3 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Thijssen

Vragen van het lid Thijssen aan de staatssecretaris Mijnbouw, bij afwezigheid van de minister van Economische Zaken en Klimaat, over het bericht "Onderzoek: pomphouders rekenen lagere benzineprijs traag door aan klant".

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de heer Thijssen van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid voor het stellen van zijn vragen aan de staatssecretaris van Economische Zaken. Het woord is aan hem.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Gisteren konden we lezen dat als de olieprijs stijgt, dat pijlsnel wordt verrekend in de verkoopprijzen van benzine. En als de olieprijs daalt, wordt dat veel minder snel verrekend in de verkoopprijs van benzine. De aandeelhouders van de Shells van deze wereld maken op deze manier al snel honderden miljarden euro's extra winst. En de afgelopen jaren máákten ze al recordwinsten vanwege de hoge energieprijzen. De geldhonger van deze aandeelhouders kent blijkbaar geen grenzen. Over de periode van het onderzoek gaat het al snel om honderden euro's die autorijders in feite direct overmaken aan de aandeelhouders van Shell en andere oliebedrijven. Totaal onacceptabel, vindt GroenLinks-PvdA. Dit kabinet wil dat de vrije markt zijn werk doet, maar blijkbaar betekent die vrije markt dat aandeelhouders van Shell en andere bedrijven nog rijker worden en dat de Nederlander moet betalen.

Mijn eerste vraag aan de staatssecretaris is: wat vindt hij ervan dat aandeelhouders van bedrijven als Shell en Esso recordwinsten maken en dat zij op deze manier de Nederlander nog meer geld uit de zakken kloppen?

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris, die ik toestemming heb gegeven om zijn vragen zittend te beantwoorden. Het woord is aan hem.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Voorzitter, dat komt niet voort uit vergaande luiheid — ook dat is waar — maar omdat ik last van mijn rug heb. Dank u wel voor dat voorrecht.

Ik ben het met de heer Thijssen eens dat het ongewenst is wanneer de marktwerking niet leidt tot de uitkomsten zoals je die in een markt zou verwachten. Dat is hier dus het geval. Het is mij ook weleens opgevallen dat de benzineprijzen harder omhoog plegen te gaan dan omlaag. Ik ga het niet allemaal verbinden met allerlei kwalificaties die hij heeft over bedrijven. Die zijn allemaal voor hem. Maar ik vind het wel een taak van de overheid om te zorgen dat er een einde aan komt als dat zo is.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik geef volgens mij geen kwalificaties aan de bedrijven, maar ik geef kwalificaties aan de aandeelhouders, die die bedrijven eindeloos gebruiken om er nog meer geld uit te halen. Nu blijkt dus dat ze Nederlanders meer laten betalen dan eigenlijk nodig is.

Als de minister dit ook onwenselijk vindt, is mijn vervolgvraag: is hij bereid om dit geld terug te halen bij die aandeelhouders?

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

De minister …

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Is hij bijvoorbeeld bereid om te zeggen: we gaan zorgen dat die winst die naar de aandeelhouders gaat, voortaan wat meer naar de schatkist gaat?

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

En de minister is een staatssecretaris.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Sorry, de staatssecretaris. Dank, voorzitter, excuus.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dit antwoord vergt een iets langere aanloop. Ik heb het onderzoek in Economisch Statistische Berichten waar de heer Thijssen naar verwijst zelf net even tot me genomen. Wat zegt de onderzoeker nou eigenlijk? Die zegt het volgende: er kunnen een aantal redenen zijn waarom die prijzen naar beneden "sticky" zijn, dus waarom ze blijven hangen naar beneden. De twee belangrijkste redenen zijn de volgende. De markt is niet transparant, dus mensen weten niet goed te shoppen, waardoor de prijs niet voldoende naar beneden gaat. Daar kom ik zo op terug. De andere reden kan zijn dat er collusie, een samenwerking tussen die bedrijven, plaatsvindt, maar dat is geen collusie zoals die verboden is in de kartelwet, onze Mededingingswet. Het heet dan een soort onbewuste collusie. Ze richten zich allemaal op hetzelfde en daardoor blijft de prijs hangen.

Voor dat laatste heeft de Autoriteit Consument & Markt op dit moment — op dit moment — geen bevoegdheid om hier wat aan te doen. Deze onderzoeker van de Autoriteit Consument & Markt zegt: het zou misschien verstandig zijn om te kijken of we die bevoegdheid wel kunnen creëren. Ik ben het daarmee eens. Die bevoegdheid bestaat al in het Verenigd Koninkrijk en in Duitsland. In ingewikkelde taal heet die: remedy and research. Dat wil zeggen dat je kunt onderzoeken of er inderdaad sprake is van te hoge prijzen. Vervolgens kun je eventuele remedies opleggen.

Via dit lange antwoord kom ik op het echte antwoord op de vraag van de heer Thijssen. Een van de mogelijkheden zou kunnen zijn — maar dat instrumentarium hebben we nog niet — dat je vervolgens de winst die daarbij gemaakt wordt, afroomt. In Duitsland gebeurt dat. In Engeland kan dat overigens niet, maar in Duitsland kan dat wel. Maar die bevoegdheid hebben we dus nu nog niet.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Oké. Dank aan de staatssecretaris voor dit antwoord. Is dit een toezegging van de staatssecretaris? Wil hij zorgen dat de Autoriteit Consument & Markt, de organisatie die in Nederland de consument moet beschermen tegen de geldhonger van aandeelhouders, net als in Duitsland en Engeland meer tanden krijgt? Gaat hij ervoor zorgen dat dit soort overwinsten voortaan worden afgeroomd?

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

De heer Thijssen heeft het heel goed gehoord. Dat is precies wat ik zeg. We zijn al een tijdje aan het kijken of de Autoriteit Consument & Markt deze bevoegdheid zou moeten hebben. Ik heb er even naar laten kijken: wij kunnen in het tweede kwartaal een wat bredere brief sturen over misbruik van marktmacht. Dan kunnen we dit gelijk als optie meenemen. Je moet natuurlijk wel heel goed opletten wat je doet. In Engeland heeft de mededingingsautoriteit bijvoorbeeld de bevoegdheid gekregen om bedrijven op te splitsen als dit gebeurt. Dat klinkt als een nogal zware sanctie voor iets wat hier gebeurt. In Duitsland kun je de winsten afromen. Je moet dus goed nadenken over het soort sancties die je geeft aan de ACM. Maar het korte antwoord op de vraag van de heer Thijssen is: ja, ik ben graag bereid om dat toe te zeggen, juist omdat ik het marktmodel wil beschermen en niet omdat ik het wil aanvallen. Ik vind dat de marktwerking haar plaats moet hebben. Daarom moet je de ACM tanden geven. Als de ACM zelf zegt dat graag te willen, dan gaan we daar serieus naar kijken.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik ben blij met deze toezegging. Ik wil toch nog even terugkomen op mijn tweede vraag aan de staatssecretaris want daar heb ik nog geen antwoord op gekregen. Dit onderzoek laat zien dat de afgelopen vijftien jaar deze bedrijven 100 tot 200 miljoen per jaar extra winst hebben gemaakt. Als de olieprijs omhoogging, ging ook de benzineprijs snel omhoog, maar als de olieprijs omlaagging, ging die benzineprijs heel erg langzaam omlaag. Dus we weten dat er in vijftien jaar honderden miljoenen extra naar die aandeelhouders is gegaan. Daarom mijn vraag: is de staatssecretaris bereid te kijken hoe hij er de komende jaren voor gaat zorgen, bijvoorbeeld door meer winst naar de schatkist te laten stromen, dat we dat geld terughalen? Dat is geld van Nederlanders dat terechtgekomen is bij die aandeelhouders en dat geld moet gewoon terug naar de schatkist zodat we daar met z'n allen iets aan hebben.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik dacht dat ik al een antwoord gaf op die vraag. Als het gerelateerd is aan een gebrek aan mededinging hebben we op dit moment die bevoegdheid niet. De heer Thijssen zegt dan dat je het gewoon via de belastingen kunt doen. De heer Thijssen en ik zijn elkaar al veel tegengekomen op dit dossier waar het gaat om het belasten van producenten van gas en olie. Daar hebben we vorig jaar nogal wat aan gedaan, dacht ik. Wat betreft dit specifieke onderwerp geldt dat de ACM eerst die bevoegdheid moet hebben en dan kunnen we winsten afromen. Als het gaat over het in het algemeen terughalen van hoge winsten, hebben we daar het afgelopen jaar aardig wat aan gedaan, meer dan anderen en zelfs zo veel dat sommigen zich zorgen maken over het vestigingsklimaat van dit soort bedrijven in het land; ik niet maar anderen wel.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik ook niet. Daarom zou ik zeggen dat dit een extra reden is om, waar er inderdaad maatregelen genomen zijn, overwinsten ten goede te laten komen aan de schatkist in plaats van aan de aandeelhouders. Er ligt nu een onderzoek dat laat zien dat honderden miljoenen extra naar die aandeelhouders zijn gegaan. Dus ik zou zeggen: er kan nog wel een tandje bij wat betreft deze bedrijven om te zorgen dat dat geld ten goede komt aan ons allen en niet aan een paar aandeelhouders die toevallig aandelen hebben in deze oliebedrijven. Dus is de staatssecretaris het niet met GroenLinks-PvdA eens dat er nog wel een tandje bij kan om dit voor elkaar te krijgen en om dat geld terug te halen naar de schatkist?

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik meen dat ik nu in herhaling verval. Nee, ik ben niet bereid om daar nu weer een aparte heffing of zoiets voor op te leggen. Nogmaals, we hebben er al veel aan gedaan. Ik ben overigens wel bereid ervoor te zorgen dat de ACM een zodanig mededingingsinstrumentarium heeft dat zij er gericht wat aan kan doen.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Oké. Dan heb ik nog een vraag aan de staatssecretaris. We zien dit nu gebeuren bij de benzineprijzen maar er zijn natuurlijk heel veel andere plekken in onze samenleving waar dit kabinet van zegt: de vrije markt moet daar zijn werk doen en op die manier zorgen we ook voor lage consumentenprijzen. Dat blijkt nu bij de benzineprijzen in ieder geval niet te lukken. Ik vraag mij dan ook wel af hoe het zit met elektrisch rijden. Is dit nu ook iets wat gebeurt bij elektrisch rijden? Kan de staatssecretaris daar iets over zeggen?

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Het goede antwoord is hier dat ik het niet weet. Maar ik weet wel één ding. Kijkend naar de transparantie van de markt voor benzineprijzen moet ik zeggen — ik rijd zelf op benzine, dus ik weet niet precies hoe het zit — dat waar het gaat om elektrisch rijden je daarvoor niet van die grote borden langs de weg ziet. Dus mijn hunch is dat de transparantie daar lager is. De onderzoeker zegt ook: het is misschien een heel goed idee om te kijken wat je aan transparantiebevorderende maatregelen zou kunnen nemen. Een van de ideeën die hij naar voren brengt, waar ik het ook erg mee eens ben, is het volgende. Er zijn verschillende apps die benzineprijzen weergeven. Wat je zou kunnen doen, is die apps aan elkaar koppelen waardoor je op één app kunt zien wat de benzineprijzen zijn. Datzelfde kun je natuurlijk ook heel makkelijk doen voor elektriciteitsprijzen bij laadpalen. Als je dat zo doet, zou je het probleem van de heer Thijssen kunnen bestrijden.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dit is wel een beetje een ander onderwerp, meneer Thijssen.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Nou, dit gaat volgens mij over de vrije markt die niet werkt en het gaat ook nog over auto's. Ik kan het ook nog hebben over de boodschappen, de gasprijzen en de zorgsector, maar ik zie dat ik nog maar 41 seconden heb. Mijn vraag aan de staatssecretaris is nog wel of hij bereid is om aan de ACM, de autoriteit die de consumenten moet beschermen tegen deze aandeelhouders, te vragen om dit te onderzoeken voor elektrisch rijden. Want we moeten van fossiel rijden af en we moeten naar elektrisch rijden op groene stroom, maar dan moeten we er wel voor zorgen dat mensen erop kunnen vertrouwen dat de prijs die ze betalen, de eerlijke prijs is.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Voorzitter, u houdt van tempo; het antwoord is ja.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Mooi.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Dat is fijn. Dan nog een laatste vraag. Dit kabinet heeft ook de accijnzen op benzine verlaagd. Dat kost de schatkist geld. Zijn die accijnsverlagingen nou ten goede gekomen aan de autorijder of hebben de aandeelhouders van deze bedrijven hetzelfde gedaan en een stukje van die accijnsverlagingen in hun eigen zak gestoken?

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Wanneer de prijzen naar beneden sticky zijn, dus wanneer ze blijven plakken als je de prijzen verlaagt, zou het zomaar kunnen dat als je de accijnzen verlaagt, daar ook een stukje van blijft plakken. Dat zat al een beetje besloten in de vraag van de heer Thijssen. Ja, dat zou kunnen; dat weet ik niet. Maar aangezien ze stukjes pakken van prijsverlagingen, zou dat hier ook zomaar gebeurd kunnen zijn. Natuurlijk kan dat.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Heel goed. We gaan naar de interrupties. Mevrouw Postma van NSC.

Mevrouw Postma (NSC)

Mevrouw Postma (NSC):

Ik schrik hier echt van. Je ziet wat voor hoge prijzen wij aan de pomp hebben en wat alle Nederlanders elke keer moeten betalen als ze hun benzine- of dieselauto willen vullen. Het is goed dat we met z'n allen zien wat hier naar boven is gekomen. Ik hoor de staatssecretaris bevestigen dat deze markt niet optimaal werkt en dat we hiermee aan de slag moeten. Ik hoor hem ook zeggen dat we met de ACM aan de slag gaan. Nieuw Sociaal Contract wil graag dat dat geld direct terugkomt bij degene die aan de pomp staat. Mijn vraag aan de staatssecretaris is hoe hij ervoor kan zorgen dat de pompprijzen zo snel mogelijk omlaaggaan en het gederfde geld weer bij de automobilist komt.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dat klinkt als een hele simpele vraag. Dat zijn vragen meestal. Het antwoord is iets minder simpel. Het antwoord blijft dat er twee dingen nodig zijn. Er is transparantie nodig. Daar heb ik net al iets over gezegd. Aan de andere kant is dat instrument van de ACM nodig. Als dat instrument van de ACM er is, zou je eraan kunnen toevoegen dat je dan winsten afroomt. Dat betekent dat je daarmee een soort straf geeft aan de bedrijven die zich hieraan schuldig maken. Daarmee zou je dus zorgen dat ze dat niet meer doen en dat de prijzen vanzelf omlaaggaan. Dat is de gedachte van ons mededingingsbeleid. Dat gebeurt in de praktijk ook. Als er een echt kartel is, dus als er iets van misbruik is, hebben we ook dit soort instrumenten. Hoe bereik je dit? Dit bereik je door straffen uit te kunnen delen. Dat zou je kunnen doen door het mededingingsinstrumentarium hierop aan te passen. Dat is de meest directe weg.

Mevrouw Postma (NSC)

Mevrouw Postma (NSC):

Ik heb het tweede deel van mijn vraag nog niet gehoord.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Welk tweede deel was dat dan? Als ik me dat herinner, kan ik daarop antwoorden.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

We zijn het allemaal een beetje vergeten.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Het is geen opzet.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Wilt u een tweede vraag stellen, mevrouw Postma? Nee?

De heer Dijk (SP)

De heer Dijk (SP):

Huilend bij de pomp. Mensen staan bijna huilend bij de pomp. Er wordt €0,02 tot €0,05 per liter te veel in rekening gebracht. Dan wordt er hier gesproken over een "markt die niet zo goed werkt". Kom op, jongens! Er zijn enkele aanbieders, er is totaal geen transparantie, eigenlijk amper concurrentie en geen keuzevrijheid, omdat als je tank leeg is, je bij de eerste de beste pomp je tank moet gaan vullen. Dit is toch geen markt? Kan de staatssecretaris hier alsjeblieft toezeggen dat het inderdaad heel fijn is als we de winsten van de enorme olies gigantisch gaan belasten? Nog liever heb ik, in het verlengde van wat Nieuw Sociaal Contract zei, dat we prijsafspraken gaan maken met deze bedrijven dat ze niet meer mogen vragen dan wat een vat olie kost en dat we een winstplafond instellen per liter.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik mis nog even het voorstel om ook deze bedrijven te nationaliseren.

De heer Dijk (SP)

De heer Dijk (SP):

Dat zou fantastisch zijn.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Maar dat gaan we allemaal niet doen. We moeten ook niet gaan overdrijven. We willen dat er op die markt, waar pomphouders blijkbaar naar elkaar kijken en de prijzen te hoog houden, een instrumentarium is voor onze mededingingsautoriteit. Ik heb gezegd dat ik daarvoor ga zorgen, dus ik begrijp de verontwaardiging niet helemaal. Ik vind het zelf namelijk echt heel erg dat de prijzen hoog zijn en dat die kunstmatig hoog zijn, maar het is verstandig om met een koel hoofd te kijken wat je daar het beste aan kunt doen. Het beste instrument dat je daarvoor kunt inzetten, is wat ik net zei.

De heer Erkens (VVD)

De heer Erkens (VVD):

Ik kom zelf uit Zuid-Limburg, uit Kerkrade. Het scheelt heel veel als je daar over de grens gaat tanken. De rijen staan nog altijd vol met Nederlandse kentekens, omdat de accijnzen op brandstof in Nederland torenhoog zijn. We hebben vanuit de Kamer een voorstel gedaan, dat aangenomen is, om dat in 2024 met 1,2 miljard te verlagen. Ik ben blij dat GroenLinks-PvdA daar nu ook voor opkomt. Toen hebben ze dat niet gesteund, maar ik ben blij dat de automobilist nu wel centraal staat. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat de accijnsverlaging die dit jaar van toepassing is, volledig doorgevoerd wordt en in de portemonnee van de huishoudens terechtkomt?

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dat is eigenlijk een variant op de eerdere vragen. De vraag is of wij dat instrumentarium op tijd gereed hebben. Een andere component van een aanpak zou kunnen zijn dat je de transparantie gaat verhogen. Daar ga ik ook naar kijken. Het beste instrument hiervoor is uiteindelijk toch dat je één applicatie maakt waarin alles samenkomt, zodat een automobilist op zijn navigatiesysteem kan zien waar de benzine het goedkoopst is. Dan gaat die daar vanzelf naartoe. Dat drukt de prijzen. Dat zijn de beste instrumenten om dit te bereiken. Alle andere betekenen direct ingrijpen in de prijzen aan de pomp.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Het is van de zotte dat wanneer olieprijzen omhooggaan, we ook meteen de brandstofprijzen omhooggooien; dat de brandstofprijzen niet omlaaggaan wanneer de olieprijs omlaaggaat, maakt het nog vervelender. Wat het voor mij nog erger maakt, is dat de accijnsverlaging mogelijk ook niet is meegenomen, dus dat de pomphouder daar ook nog van profiteert, evenals de grote bedrijven, zoals Shell, natuurlijk.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Dat brengt mij bij mijn vraag.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Mooi!

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

De staatssecretaris gaf aan dat we konden kijken naar het model van Duitsland en …

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

U moet echt naar uw vraag gaan, hoor.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Mijn vraag aan de staatssecretaris is … Dank u wel, voorzitter.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Graag gedaan.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Mijn vraag aan de staatssecretaris is waarom we daar niet eerder aan hebben gedacht en waarom we daar nu pas mee komen. Dat is mijn eerste vraag.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Die vraag begrijp ik. Het is niet zo dat we er niet eerder aan gedacht hebben. We zijn er al wat langer naar aan het kijken. We proberen wel — dat zei ik net al — om de ACM het instrumentarium te geven dat we willen dat ze krijgt. Ik gaf al aan dat bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk de mededingingsautoriteit de mogelijkheid heeft om bedrijven te verplichten om delen af te stoten. Dat vind ik een nogal zwaar middel voor dit soort problemen, maar het afromen van overwinsten, zoals net gesuggereerd werd, vind ik bijvoorbeeld wel een logisch middel. We zijn dus heel goed aan het kijken welke instrumenten we wel en niet meegeven. Je wilt ook niet, zeg ik maar even, dat een klein zbo, dus een redelijk zelfstandige organisatie — en dat is de ACM — zomaar bepaalde middelen krijgt, want dan roept u mij later naar de Kamer met de mededeling: u heeft de mededingingsautoriteit nou toch middelen gegeven; dat hadden we liever niet gewild. We zijn hier dus zorgvuldig naar aan het kijken, maar ik ben het met u eens dat dit echt snel moet gebeuren. Dat gaan we doen.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

30 seconden, meneer El Abassi.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Ja, ik zal het iets korter houden, voorzitter. Ik hoorde de staatssecretaris spreken over transparantie via een app. In Duitsland wordt het digitaal gedaan, op borden. Is dat geen idee? Waarom doen we dat niet in Nederland?

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dat is ook een idee, maar dat idee is helemaal niet uitgewerkt. Er zijn natuurlijk losse prijzenapps, dus als je rijdt, kun je de prijzen opvragen. Het probleem is dat je niet één overzicht hebt en dat het niet in je navigatie zit. Dat betekent dat de markt minder transparant wordt. Als het met borden kan, vind ik dat prima, maar dit vergt wel wat overleg met de collega's van IenW, want die gaan over de borden langs de weg.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

We hadden al een tijdje niks gehoord van de heer Thijssen. Ik geef hem graag het woord.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA)

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Om u een plezier te doen, voorzitter. Ik schrik nogal van het antwoord van de staatssecretaris. Er werden door het kabinet accijnsverlagingen gegeven met het idee om die ten goede te laten komen aan de Nederlanders, maar de staatssecretaris weet zelfs niet zeker of die accijnsverlagingen echt terecht zijn gekomen bij de Nederlanders. Misschien zijn ze wel deels in de zakken van de aandeelhouders terechtgekomen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dus of hij kan toezeggen dat hij ook dit gaat laten onderzoeken, zodat als de overheid accijnzen verhoogt of verlaagt, dit ten goede komt aan de Nederlanders en niet aan de aandeelhouders.

De heer Vijlbrief

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik geloof niet dat ik het zo scherp heb gezegd als de heer Thijssen het nu herhaalt. Ik kreeg de vraag: zou dat gebeurd kunnen zijn? Toen heb ik gezegd: ja, dat zou gebeurd kunnen zijn. Ik heb niet gezegd dát het gebeurd is, maar dat het misschien gebeurd is, dus dat het gebeurd zou kunnen zijn. Toen ik deze discussie hoorde, dacht ik al dat het goed zou zijn om toe te zeggen dat we even laten onderzoeken in hoeverre de accijnsverlaging inderdaad in de uiteindelijke prijzen is terechtgekomen. Ik zeg er overigens bij dat dit probleem speelt bij iedere vorm van indirecte belastingverlaging, of dat nou btw is of accijnzen zijn. Iedereen denkt altijd dat bijvoorbeeld een btw-verlaging in één keer altijd helemaal wordt doorgerekend, maar dat is niet waar. Uit alle modellen en feiten blijkt dat dat niet waar is. Voor dit geval zal ik de staatssecretaris van Financiën, denk ik, vragen of hij dat weet.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit onderwerp. Dank aan de staatssecretaris van Economische Zaken.

Naar boven