.05 uur geschorst.

Naar boven