4 Europese top van 29 en 30 juni 2023

Europese top van 29 en 30 juni 2023

Aan de orde is het debat over de Europese top van 29 en 30 juni 2023.

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over de Europese top van 29 en 30 juni 2023. Ik heet de minister-president van harte welkom, de woordvoerders in de zaal, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het debat volgen. Ik geef als eerste het woord aan de heer Boutkan van Volt.

De heer Boutkan (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Europa heeft een heerlijke vakantie gehad. Onze bedrijven behoorden tot de top, er waren geen conflicten, armoede en milieuproblemen waren de zorg van andere continenten. Het waren niet onze rivieren die vervuild werden, niet onze bossen die gekapt werden en lagelonenlanden voorzagen ons van luxe. Maar de wereld verandert. We bevinden ons in een machtsstrijd tussen de VS en China, in een klimaatcrisis, en ineens zijn daar de moeilijke vragen. Kunnen we de productie van batterijen wel naar Europa halen, vroeg een Europese minister zich onlangs nog af. En past dat vanwege de vervuiling wel binnen onze Europese waarden?

Voorzitter. Nu de macht niet meer alleen in het Westen ligt, maar verspreid is over de wereld, worden we ineens zelf geconfronteerd met dilemma's waarover we eerst andere landen onderwezen. Hoe blijven we ons sterk maken voor onze kernwaarden samenwerking en solidariteit, waarden die onze Europese kracht bepalen?

Voorzitter. Europeanen hebben een sterke Unie nodig, een Unie zonder veto's, verdeeldheid of nationaal eigenbelang, een Unie, waarin de lidstaten samen sterk staan. Dat betekent één buitenlandbeleid van Europese diplomaten en één leger van Europese soldaten, waarin onze verscheidenheid onze Unie sterker maakt, inclusief de NAVO. En dat is nodig. Afgelopen weekend werden we overrompeld door de situatie in Rusland en dan vraag ik mij af: zijn we wel voorbereid op een eventueel einde van de oorlog? Is de EU bezig met het opstellen van scenario's over een uitkomst van de oorlog plus de eventuele val van Poetin? Ik wil graag hierop een reactie van de premier.

Voorzitter. We moeten ons niet blind storten in het huidige geopolitieke spel, maar doen wat Europa altijd heeft gedaan: het spel opnieuw uitvinden. Laat Europa een nieuw soort wereldspeler zijn, een progressieve kracht die haar macht niet als doel ziet maar als middel, die andere landen niet verdrukt maar verrijkt, die niet vecht over grond en geschiedenis maar onderhandelt over oplossingen voor iedereen.

Voorzitter. Een sterke Unie is ook een onafhankelijke Unie. We moeten investeren in onze economie van de toekomst. Maar daar worden nu andere keuzes gemaakt. In reactie op de Amerikaanse belastingvoordelen versoepelt de EU nu de staatssteunregels. Oftewel: Duitsland en Frankrijk kunnen met geld strooien, terwijl de Europese kleine economieën en het mkb in de kou worden gezet. In plaats van nieuwe fondsen schuiven we met bestaande potjes, die bedoeld zijn voor hele andere zaken. Er komt een nieuw overkoepelend fonds, het STEP, om investeringen te doen in de kritieke industrie. Daarvoor wordt 10 miljard gevraagd van de lidstaten. Maar laten we eerlijk zijn: dat is niet genoeg. En waarom betalen we dan niet meer? Omdat we dat niet willen. De overige 40 miljard moet dus gezocht worden in andere potjes, in financiering die ergens anders juist broodnodig is. Ik noem een voorbeeld. Er gaat 6 miljard uit het Just Transition Fund, dat nu gebruikt wordt om kolenmijnen in Slowakije, Roemenië en Griekenland te vervangen door een vorm van duurzame energie. Deze uitruil noem ik ondoordacht en geen vooruitgang voor ons Europeanen.

Voorzitter. De sterke Unie is een Unie van waarden. Het is een Unie die pal staat voor mensenrechten en het klimaat. Maar zo gedragen we ons niet. Neem het Mercosur-verdrag. Recent nam Brazilië een wet aan waarbij de inheemse bevolking onteigend wordt om op die grond mijnen te kunnen bouwen. Winst en macht gaan hier boven mensenrechten. Dat is onacceptabel wat Volt betreft.

We zien hetzelfde gebeuren bij migratie. We zijn bereid om onze waarden te verkopen. Onder leiding van onder andere Nederland wordt straks een nieuwe overeenkomst met Tunesië gesloten. Het is een deal met geld voor een dictator, die deze migratiestromen grotendeels zelf op gang heeft gebracht. Er staat niets over het aanpakken van de grondoorzaken van migratie. Zet juist in op economische ontwikkeling en klimaatadaptatie en stel legale migratieroutes in, zodat mensen niet gedwongen worden om op een wankel bootje te stappen.

Voorzitter. Ik heb het Europa geschetst dat we nu zijn, maar het kan zo anders. Er ligt een mooie toekomst voor ons. Het is tijd voor de EU om zichzelf opnieuw uit te vinden: het Europa van mensenrechten en het klimaat.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Boutkan. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga. Ik wil met de leden afspreken dat ze maximaal vier vragen aan elkaar kunnen stellen en maximaal zes aan het kabinet. Dat heeft overigens niks met de heer Van Haga te maken. Of misschien toch wel een klein beetje! Meneer Van Haga, gaat uw gang.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. De moeder aller crises is de asielcrisis. De massa-immigratie zet Nederland onder druk, zorgt voor een enorme belasting van de zorg, het onderwijs en de woningmarkt, en is onbetaalbaar geworden. Dit kabinet geeft in vier jaar tijd 13,9 miljard euro uit aan asielopvang, terwijl 200.000 Nederlanders in de rij staan bij de voedselbank en zelfs de middeninkomens nu vaker aankloppen bij de schuldsanering.

Voorzitter. Je zou toch denken dat deze enorme crisis bovenaan de Europese agenda staat, maar niets is minder waar. In het verslag van de eurozonetop van eind maart staat migratie onder het kopje diversen op de laatste pagina's. Drie keer raden wat er bovenaan de agenda stond? Inderdaad, de klimaatpsychose. De minister schrijft dat de Europese Raad tijdens de bijeenkomst in juni opnieuw zal stilstaan bij migratie. Ik had het niet beter kunnen zeggen: stilstaan. Dat is precies wat onze leiders doen met de asielcrisis. Er is al twintig jaar totale stilstand. BVNL wil dat we niet langer stilstaan bij deze uit de hand gelopen asielinstroom. We moeten keihard ingrijpen en eindelijk iets gaan doen aan de lekke EU-grenzen. Is de premier bereid migratie bovenaan de agenda te zetten op de aanstaande EU-top?

Voorzitter. U kent BVNL als de oplossingenpartij, dus daarom noem ik een aantal concrete voorstellen voor het kabinet om de asielcrisis aan te pakken. Ten eerste: voer het Finse model voor een maximumaantal asielzoekers in. Finland is ook lid van de Europese Unie en neemt 500 asielzoekers per jaar op. Nederland heeft 523 inwoners per vierkante kilometer en neemt ruim 1.000 asielzoekers per week op, honderd keer zoveel. Dit is totale waanzin en deze asielchaos moet stoppen. 85% van alle Nederlanders wil dat de asielinstroom beperkt wordt en 73% is voor een asielquotum, dus voor zo snel mogelijk overgaan tot het Finse model. Is het kabinet bereid om op de Europese top aan te geven dat Nederland naar Fins voorbeeld een maximumaantal asielzoekers gaat opnemen?

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik heb vanmorgen de heer Van Haga in het commissiedebat Asiel eigenlijk hetzelfde pleidooi horen houden.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ja, precies.

Mevrouw Piri (PvdA):

Toen dacht ik: laat ik er geen interruptie aan wijden. Maar bij een tweede keer wordt het toch wel heel moeilijk. De heer Van Haga heeft het over het Finse model. Hij heeft het over een maximum van 500 asielzoekers dat Finland zou opnemen. Beseft de heer Van Haga dat het daarbij gaat om het aantal hervestigingen? Dat is hetzelfde aantal als Nederland ook heeft: 500 mensen hervestigen via UNHCR. Beseft de heer Van Haga dat Finland géén maximum heeft op het aantal asielzoekers dat gewoon asiel kan aanvragen in Finland?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dat kan allemaal wel zo zijn, maar BVNL bepleit gewoon een asielquotum dat heel erg laag is. We moeten ophouden met het toelaten van die ongelimiteerde asielinstroom. We moeten de pullfactoren opheffen. We moeten mensen niet zo makkelijk beoordelen. 85% van de asielzoekers krijgt hier een positief besluit. Ze komen bovendien door vijf, zes veilige landen voordat ze hier aankomen. Het Dublinakkoord wordt niet nageleefd, dus dit is aan alle kanten een chaos. Wij doen ons best om voorstellen in te dienen om deze chaos op te lossen. Wij hopen dat de premier hier op de aanstaande EU-top ook een punt van maakt, want het moet ook in EU-verband worden opgelost. En in Finland gaat het inderdaad een stuk beter dan in Nederland. Nederland loopt achteraan, dus dat is heel slecht.

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik vind het helemaal prima. Ik verwacht ook niet dat de heer Van Haga en mijn partij het snel eens zullen worden over asiel, maar laten we het wel even bij de feiten houden. Vanmorgen beweerde de heer Van Haga dat deze Kamer al een spreidingswet had aangenomen. Nou, ik denk dat de rest van Nederland weet dat dat nog niet het geval is. Nu beweert hij dat er in Finland een soort maximum is van 500 asielzoekers die het land binnen mogen komen. Dat is gewoon quatsch. Mijn vraag is dus: wilt u het Finse model? Dat is namelijk precies hetzelfde als het Nederlandse model. Iedereen die asiel aanvraagt, heeft het recht om dat te doen en er is een hervestigingsquotum van 500. Is dat wat de heer Van Haga wil? Houd u anders op met spreken over het Finse model.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

De spreidingswet wordt ongetwijfeld aangenomen, want die ligt gewoon voor. De coalitiepartijen, inclusief de hele linkerkant van de Kamer, gaan daar gewoon voor stemmen, met alle gevolgen van dien. Voor het overige: al die punten die BVNL continu heeft aangedragen om een oplossing te vinden voor de instroom, voor het instroomprobleem, moeten we uitvoeren. Als dat in het Finse model op dezelfde manier gaat, maar wel veel meer rücksichtslos en veel gedegener, dan is dat een goed model.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik hoor de heer Van Haga nu wéér pleiten voor dat Finse model. Ik denk dat collega Piri heel goed heeft uitgelegd dat dat in principe hetzelfde model is als in Nederland: 500 vluchtelingen via de UNHCR en de rest heeft recht op asiel. Maar ik wil toch nog één slagje dieper gaan met de heer Van Haga, omdat Finland het afgelopen jaar een asielrecord had en er daar meer asielzoekers per inwoner binnenkwamen dan in Nederland. Dus bepleit de heer Van Haga nu dat Nederland meer asielzoekers moet gaan opnemen?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nee, wat BVNL betreft gaan we zo min mogelijk asielzoekers opnemen. Je moet natuurlijk een bepaalde hulp verlenen, maar dat kan ook in de landen zelf. Je moet niet een onbarmhartig land zijn. We hebben geld genoeg; we hebben middelen genoeg. Maar de vraag is: moet dit allemaal hier? Je hebt het over tienduizenden mensen die hier elk jaar binnenkomen; je hebt het over een migratiesaldo van 402.000 mensen die vorig jaar Nederland zijn binnengekomen. Er zijn natuurlijk ook wat mensen weggegaan. Het netto migratiesaldo was 228.000 mensen. En als je dan ziet dat dit een enorme druk op de woningmarkt, op de zorg en op het onderwijs geeft, dan kan D66 toch niet anders dan het met me eens zijn dat we hier paal en perk aan moeten stellen? En dat kan inderdaad op heel veel manieren.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik denk dat we vooral moeten constateren dat de heer Van Haga echt geen idee heeft wat het Finse model is en dat hij geen idee heeft dat er in Finland in principe meer mensen binnenkomen dan in Nederland. Ik denk dat we moeten constateren dat de pogingen van dit kabinet om grip te krijgen op de migratie succesvoller zijn dan in Finland, maar dat de heer Van Haga eigenlijk een achteruitgang bepleit op de situatie. Natuurlijk, de heer Van Haga kan nu het hele asielriedeltje opnieuw doen en herhalen wat hij vanochtend zei. Iedereen in deze Kamer vindt dat je ruimhartig moet zijn voor mensen die asiel nodig hebben, maar zegt ook: niet iedereen kan komen. Als mensen geen goede reden hebben, moeten ze weer terug. Maar de heer Van Haga bepleit hier nu gewoon een achteruitgang, een model dat slechter werkt dan de aanpak in Nederland. Ik vraag hem: waarom?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

In Finland wonen veel minder mensen per vierkante kilometer. In Nederland wonen er, geloof ik, 523 inwoners per vierkante kilometer. Het is toch logisch dat je in een dichtbevolkt land dit soort … Ja, ik weet niet wat de heer Sjoerdsma nu allemaal zegt.

De voorzitter:

Gaat u verder, meneer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Maar het is toch logisch dat je dit in een dichtbevolkt land allemaal niet gaat doen? Ik vind het ook een beetje potsierlijk, want de coalitiepartijen bepleiten elke keer weer een strenger asielbeleid; de VVD heeft het nota bene in haar verkiezingsprogramma staan. Daarin staat een asielstop, het opzeggen van het Vluchtelingenverdrag uit 1951 en veiligelanders uitzetten. Het is heel streng en rechtvaardig, allemaal prima, maar de asielinstroom is gigantisch en dit land kan het niet meer aan. En BVNL probeert hier wat aan te doen.

De voorzitter:

Dank u wel. U vervolgt weer uw betoog.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Is volgens de premier überhaupt een quotum mogelijk binnen de EU-regels? En waarom hebben we dit niet veel eerder ingevoerd? Waarom zetten we de overlastgevende asielzoekers niet per direct uit? En verzetten EU-regels zich hiertegen of hebben we deze soevereiniteit nog wel? Voorzitter. De ongecontroleerde immigratie moet nu echt gestopt worden, en wel op deze EU-top, in het belang van Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Op het eerste gezicht, toen we de geannoteerde agenda ontvingen, drong de vraag zich bij mij op: wat gaat de premier daar nou eigenlijk besluiten in Brussel? Want als je de geannoteerde agenda zou lezen, dan merk je dat het een kabbelend verhaaltje is over een beetje dit en een beetje dat. Maar staan er voorgenomen besluiten in? Staan er rode lijnen in voor Nederland? Staan er wenspunten in? Nee. Staat erin hoe we als Nederland een geopolitieke speler blijven en hoe we als Europa een geopolitieke speler moeten blijven, met het oog op welvaart in de Europese Unie? Matig.

Ik zou eigenlijk zeggen dat er genoeg op de agenda staat — Rusland, China, de economie en andere zaken — om hier hard aan te trekken. Ik zeg het even in wielertermen; de Tour de France begint tenslotte binnenkort. Als je een goede wielrenner wilt zijn, heeft in je eentje trainen en in je eentje koersen niet zo heel veel zin. Je zult een team moeten hebben met sprinters, met klimmers. Je zult in een waaiertje moeten rijden op het moment dat je wind tegen hebt. Dat is eigenlijk wat ik van dit kabinet zo hoop: een nog grotere inspanning om van Europa die geopolitieke reus te maken die we eigenlijk en feitelijk zouden moeten zijn, maar nu nog niet zijn.

Dat brengt mij bij het eerste onderwerp van deze agenda: Rusland en Oekraïne. Natuurlijk keken we het afgelopen weekend allemaal — misschien keek de hele wereld wel — met ingehouden adem naar een … Was het een coup? Was het een mislukte coup? Niemand weet precies wat er is gebeurd, maar feit is wel dat een huurlingenleger tot 200 kilometer van Moskou kwam en een zuidelijke provinciestad, een belangrijke militaire stad, de elfde stad van Rusland wist in te nemen. Inmiddels is de situatie natuurlijk danig veranderd. Wagner lijkt ontbonden te worden. De aanvoerder lijkt verbannen te zijn of in ieder geval verhuisd te zijn naar Belarus.

Ik zou aan de premier willen vragen hoe hij deze ontwikkelingen duidt, maar ook hoe hij vindt dat er op deze ontwikkelingen binnen de Europese Unie en de NAVO zou moeten worden gereageerd. Ik vraag dat omdat bij de aankomende NAVO-top in Vilnius volgens mij ook wordt gesproken over de wens van landen aan de oostgrens om daar meer militairen te stationeren, en langduriger. Er wordt daarnaast natuurlijk ook veel gesproken over de 2% en de nieuwe drempel, en er wordt gesproken over de rol van Oekraïne binnen de NAVO; daar zal ik zeker ook nog wat over zeggen. Ik zou de premier willen vragen hoe hij, in het licht van afgelopen weekend, kijkt naar die wens en wat de Nederlandse positie is. Dat is één.

Twee. Hoe kan de Europese Unie hier nu verder mee? Ik zou in ieder geval zeggen dat dit een belangrijk moment is om nogmaals onze steun aan Oekraïne te herbevestigen en daar waar mogelijk, zoals de Verenigde Staten al hebben gedaan, te zorgen voor nieuwe wapenleveranties. Het moreel van de Oekraïense strijdkrachten zal na afgelopen weekend goed zijn en aan Russische zijde slecht, dus laten we proberen die dynamiek verder te versterken.

Het tweede wat ik zou willen vragen, is een diplomatiek offensief van deze premier en van de minister van Buitenlandse Zaken, omdat ik me ook kan voorstellen dat veel landen die de afgelopen tijd een beetje tussen wal en schip hebben gezeten en zich niet hebben willen laten kennen, zoals India, dat voor een groot deel van Rusland afhankelijk is voor zijn veiligheid, en Zuid-Afrika, dat ook probeert een neutrale status te houden, nu naar Rusland kijken en denken: aan wie hebben we ons eigenlijk verbonden? Is dit nou wel zo verstandig? Dit zou het moment kunnen zijn waarop zij denken "misschien worden onze belangen niet gediend door Rusland", en het moment om hen in ons kamp te halen. Graag een reactie daarop.

Het betekent ook een risico op escalatie. Ik zou de premier willen vragen of hij de uitspraken die Zelensky heeft gedaan over de kerncentrale van Zaporizja, de beschuldiging richting Rusland dat daar explosieven zouden zijn geplaatst, kan bevestigen. Wat doen Nederland, de Europese Unie en andere bondgenoten om Rusland duidelijk te maken dat een aanval op een kerncentrale zeer ernstige gevolgen en consequenties zal hebben voor Rusland?

Tot slot de confiscatie van Russisch geld. We hebben het voorstel gezien van de Europese Commissie, niet om het volledige bevroren tegoed van de Russische centrale bank in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne, maar om aan de randen, de marges, daarvan te kijken of we bijvoorbeeld de rentegelden of de winsten van de bedrijven die dat geld beheren, kunnen gebruiken. Ik heb inmiddels van het nieuws begrepen dat Duitsland hier niet op zit te wachten en grote haken en ogen ziet. Ik zou graag aan de premier willen vragen of hij de voorstellen van de Commissie steunt en of hij de bezwaren van Duitsland deelt of niet. Gaat de voorkeur van Nederland ernaar uit om het via rentegelden te doen of via belasting op onverhoopte winsten? Wil de premier zich er in ieder geval hard voor maken dat de Russische gelden zullen worden ingezet voor de wederopbouw?

Helemaal tot slot nog even terug naar de Global South. Willen we die landen, Brazilië, Argentinië en andere landen, aan onze zijde krijgen, dan zullen we ook proactief moeten zijn als het gaat om handelsakkoorden. Dus ik vraag de premier om nadrukkelijk de discussie over Mercosur open te blijven voeren, om ervoor te zorgen dat dit op tafel blijft liggen. Natuurlijk, de standaarden moeten omhoog: milieustandaarden, arbeidsstandaarden en andere standaarden. Maar we moeten er ook voor zorgen dat we de weg niet vrijmaken voor China, en deze grote werelddelen van ons afstoten.

De heer Boutkan (Volt):

Vorige week pleitte de D66-minister van Financiën voor een sterkere rol van de Europese Commissie in de begroting. Ik citeer: een nieuwe Commissie moet bovendien het debat durven voeren over de politieke keuzes die nodig zijn, dus niet over de hoeveelheid geld, maar ook over waar we het geld wel en niet aan uitgeven voor een toekomstbestendige Unie. Ik hoor het kabinet zeggen dat dit wel moet binnen de bestaande middelen. We zien dat het geld voor sociale welvaart en voor het klimaat nu wordt overgeheveld naar het industriefonds. Dat kan D66 toch niet steunen?

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik heb de lezing van de minister van Financiën, onze partijleider, ook met veel interesse gelezen. Een hele goede lezing overigens, wat mij betreft, maar dat zal niet verbazen. Een lezing die ook door de voormalige Hoge Vertegenwoordiger Federica Mogherini open werd onthaald. Volgens mij sprak zij de woorden: ik had me niet kunnen voorstellen dat ik een Nederlandse minister van Financiën ooit zo'n goede vriend zou kunnen noemen. Ik denk dat dit aangeeft hoe belangrijk die boodschap van haar was, hoe welkom die is en ook hoe cruciaal het is dat we de Europese Commissie de flexibiliteit geven om te reageren op de grote uitdagingen waar we voor staan. Als je dan ziet hoeveel potten er nog gevuld zijn voor allerlei andere doelstellingen, van de coronagelden tot fondsen die bedoeld zijn voor regionale ontwikkeling, dan zou je kunnen zeggen: gebruik dat geld waar dat het meest urgent is.

De heer Boutkan (Volt):

D66 is het dus eens met de Europese Commissie, die een compromis heeft moeten sluiten, dat we 6 miljard gaan weghalen voor hulp aan Griekenland, Slowakije en Roemenië om hun kolenmijnen te sluiten en daar in de regio een nieuw verdienmodel te gaan opbouwen? Moeten we dat niet meer doen? Hoeven we die landen niet te helpen?

De heer Sjoerdsma (D66):

Dat moeten we natuurlijk wél doen. Ik zou heel graag elk besluit en elke beslissing van de Europese Commissie willen recenseren en daar mijn mening over willen geven, maar ik kan me iets voorstellen bij de keuzes van de Commissie, gelet op de opstelling van sommige lidstaten. Nederland heeft eerlijk gezegd nog best een soepele opstelling. Die is veel soepeler dan in de afgelopen jaren. Er zijn ook lidstaten die de Commissie de duimschroeven behoorlijk aandraaien. Dan kan ik me voorstellen dat de Commissie zich soms genoodzaakt ziet om keuzes te maken die wij niet steunen.

Wij zouden inderdaad heel graag zien dat we de groene doelstellingen in Europa halen en dat die middelen overeind blijven staan. Dat is een van de redenen waarom mijn fractie het belangrijk vindt dat bij herprioritering van middelen niet aan dingen als Horizon Europe wordt gekomen. De enige grondstoffen die wij in Europa eigenlijk nog hebben, zijn kennis en innovatie. Voor een deel ben ik het dus met de heer Boutkan eens. De Commissie maakt niet altijd de allerbeste keuzes. Maar im grossen ganzen begrijp ik wel dat de Commissie in een korset moet bewegen.

De heer Boutkan (Volt):

Wat Volt betreft hadden we gepleit voor een nieuw soevereiniteitsfonds en hadden we daar ook extra geld en belastingen in Europa voor vrijgemaakt. Over grondstoffen gesproken heb ik nog wel een andere vraag. Er is vorige week door de Kamer een motie van de heer Sjoerdsma aangenomen over het versnellen van de vergunningverlening voor grondstoffenprojecten. Nu lezen we in allerlei internationale kranten dat er op Europees niveau heel veel zorgen zijn over mensenrechten en over het klimaat en dat regeringsleiders daarover ook aan het botsen zijn. Waarom moet Nederland aan de kant van versnelling staan, in plaats van aan de kant van het borgen van mensenrechten en het klimaat?

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik had eigenlijk een heel andere vraag van Volt verwacht. Ik had verwacht dat de heer Boutkan het volledig met mij eens zou zijn. Ik hoorde net zijn betoog over het grote belang dat er zou zijn om Europa tot een geopolitieke speler te maken. Iets wat D66 al decennialang zegt en waar wij hard voor strijden, is het grote belang om autonoom te zijn en zelf keuzes te kunnen maken, onafhankelijk van Rusland en China. We moeten ook eerlijk zijn over wat daarvoor nodig is. Een deel van wat daarvoor nodig is, is dat wij kritieke grondstoffen hier voor een deel zelf kunnen winnen. Ik ben het niet met de heer Boutkan eens dat dit zou betekenen dat wij bepleiten dat milieu er niet meer toe doet. Integendeel, zou ik zeggen. Wij pleiten ervoor dat milieueffectrapportages binnen de gestelde tijdlijn plaatsvinden, en dat ze niet gebruikt kunnen worden om nog vijftien jaar lang door te procederen. Ik hoop dus dat de heer Boutkan het met mij eens is dat we en-en doen: én we worden autonoom én we houden ons aan de milieustandaarden. En niet of-of, want dat zou ik een zeer teleurstellende houding vinden.

De voorzitter:

Dank u wel. Vervolgt u uw betoog.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Dan kom ik bij het MFK. The Financial Times had afgelopen week al een belangrijke beschouwing over de Europese economie en vooral over hoe het niet moet. Zij keken terug naar 2008 en wat er sindsdien tussen de economieën van de Europese Unie en de Verenigde Staten is gebeurd. Toen liepen ze gelijk op, met een gelijke omvang. Sinds de financiële crisis in 2008 zijn de VS op ons uitgelopen. Inmiddels zijn ze een derde groter dan de Europese Unie. Wat is daar de drijver van? Dat zijn innovatie en concurrentievermogen. Ik zou de premier willen vragen te reflecteren op de vraag waar de divergentie in de afgelopen dertien jaar vandaan is gekomen en of hij het ermee eens is dat die te maken heeft met innovatie en concurrentievermogen.

Ik pak dit voorbeeld er natuurlijk bij omdat de Commissie voorstellen heeft gedaan met betrekking tot het MFK over het flexibeler maken van de begrotingsregels. Mijn fractie is het daarmee eens en het kabinet verzet daarin goed werk. Ook moeten we de juiste keuzes maken inzake de tussentijdse begrotingsherziening. Ik had daar net al een debatje over met de collega van Volt. We zien dat het kabinet daarin constructiever is dan in het verleden. Er wordt niet meer alleen ingezet op "minder, minder" maar juist op wat je binnen de bestaande kaders kunt doen.

Er wordt ruim baan gegeven voor de steun aan Oekraïne. Dat is denk ik goed. Daarnaast stelt de Commissie voor om het Strategische Technologieën voor Europa Platform te versterken. Ik denk dat dit cruciaal is in een tijd van AI, quantum computing en halfgeleiders. Ik wil de premier vragen of het kabinet ook zelf met suggesties gaat komen voor hoe we de STEP-gelden binnen de bestaande kaders kunnen versterken. De Commissievoorzitter gaf aan ook te streven naar middelen uit andere fondsen, zoals het RFF en het cohesiefonds. Mijn fractie vraagt het kabinet om hierover constructief met de Commissie mee te denken, zodat ook deze fondsen straks kunnen worden ingezet voor STEP-doeleinden en om ervoor te zorgen dat Nederland straks vooroploopt bij het ontwikkelen van deze technologieën.

Voorzitter. Tot slot China. In de geannoteerde agenda lezen we dat er kort zal worden stilgestaan bij China en dat er belang wordt gehecht aan een gezamenlijke boodschap, maar meer dan dat vermeldt de premier niet. Ik zou eigenlijk aan de premier willen vragen of hij het met me eens is dat we met China veel waakzamer moeten zijn dan we destijds met Rusland zijn geweest. Destijds waren er de invasie in Georgië in 2008, de annexatie van de Krim in 2014 en de zogenaamde burgeroorlog in de Donbas vanaf 2014. Als je dan kijkt naar China — een geleidelijke, sluipende annexatie van Hong Kong, het langzaam toe-eigenen van de Spratly-eilanden en het bedreigen van Taiwan — dan ligt daar een parallel.

Ik zou aan de premier willen vragen of hij met mij eens is dat we ervoor moeten zorgen dat de afschrikking richting China duidelijk is en dat voor China en Beijing duidelijk is wat de kosten zullen zijn — politiek, economisch en wat betreft sancties — op het moment dat China beweegt richting Taiwan. Want dat hebben we bij Oekraïne destijds nagelaten. De kosten die we daarvoor hebben betaald, zijn hoog, maar de kosten die we zullen betalen als er iets met Taiwan gebeurt, zullen vele malen hoger zijn: voor ASML in Veldhoven, voor onze haven in Rotterdam, maar ook voor de wereldeconomie, waarvan meer dan de helft van de goederen door de Straat van Taiwan gaat.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Dan geef ik het woord aan mevrouw Piri, PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter. In het Europees Parlement hebben mensenrechtenorganisaties in 2015 de gang naar de plenaire zaal beplakt met een 100 meter lange lijst. Daarop stonden 17.306 namen van mensen die zijn verdronken in de Middellandse Zee op zoek naar een veilige haven in Europa. Voor krantenberichten dat er weer zoveel migranten zijn omgekomen, zijn we kennelijk afgestompt. Maar herinnert u zich nog de schok toen de foto's verschenen van het levenloze lichaam van de Koerdische peuter Aylan, aangespoeld op een strand in Turkije? Ik kan u verzekeren dat het je ook de adem beneemt wanneer je de namen van duizenden moeders, vaders en kinderen voor je ziet.

De lijst met namen is sinds 2015 nog vele meters langer geworden. Twee weken geleden vond een van de grootste rampen op de Middellandse Zee plaats voor de Griekse kust. Honderden mensen liggen voor eeuwig op de zeebodem. Tot mijn verbazing staat hierover geen woord in de brief van het kabinet. Ik verwacht van de minister-president dat hij zich in Brussel hard gaat maken voor een onafhankelijk onderzoek, zeker nu er steeds meer aanwijzingen zijn dat de ramp een gevolg is van de zoveelste illegale pushback door de Griekse kustwacht, dat hij namens Nederland pleit voor meer geld naar reddingsoperaties — op dit moment wordt hier minder dan 1% van de EU-fondsen voor de Griekse grensbewaking aan besteed — en dat hij zich inzet voor veilige routes. Graag een reactie.

Voorzitter. Dan over de veel bediscussieerde migratiedeal met Tunesië, ook al is die deal er nog niet. Het kabinet meldt dat de deal uit vijf pilaren bestaat: geld, handel, klimaat, migratie en people-to-peoplecontacten. Vorige week nog heeft deze Kamer een motie aangenomen die verzoekt dat mensenrechten en de rechtsstaat ook altijd een onderdeel zijn van onze dialoog met Tunesië. Is de minister-president bereid ervoor te pleiten om een zesde pijler, eentje die gaat over mensenrechten en goed bestuur, toe te voegen aan het partnerschapsakkoord met Tunesië? Ik begrijp dat de Duitse regering deze inzet ook heeft, dus het zou verstandig zijn om hierin samen met Berlijn op te trekken.

Ook ben ik benieuwd naar de status van de deal, uit welk budget het toegezegde bedrag aan Tunesië wordt betaald en welke voorwaarden hieraan door de EU precies zijn gesteld. Een migratieakkoord dat ertoe leidt dat de prille Tunesische democratie de doodsteek krijgt, steeds meer Tunesiërs uit wanhoop de boot naar Europa nemen en de situatie voor migranten alleen maar verslechtert, is erg kortzichtige en gevaarlijke politiek.

Voorzitter. Terwijl de wereld dit weekend de gevaren van het oprichten van een privéleger heeft mogen aanschouwen, gaat de oorlog in Oekraïne onverminderd door. Er lijkt overeenstemming te zijn binnen de EU over een elfde sanctiepakket. Eindelijk wordt er werk gemaakt van sanctieontwijking. Wat mij betreft had het pakket nog iets steviger mogen zijn, maar ik begrijp dat dit al een overwinning is, met 27 landen aan tafel. Wat de PvdA betreft kan de regering een voorbeeld nemen aan Denemarken, waar de regering actief bedrijven benadert als er aanwijzingen zijn dat zij sancties omzeilen, bijvoorbeeld via Kazachstan. Is de premier bereid om hier een voorbeeld aan te nemen?

Ook goed dat het kabinet uitgebreid stilstaat bij de Russische aanslag op de Oekraïense dam en de desastreuze gevolgen van dit oorlogsmisdrijf. Afgelopen week heeft de Oekraïense president ervoor gewaarschuwd dat Rusland een aanslag wil plegen op de kerncentrale van Zaporizja. Alle mensen die zich de ramp met Tsjernobyl nog kunnen herinneren, weten wat voor catastrofale gevolgen dit jarenlang voor heel Europa zou betekenen. Kan de minister aangeven of dit risico ook wordt besproken tijdens de Europese top en welke handelingsperspectieven de EU heeft om dit rampscenario koste wat kost te voorkomen?

Voorzitter. Ten aanzien van de Balkan ben ik over het algemeen blij met de aandacht van het kabinet voor de regio. Dat is in het verleden weleens anders geweest. Maar spreken over uitbreiding zonder de twee grootste obstakels op te lossen is een illusie. Vandaar mijn vraag of Nederland zich hard wil maken voor diplomatieke inspanningen om de relatie tussen Kosovo en Servië te verbeteren en een duurzame oplossing te vinden, hoe moeilijk het ook is, voor wat zich in Bosnië voordoet. Ook gisteren zagen we het weer met een stemming in het parlement: met de genocideontkenning zet Dodik de toekomst voor alle Bosniërs constant op het spel.

Dan over de nieuwe Europese economische-veiligheidsstrategie. Deze is hard nodig, omdat we bijvoorbeeld zien dat economische afhankelijkheden ook als wapen tegen ons kunnen worden ingezet. Maar in de strategie mis ik aandacht voor technologie. Neem de precaire situatie waarin Nederland is gebracht ten aanzien van de ASML-export naar China. We missen op dit moment een instrument om EU-breed exportbeperkingen op te leggen aan bepaalde technologieën die raken aan de Europese economische-veiligheidsbelangen. Graag een reflectie van de premier: is hij bereid om zich hiervoor in te zetten?

Tot slot, voorzitter. We hebben in Nederland een hele goede website met objectieve informatie voor Nederlanders die willen weten hoe de EU werkt. De website europa-nu.nl van het Montesquieu Instituut heeft jaarlijks miljoenen bezoekers, maar dreigt nu op zwart te gaan omdat de financiering door de overheid wordt stopgezet. Kan hier nog last minute een oplossing voor worden gevonden, vraag ik aan de premier.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Piri. Dan geef ik het woord aan de heer Krul, CDA, die zijn maidenspeech houdt. Mooi om te zien dat zijn collega's aanwezig zijn. Zoals te doen gebruikelijk wordt de heer Krul niet geïnterrumpeerd. Na de bijdrage van de heer Krul schors ik voor een enkel moment, zodat hij de felicitaties in ontvangst kan nemen. Heel veel succes, meneer Krul.

De heer Krul (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Marga Klompé. Marga Klompé is hét bewijs dat één persoon het verschil kan maken. Tijdens de oorlog was zij actief in het verzet. Ze werd gedreven door de gedachte dat als je waarden op het spel staan, je niet aan de zijlijn mag en kan blijven staan, ook als dat moed vraagt. Na de oorlog werd ze politiek actief, met als inspiratiebron haar geloof, ondanks dat ze tijdens haar studie natuurkunde een diepe geloofscrisis meemaakte. Haar geloof was niet bestand tegen de wetenschappelijke inzichten die zij opdeed, maar ze herwon haar geloof toen ze zich realiseerde dat overtuigingen niet hoeven te botsen maar juist naast elkaar kunnen bestaan, zolang je respectvol en met een open blik elkaar tegemoet treedt. Ze wilde niet bekendstaan als feminist, ze wilde bekend staan om haar daden, maar het werd allebei.

Als allereerste vrouwelijke minister was de kroon op haar werk de Algemene bijstandswet: bestaanszekerheid als afdwingbaar recht, niet als gunst of als liefdadigheid, maar omdat het menselijk is, vanuit een overheid die solidair is met haar burgers. Klompé was namens Nederland een van de penvoerders van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en zij was het allereerste vrouwelijke parlementslid voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Zij leerde tijdens de oorlog al dat een sterk Europa een verbonden Europa is. Ze stond aan de wieg van de Europese interne markt en was grondlegger van de Europese verbondenheid en vooruitgang.

Voorzitter. Meer dan ooit is het verhaal van Klompé relevant. Die Europese Unie is een baken van hoop, vrede en veiligheid. Onze solidariteit met Oekraïne laat zien dat wij bereid zijn om onze democratische waarden te beschermen, ook wanneer deze in een van onze buurlanden worden bedreigd door een afschuwelijke oorlog. De tijd waarin de Europese Unie wegdook voor geopolitiek en voor machtsverschuivingen op het wereldtoneel is wat het CDA betreft voorbij. We moeten slagvaardig handelen om tegenwicht te bieden aan China, Rusland én de Verenigde Staten.

Europa moet naar het beeld van Klompé het waardegedreven alternatief zijn. Die opdracht is niet vrijblijvend. Hiervoor zijn investeringen nodig in onze veiligheid, onze weerbaarheid en onze vitale industrieën. We moeten ons concurrentievermogen beschermen. De Commissie heeft aangekondigd 66 miljard euro extra nodig te hebben, waarvan 50 miljard voor een fonds voor blijvende solidariteit met Oekraïne. Ik vraag de minister-president of hij zijn appreciatie kan geven van dit verzoek.

Voorzitter. Ook in migratie schuilt een Europese opdracht. Er is na jaren onderhandelen eindelijk een nieuw Europees migratiepact. Dit pact is nodig, want we moeten grip op migratie krijgen, hoe je ook naar het vraagstuk kijkt. Het is mijn overtuiging dat asiel geen recht is van de sterksten die een gevaarlijke overtocht over de Middellandse Zee moeten wagen. Het is ook geen verdienmodel voor criminelen en nietsontziende mensensmokkelaars. Asiel is de humane plicht om mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of geweld, onderdak en bescherming te bieden uit medemenselijkheid, zou Klompé zeggen.

Mijn fractie heeft waardering voor de inzet van het kabinet op het Europees toneel, maar we hebben ook vragen. Hoe gaan we ervoor zorgen dat landen als Polen en Hongarije, die anders naar dit vraagstuk kijken, dit akkoord straks gaan naleven? Hoe zorgen we ervoor dat de Europese buitengrenzen daadwerkelijk beschermd gaan worden? Hoe ondersteunen we de landen die straks de asielgrensprocedures moeten gaan uitvoeren?

Voorzitter. Terug naar Klompé. Voor mij is zij een voorbeeld. De reden dat ik mij inzet voor een betere samenleving is de drijfveer om het verschil te maken in het leven van mensen. Het is de reden dat ik politiek actief werd in — even voor de Handelingen — de mooiste gemeente van Nederland: Den Helder. Het is de reden dat ik vandaag hier sta en het is de reden dat ik op mijn 18de militair werd, omdat net zoals Klompé mijn overtuiging is dat je niet aan de zijlijn kan en mag blijven staan als waarden op het spel staan. Ik ervoer zelf hoe waardevol het is dat Nederlandse militairen, waar dan ook ter wereld, opstaan voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opstaan. Zij staan naast de mensen die door natuurgeweld ontheemd zijn en hun huis zagen verdwijnen. Zij strijden voor mensen die door oorlog of onderdrukking het meest kostbare bezit zijn verloren: veiligheid, vrede, vrijheid. Het zijn waarden die nooit vanzelfsprekend waren. Dat waren ze nooit, dat zijn ze nu niet, en dat zullen ze nooit zijn. Het zijn waarden die wij altijd moeten beschermen, juist in turbulente tijden, in tijden van opportunisme en populisme. Die publieke gerechtigheid koesteren, betekent investeren in defensie. Het betekent op Europees niveau de handen ineenslaan, om te laten zien dat wij als Europese gemeenschap bereid zijn onze waarden en onze manier van leven te beschermen. Het betekent solidariteit met Oekraïne.

Voorzitter. Uit eigen ervaring weet ik dat het een wrange paradox is voor iedere militair dat het eerst slecht moet gaan met de wereld voordat men het belang en de waarde van een sterke krijgsmacht inziet. Laten we hopen dat tijden van vrede eerder sneller dan later aanbreken, maar juist dan moeten wij in dit huis scherp zijn op de prijs van onze vrijheid. Want vrijheid is niet gratis.

Voorzitter. Mijn missie in de Tweede Kamer is deze: om het verschil te maken, om een stem te zijn voor de generatie die onze samenleving, deze wereld, deze planeet, mooier en beter wil nalaten, om te luisteren naar hen die niet altijd hard schreeuwen en te luisteren naar hen die hun eigen mening niet als de absolute waarheid zien, om te zoeken naar wat ons verbindt in plaats van wat ons verdeelt. Minder ik en meer wij, omdat we met cynisme geen stap vooruitkomen.

Voorzitter. Ik sluit af met de opdracht, het appel, van Marga Klompé aan ons allemaal om ons niet blind te staren op enkel onze eigen overtuiging, de kracht van geloof en hoop te aanvaarden, moed te vatten en te leven om liefde. Zo moge het zijn.

Dank u wel.

(Applaus)

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Krul, voor uw krachtige bijdrage. We hebben u beter leren kennen via Marga Klompé. Hoe mooi is dat? Ik schors de vergadering voor een enkel moment zodat u de felicitaties in ontvangst kunt nemen. Heel veel succes in deze Kamer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Eppink, JA21.

De heer Eppink (JA21):

Dank u wel, voorzitter. Op de agenda van de Europese Raad staan de huidige situatie van de oorlog in Oekraïne en natuurlijk ook de gebeurtenissen in Rusland. De Wagner Group is sinds 2014 uitgegroeid van een kleine eenheid van 50 man tot een leger met 50.000 manschappen; Poetins eigen privéleger, leek het wel. Maar Rusland maakte zich afhankelijk van Wagner en creëerde daarmee zijn eigen monster. De afgelopen week marcheerde een groot aantal Wagnertroepen uit onvrede naar Moskou. Ze konden op het allerlaatste moment worden omgepraat.

Het volgende citaat van de Italiaanse filosoof Machiavelli uit 1513 in Il Principe is zeer toepasselijk: "Huurlingen zijn gevaarlijk. Als de staat op basis van deze troepen verdedigd wordt, zal deze staat niet standhouden, noch veilig zijn." De interne situatie in Rusland heeft wat weg van de Russische constitutionele crisis in 1993. De Russische oud-president Jeltsin ontbond het Russische parlement, waarna er een opstand ontstond waarbij 200 doden vielen.

De machtsstructuur in Rusland nu is veel ondoorzichtiger dan die in de Sovjet-Unie. Die had een machtsstructuur met een partij en een politbureau en er waren meer instellingen. De organisatiestructuur rond Poetin lijkt op die van de maffia. Rondom il capo vechten groepjes en personen uit de elite om gunst, macht en rijkdom. Als de leider wankelt, is het gevaar groot. In Rusland is het woord "zwakte" zeer negatief. Je "kwetsbaar opstellen" in de politiek, zoals in Nederland weleens wordt gezegd, is in Rusland dodelijk. De reactie is meestal wraak en repressie. Het is op dit moment dus vooral koffiedik kijken, en ik zou de premier willen vragen om zijn licht te laten schijnen op het koffiedik, met meer informatie.

Voorzitter. Dan de Europese begroting, het Meerjarig Financieel Kader. Commissievoorzitter Von der Leyen vraagt de lidstaten om circa 66 miljard euro. Ik kan hier kort over zijn. De Europese Commissie moet ook eens leren om te bezuinigen. Brussel moet ook leren de buikriem aan te halen. Het heeft een begroting van ongeveer 186 miljard euro en moet eerst eens kijken waarop bezuinigd kan worden in de vele begrotingslijnen. JA21 stelt voor dat de premier op de eurotop mevrouw Von der Leyen vraagt om eerst te snijden in de eigen begroting. Mijn vraag aan de premier is: is hij bereid om dat te doen?

Voorzitter. Dan de Tunesiëdeal. De premier is met het oog op de cohesie van de eigen coalitie naar Tunesië gereisd, samen met de Italiaanse premier Meloni. Ik heb gezien dat de verhoudingen goed zijn. Er is zelfs een kus gegeven. Dus dat is een goed gezelschap. Het idee voor een migratieakkoord met Tunesië lijkt mij logisch. Ik ben er persoonlijk ook voor, maar ik wil wel weten waar dat toe leidt. Ik was waarnemer bij de verkiezingen in Tunesië in 2011. Daar was toen optimisme in de Arabische Lente. Tunesië kent intussen een eenmansbewind. Het is dus bergafwaarts gegaan. En Tunesiërs vluchten ook zelf naar de EU. De leider van dit land, Kais Saied, zegt geen gendarme voor de EU te willen zijn. En dat is nu precies wat de EU wel wil. In de migratieonderhandelingen wordt chantage een factor. Met ruim 1 miljard euro voor Tunesië moet er veel mogelijk zijn om illegale mensenhandel te stoppen, bijvoorbeeld meer grenscontroles en meer opvang. Het geld is er, maar wat gaat er gebeuren, en wat zijn precies de doelstellingen? Mijn vraag aan de premier: wat verwacht de premier ervan, kan hij feitelijke cijfers geven en wat zijn precies de doelen van de deal?

JA21 opteert voor opvang in de regio als uitgangspunt. Voor Afrikaanse migranten betekent dat Afrika als regio en voor de Oekraïners is dat Europa. Wij vangen hen graag op. Het kabinet — dat is mijn vraag — moet onderzoek doen naar de mogelijkheden om samen te werken met Afrikaanse landen die veilig zijn en waar mensen in een veilige regio kunnen worden opgevangen, zoals Denemarken dat doet.

Voorzitter. Migratie is het thema van deze eeuw, dus niet alleen van nu, maar van de hele eeuw. De bevolking van Afrika telt nu 1,2 miljard mensen. In 2050 telt die 2,4 miljard mensen en in 2100 4,2 miljard. Dat is dus een enorme toename van de bevolking. Daar moeten wij op voorbereid zijn. We moeten nu de structuren maken om immigratie effectief te kunnen beheersen en om ervoor te zorgen dat ook Afrika welvarend wordt.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Eppink. Dan geef ik het woord aan de heer Van Wijngaarden, VVD.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter. Ik heb drie blokken, te weten: Oekraïne, China en economische veiligheid, en migratie.

Ten eerste Oekraïne en in het verlengde daarvan de EU-uitbreiding. Nu Oekraïne een tegenoffensief is begonnen, moet de Europese steun onverminderd doorgaan. Er is geen enkele reden voor een jubelstemming. Militaire, financiële en humanitaire steun die we in Europees verband coördineren, zijn goed en een gezamenlijke druk op Rusland via sancties, die vorige week voor de elfde keer zijn uitgebreid, is terecht. Ook de maatregelen om sanctieomzeiling tegen te gaan zijn welkom. En het is positief dat de sancties mede dankzij Nederland ook gaan gelden voor de Russische kinderontvoerders. Het zijn betekenisvolle stappen die we zonder de EU niet op deze wijze hadden kunnen zetten.

Maar waar het uiteindelijk om gaat, is dat Poetin zijn Waterloo gaat vinden, in Oekraïne. En dat moment is nog niet bereikt. De Russische dominantie in de lucht is bijvoorbeeld extra zorgwekkend. Die onderstreept niet alleen het belang om Oekraïne van gevechtsvliegtuigen te voorzien, maar evenzeer het belang om dat snel te doen. Deelt de minister-president die analyse? Overigens is mobiele luchtverdediging op dit moment belangrijker dan gevechtsvliegtuigen, juist om het offensief bij te staan in de verdediging tegen de Russische Ka-52-gevechtshelicopters. De minister-president beloofde gisteren terecht inzet om de Oekraïense luchtverdediging te verbeteren. De Kamer nam vorige week een motie van collega Brekelmans aan, waarin hij vroeg om extra steun om die offensieve operaties die ik zojuist noemde, vol te houden, zoals mobiele luchtverdediging en kruisraketten.

De EU had een jaar nodig voor een plan om meer artilleriegranaten te produceren. Is de minister-president het met de VVD eens dat de tekorten die nu aan het licht komen, veel sneller moeten worden aangepakt? Welke rol kan de EU hierin spelen? En welke rol neemt Nederland om ervoor te zorgen dat het plan dit keer niet pas in het voorjaar van 2024 klaarligt?

Het Russische systeem staat haaks op het Europese. In de diplomatie zijn er vaak vele grijstinten, maar in een oorlog verworden die tinten sneller tot zwart of wit, goed of fout. De VVD is daarom bezorgd over het bericht dat elf Oekraïense krijgsgevangenen vanuit Rusland zijn overgebracht naar Hongarije, waar zij volgens Oekraïne de facto gevangen worden gehouden. Dat zou in strijd zijn met de Geneefse Conventie. Bovendien is het bizar dat de EU enerzijds Oekraïne steunt en anderzijds zou toestaan dat een EU-lid als Hongarije meewerkt aan deze praktijken. De vicepremier van Hongarije heeft deze anekdote bevestigd. Kan het kabinet ophelderen wat er is gebeurd en welke rol Hongarije heeft gespeeld?

Voorzitter. Om Oekraïne de komende jaren militair te steunen en de eigen krijgsmacht te versterken, werken Europese landen, mede op aandringen van de VVD, aan de versterking van de gezamenlijke productiecapaciteit. De huidige top wil deze initiatieven een structureler karakter geven, waarbij de Commissie en Frankrijk lijken in te zetten op protectionisme. De VVD wil dat het kabinet juist inzet op meer open samenwerking met NAVO-partners. Dat zorgt namelijk uiteindelijk voor innovatievere wapens voor militairen, want die zouden ook zomaar uit een niet-EU-land kunnen komen; denk aan Noorwegen. Het is ook goed voor Nederlandse bedrijven, die juist vaak veel met de VS en het VK samenwerken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Franse bedrijven. En het versterkt de eenheid binnen de NAVO-alliantie. Dus niet "by EU", maar "by NATO" zou het devies moeten zijn. Deelt het kabinet dat uitgangspunt, vraag ik de minister-president. Hoe geeft hij daar gevolg aan?

Vooruitlopend op de mondelinge update tijdens de Europese Raad over de voortgang van Oekraïne, Moldavië en Georgië als kandidaat-EU-leden of aspirant-kandidaat-EU-lid, vraag ik het kabinet om de "strict and fair"-benadering vast te houden en extra waakzaamheid en alertheid te betrachten ten aanzien van de oligarchisering van Georgië, waarbij zakenmannen politieke invloed kopen. Is het kabinet daartoe bereid? Want juist in Georgië zien we bewegingen de verkeerde kant op. Hopelijk stoppen die bewegingen, want we hebben liever dat Georgië aan onze kant staat dan aan die van de Russen, en ook driekwart van de Georgiërs zelf zoekt liever toenadering tot de EU dan tot Rusland. Hoe waakt het kabinet voor te veel Russische betrokkenheid bij Georgië?

Voorzitter. Dan China. De VVD is beducht ...

De voorzitter:

Voordat u verdergaat, heeft u een interruptie van mevrouw Maeijer, PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ik heb een vraagje over het kopje uitbreiding; daar plak ik hem dan maar even aan. De heer Boutkan haalde net in een interruptie al even de speech van mevrouw Kaag aan, waarin ze de EU niet alleen een wonder noemde, maar er ook voor pleitte dat de Europese Commissie bij uitbreiding van de Unie een sterkere rol zou moeten krijgen. Ik zou eigenlijk gewoon van de VVD willen weten of zij dat pleidooi onderschrijft.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Dat hangt ervan af hoe mevrouw Kaag dat precies heeft bedoeld. Ik vind het dus lastig om dat nu van allerlei recensies te gaan voorzien, ook omdat zij er niet bij is.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Volgens mij was de vraag niet heel ingewikkeld. Mevrouw Kaag zei gewoon: mocht de Europese Unie straks 35 of meer lidstaten hebben, dan vind ik dat de Commissie, net als op het gebied van interne markt en mededinging, een sterkere rol moet krijgen. Nou, op het gebied van interne markt en mededinging zijn zij volgens mij exclusief bevoegd. Zou de heer Van Wijngaarden dus gewoon antwoord kunnen geven op de vraag of de VVD dit pleidooi voor een sterkere rol voor de Europese Commissie onderschrijft?

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Nou, in ieder geval in het verlengde van wat de heer Sjoerdsma en een andere collega zeiden: het gaat wel om de EU als geopolitieke speler en het is belangrijk dat we daar de slagkracht vergroten. Dus wat je nu ziet, dat één land, bijvoorbeeld Hongarije, de geopolitieke slagkracht van de EU kan ondergraven, vind ik geen teken van sterkte. Dat vind ik een teken van zwakte. Ik denk dat we daar iets aan kunnen doen door bijvoorbeeld met elkaar af te spreken — en dat kan ook binnen het huidige verdrag — dat we daar voor meerderheidsbesluitvorming gaan in plaats van voor unanimiteit.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Oké, dan had het korte antwoord denk ik ook gewoon kunnen zijn: ja, de VVD onderschrijft het pleidooi voor een sterke rol voor de Europese Commissie.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik heb net één voorbeeld genoemd waarvan ik denk: daar zou je die rol, of überhaupt die van de Europese Unie, kunnen versterken. En dat is dus niet alleen de Commissie, maar ook de lidstaten, én het Europees Parlement daarbij. Daar zie ik ruimte voor versterking. Ik vind dat je dat van geval tot geval moet beoordelen. En waar ik het zeker niet mee eens ben, is om generiek, als doel op zich, te zeggen dat er een sterke Europese Commissie moet komen. Dat zie ik niet als doel op zich.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter. Ten aanzien van China. De VVD is beducht dat de Fransen de terechte zorgen over economische veiligheid aangrijpen om door te slaan in protectionisme van sectoren die geen enkele relevantie hebben voor onze veiligheid. Hoe waakt het kabinet hiervoor?

De Commissie wil het MFK met 66 miljard ophogen. En op hetzelfde moment wordt bekend dat de salarissen van EU-ambtenaren weer omhooggaan door de systematiek van automatische loonindexatie, waarbij salarissen in België meegroeien met de inflatie. De Europese Commissie heeft ervoor gekozen zich hierbij aan te sluiten. Commissaris Timmermans kan er zo'n €2.500 per maand bij krijgen op deze manier. Ik gun hem en zijn ambtenaren een uitstekend salaris, maar deze stijging en deze systematiek zijn excessief. Laat de Commissie daarom de hand in eigen boezem steken, in plaats van die bij de Nederlandse belastingbetaler op te houden. Ik vind het ongegeneerd. Ik heb hier eerder een motie over ingediend, die ook is aangenomen, om een einde te maken aan deze excessieve automatische salarisstijging door middel van automatische loonindexatie. Hoe staat het met de uitvoering van die motie, vraag ik het kabinet. Al in 2013 vond de heer Timmermans ook zelf, als minister van Buitenlandse Zaken, dat de salarissen van Eurocommissarissen niet meer van deze tijd waren. Tien jaar later zitten we nog steeds met dezelfde systematiek van automatische loonindexatie. Dat is dus geen natuurverschijnsel, maar een gevolg van besluitvorming.

Mevrouw Piri (PvdA):

Nou, ik ben er even stil van, maar laat ik sec de vraag stellen. Met de automatische salarisindexatie stijgen ook voor alle VVD-Europarlementariërs de salariskosten op dezelfde manier als voor alle ambtenaren en alle Eurocommissarissen. Ik ben benieuwd wat de VVD-Europarlementariërs gaan doen met hun gestegen loon. Gaan ze dat terugstorten naar het Europees Parlement? Storten ze dat in een fonds? Geven ze dat aan de VVD-partijkas? Ik ben gewoon benieuwd wat de VVD zelf gaat doen.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik vraag helemaal niemand om zijn salaris terug te storten. Dat is helemaal niet aan de orde. Het gaat erom dat het juist voor het draagvlak van waar de Europese Commissie mee bezig is, heel belangrijk is om kritisch te zijn op dit soort dingen die heel veel kritiek oproepen. Ik heb het voorbeeld net heel bewust genoemd, omdat dat bij heel veel mensen de haren recht overeind doet staan. Ik denk dat het goed is dat we daar met elkaar kritisch op zijn. Dan gaat het dus niet over die of die, die geen goed salaris zou verdienen. Dat komt iedereen wat mij betreft toe. Er wordt ook hard gewerkt. Daar gaat het niet om. Maar dit automatisme leidt nu tot dit soort voorbeelden en dit soort excessen. Volgens mij moeten we daar met elkaar kritisch naar kijken. Ik vind het wat dat betreft positief dat bijvoorbeeld ook de heer Timmermans zelf die discussie aanzwengelt; ik zag gisteren een bericht op BNR. Dat is wel op zijn plaats nu de Europese Commissie de hand ophoudt. Dan zeg ik: steek dan ook de hand in eigen boezem. Het is helemaal niet flauw bedoeld naar wie dan ook. Volgens mij is dat gewoon een valide punt.

De voorzitter:

De laatste vraag van mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik denk niet dat het flauw bedoeld is, maar het is gewoon populisme; dat is het. Op het moment dat de salarissen van de ambtenaren in Nederland stijgen, gaan ook uw en mijn salaris omhoog. Hetzelfde gebeurt in Brussel. Daarom stel ik nogmaals de volgende vraag. De VVD heeft dit nu vier maanden lang bepleit. Doe er dan wat aan! Geef het goede voorbeeld. Wat gaan de VVD-Europarlementariërs doen in het Europees Parlement? Daar heb ik nog geen antwoord op.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik vind dat eerlijk gezegd een beetje een makkelijke jij-bak van mevrouw Piri. Het is jammer dat ze de vorige keer tegen de motie heeft gestemd die gaat over de koppeling aan het prijsindexcijfer in België. Die kennen we overigens in Nederland niet. Daarmee krijg je dit soort voorbeelden. Laten we met elkaar voor iedereen — het gaat niet om welke persoon dan ook — zeggen: voer daar een kritische discussie over.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik ben het wel met mevrouw Piri eens. Dit is ook helemaal geen jij-bak. De heer Van Wijngaarden kiest ervoor om één functionaris met naam en toenaam te noemen alsof diegene dat zelf bewerkstelligd heeft, terwijl het hier om een automatisme gaat dat al veel langer bestaat. Het is gewoon plat populisme.

Ik heb eigenlijk een heel andere vraag. Die vind ik relevanter. Zelfs als dat automatisme doorbroken wordt, staan de kosten daarvan in geen verhouding tot de opgaven waar Europa voor staat. Er ligt een verzoek vanuit een voorstel van de Commissie om 66 miljard toe te voegen aan het meerjarenfinancieringskader van de Europese Unie. Dat is in belangrijke mate gekoppeld aan noodzakelijke steun voor Oekraïne en de wederopbouw. De heer Krul had een prachtig verhaal, maar ook een terechte vraag aan het kabinet: hoe kijkt het kabinet hiernaar? Wat is de appreciatie van de VVD? Is ze bereid namens Nederland bij te dragen aan de ophoging van het meerjarenkader, ook om Oekraïne te steunen?

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik vind in algemene zin dat als we geld tekortkomen, het dan goed is om ook in algemene zin eerst te kijken waar we geld kunnen besparen in plaats van te zeggen dat er meer bij moet komen. Dat is één. Ik denk dat Oekraïne inderdaad echt een buitencategorie is. Dat is iets wat totaal niet voorzien was. Het gaat erom dat wij Oekraïne blijven steunen. Daar ben ik mijn bijdrage ook mee begonnen. Dat betekent dat we voor Oekraïne doen wat nodig is om hun voldoende zekerheid te geven en daarnaast tempo te maken met het leveren van de juiste munitie, zodat ze het tij kunnen keren in hun voordeel in de verschrikkelijke oorlog die hun wordt aangedaan. Daar zijn de heer Van der Lee en ik het over eens. Daar zijn we het volgens mij hier in de Kamer bijna allemaal over eens. Als het dus gaat om Oekraïne: dat is inderdaad een buitencategorie. Natuurlijk moet die steun er komen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dit zijn veel woorden, maar het is toch geen helder antwoord op mijn vraag. Steunt de VVD volmondig het bedrag van ongeveer 50 miljard extra voor Oekraïne, dat gevraagd wordt? Hij houdt er een heel warm pleidooi voor, maar als het gaat over de begroting, begint hij over het puntje van de automatische prijscompensatie, dat hij al heel vaak heeft gemaakt. Het is denk ik belangrijk dat de VVD als grootste partij van Nederland helderheid geeft.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik vind wel dat we dat zorgvuldig moeten doen. Ik heb net het uitgangspunt uitgelegd: we moeten Oekraïne steunen en geven wat nodig is. Maar dit hele pakket is pas een paar dagen geleden naar buiten gekomen. Er moet nog een appreciatie van het kabinet op komen. Het bestaat uit allerlei verschillende onderdelen en het wordt nog besproken met de collega's van Financiën. Ik vind dat het op die manier zorgvuldigheid verdient, in plaats van dat we hier nu met grote bedragen gaan zwaaien.

De voorzitter:

Toch nog even de heer Van der lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik vind het toch een beetje een blablabla-antwoord, met alle respect voor de heer Van Wijngaarden. Zeg dan: "Ik wil op dit moment geen positie innemen. Ik laat in het midden of de VVD bereid is dat te steunen. Dat maak ik afhankelijk van wat het kabinet of anderen vinden. Als VVD durf ik me hier niet over uit te spreken." Dat is wat de heer Van Wijngaarden zegt.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

De heer Van der Lee hoeft mij hierover geen woorden in de mond te leggen. Volgens mij ben ik net heel helder geweest. Daar zal hij het nu even mee moeten doen.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Het probleem is, denk ik, juist dat u niet zo helder was. Ik hoor de VVD zeggen: het is ongegeneerd. Dan komt dat bedrag van 66 miljard, waar vervolgens de salarissen aan worden gekoppeld. Die salarissen zijn natuurlijk absurd. Het is overigens wel jammer dat als de PVV dan een motie indient om de Europese begroting voor 2023, waar dit ook in zat, te verwerpen, de VVD niet thuis geeft. Ik zou heel graag nog een antwoord willen op de vraag die de heer Van der Lee stelde: kan de VVD zich nou vinden in het pakket van die 66 miljard dat voorligt, ja of nee?

De voorzitter:

Dat was uw laatste vraag.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik heb volgens mij net heel helder aangegeven dat het allemaal veel te makkelijk en veel te snel gaat met dat totale pakket, waar nu even de hand voor wordt opgehouden. Het is belangrijk dat de Europese Commissie eerst op zoek gaat naar een manier om via bestaande bezuinigingen en verschuivingen dat geld te vinden. Dat zullen wij hier in Nederland ook in toenemende mate moeten doen. Ik vind het heel redelijk om wat aan ons gevraagd wordt, ook aan Brussel te vragen.

De voorzitter:

Gaat u verder. Nee, er is eerst nog een vraag van de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

De heer Van Wijngaarden vraagt naar de salarissen. De collega's van de PvdA en GroenLinks wezen er al op dat er in november 2022 een motie van de heer Van Wijngaarden is aangenomen waarin de regering wordt verzocht om "via de Raad komende tijd en in 2023 samen met andere lidstaten de Commissie aan te sporen de methode voor salarisstijging voor EU-ambtenaren te versoberen, desnoods met een beroep op de procedure van artikel 241 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie". Heeft de heer Van Wijngaarden in de verslagen van de afgelopen twee Europese toppen informatie van de premier aangetroffen waaruit blijkt dat hij hier uitvoering aan gegeven heeft?

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Nog niet, maar ik heb ook net gevraagd hoe het ermee staat. Als er nou één ding is dat tijd gaat kosten, dan is dit het wel. Het gaat mij overigens om het automatisme. Dat automatisme is er ooit in gekomen. Op een gegeven moment vraag je je dan af: willen we dat automatisme handhaven of niet? Het antwoord op die vraag kan ook "ja" zijn, maar ik vind wel dat daar nu — ik vond het al, maar ik vind het zeker nu, in het licht van het geld dat nu extra gevraagd wordt — naar gekeken moet worden. Dit kost, bij elkaar opgeteld, toch zo'n 2 miljard en dat vind ik geen klein bier. Het is goed om daar nog een keer kritisch naar te kijken: willen we dat automatisme nou behouden of niet?

De voorzitter:

Helder.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Dat is ook een vraag voor de Kamerleden.

De voorzitter:

Dat heeft u al aangegeven.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

De heer Van Wijngaarden heeft in de Kamer een behoorlijk grote meerderheid gekregen voor die motie, waarin de regering opgedragen is om een coalitie te vormen om dit te veranderen. Het klopt dat dat niet lukt binnen één dag; dat snappen we hier allemaal. Zo gaat dat met meerdere vraagstukken die hier liggen.

Maar de heer Van Wijngaarden kiest er daarna voor om Europese Commissarissen de maat te nemen — dat vind ik altijd leuk, daar wil ik graag aan meedoen — maar mijn vraag is: vindt hij dat zijn eigen premier van zijn eigen partij, die hij met deze opdracht op pad gestuurd heeft, hier ook iets aan gedaan heeft? Dat was de opdracht die we meegegeven hebben. En wat dat dan is? We zijn nu zeven maanden verder, dus ik had verwacht: nou, er is iets gebeurd of er is iets niet gebeurd.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Zo simpel zit ik er niet in. Het is overigens een opdracht geweest aan het hele kabinet, volgens mij was dat zelfs met minister Hoekstra erbij. Het gaat er trouwens helemaal niet om dat het binnen zeven maanden geregeld is. Volgens mij weet de heer Omtzigt nog veel beter dan ik dat het zo niet werkt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat het niet geregeld is, hadden we kunnen voorspellen, maar ik concludeer maar even dat we in de afgelopen zeven maanden van de regering nul brieven gehad hebben, waaruit blijkt dat ze met deze motie aan de slag gegaan zijn. Via de heer Van Wijngaarden vraag ik aan de regering wanneer ze hier wel mee aan de slag gaan, want dat is de relevante vraag die hier gesteld moet worden. Ik ben het er helemaal mee eens dat er een punt is dat die salarissen te snel stijgen, maar daar moet je de Nederlandse regering op aanspreken, die akkoord gaat met de begrotingen en die ook artikel 241 van het Verdrag had kunnen gebruiken.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik denk dat we van de regering moeten horen op welk moment zij denken dat er politiek momentum ontstaat om dat ook te gaan inzetten en welk plan daarbij hoort. Dus ik deel die vraag van de heer Omtzigt. Kijk, we hebben één Eurocommissaris — dat is helemaal niet flauw bedoeld ten aanzien van welke persoon dan ook — maar dat is wel zo'n bedrag. We hebben het hier heel vaak over het draagvlak voor de EU. Andere mensen lezen ook kranten. Als mensen zo'n bedrag van €2.500 per maand erbij zien komen, dan denk ik dat dat iets doet met het draagvlak voor en de perceptie ten aanzien van de EU.

De voorzitter:

Dank u wel. U gaat weer verder.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter. Ten derde en tot slot migratie. Het is goed dat er, vooruitlopend op nationale maatregelen ter beperking van de instroom, in de Raad en het EP politieke vooruitgang is geboekt ten aanzien van het Asiel- en Migratiepact. Dit pact heeft het potentieel om migratie beter te reguleren en de onhoudbare instroom naar beneden te brengen.

Ik wil de premier daarnaast complimenteren met zijn inspanningen samen met Commissievoorzitter Von der Leyen om te werken aan nadere afspraken tussen de Europese Unie enerzijds en landen die hubs vormen voor ongecontroleerde migratie en mensensmokkel anderzijds, zoals Tunesië, Marokko en Servië. Ik begrijp dat de premier binnenkort ook naar Servië afreist. Hopelijk lukt het om afspraken met hen te maken. Tot 2018 waren de betrekkingen tussen de EU en Servië gelukkig vrij goed. Hoe eerder we terug kunnen naar die tijd, hoe beter. Uiteindelijk kan Servië ook een toekomst in de EU hebben, als het weer terugkomt en blijft op het pad van hervormingen. Een sterk Europa is inderdaad een verbonden Europa, het liefst ook met Servië. Wat wordt de inzet van het bezoek van de premier aan Servië?

Voorzitter. Nog nooit is een Europese regeringsleider zo actief geweest om op het punt van migratie tot constructieve afspraken te komen. Ik wil de premier daarvoor bedanken en complimenteren. De eerste Turkijedeal heeft aangetoond dat dergelijke deals, tegen de verwachtingen van alle cynici in, kunnen werken. De VVD ziet dan ook met ongeduld uit naar het resultaat.

De heer Drost (ChristenUnie):

Volgens mij zit er een kleine tegenstrijdigheid in het verhaal van mijn collega van de VVD-fractie. Daar ga ik hem een vraag over stellen. Hij sprak over Oekraïne en de steun die we aan dat land geven. Hij koppelde dat ook aan de inbreuk op mensenrechten en vrijheid. Dan hebben we het vervolgens over migratie en deals met landen als Tunesië. Ook dan moeten we volgens mij spreken over mensenrechten. Dat hoor ik mijn collega niet doen. Mijn vraag aan hem is: waarom koppelt hij zo'n deal met Tunesië niet ook even aan dat feit van die mensenrechtenschending?

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik snap die vraag heel goed. Ik denk dat het een het ander niet wederzijds uitsluit. De mensenrechtendialoog moet gewoon voortgezet worden, maar het is daarnaast en tegelijkertijd ongelofelijk belangrijk dat we ook proberen om met deze landen tot afspraken te komen om die mensensmokkel tegen te gaan. Want laten we even wel wezen: als er nou één groep is die het niet serieus meent met mensenrechten, dan zijn het wel mensensmokkelaars.

De heer Drost (ChristenUnie):

Ik ben het volledig met mijn collega eens dat we mensensmokkelaars moeten aanpakken. Volgens mij was er vandaag of gisteren weer een rapportage of in ieder geval een nieuwsbericht vanuit Amnesty, waaruit blijkt dat het in een land als Tunesië gewoon niet beter wordt, maar juist slechter. Dan hebben we het ook over mensen die daar nu, op wat voor manier dan ook, in onmenselijke omstandigheden worden vastgehouden en onmenselijk worden behandeld. Dan hebben we het niet over de smokkelaars zelf, maar ook over de landen waarmee we deals proberen te sluiten. Dat we deals maken, dat we proberen er iets aan te doen, daar zijn we het met elkaar over eens. Maar waar ligt de grens, wat dat betreft?

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Het is goed om te horen dat ook collega Drost van de ChristenUnie onderschrijft dat het inderdaad wel belangrijk is dat we met dat soort landen tot afspraken proberen te komen, maar tegelijkertijd, zoals hij ook aangeeft, de mensenrechtendialoog wel voortzetten. In een ideale wereld zou je dit soort landen a niet hebben, maar b bij wijze van spreken alleen afspraken maken met Luxemburg en Noorwegen. Dat lukt niet, dus je bent er, in het belang van het onder controle krijgen van migratie en dus ook in het belang van Nederland, wel toe veroordeeld om te proberen om afspraken met dit soort landen te maken. Dat moet je echt van geval tot geval en van land tot land bekijken. Er valt dus niet een soort generieke grens in te trekken.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Niet zo lang geleden heb ik samen met collega Van Dijk van de SP een motie ingediend. Die kreeg oordeel Kamer van premier Rutte. Het was de VVD-fractie die tegenstemde. Die motie vroeg om in rapporten van onder andere de WRR maar ook van de OESO nader te kijken naar feitelijkheden over hoe we de migratieketen beter kunnen inrichten. Dat zegt nog niks over het aantal mensen dat we wel of niet legaal toelaten. De VVD heeft tegen feiten gestemd; zo vat ik het even samen. Er worden hier weer allerlei emotionele dingen verhaspeld die totaal niet deugen. Ik ben dus benieuwd op welke feiten het betoog van de heer Van Wijngaarden berust.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik werp het verre van me dat er hier emotionele dingen worden verhaspeld die totaal niet deugen; laat ik dat even vooropstellen. Ten tweede ben ik geen migratiewoordvoerder. Ik heb deze motie en de precieze motivering waarom we wel of niet tegen die motie hebben gestemd nu gewoon niet paraat. Ik ga er dus ook niet over speculeren wat dat geweest had kunnen zijn. Dat lijkt me niet zorgvuldig. Maar als mevrouw Gündoğan dat wil, kom ik er graag bij haar op terug.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dan zal ik even één heel belangrijk iets zeggen: de illegale oversteek over de Middellandse Zee betreft ongeveer 10% van de migratie deze kant op. Structureel praten over mensensmokkelaars, die we met z'n allen afkeuren, van de linker- tot de rechterflanken van het politieke spectrum, is gratuite politiek. We zouden het eens een keer eerlijk moeten gaan hebben over de gewenste migratie en hoe we die beter legaal kunnen maken, en over het afstemmen van de behoefte, van vraag en aanbod, op elkaar. We moeten ook de consequenties daarvan in kaart brengen, namelijk dat als we het niet doen, de groei van het bnp naar beneden gaat. En daarom heeft de Duitse Bundestag vorige week een wet aangenomen die lijkt op het Canadese model. Ik mag toch hopen dat de VVD-fractie integraal dingen met elkaar afweegt. Daarom vraag ik nogmaals, ook al zegt de heer Van Wijngaarden dat hij geen migratiedeskundige is, of hij hier toch een soort reflectie op kan geven.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Maar mevrouw Gündoğan vroeg net naar een heel specifieke motie bij een migratiedebat. Daar sloeg mijn antwoord op. Als het gaat om het Canadese model, het Finse model, het Duitse model … Wij zullen nu met elkaar moeten komen tot het Nederlandse model. Daar hoort in ieder geval het onder controle krijgen van illegale migratie bij. Daar hebben we het over.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Volgens mij is iedereen het erover eens dat we illegale migratie onder controle willen krijgen, maar ik heb niks aan ongefundeerde uitspraken. Ik wil dan weten met welke wet- en regelgeving we dit het beste in kunnen richten. Het makkelijkste model is dan nog steeds — dat geldt ook in de reclamewereld — beter goed gejat dan slecht bedacht. Daar gaat die motie over die ik heb ingediend met de heer Van Dijk. Probeer nou in plaats van halfslachtig het wiel uit te vinden gewoon te leren van landen die dit wél hebben begrepen en die dit wél goed aanpakken. De VVD-fractie stemt dan tegen.

Het volgende stuit me enorm tegen de borst. Er worden vanuit de VVD, niet vanuit de fractie, maar vanuit coryfeeën, dingen de wijde wereld in geslingerd om het VN-Vluchtelingenverdrag maar op te zeggen, terwijl dat ook betekent dat je uit de EU stapt. Ik vind dat vergaande uitspraken van een fractie die de grootste is in deze plenaire zaal en die regeringsverantwoordelijkheid draagt. Ik wil dan gewoon de fundamenten van die uitspraken nader horen.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik snap de emoties van mevrouw Gündoğan echt heel goed.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dit zijn geen emoties.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Nou ja, ik begrijp haar passie voor dit onderwerp; laat ik het dan zo zeggen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik begrijp mevrouw Gündoğan, als dat haar beter bevalt.

Het is natuurlijk niet het een of het ander. Er is a niet één grote, makkelijke oplossing. Dit is een heel groot debat en daar mag iedereen wat mij betreft aan meedoen, ook via de kranten. Iedereen moet daar z'n zegje over kunnen doen, binnen en buiten de VVD. Mevrouw Gündoğan benadrukt heel erg: kijk nou eens naar wat ze in Duitsland hebben gedaan. Ik snap dat zij dat aangeeft; dat is een relevante ontwikkeling. Het lijkt me ook prima dat ze daar het kabinet op bevraagt. Dus er zijn genoeg debatten over migratie. Maar tegelijkertijd poetst zij even het belang weg om ook die mensensmokkelaars tegen te gaan. Zij noemde dat net een halfslachtig wiel uitvinden, terwijl we van mevrouw Piri heel aangrijpend hebben gehoord wat dat voor een gevoel geeft. Dus als je met Tunesië tot afspraken kan komen om te voorkomen dat die mensen op die bootjes stappen, dan denk ik dat dat ontzettend veel waard zou zijn. Laten we daar alsjeblieft niet te geringschattend over doen.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Als er dan toch iets is wat passie is, dan is het de rechtsstatelijkheid. Dan gaat het mij om deugdelijke wetten. En dan gaat het mij erom dat een oud-minister niet zomaar kan zeggen dat we uit het VN-Vluchtelingenverdrag stappen. Want dat maakt dat de rechtsstatelijkheid van Nederland niet meer geloofwaardig is. Het gaat dan om een rechtsstatelijkheid waarbij je jezelf uitlevert aan een dictator. En wij weten hoe dictators werken. Vandaag zetten ze een kruisje, en morgen stoppen ze dat papiertje gewoon in de papierversnipperaar. Dan gaat het mij erom hoe je daadwerkelijk een houdbaar model ontwikkelt waarbij aan de ene kant de mensensmokkelaar het nakijken heeft, en aan de andere kant wel de rechtsstatelijkheid wordt beschermd. Niemand zegt: de deuren staan wagenwijd open en iedereen is hier welkom. We zeggen wel: laten we gewoon proberen om dit slim en handig op een nuchtere manier in te richten. We hebben het vroeger gedaan, en we kunnen het opnieuw.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik vind dat op zichzelf een heel mooi pleidooi. Ik zou daar één nuancering bij willen maken, dat is dat het natuurlijk best lastig is om onze eigen normen van rechtsstatelijkheid een-op-een te projecteren op allerlei Noord-Afrikaanse landen die minder ideaal zijn. Dus wanneer je buitenlandpolitiek bedrijft, heb je naast rechtsstatelijkheid ook realisme nodig. Dat is de enige nuancering die ik bij het pleidooi maak, maar verder wil ik mevrouw Gündoğan daarvoor bedanken.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Wijngaarden. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil allereerst de heer Krul feliciteren met een mooie maidenspeech, die ook bol stond van emancipatoir denken. Daar prijs ik hem voor.

Ik wil ook wel een compliment maken aan de heer Eppink, die nu even weg … O nee, hij zit daar. Sorry. Ik keek op de verkeerde plek. Ja, hij is toch iets rechtser dan ik had gedacht, qua positie dan. Hij quootte Niccolò Machiavelli. Daar moest ik de afgelopen dagen ook aan denken. Het leuke is dat Machiavelli ook een boekje heeft geschreven over Castruccio Castracani. Dat was een condottiere, een kapitein van een huurlingenleger. Dat vormde inderdaad een basis voor zijn bredere analyse dat huurlingen en hun aanvoerders notoir onbetrouwbaar waren. Hij heeft zelfs als secretaris van de republiek als eerste de aanzet gegeven tot de vorming van een militie, een beroepsleger van burgers uit Florence.

Maar we leven nu in een heel andere tijd. Prigozjin is een zeer onberekenbaar individu, in onze ogen een terrorist, leider van een terroristische organisatie waar we al vaak over hebben gesproken. We vinden ook dat die organisatie op een terroristenlijst moet worden gezet. Tegelijkertijd blijkt het een effectieve militaire eenheid te zijn, die in ongekend korte tijd honderden kilometers wist op te rukken richting Moskou. Ik heb daar een aantal vragen over, want dit bereid je niet voor in 24 uur tijd. Er zijn berichten dat de Amerikaanse inlichtingendiensten hier eerder van op de hoogte waren. Ik ben benieuwd of Europa of onze veiligheidsdiensten wisten dat dit eraan zat te komen. Is daar iets mee gebeurd? Is er meer inzicht in kennis over wat er nou precies is gebeurd? Want er wordt volop gespeculeerd. Er zijn allerlei scenario's met allerlei potentiële gevolgen. Ik zou ook van de minister-president willen horen wat Nederland weet op dit punt. Wat kan de minister-president hierover in openheid aan het Nederlandse parlement vertellen?

Op een aantal terreinen maak ik mij zorgen. Ik maak mij niet alleen zorgen over de instabiliteit in deze kernmacht, maar ook over wat er de komende tijd gaat gebeuren in Belarus, als Wagner daar onder toezicht van Loekasjenko misschien weer hele nieuwe activiteiten gaat ontwikkelen, mogelijk ook weer richting Oekraïne. Graag wil ik daar meer inzicht in.

Daaraan gekoppeld zou ik de minister-president willen vragen om op de top heel kritisch te reageren op een interview dat de leider van Hongarije gisteren aan Bild heeft gegeven, waarin hij zegt dat die opstand betekenisloos was. Nou, dat kun je vinden, maar hij zegt ook dat Oekraïne geen soeverein land is en dat Poetin geen oorlogsmisdadiger is. Dat zijn beide stellingen die indruisen tegen de gezamenlijke Europese buitenlandpolitiek, die ondermijnend zijn in onze collectieve steun richting Oekraïne en die sterk veroordeeld moeten worden. Ik ben benieuwd of de minister-president bereid is om dat te doen en dat ook rechtstreeks te zeggen tegen Orbán tijdens de top.

Het spreekt voor zich dat GroenLinks vindt dat de steun aan Oekraïne onverkort gehandhaafd en als het kan verder versterkt moet worden. Hopelijk betekenen deze omwenteling en deze gebeurtenis in Rusland dat de factor tijd inderdaad niet meer in het voordeel is van Poetin en het conflict mogelijk sneller beëindigd kan worden, al kunnen we echt niet optimistisch zijn. Het is een war of attrition en dat lijkt het helaas voorlopig te blijven.

Een ander onderwerp dat ik wil aankaarten, zijn de klimaatdoelen. Er is een heel kritisch rapport van de Europese Rekenkamer, die hard voorrekent dat het ambitieuze 55%-doel van Europa met het pakket niet gehaald gaat worden, omdat er een gigantisch investeringsgat zit op groene investeringen. Het gaat over een bedrag van om en nabij 1.000 miljard euro dat nodig is, waarvan ongeveer 100 miljard mogelijk gedekt is. Heel vaak vragen we hier aandacht voor, zoals in de discussie over het nieuwe Groei- en Stabiliteitspact. Maar het speelt ook een rol met het oog op het soevereiniteitsfonds en het Meerjarig Financieel Kader voor de komende jaren. Wat doet dit kabinet om te verzekeren dat die noodzakelijke ambitieuze agenda gerealiseerd wordt en het grote groene investeringsgat gedicht gaat worden? Het spreekt daarom voor zich dat wij niet alleen steun geven aan het voorstel van de Europese Commissie, maar eigenlijk ook de kritische vraag stellen of die 66 miljard extra wel genoeg is. Het leeuwendeel daarvan is, terecht, bestemd voor Oekraïne, niet alleen voor steun, maar ook straks voor de wederopbouw.

Er is door collega's al veel gezegd over Tunesië. Mij viel een bericht op in Het Financieele Dagblad van vandaag dat het helemaal niet lekker loopt. Er is nog helemaal geen deal. De Eurocommissaris die verantwoordelijk is, zou vertrekken, maar die vertrekt niet. Er blijkt gedoe te zijn, niet alleen binnen de lidstaten — Duitsland staat op de rem, heel terecht, als het gaat om mensenrechten — maar ook in Tunesië zelf. Men lijkt de afkoopsom niet hoog genoeg te vinden, omdat die voor een deel bestaat uit leningen van het IMF, en het IMF strenge voorwaarden stelt. Klopt dat? Is er nog een reële mogelijkheid dat het helemaal niet tot een deal komt, vraag ik aan de minister-president.

China is ook aan de orde. Ik ben heel benieuwd of Nederland volledig achter het pleidooi staat van Von der Leyen in haar speech, waarin zij benadrukt dat wij China toch meer moeten zien als een concurrent en systeemrivaal dan als partner. Steunt de premier de noodzakelijk herijking van de Europese Chinastrategie? Vindt hij ook dat daarin nadrukkelijk een heldere Taiwanstrategie moet zitten? Een herhaling van wat er gebeurde met de reis van Macron willen we niet. Is het niet belangrijk dat de Europese Unie steviger aangeeft dat Taiwan een grotere rol moet spelen binnen de Europese Chinastrategie? Dit ook voor het veiligstellen van de open wateren in de regio. Ook moet de Europese Unie optrekken met andere landen, die zich zorgen maken over de escalatie in de regio, ook in militaire uitgaven, en de assertieve gedragingen op militair gebied van China.

Tot slot nog een vraag over Israël. We hebben het daar heel veel over. Een specifiek punt: Palestijnen mogen niet zonder visum naar de Europese Unie. Israëlische kolonisten, die geweld gebruiken tegen Palestijnen in bezet gebied, mogen wel vrij reizen in Europa. Is het kabinet bereid ook voor hen een visumplicht in te voeren?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Drost van de ChristenUnie.

De heer Drost (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Meer dan ooit is duidelijk dat de Europese Unie niet alleen een economische samenwerking in ons eigen belang is, maar ook een samenwerking tussen Europese landen en volken, rond gedeelde waarden als vrede, vrijheid en recht. Mijn complimenten voor collega Krul, die daaraan refereerde in zijn mooie maidenspeech. Dat nodigt uit tot debat over wat we daar nou precies onder verstaan en over hoever dat mag gaan.

Het blijkt ook weer uit de agenda van de komende Europese top van 29 en 30 juni aanstaande: de ontwikkelingen in Europa en in de wereld hebben effect op ons en ons land. Het is goed om dit in Europees verband te kunnen bespreken. Het is van meerwaarde dat we hierin als land niet alleen hoeven op te trekken, maar ons gesteund weten door bondgenoten.

Bovenaan de agenda van de komende Europese top zal opnieuw de oorlog in Oekraïne staan, en terecht. De ontwikkelingen volgen zich in hoog tempo op en die stellen niet per se gerust. Een aantal van mijn collega's refereerde er al aan. Ik noem de ontwikkelingen rond de Wagner Group, bijvoorbeeld. De EU-buitenlandvertegenwoordiger Josep Borrell zei daarover: het is niet goed om te zien dat een kernmacht als Rusland in een fase van politieke instabiliteit terecht kan komen. Hij trok de conclusie dat dit voor de EU het moment is om Oekraïne meer dan ooit te blijven steunen. Ook daarin heeft hij gelijk, denk ik. Ik zou de premier willen vragen hoe hij naar deze ontwikkelingen kijkt. Wat kan Europa het beste doen om de kans te vergroten dat deze situatie een einde aan deze oorlog dichterbij brengt en niet leidt tot verdere escalatie?

Voorzitter. Een vraag over de bevroren Russische tegoeden. Daar wordt onderzoek naar gedaan en de meningen zijn er nog over verdeeld. Er ligt een aantal opties op tafel. Wat is de positie van het Nederlandse kabinet in dezen?

Dan over migratie. Na de verschrikkelijke ramp met een vluchtelingenschip voor de Griekse kust zijn er vragen gerezen over de rol van de Griekse kustwacht. Dit is waarschijnlijk niet een onderwerp dat de premier graag zal willen aansnijden tijdens de Europese Raad, maar ik wil hem dat wel vragen. Gaat hij aandringen op een onafhankelijk onderzoek naar de toedracht van dat ongeluk? En zo nee, waarom niet?

Over Tunesië: de premier is met zijn Italiaanse collega en de voorzitter van de Europese Commissie naar Tunesië geweest. Ik begrijp dat Europa heel graag een migratiedeal met Tunesië wil sluiten. De ChristenUnie is niet principieel tegen dit soort overeenkomsten, maar dan wel onder de voorwaarde dat mensenrechtenverdragen daadwerkelijk nageleefd worden. Dat is ook steeds afgesproken in de regeerakkoorden van de kabinetten waar wij deel van uitmaken. Nu lijken wat dat betreft alle seinen in Tunesië op rood te staan. Ik zou graag van de premier horen hoe hij ervoor zorgt dat mensenrechtenverdragen daadwerkelijk nagekomen gaan worden ingeval van een overeenkomst met Tunesië.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste vraag van de heer Boutkan, Volt.

De heer Boutkan (Volt):

Onder leiding van Nederland, waar de ChristenUnie deel uitmaakt van het kabinet, lijkt er nu inderdaad een nieuwe overeenkomst met Tunesië te komen. We zien de rode seinen. Ik vraag me daarbij af wat de rode lijnen voor de ChristenUnie zijn. Wat zijn de randvoorwaarden voor deze deal? Ik zal een voorzetje geven. Vinden we bijvoorbeeld dat alle politieke gevangenen in Tunesië weer vrij moeten komen?

De heer Drost (ChristenUnie):

Ik denk dat ik hier vrij duidelijk over was. Voor ons is het belangrijk dat het niet blijft bij woorden, bij symboolpolitiek of bij teksten waar dictators kruisjes onder zetten. Een van de collega's zei dat al. We moeten daadwerkelijk verbeteringen zien in de mensenrechtensituatie. Die zien we op dit moment niet. Dat is heel duidelijk.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Drost (ChristenUnie):

Voorzitter. De vraag die ik aan de premier zou willen stellen, is of de Tunesische president openstond voor dit punt toen hij daar was en dit met hem besprak.

Dan een ander soort pact: het Mercosur-verdrag. De Tweede Kamer heeft zich hier al een aantal keer over uitgesproken. Commissievoorzitter Von der Leyen lijkt niet helemaal te begrijpen dat dit verdrag nog niet voldoet aan de eisen van deze tijd. Er is niet alleen een meerderheid in deze Tweede Kamer, waaronder de ChristenUnie, die tegen het verdrag in zijn huidige vorm is. Het Franse parlement denkt er inmiddels hetzelfde over en in een aantal lidstaten is er de dreiging om ratificatie van de Mercosur-landen te blokkeren als die Mercosur-landen niet instemmen met aanvullende afspraken over duurzaamheid. Dat duurzaamheidsaddendum geeft al aan dat het verdrag onvoldoende oog heeft voor duurzaamheid. Ik ben er bovendien niet van overtuigd dat zo'n inlegvel de kern van het probleem met dit verdrag gaat oplossen. Dan zijn de Mercosur-landen ook nog eens niet van plan het addendum zomaar te aanvaarden. Hoe kan de Commissievoorzitter dus vast willen blijven houden aan dit verdrag? Gaat de premier haar duidelijk maken dat ook in Nederland het in deze vorm niet zomaar passeert?

Voorzitter. Ten slotte Azerbeidzjan en de situatie in Nagorno-Karabach. Weet de premier misschien of de heer Borrell tijdens de afgelopen RBZ het onderwerp Azerbeidzjan nog ter sprake heeft gebracht? En zo ja, hoe is hierop gereageerd? Vindt de premier de steeds slechter wordende situatie in de afgesloten enclave Nagorno-Karabach dermate dringend dat hij die tijdens de Europese Raad aan de orde wil stellen? Acht hij het moment gekomen dat de EU actie gaat ondernemen richting Azerbeidzjan om deze blokkade op te heffen?

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste vraag voor de heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Aan de andere drie coalitiepartijen is al gevraagd of ze iets hebben gezegd over de 66 miljard waar de Commissie mee is gekomen. Daarom wil ik ook de ChristenUnie bevragen over haar positie. Zijn ze bereid om als Nederland meer bij te dragen, ook vanwege het feit dat het leeuwendeel van dat bedrag bestemd is voor Oekraïne, en straks ook de wederopbouw?

De heer Drost (ChristenUnie):

Ik voelde mij eigenlijk wel thuis bij de beantwoording van die vraag door mijn collega van de VVD-fractie, meneer Van Wijngaarden. We spreken over een uitzonderlijke situatie in Oekraïne. Daar valt met ons over te praten. Over de Europese begroting zeggen wij bij herhaling, en dat doen we ook nu: als er gezocht moet worden, doen we dat vooral binnen de begroting zelf. Dat is onze lijn en die houden wij vast.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee bent u aan het einde?

De heer Drost (ChristenUnie):

Ik was klaar, voorzitter.

De voorzitter:

Dan wil ik u bedanken, meneer Drost.

De heer Drost (ChristenUnie):

U ook. Dank u.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Futselaar, SP.

De heer Futselaar (SP):

Dank u, voorzitter. Ook van mijn kant complimenten aan de heer Krul voor zijn maidenspeech.

Voorzitter. Op het moment dat het internationaal ingewikkeld wordt — en dat is het — wordt altijd onherroepelijk de roep om meer Europa gehoord vanuit sommige hoeken, niet in het minst vanuit Europese instellingen zelf. Never waste a good crisis, hoor je dan ook in de gangen in Brussel. Maar bijvoorbeeld ook onze eigen minister van Financiën bepleitte vorige week in een toespraak dat de Europese Commissie een sterkere rol moet hebben in het toezicht en de uitvoering van regelgeving op meerdere terreinen, vergelijkbaar met wat nu in de interne markt en mededinging geldt. Mijn vraag aan de premier is: is dit een kabinetsstandpunt? Zo ja, gaan we hier nog over geïnformeerd worden of kan dit op de grote stapel van dossiers waar de coalitie het niet over eens is maar waar na de zomer vast een doorbraak volgt?

Voorzitter. De neiging tot Europese overreach komt ook naar voren in het voorgestelde Meerjarig Financieel Kader. Met een voorgestelde verhoging van het budget met 66 miljard voor vijf jaar lijkt de Commissie records te breken. Nu is de steun voor Oekraïne en de wederopbouw daar een geval apart, zeg ik ook maar vast, maar als je grote ambities hebt voor nieuwe dingen, dan zul je toch ook een kritische blik moeten hebben op je bestaande uitgavenpatroon. Europa geeft bijvoorbeeld nog steeds tientallen miljarden aan landbouwsubsidies, waarvan bijna 80% bij de 20% grootste grondbezitters terechtkomt. Mijn vraag is dus deze. Nederland heeft als standpunt: begin bij je eigen begroting. Wat zijn eigenlijk de inzichten van de premier over waarop Europa zou kunnen bezuinigen in zijn fondsen?

De oorlog in Oekraïne wordt aangegrepen om ook de Europese defensiedimensie uit te breiden, al zijn onze collectieve defensie-uitgaven nu al stukken groter dan die van onze grootste dreiging, Rusland. Hoewel Europese verdragen er op zich helder over zijn dat iets als collectieve wapenaankopen en overdracht aan derde landen een bevoegdheid is van de lidstaten, gebruiken wij toch omwegen als een Vredesfaciliteit om collectieve defensie-uitgaven te doen. De versterking van een Europese wapenproductie ziet mijn fractie dan ook in deze context. Wij zitten niet te wachten op de creatie van een nieuw militair-industrieel complex op Europees niveau. Dat staat los van het belang van steun aan Oekraïne in geld en wapens. Maar er is geen absolute noodzaak om dit in EU-verband te doen en het staat op gespannen voet met onze eigen verdragen.

Dan het industriebeleid. Afgelopen halfjaar heeft de Europese Commissie op verschillende manieren de richtlijnen voor staatssteun versoepeld in reactie op de Amerikaanse Inflation Reduction Act. Ik moet zeggen: voor iemand die politiek bewust is geworden in de jaren negentig en nul, toen liberalisme zo'n beetje de gospel was, is dit een interessante ontwikkeling. De trans-Atlantische orgie van staatssteun die nu gaande is, is een behoorlijke breuk met de dominante ideologie van de afgelopen 30 jaar. Maar er zit een risico aan. Kijk, de SP is nooit principieel tegen staatssteun geweest als die zinvol is. Maar ook de Deense Eurocommissaris Vestager heeft eerder dit jaar al gezegd dat staatssteun in principe een overdracht is van publieke naar private middelen. Voor mijn fractie is dat acceptabel, mits er ook zeggenschap tegenover staat. Als industrieën zo essentieel zijn dat ze in Europa gevestigd moeten blijven, en dat geldt voor veel groene industrie, zouden overheden dan ook niet een mate van zeggenschap moeten krijgen? Publieke investeringen, dus ook deels publiek bezit. Hoe ziet de regering dit?

De afgelopen maanden heeft de regering hier vrij ontwijkend op geantwoord, zoals in het laatste schriftelijk overleg over de RAZ. Daarin schreef de regering dat ze het niet passend achtte om bij subsidieverlening eisen te stellen aan het uitkeren van dividend of zeggenschap. Alleen in het geval van noodsteun worden afspraken gemaakt over dividend en bonusuitkeringen, maar over echte zeggenschap wordt niet gerept. De uitdagingen waarvoor wij staan, vragen om staatssteun, maar moeten we dan ook niet erkennen dat het algemeen belang soms haaks staat op het belang van private bedrijven? Kijk alleen al naar de ellende die wij hebben om KLM aan zijn afspraken te houden op dit moment, en daar hébben we nota bene enige mate van mede-eigenaarschap. Dus kan de premier hierop reageren en in Europa pleiten voor meer zeggenschap in ruil voor staatssteun?

Voorzitter. Dan Tunesië en migratie. Ook zonder leningen van het IMF of anderen is Tunesië voor het einde van het jaar failliet. Dat is een feit. Het is om allerlei redenen onwenselijk dat een land dat hemelsbreed zo'n 200 kilometer van de Europese Unie ligt, instort. De chaos die dat zou veroorzaken, zou niet alleen leiden tot verschrikkelijke omstandigheden voor de bevolking, maar ook tot vluchten in extremisme en ja, tot nog meer migratie. Dus ook zonder migratiedeal is het logisch dat de Europese Unie zich met Tunesië bemoeit, zoals we dat bijvoorbeeld ook met Bosnië doen; zie het vorige debat.

Dat betekent niet dat je blind moet zijn voor het regime, het gebrek aan democratie, xenofobische uitingen en mensenrechtenschendingen. Dat betekent ook niet dat we een migratiedeal moeten sluiten ten koste van alles. Ja, verlaging van het aantal wrakke bootjes op de Middellandse Zee is zeer wenselijk. Nee, dat betekent niet dat elk alternatief daarboven te verkiezen is. Formeel is er nog geen migratiedeal, maar alleen, naar ik begrijp, een overeenstemming dat het belangrijk is om tot een deal te komen. Misschien kan de premier een update geven van hoe het staat en ook hoe de verhoudingen precies liggen. Wij lezen dat Duitsland specifiek inzet op het benadrukken van de mensenrechten. Ik schroom een beetje om te vragen of Nederland ook het belang van mensenrechten hoogacht. Ik vind dat dat vanzelfsprekend zou moeten zijn, maar in deze context stel ik de vraag toch maar.

Twee weken geleden vond een van de ergste rampen met vluchtelingenboten op de Middellandse Zee plaats. Die rampen beginnen verontrustend normaal te worden. De rol van de Griekse kustwacht daarin wordt onderzocht. Dat onderzoek moeten we afwachten, maar de signalen zijn verontrustend. Ik wil de premier vragen wat precies de consequenties zijn, ook op EU-niveau, mocht blijken dat de Griekse kustwacht wél op een negatieve wijze betrokken is bij de ramp. We kennen de discussies over het handelen van de Griekse kustwacht en het handelen van Frontex in het geval van illegale pushbacks, die formeel niet bestaan. Maar we zien keer op keer beelden en getuigenissen die iets anders zeggen. De wereld ziet hoe wij met vluchtelingen omgaan en dat heeft een hoop gevolgen voor ons imago.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Futselaar. Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Vanwege een wat korte spreektijd houd ik het bij één onderwerp. Kortheidshalve sluit ik me aan bij de vragen van de ChristenUnie over Karabach en bij de vragen die een aantal collega's hebben gesteld over Oekraïne. Een tandje zuiniger, zo spreek ik de SP-collega na, kan ook wel bij de Unie.

Voorzitter. Waar is de tijd gebleven dat de minister-president zwaaide met het eurolidmaatschap omdat hij vond dat z'n collega-staatshoofden en collega-regeringsleiders slap begrotingsbeleid voerden? In 2012 had hij ruzie met Van Rompuy. Hij zei hier ook: ik heb stevige bewoordingen gebruikt. Nederland hield vast aan een strak beleid. Tien jaar later is het begrotingsklimaat in Nederland volstrekt veranderd. Na de coronacrisis is Nederland niet gestopt met het uitgeven van tientallen miljarden voor allerlei fondsen en allerlei compensatiemaatregelen. Elk politiek verschil wordt opgelost met tientallen miljarden, met als gevolg dat in 2023 de Raad van State opmerkt dat de Nederlandse Staat in de vangrail dreigt te rijden. Volgens de eigen voorspellingen komt het kabinet in 2026 over de magische grens van 3%. De woorden "prudent begrotingsbeleid" en "rentmeesterschap" horen we eigenlijk niet meer van deze regering.

Morgen gaat de minister-president praten over de herziening van het begrotingsraamwerk. Dat gaan we niet doen? Niet, begrijp ik van de premier; heel fijn. Veel dank voor de bijdrage, hoor ik hem zeggen. Duitsland wil vasthouden aan de buitengewoon strakke regels en krijgt steun van Oostenrijk, Tsjechië, Slovenië, Kroatië, Bulgarije, Estland, Litouwen, Letland, Luxemburg en Denemarken, maar Nederland laat ze varen. Wil de Nederlandse regering aansluiten bij de Duitse coalitie met ingezonden stukken en ophouden met het niet-ondertekenen van deze brieven, zoals de minister van Financiën deed, en met het zich als bruggenbouwer afficheren? Want op de lange termijn hebben wij een groot gevaar aan de horizon. Dat grote gevaar is dat het begrotingsbeleid en het Europees monetair beleid volstrekt uit de rails lopen. Als ze volstrekt uit de rails lopen, krijgen we een enorm probleem. Ik zou de regering dus willen vragen: richt iets op wat je een Hanzeliga zou kunnen noemen. Ga weer samenwerken met die landen. Zorg er gemeenschappelijk voor dat de schulden worden afgebouwd, want de schulden doorsturen naar de volgende generaties is het slechtste wat je kunt doen, maar het is wel het gevolg van het huidige beleid in Europa.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt. Dan geef ik het woord aan mevrouw Gündoğan.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dank u wel, voorzitter. Een volle agenda met veel interessante punten. Daarom heb ik gekozen voor twee daarvan: migratie en China. Bij beide dossiers zie ik, zoals ze dat in het Engels zo mooi zeggen, "penny wise, pound foolish". Daar wil ik aan toevoegen dat ik vooral ratio en nuchterheid mis.

Eerst migratie. Migratie is geen oplossing en ook geen probleem. Afhankelijk van hoe de migratieketen wordt ingericht, maken wij er zelf een probleem of een oplossing van. Nog maar een paar weken geleden wees de voorpagina van The Economist op de dalende geboortecijfers, mondiaal. De weinige landen die deze goed of beter het hoofd weten te bieden, zijn de landen met een nuchtere kijk op migratie: de VS en Canada, maar inmiddels ook Duitsland. Zie ook de wet die vorige week door het Duitse parlement, de Bundestag, ging: migratie gebaseerd op een puntensysteem. Dit systeem heeft behoorlijk veel weg van het Canadese model. Tel daarbij op dat Duitsland met Gambia slimme bilaterale afspraken heeft gemaakt. Zoals ik al eerder zei: migratie is noch een probleem, noch een oplossing. De keten bepaalt de uitkomst. Voor we aan de keten toekomen, moeten we de hypocrisie beslechten.

En dan ga ik een politiek gevoelige uitspraak doen. Wij kijken naar buitenstaanders uit verre landen vaak nog steeds met een koloniale bril. Daarmee bedoel ik dat wij hen die van buiten komen óf zielig vinden óf als een gevaar beschouwen. Maar het komt niet in ons op om, zoals de Duitsers, Canadezen of Amerikanen doen, hier pragmatisch en, zo je wilt, zelfs calculerend naar te kijken. Hoe creëren we een win-winsituatie? Hoe ontstijgen wij het debat, waarbij we ons steeds richten op de 10% van de migranten die via de Middellandse Zee onze kant opkomen voor asiel? Wanneer gaan we eindelijk eens benadrukken dat wanneer migratie volledig stopt, dit hand in hand zal gaan met economische krimp?

Als dochter van gastarbeiders kan ik zeggen dat Nederland een prachtig land is waarin je in het tijdsbestek van één generatie grote sprongen kan maken. Wanneer gaan we hier dan eindelijk op basis van win-win een gestroomlijnde migratieketen inrichten en ons niet meer laten gijzelen door rechtse angst of linkse sympathie? Mijn vader zocht destijds noch angst, noch sympathie. Hij wilde bijdragen en zijn kinderen klaarmaken voor dit land. Een mooie win-win, lijkt me. Kunnen we terug naar die nuchtere tijden?

Dan China. Heel kort. Dit gaat om Nuctech, het bedrijf dat van de Belgische Raad van State terecht niet meer mag meedoen aan een aanbesteding in België. Is het niet tijd dat wij, maar ook alle andere landen, dit bedrijf, dat de data van onze douanes kan uitlezen, gaan weren en snel vervangen door alternatieven?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Gündoğan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Maeijer, PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Zo'n drie jaar geleden tekenden de lidstaten van de Europese Unie voor een meerjarenbegroting van maar liefst meer dan 1.000 miljard euro. Een astronomisch bedrag. En nu is de Europese Commissie tot de conclusie gekomen dat zelfs dat bedrag niet genoeg is voor de Brusselse wensen. Mevrouw Von der Leyen wil meer, meer van ons belastinggeld. 66 miljard euro moet erbij. Want de Europese Commissie kan niet rondkomen met het huidige EU-budget. Als dat thuis het geval zou zijn, dan ga je bezuinigen, besparen, snijden in eigen vlees. Maar zo werkt dat niet in Brussel. 60% van de Nederlanders verkeert in financiële problemen. Vier op de tien kinderen groeien in ons land op in armoede. Een ontbijtje, kleding en een fiets zijn voor veel van deze kinderen slechts een illusie. Maar het woord "bezuinigen" komt in het Brusselse vocabulaire niet voor. Kan de premier dat eens uitleggen aan de Nederlandse belastingbetaler?

Voorzitter. Ons geld wordt opgesoupeerd door Brusselse bureaucraten en uitgedeeld aan andere landen. Het verdampt vanwege gigantische rentelasten van een fonds waarvoor Nederland ook al voor 48 miljard aan de lat staat. Ondertussen ziet mevrouw Von der Leyen haar eigen maandsalaris stijgen richting €36.000 per maand. De voorzitter van de Europese Raad, Michel, gaf bijna €16.000 belastinggeld uit om zich per privéjet naar de VN-klimaattop in Egypte te verplaatsen. Er wordt geld over de balk gesmeten aan digitale feestjes, EU-attracties en EU-propaganda op radio en televisie. Kan de minister-president toezeggen dat Nederland onder geen beding akkoord gaat met extra geld naar de Europese begroting, dat het antwoord nee is op de vraag om extra geld en dat het antwoord nee is op de vraag om extra fondsen, ongeacht of deze binnen de meerjarenbegroting worden opgetuigd?

Voorzitter. Afgelopen jaar zijn er ongekende stappen gezet richting verdere uitbreiding van de Europese Unie. Oekraïne, Moldavië en Bosnië en Herzegovina kregen de status van kandidaat-lid. De onderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië werden geopend. Het enthousiaste welkom voor de respectievelijke nummers 116, 91, 110, 85 en 101 van de 180 — dat zeg ik er maar even bij — op de corruptie-index is opvallend. Waarom zou je corruptie importeren? Waarom zou je nog meer landen richting EU-lidmaatschap loodsen als de Nederlandse belastingbetaler daar ongetwijfeld voor moet gaan betalen? Wie zit hier nu eigenlijk op te wachten, premier Rutte? Wat schieten de mensen thuis hiermee op?

Voorzitter. In juni vorig jaar nam mevrouw Von der Leyen, aanvoerder van deze expansiedrift, al een voorschot op hoe zo'n uitgebreide unie eruit moet zien. Dan moet er volgens haar gepraat worden over hervormingen, zoals hoe het verder moet gaan met het afschaffen van de eis van unanimiteit bij besluiten. Daar gaat wat er nog over is van onze zeggenschap! Haar pleidooi krijgt nu bijval van mevrouw Kaag. Hoe kan het ook anders? In haar speech van afgelopen vrijdag bezong zij het wonder van de Europese Unie. Daar gaf ze niet alleen aan af te willen van ons vetorecht op buitenlandbeleid, maar ze zei ook dat zij vindt dat als de Unie straks uit 35 lidstaten of meer bestaat, in plaats van de huidige 27, de Europese Commissie dan een sterkere rol moet krijgen, zoals op het gebied van mededinging en interne markt. Daarop is de Commissie nu al heer en meester. Ook moet erover nagedacht worden of de Europese Commissie alleen met wetsvoorstellen komt of dat ze ook moet gaan toezien op de toepassing van die wetten. Meer macht dus voor Brussel. Niemand is iets gevraagd. Het is ongekend. Ik vraag de premier dan ook om deze weg niet in te slaan.

Voorzitter. Vorig jaar vroegen bijna 1 miljoen migranten asiel aan in de Europese Unie. 10.000 daarvan zullen zich ook dit jaar weer aan onze grenzen melden. Nederland kan dat niet meer aan. Dankzij de open grenzen worden plaatsen als Zandvoort en Ter Apel nu geteisterd door overlast. Half Afrika kon de afgelopen week op een bezoekje van premier Rutte rekenen. In mijn eigen land liet hij zich niet zien. Geen hart onder de riem voor de Zandvoortse ondernemers die gebukt gaan onder straatterreur of voor de inwoners van Maarheeze, die de overlastgevende asielzoekers uit het azc spuugzat zijn. Blijkbaar vindt de premier het normaal dat mensen in Ter Apel stokken in huis hebben om hun gezinnen te beschermen, dat er aan de lopende band gestolen wordt en aan deuren en auto's wordt gemorreld, dat vrouwen niet alleen naar buiten durven en mensen niet op vakantie gaan uit angst voor wat er thuis gebeurt.

Voorzitter. Terwijl de premier mooie sier aan het maken is in Afrika, zien we op Twitter filmpjes van hele massa's jonge mannen op weg van Libië naar Europa. Mensensmokkelaars uit Tunesië rekenen zich ondertussen rijk met de op handen zijnde deal met de Europese Unie. Ons land snakt naar een asielstop. Nederland moet weer baas worden over de eigen grenzen en het heft in eigen handen nemen. Doe dat, is de oproep van mijn fractie aan de premier.

Voorzitter, tot slot. Waar de PVV staat, lijkt me helder. Wij vertrekken liever vandaag dan morgen uit de Europese Unie, een nexit dus. Maar zolang we er nog in zitten, verzetten we ons tegen de steeds verdergaande expansiedrift van de Europese Unie, tegen het schuiven met bevoegdheden en het alsmaar bijstorten van belastinggeld in de Brusselse begroting. Ik roep de premier op om dat ook te doen.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Maeijer. Ik geef het woord aan de heer Bisschop, SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Naar goede parlementaire traditie wil ik ook graag collega Krul feliciteren met zijn fraaie maidenspeech. Ik waarschuw hem alvast: dit legt natuurlijk wel een hypotheek op elke toespraak die hierna nog dient te volgen. Succes!

Voorzitter. Een tweetal punten. Er is al veel gezegd over Oekraïne. Ik wil er hier en daar nog wat aan toevoegen en een andere invalshoek kiezen. Dan volgt nog iets over migratie.

De coup in de dop door Wagner is door verschillende collega's al uitvoerig besproken. Wat ons betreft is de vraag wat de gevolgen hiervan zijn voor de oorlog in Oekraïne. Is de Russische inzet nu echt verzwakt, of wordt er juist extra verbeten doorgevochten? Wat betekent de aanwezigheid van Wagner in Belarus voor de veiligheid van de landen die daaraan grenzen, zoals Letland, Litouwen en Polen? Mijn vraag aan de minister-president is concreet: geven wij ook in NAVO-verband gehoor aan de oproep van deze landen om hun grensverdediging te helpen versterken? Een tweede vraag annex daaraan is: hoe bereiden de EU en de NAVO zich voor op een Rusland ná Poetin, na deze oorlog? Ook die vraag is al door collega's gesteld. Ik sluit mij daarbij aan.

Voorzitter. De gebeurtenissen geven hoop, maar er zijn geen redenen voor gejuich. De bloedige strijd gaat door en ook een verzwakt Rusland vormt een bedreiging voor het Westen. Je vraagt je onwillekeurig af welke krachten er nog meer gaan loskomen. Ook in dit opzicht biedt de bekende zin uit ons volkslied, die ook prijkt boven de ingang van ons ministerie van Defensie aan de Kalvermarkt, werkelijk houvast: "Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer."

Wie uitzoomt en het grote plaatje overziet, beseft dat de oorlog in Oekraïne voor de EU, naast militaire, vooral politieke, financiële en economische wendingen veroorzaakt. In alle eerlijkheid: de SGP bekruipt steeds vaker de vraag of de Commissie-Von der Leyen dit tragische momentum niet té sterk en té berekenend gebruikt voor verdere Europese integratie. De SGP heeft sterk het gevoel van wel. Wij zijn er beducht voor dat dit Unie- en staatsrechtelijke kaders schendt. Ik wil daar graag een reflectie op van de minister-president.

De SGP juicht de eensgezindheid tegenover Rusland inderdaad toe, maar die vormt geen rechtvaardiging voor een continue stroom van ingrijpende voorstellen, zoals voor de uitbreiding van de eigen middelen en van het Meerjarig Financieel Kader. Want anders kun je denken: we jassen die wel effe door de nationale parlementen. Maar in liberale democratieën walsen meerderheden niet over minderheden met bezwaren heen, toch? De SGP zegt: ga niet akkoord met een hogere begroting; als extra geld nodig is, dan moet worden gezocht in de eigen budgetten dan wel elders worden bezuinigd. Is dit ook de inzet van het kabinet?

Een tweede vraag hieraan verbonden: is de premier bereid om met de Kamer een totaaloverzicht te delen van alle voorstellen en initiatieven van de EU die sinds 24 februari 2022 op militair, politiek, financieel en economisch vlak zijn of worden gerealiseerd, inclusief de status ervan en een weergave van onze beoordeling inzake de rechtsgrondslag subsidiariteit, proportionaliteit, nut en noodzaak? Ik zou een concrete toezegging op dit punt zeer op prijs stellen.

Voorzitter, dan het punt van migratie. De verdrinkingen voor de Europese kust zijn inderdaad hartverscheurend en tonen het failliet van ons asielsysteem. In februari stond migratie op de agenda van de Europese Raad. Nu is er een akkoord over delen van een migratiepact en praten we met Tunesië. Bevat dit, zo is de concrete vraag, ook maatregelen om criminele mensensmokkelaars eindelijk een halt toe te roepen en keihard aan te pakken? Dat is in de afgelopen jaren wel met de mond beleden, maar de praktijk wijst nog niet uit dat op dit vlak succes wordt geboekt.

In de geannoteerde agenda lees ik helaas niets over de Europese inzet op terugkeer, terwijl die al jarenlang de achilleshiel van ons asielbeleid is. Migranten die hier illegaal verblijven, verstieren het voor de echte vluchtelingen. Hoe gaan wij gezamenlijk zorgen voor een verhoogde terugkeer? Dat zou wat ons betreft een prioritaire EU-inspanning moeten zijn. Gaat het kabinet in de EU aandringen op een aanscherping van de Terugkeerrichtlijn in lijn met de aangenomen motie-Van der Staaij/Bisschop?

Voorzitter, ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bisschop. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Jansen, Forum voor Democratie.

De heer Jansen (FVD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. In het afgelopen halfjaar kwamen 49.000 Afrikaanse migranten naar Italië, de meesten via de migratieroute Tunesië-Lampedusa. In 2022 waren dat er in dezelfde periode slechts 18.000. Er is ogenschijnlijk een nieuwe, massale immigratiestroom op gang aan het komen, zoals we die hebben gezien in 2015. In Tunesië wachten op dit moment nog eens honderdduizenden Afrikaanse immigranten om de oversteek te maken naar onze landen. Dit zou onze hoogste prioriteit moeten hebben, want als deze Afrikaanse immigranten naar Europa komen, is de kans heel groot dat ze eindigen in Noord-Europa, en specifiek natuurlijk ook in Nederland, met alle gevolgen van dien: overlast, criminaliteit, de verloedering van ons straatbeeld, de druk op onze woningvoorraad, het uitputten van onze sociale zekerheid, en de ondermijning van onze cultuur en ons volk.

De afgelopen dertien jaar kwamen al bijna 3 miljoen immigranten naar Nederland, waarvan een miljoen permanent bleef. Een historisch record. Vorig jaar alleen al kwamen er netto meer dan 230.000 mensen bij. Dit jaar wordt geprojecteerd dat er nog eens minstens 70.000 asielzoekers naar Nederland komen, en dat is exclusief de Oekraïners. De kabinetten-Rutte hebben alle immigratierecords gebroken.

Ik was dan ook positief verrast om te zien dat onze minister-president twee weken geleden in Tunis was, samen met de Italiaanse minister-president Meloni en Ursula von der Leyen, om te onderhandelen over een migratiehulppakket van 105 miljoen euro, met de bedoeling om de migratiestroom vanuit Tunesië in te dammen. Mijn vraag aan de minister-president is: welke voorwaarden worden verbonden aan dit hulppakket? En wat is de kans van slagen van dit pakket? Gaat deze 105 miljoen euro Europa daadwerkelijk beschermen tegen de Afrikaanse horde die aan de grens staat te wachten? Komt die 105 miljoen euro daadwerkelijk terecht bij grensbewaking? Hoe groot acht de minister-president de kans dat Tunesië op dit punt echt gaat leveren? Zeker gezien de uitspraken van de Tunesische president. Hij zei: de oplossing zal niet ten koste gaan van Tunesië; we kunnen geen bewaker zijn van Europese landen.

President Saied waarschuwt al langer voor de immigratie uit Sub-Sahara-Afrika richting Tunesië. Ik citeer: "Er zijn hordes illegale migranten uit Sub-Sahara-Afrika naar Tunesië gekomen, met alle geweld, misdaad en onaanvaardbare praktijken als gevolg. Het is een onnatuurlijke situatie, die onderdeel is van een crimineel plan, ontworpen om de demografische samenstelling van Tunesië te veranderen en Tunesië te veranderen in het zoveelste Afrikaanse land dat niet meer tot de Arabische en islamitische naties behoort." Dat is een citaat van de president van Tunesië. Kan de minister-president reflecteren op deze uitspraken van de Tunesische president? Deelt hij de zorgen over een demografische verandering in Tunesië? En hoe verhouden deze uitspraken zich tot het slagen van het hulppakket?

Vorig jaar kwam er een rapport uit van de Global Initiative Against Transnational Organized Crime. De onderzoekers concludeerden dat illegale migranten die uiteindelijk naar Europa komen, vaak eerst een werkvisum hadden in een Noord-Afrikaans land. Ik vraag de minister-president daarom of hij bereid is om aan het Tunesische steunpakket de volgende voorwaarden te verbinden: dat Tunesië stopt met het aanbieden van werkvergunningen aan migranten uit Sub-Sahara-Afrika; dat Tunesië het visumvrij reizen tot 90 dagen opschort voor reizigers uit Sub-Sahara-Afrika, en dat Tunesië grenscontroles invoert om de toestroom van migranten uit Sub-Sahara-Afrika te stoppen. Is de minister-president tevens bereid om zich in internationaal verband in te spannen om dezelfde afspraken te maken met andere Noord-Afrikaanse landen?

Voorzitter. Als het aan Forum voor Democratie ligt, maken we een einde aan de immigratie vanuit Afrika naar Nederland. Nederland gaat nu al dagelijks gebukt onder de desastreuze gevolgen van massale immigratie. Het moet een keer klaar zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Jansen. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn aan de kant van de Kamer. Ik schors de vergadering tot 14.15 uur en dan starten we met de eerste termijn aan de kant van het kabinet.

De beraadslaging wordt geschorst.

De vergadering wordt van 13.30 uur tot 14.15 uur geschorst.

Naar boven