22 Landbouw- en Visserijraad d.d. 22 en 23 januari 2024

Landbouw- en Visserijraad d.d. 22 en 23 januari 2024

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad d.d. 22 en 23 januari 2024 (CD d.d. 17/01).

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad van 22 en 23 januari 2024. Het commissiedebat vond plaats op 17 januari. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. We hebben drie sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Van Campen van de fractie van de VVD. Het woord is aan hem.

De heer Campen van (VVD)

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voorzitter van de Europese Commissie een strategische dialoog wil voeren met boeren over de toekomst van de landbouw met onder meer de vraag hoe we beter gebruik kunnen maken van de enorme kansen die kennis en technologische innovatie bieden;

overwegende dat aan Brusselse tafels mooie doelen en mooie voorstellen kunnen worden besproken, maar dat agrarisch ondernemers ook de kans moeten krijgen om die doelen te halen;

van mening dat de Europese Commissie ruimte moet geven voor nieuwe innovaties die bijdragen aan een efficiënte en duurzame voedselproductie;

verzoekt de regering om bij de dialoog expliciet het belang te benadrukken van:

  • -spoedige toelating van noodzakelijke innovaties zoals kunstmestvervangers/RENURE;

  • -een snellere en goedkopere toelatingsprocedure van groene gewasbeschermingsmiddelen;

  • -nieuwe veredelingstechnieken te faciliteren en stimuleren;

  • -hulp bieden aan nieuwe bedrijven die toelating verzoeken voor "novel foods";

verzoekt de regering zich ervoor in te spannen dat een routekaart met besluitvormingsmomenten voor toelating van die innovaties uitkomst is van de strategische dialoog, mede in het belang van voedselzekerheid binnen de Europese Unie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Campen.

Zij krijgt nr. 1613 (21501-32).

De heer Campen van (VVD)

De heer Van Campen (VVD):

Dat dit mede in het belang is van voedselzekerheid binnen de Europese Unie wordt nog weleens vergeten.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Pierik van de fractie van BBB.

De heer Pierik (BBB)

De heer Pierik (BBB):

Voorzitter. Recente boerenprotesten in de Europese lidstaten hebben de aandacht gevestigd op uitdagingen waar boeren mee worden geconfronteerd als gevolg van besluitvorming in Brussel. Uit een in deze maand verschenen rapport van Wageningen Economic Research blijkt dat de inkomensverliezen in de melkveehouderij tussen de 18% en 201% kunnen uitkomen, en dat de akkerbouw tussen de 10% en 62% aan inkomen zal verliezen. Er is dus duidelijk actie nodig op Europees niveau. Gezien de recente toezeggingen van de Franse regering om zich op Europees niveau in te zetten voor versoepelingen van regelgeving omtrent het braak laten liggen van landbouwgrond voor natuurherstel is er een momentum ontstaan voor Europese actie. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er recentelijk in meerdere Europese lidstaten boerenprotesten hebben plaatsgevonden;

constaterende dat veel van de zorgen van boeren voortkomen uit besluitvorming in Brussel;

constaterende dat de Franse regering heeft toegezegd zich op Europees niveau in te zetten op versoepeling van de regelgeving omtrent het braak laten liggen van landbouwgrond voor natuurherstel;

constaterende dat uit een rapport van Wageningen Economic Research blijkt dat mede door Europese besluitvorming de verwachte inkomstenverliezen in de melkveehouderij uitkomen tussen de 18% en 201% en in de akkerbouw tussen de 10% en 63%;

overwegende dat er nu op Europees niveau een momentum is ontstaan;

verzoekt de regering om soortgelijke stappen als in Frankrijk te zetten op Europees niveau,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Pierik en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1614 (21501-32).

De heer Pierik (BBB)

De heer Pierik (BBB):

Mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de schade door wolven in Nederland de afgelopen jaren opgelopen is tot ongekende hoogte, ook daar waar wolfwerende hekken zijn gezet en andere schadebeperkende maatregelen zijn genomen;

overwegende dat de wolvenpopulatie in Nederland de afgelopen jaren bijna exponentieel is toegenomen;

overwegende dat de wolvenroedels territoria hebben die tot ruim over de grenzen van Nederland kunnen strekken en aanwas van genetisch materiaal van over de grens dus veelvuldig voorkomt, waardoor de populatie blijft groeien;

overwegende dat Frankrijk komend jaar 209 wolven mag afschieten;

verzoekt de regering om te onderzoeken of het mogelijk is om via een derogatiebeleid voor wolven in Nederland probleemwolven te identificeren, te verjagen en te bejagen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Pierik en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1615 (21501-32).

De heer Bosma (PVV)

Klopt het dat uw vorige motie ook werd ondertekend door mevrouw Van der Plas?

De heer Pierik (BBB)

De heer Pierik (BBB):

Ja. Beide moties zijn van Pierik en Van der Plas.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dat moet u altijd even melden.

De heer Pierik (BBB)

De heer Pierik (BBB):

Goed dat ik het weet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Een vraagje aan de BBB: hoeveel schapen zijn er door een wolf gedood, terwijl zij achter een goedgekeurd, officieel wolfwerend hek stonden?

De heer Pierik (BBB)

De heer Pierik (BBB):

Op dit moment heb ik die aantallen niet paraat, maar we kennen natuurlijk allemaal de beelden van wolven die slachtpartijen aanrichten in verschillende weilanden. Er zijn ook boeren in Nederland die de afgelopen maand tot vier keer toe het trieste resultaat in het weiland hebben moeten zien liggen: tientallen dode schapen. Ik weet het aantal dus niet, maar het is een feit dat het veel voorkomt.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Afrondend.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Het aantal schapen die gedood worden door wolven, is vele malen kleiner dan het aantal schapen die gedood worden door loslopende honden. Ik heb het antwoord voor de heer Pierik over het aantal schapen die door een wolf gedood zijn terwijl ze achter een wolfwerend, goedgekeurd hek stonden: dat aantal is nul.

Mevrouw Hertzberger (NSC)

Mevrouw Hertzberger (NSC):

Ter verduidelijking: wat ziet meneer Pierik in het versoepelen van de braakligregeling? Hoe ziet hij dat voor zich?

De heer Pierik (BBB)

De heer Pierik (BBB):

We willen heel graag versoepelingen op verschillende terreinen. We zien dat de inkomens van boeren behoorlijk onder druk staan. Alles wat kan meehelpen om de regelgeving op het gebied van natuurherstel te versoepelen … We hebben natuurlijk gezien hoe dat ging met de met nutriënten verontreinigde gebieden. We hebben gezien hoe dat ging met de GLB-gelden. Het heeft allemaal impact op het verdienvermogen van de boer. We willen eigenlijk graag meer energie in Brussel voor alles wat kan bijdragen aan versterking van landbouw en natuur, vooral aan die combinatie.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dan gaan we luisteren naar mevrouw Nijhof van de Partij voor de Vrijheid.

Mevrouw Nijhof-Leeuw (PVV)

Mevrouw Nijhof-Leeuw (PVV):

Voorzitter. Geen motie, maar ik wil wel graag mijn zorg uitspreken over de koers die de minister neemt. In de media hebben we ook gezien dat hij een voorstel aankondigt voor het op korte termijn afromen van de dierrechten. De minister gaat hier in onze optiek verder dan een demissionair minister hoort te gaan. De agrarische sector staat voor grote uitdagingen. Daarbij is integraliteit van het beleid erg belangrijk. Dit gaat daarbij niet helpen, dus wij zouden willen dat de minister terughoudendheid zou betrachten.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Prima. Tot zover de eerste en enige termijn van de Kamer. De minister is in staat om meteen antwoord te geven op de vragen en de moties te becommentariëren. Het woord is aan de minister.

De heer Adema

Minister Adema:

Dank u wel, voorzitter. Ik ben in staat om antwoorden te geven. Of dat welgevallige antwoorden zijn, dat zullen we zien.

Allereerst de vraag van mevrouw Nijhof over het afromen van dierrechten. Wij hebben daar in deze Kamer al vaker over gesproken. Gezien de nijpende mestmarkt op dit moment zullen we moeten nadenken over maatregelen die passen bij de ontwikkeling binnen de agrarische praktijk. Het afromen van dierrechten bij verkoop, niet binnen de familie maar aan derden, of bijvoorbeeld bij opkoop door ontwikkelaars is een van de instrumenten die we afwegen. Ik heb toegezegd dat we met een brief aan de Kamer komen met maatregelen inzake het mestbeleid. Daar zou dit er een van kunnen zijn, dus ik ga hiermee door. Ik heb ook met u afgesproken dat ik met de sector in gesprek ga om te kijken of we hiervoor maatregelen kunnen bedenken met de sector. Ik kom daarmee naar uw Kamer en dan is het aan uw Kamer om daar een oordeel over te hebben. Ik ga dat niet stoppen, want de druk op de mestmarkt is momenteel groot. We moeten alles aangrijpen om ook daarmee de boeren te helpen.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Mevrouw Nijhof verwees naar de demissionaire status van het kabinet. Ik heb daarover een vraag aan de minister. Kunnen de problemen die zich nu acuut voordoen op de mestmarkt, wachten op de kabinetsformatie?

De heer Adema

Minister Adema:

Nee, die kunnen niet wachten op de kabinetsformatie. Het is ook niet zo dat we de problemen zomaar opgelost hebben — die winstwaarschuwing wil ik ook wel geven. De problemen zijn er als gevolg van het verlies aan derogatie. Ik heb het al vaker gezegd, maar ik wil het nogmaals benadrukken. Het zijn vooral de grondgebonden bedrijven, die soms een gve hebben van 1,7 of 1,8, maar ook biologische bedrijven die last hebben van overdruk op de mestmarkt. Dat is doodzonde, juist voor dat soort mooie grondgebonden bedrijven, zoals we ze zo graag zien in Nederland. Wij moeten daar heel serieus naar kijken en wij hebben geen tijd te verliezen om met maatregelen te komen, en dat ga ik doen. Dat was het antwoord op de vraag, mijnheer de voorzitter.

Dan heb ik drie moties te appreciëren. De eerste motie, van de heer Van Campen, op stuk nr. 1613, zie ik als een sterke onderstreping van het beleid dat wij op Europees niveau voeren, dus ik zou 'm oordeel Kamer willen geven. Een kleine kanttekening bij deze motie is dat het strategisch debat dat plaatsvindt de verantwoordelijkheid is van de voorzitter van de Europese Commissie, mevrouw Von der Leyen, zoals u weet. We hebben het er ook in de Landbouwraad over gehad, maar die staat in principe een beetje buitenspel. Zelfs de Eurocommissaris Landbouw speelt hier geen rol in. Ik zoek even naar een goede weg om het onder de aandacht te brengen bij mevrouw Von der Leyen, maar ik ga er zeker mijn inzet op plegen.

Dan de tweede motie, die gaat over …

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Wat is het eindoordeel?

De heer Adema

Minister Adema:

Dan is het "oordeel Kamer".

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Heel goed.

De heer Adema

Minister Adema:

Met die kleine disclaimer, zeg maar.

Dan de motie op stuk nr. 1614 over de boerenprotesten in Frankrijk. Zoals u weet, gaat Macron bij de Europese Raad, die donderdag gehouden wordt, meen ik, derogatie aanvragen op de braaklegregeling van 4%. We hebben die derogatie trouwens vaker gehad, ook de afgelopen jaren. In het kader van de situatie in Oekraïne is die derogatie er geweest. Die is ook in een landbouwdebat aan de orde geweest. In dat landbouwdebat heb ik gezegd dat we er op zich best positief tegenover staan om nog een keer derogatie te verlenen, alleen, het moet wel ingepast kunnen worden in ons systeem. De nieuwe periode voor het GLB komt eraan. De nieuwe intekening komt eraan. Daarin moet het wel meegenomen worden. Daar had ik toen enige reserve bij. Overigens hebben we die braaklegregeling niet voor niks. Die heeft ook te maken met duurzaamheidseisen. Het is beslist niet zo dat ik voornemens ben om meerjarige derogatie aan te vragen, maar in sommige gevallen zouden we hiernaar kunnen kijken, dus ik geef de motie oordeel Kamer.

Dan hebben we de derde, over de wolf.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Er is nog een vraag van mevrouw Bromet over deze motie.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

De minister zeg het zelf al: regels zijn er niet voor niets. Wat zijn de mogelijke effecten van het afschaffen van deze regel, al is het tijdelijk? Dat heb ik namelijk gewoon niet in beeld.

De heer Adema

Minister Adema:

Het effect is dat er in ieder geval meer land gebruikt kan worden dan als je die 4% niet hebt. Mevrouw Bromet zal het ook met me eens zijn dat die 4% natuurlijk is bedoeld als een duurzaamheidsmaatregel. We moeten die regel dus ook zeker niet gaan afschaffen en ook zeker niet meerjarige derogaties gaan verlenen.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Maar mijn vraag was eigenlijk: wat is die duurzaamheidsmaatregel? Dat weet ik namelijk niet. Waarom is het beter om dit braak te laten liggen?

De heer Adema

Minister Adema:

Omdat je daarmee de bodemstructuur verbetert enzovoort. Er zijn gewoon een aantal ecologische argumenten waarom braakligging goed is. Het geeft een betere bodemkwaliteit en dat soort zaken. In die zin is het dus ook voor de kwaliteit van de bodem, ook voor het landbouwkundig gebruik, uiteindelijk goed om toe te passen.

Dan de motie op stuk nr. 1615 over de wolf. Ik neem kennis van de berichten in de media over wat wolven aanrichten. Kortgeleden nog zijn er bij een schapenboer in de omgeving van Ede dertien schapen gewoon doodgebeten. Die worden ook niet opgegeten, maar gewoon doodgebeten. Ik vind dat echt verschrikkelijk om te zien. De andere kant is dat wij in Nederland op dit moment een discussie hebben lopen over de positie van de wolf en over de beschermde status van de wolf. In Europa vindt die discussie op dit moment ook plaats. U weet dat de Europese Commissie ook heeft gezegd na te denken over het verlichten van de beschermde status. Dan gaat die er niet helemaal af, maar dan wordt die beschermde status verlicht. Er is in de Landbouw- en Visserijraad, waarvoor we hier uiteindelijk ook bij elkaar zijn, ook over gesproken. Ik heb toen gezegd dat ik meeleef met degenen die getroffen worden, maar dat we wel even de maatschappelijke discussie in Nederland moeten afwachten over de positie van de wolf. Dan pas kunnen wij aangeven of we wel of niet maatregelen gaan nemen. Dit onderwerp zit ook in de portefeuille van mijn collega, maar het kwam wel aan de orde tijdens de Landbouw- en Visserijraad. Maar in het kader van het afwachten van de discussie ontraad ik deze motie.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Als de minister spreekt met de ondernemers die getroffen zijn door moordpartijen van wolven, spreekt hij dan ook over het ontbreken van wolfwerende hekken? Want dat is uiteindelijk de oorzaak van zo'n moordpartij.

De heer Adema

Minister Adema:

Ik begrijp de vraag van mevrouw Bromet. Alleen zijn er ook ondernemers getroffen die wel degelijk wolfwerende maatregelen hadden getroffen, onder wie de ondernemer die ik net noemde. Ik kan niet beoordelen of een hek exact voldeed aan de voorwaarden. Die discussie hebben we in de Kamer weleens vaker gevoerd bij concrete situaties. Het is altijd moeilijk om daarop in te gaan. Maar hoe dan ook blijft het verschrikkelijk als dertien van je schapen zijn doodgebeten zonder enige vorm van consumptie door de wolf, zogezegd. Dat blijft een vreselijk iets. Je zult 's morgens maar bij je schapen komen en dit meemaken. Ik weet dat deze ondernemer maatregelen had getroffen, maar of ze precies voldeden, kan ik niet beoordelen. Dat is ook niet mijn taak. Nogmaals, ik ontraad de motie. We moeten namelijk eerst de maatschappelijke discussie afwachten.

De heer Pierik (BBB)

De heer Pierik (BBB):

Ik snap dat de minister graag eerst de maatschappelijke discussie wil afwachten, maar dan wil ik wel graag weten wanneer die discussie dan precies afgerond is. En wat betekent dit dan voor de schapenboeren die al zo lang in onzekerheid verkeren?

De heer Adema

Minister Adema:

Ik wil niets afdoen aan het vreselijke feit dat je 's morgens bij je schapen komt en er blijken er dertien doodgebeten te zijn. Dat is afschuwelijk. Het is overigens wel zo dat dit wordt vergoed. Er is een vergoedingsregeling, ook Europees, dus deze boeren worden gecompenseerd voor de schade die ze lijden. Maar daarmee is het leed niet weg. Wanneer de discussie precies is afgelopen, weet ik niet, maar ik wil het volgende voorstellen. We zien elkaar deze week nog heel veel. Dat begint morgen al. Dan is mijn collega Van der Wal ook aanwezig. Mijn voorstel zou zijn om deze vraag in het begrotingsdebat bij mevrouw Van der Wal neer te leggen.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover dit debat. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dinsdag stemmen we over de drie moties.

De vergadering wordt van 17.10 uur tot 18.22 uur geschorst.

Naar boven