11 Stemmingen moties Begroting Algemene Zaken en begroting Koning 2024

Stemmingen moties Begroting Algemene Zaken en begroting Koning 2024

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2024 en het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2024,

te weten:

  • -de motie-Deen/Wilders over de koning vragen om af te zien van zijn salarisverhoging per 2024 (36410-I, nr. 7);

  • -de motie-Aartsen/Keijzer over een plan om het Predicaat Hofleverancier meer landelijke waardering en aandacht te geven (36410-I, nr. 8);

  • -de motie-Maatoug c.s. over het versnellen van de openbaarmaking van de archieven van het Koninklijk Huis (36410-I, nr. 9);

  • -de motie-Sneller over het in het leven roepen van een nationale eremedaille (36410-I, nr. 10);

  • -de motie-Sneller c.s. over het opheffen van de vrijstelling van inkomstenbelasting voor de leden van het Koninklijk Huis (36410-I, nr. 11);

  • -de motie-Beckerman over een lobbyverbod en draaideurverbod van twee jaar voor bewindspersonen uit het kabinet Rutte-IV (36410-III, nr. 6).

(Zie vergadering van 18 januari 2024.)

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

We gaan luisteren naar de stemverklaringen, om te beginnen van de heer Eerdmans. Hij staat als eerste op mijn lijstje, dus ik geef hem graag als eerste het woord. Maar blijft u in de startblokken staan, mevrouw Keijzer.

De heer Eerdmans (JA21)

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, dat klopt. Ik heb een stemverklaring over de motie op stuk nr. 6, de motie-Beckerman over een lobbyverbod en een draaideurverbod van twee jaar voor bewindspersonen uit het kabinet-Rutte IV. Wij steunen het wetsvoorstel dat momenteel bij de Raad van State ligt en dat in de toekomst gaat regelen dat oud-bewindspersonen een afkoelperiode van twee jaar krijgen om te mogen lobbyen op terreinen waarop ze zelf minister of staatssecretaris zijn geweest, of waarmee ze actieve bemoeienis hebben gehad. Deze motie verzoekt dat lobby- en draaideurverbod nu ook te gaan regelen voor de leden van het huidige kabinet. In de motie-Beckerman staat echter niet expliciet de beperking van een actieve bemoeienis. Stel, je bent minister van Defensie en je wilt daarna gaan lobbyen op een terrein binnen het onderwijsveld, dan zou dat niet mogen. Dat zou wat mij betreft raar zijn. Contact met de indiener heeft opgeleverd dat zij met deze motie wel degelijk bedoelde dat het verbod ingeperkt zou moeten zijn, zoals in het wetsvoorstel is vastgelegd. In de geest van die gedachte zou je deze motie moeten lezen. Dat overtuigt mijn fractie om voor deze motie-Beckerman te stemmen. Dank u.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Heel goed. Mevrouw Keijzer van de fractie van de BBB.

Mevrouw Keijzer (BBB)

Mevrouw Keijzer (BBB):

Dank u, voorzitter. De fractie van de BBB deelt het gevoel van veel Nederlanders dat iedereen in Nederland inkomstenbelasting moet betalen, dus ook de leden van het koningshuis. Gelijke monniken, gelijke kappen. Het punt is alleen dat de Koning niet alleen een privépersoon is, maar ook een kap draagt die niemand anders draagt, namelijk die van staatshoofd. Zijn rol ligt vast in de Grondwet en daarmee is hij een fundament in ons staatsbestel. Daardoor moeten we wanneer hij inkomstenbelasting moet gaan betalen, ook allerlei keuzes gaan maken, zoals over compensatie, maar ook over het belasten van het gebruik van de paleizen die van de Staat zijn, over spaartegoed en over andere vermogens. Hoe verwerken we de werkgeverspremies en andere zaken die wij nu nog niet kunnen overzien, maar die bijvoorbeeld voorgeschreven staan in de cao Rijk? Daar gaat hij dan onder vallen. De privacy speelt daarin een grote rol. De fractie van de BBB wil deze discussie graag eerst voeren en dan beoordelen of de Nederlandse Staat en dus de burger niet uiteindelijk duurder uit is. Daarom stemmen wij nu tegen de motie-Sneller op stuk nr. 11.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Duidelijk.

In stemming komt de motie-Deen/Wilders (36410-I, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, de PvdD, D66, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Aartsen/Keijzer (36410-I, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, D66, NSC, de SGP, de ChristenUnie, het CDA, de VVD, JA21, BBB, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Maatoug c.s. (36410-I, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, de PvdD, D66, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Sneller (36410-I, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, Volt en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Sneller c.s. (36410-I, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, de PvdD, D66, NSC, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman (36410-III, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, de PvdD, D66, NSC, de SGP, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven