4 Vragenuur: Vragen Van der Plas

Vragen van het lid Van der Plas aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht "Ameland verbijsterd dat Wagenborg dienstregeling mag afschalen van staatssecretaris".

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom en nodig mevrouw Van der Plas van BBB uit om haar mondelinge vragen te stellen aan de staatssecretaris over het bericht "Ameland verbijsterd dat Wagenborg dienstregeling mag afschalen van staatssecretaris". Het woord is aan mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een hele rits vragen voor deze staatssecretaris en hoop dat alle vragen worden beantwoord.

Afgelopen week werden Ameland en zijn bewoners overvallen door het bericht dat de staatssecretaris ermee heeft ingestemd dat de firma Wagenborg de dienstregeling tussen Holwerd en Ameland ging versoberen, iets wat al wat langer in de lucht hing, omdat de vaargeul dichtslibt en baggeren niet meer lijkt te helpen. Wagenborg ziet geen enkele andere mogelijkheid meer en snapt ook de boosheid. Maar al vijftien jaar is Wagenborg bezig, en Wagenborg vraagt ook of er nog eens fundamenteel naar het vaargeulonderhoud gekeken kan worden binnen het Natura 2000-beleid. Want zoals ik het heb begrepen, wordt er door Rijkswaterstaat gebaggerd. Er wordt slib opgebaggerd en 1 kilometer verderop wordt het weer eruit gekieperd, want dat moet vanwege de natuurregels. Kan dat niet anders, vraag ik aan de staatssecretaris. De staatssecretaris ging hiermee akkoord, terwijl er nog een vervolgonderzoek uitgevoerd zou worden naar de mogelijkheden om veilig te passeren in de vaargeulen. Er is begrip bij het ministerie voor het besluit en ook ik vind natuurlijk dat een veilige oversteek belangrijk is, maar kan dit niet anders?

Het besluit van de staatssecretaris heeft verstrekkende gevolgen voor de bereikbaarheid, de betrouwbaarheid en daarmee de leefbaarheid en het toerisme op Ameland, vooral nu het zomerseizoen net begonnen is. Realiseert de staatssecretaris zich dit en is er vooraf contact geweest met de bewoners, de gemeente, de provincie Friesland en/of de ondernemers? Vindt de staatssecretaris dat er voldoende respect is getoond naar de eilandbewoners en de ondernemers op Ameland? Hoe gaan de staatssecretaris en de minister dit in de toekomst anders aanpakken? Waarom is het vervolgonderzoek van MARIN niet afgewacht zoals de burgemeester van Ameland, Leo Pieter Stoel, bepleitte? En kan het onderzoek worden versneld?

Er is gisteren een overleg met de gemeente, Wagenborg, het Waddenfonds en de commissaris van de Koning toegezegd door minister Harbers. Wanneer gaat dit overleg plaatsvinden en wat is de insteek van dit gesprek? Worden ook de ondernemers en reizigersvereniging Rover bij dit gesprek uitgenodigd en mogen zijn eventuele oplossingen aandragen? Zo nee, waarom niet? Aan welke oplossingen denken de staatssecretaris en de minister zelf? En kunnen de minister en de staatssecretaris garanderen dat vervoer van Amelanders of goederen van en naar Ameland via andere vervoersvormen, zoals watertaxi's of andere boten, door kan gaan, bijvoorbeeld voor mensen die op ziekenbezoek moeten op de vaste wal of die zelf naar het ziekenhuis, of naar een begrafenis, moeten? En hoe zit het met leerlingen die naar school gaan en mensen die naar hun werk moeten? Is hun plek op de boot gegarandeerd? Kan de staatssecretaris aangeven hoe groot de schade is voor ondernemers op Ameland, bijvoorbeeld door omboekingen of een teruglopend aantal boekingen?

Voorzitter, tot slot. Is het een optie om te onderzoeken of de haven kan worden verplaatst van Holwerd naar Ferwerd, waar een diepere vaargeul is? Dat waren mijn vragen tot zover.

De voorzitter:

Dat zijn best veel vragen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja. Daarom heet het ook het vragenuur.

De voorzitter:

Zo is dat. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, een hele rits, inderdaad. Laat ik beginnen met te zeggen wat ik er zelf van vind. Een tijdje geleden werd tegen mij gezegd dat er mogelijk een terugloop zou zijn van het aantal boten van Ameland naar Holwerd. Ik zei meteen: dat kan gewoon niet waar zijn, want het is zo'n belangrijke verbinding voor de mensen die er wonen, die er werken, die het eiland willen bezoeken voor toerisme en noem het allemaal maar op. Daarom zijn dit natuurlijk ook situaties waar je als bestuurder ook liever niet voor komt te staan, omdat ik juist begrijp hoeveel het betekent voor de inwoners van Ameland.

Niemand wil dat er minder boten gaan varen. Iedereen, inclusief de mensen van de rederij, wil gewoon varen zoals ze dat al meer dan 100 jaar doen. Als Wagenborg, een rederij die nauw verweven is met de eilanden en al meer dan 100 jaar van en naar Ameland vaart, zegt dat het niet meer veilig kan, dan kun je dat niet zomaar wegwuiven. Afgelopen week heb ik daar, samen met minister Harbers, over gesproken met de burgemeester van Ameland. Minister Harbers gaat over de vaargeul — een aantal vragen van mevrouw Van der Plas gingen daar ook over — en ik ga over de dienstregeling. Natuurlijk willen wij dat de hinder voor de mensen op de eilanden en de mensen die naar de eilanden op vakantie gaan, zo klein mogelijk is. Er werd namelijk ook gevraagd om een structurele oplossing voor de teruggang van het aantal vaarten en daarvan heb ik gezegd: daar ben ik het voorlopig niet mee eens. Het is nu dus voor een periode van zes weken, en daarin gaan we met alle betrokkenen naar een oplossing kijken.

In opdracht van minister Harbers en mezelf laten Rijkswaterstaat en Wagenborg de komende zes weken gezamenlijk een vervolgonderzoek door MARIN doen. Dat onderzoek richt zich op de mogelijkheden om veilig te passeren in de vaargeul. Ze weten ook dat we van hen verwachten dat ze alles op alles zullen zetten. Zolang dat onderzoek niet is afgerond, ga ik dus ook niet akkoord met een structurele aanpassing van de dienstregeling. Maar om de voorspelbaarheid voor de passagiers zo maximaal mogelijk te houden sta ik het wel toe dat voor zes weken een aangepaste dienstregeling wordt gehanteerd. Ondertussen zitten we niet stil. We hebben Rijkswaterstaat de opdracht gegeven om zo snel mogelijk extra aanmeerpalen te plaatsen, zodat Wagenborg met twee boten achter elkaar kan gaan varen, mocht dat nodig zijn. Daarnaast laat Wagenborg in de tussentijd twee keer per dag een extra boot varen. Eentje zal 's ochtends vroeg vertrekken voordat de huidige dienstregeling start, en eentje zal 's avonds nog na afloop van de huidige dienstregeling vertrekken. Zo kunnen toch nog zo veel mogelijk mensen van en naar Ameland varen, want dat is wat iedereen wil. Ik vind het dan ook heel belangrijk om daarin met alle betrokken partijen samen op te trekken.

Mevrouw Van der Plas verwees net al naar het gesprek dat collega Harbers had gehad en de toezegging die hij heeft gedaan namens ons tweeën om in gesprek te gaan met alle betrokken partijen, want de burgemeester van Ameland heeft daar ook bij ons op aangedrongen. We hebben toen ook gezegd dat we dat gaan organiseren. We laten dat gesprek — daar vroeg mevrouw Van der Plas ook nog specifiek naar — nog voor de zomervakantie inplannen.

Er werd ook nog gevraagd of Rover erbij betrokken kan worden. Dat lijkt mij een heel goede suggestie. Die zullen natuurlijk ook ideeën hebben. Ik heb, geloof ik, al wat suggesties voorbij zien komen die zij hebben gedaan. Uiteraard is het belangrijk om ook te kijken naar wat dit allemaal doet met alle betrokkenen, maar voor ons is nu de eerste insteek om te kijken hoe we zo snel mogelijk inzichtelijk kunnen maken hoe het precies zit met die dienstregeling. Een betrouwbare dienstregeling is natuurlijk ook heel belangrijk. Schippers zijn natuurlijk heel goed in staat om zelf ook te zien wat veilig is en wat niet. Het blijft een uitdaging; dat zagen we laatst ook toen de weersomstandigheden even anders waren. Dan zie je hoe kwetsbaar het is, omdat die vaargeul toch wel redelijk smal is.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas vroeg nog naar het verhuizen van de haven.

Staatssecretaris Heijnen:

Sorry?

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Precies. Om te onderzoeken of de haven zou kunnen worden verplaatst van Holwerd naar Ferwert. Ik heb daar geen verstand van, maar dat wordt door mensen wel genoemd als een optie. Kan dat worden onderzocht? En welke gevolgen heeft dat dan?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik denk dat het altijd goed is om dingen te onderzoeken. Er zijn wel twee dingen. We hebben nu een probleem op de korte termijn, want we willen nu zo snel mogelijk inzichtelijk krijgen wat er eventueel nodig is om de huidige dienstregeling zo veel mogelijk in stand te houden. Daarnaast is de minister ook nog een onderzoek aan het doen naar oplossingen voor de lange termijn, tot 2030. De uitslagen van die onderzoeken volgen aan het einde van dit jaar.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb toch nog een paar vragen openstaan. Die gaan over de communicatie met de bewoners en de gemeente. Vindt de staatssecretaris dat er voldoende respect is getoond naar de eilandbewoners en de ondernemers? Is er vooraf contact over geweest om hiermee in te stemmen?

Staatssecretaris Heijnen:

Laat mij dit voor de duidelijkheid toch heel even benoemen. We hebben natuurlijk contact met de burgemeester en met andere betrokkenen. Ik heb persoonlijk geen contact gehad met ondernemers op het eiland. Dit is mede omdat wij natuurlijk wel de gesprekken voeren over de vraag of er op een veilige manier van A naar B gevaren kan worden. Dat zijn de gesprekken die ik op dit moment aan het voeren ben. Natuurlijk is het dan ook belangrijk om te kijken hoe je vanuit het kabinet aandacht hebt voor eventuele getroffen ondernemers. Ik hoop wel dat het feit dat er ook nog wat extra vaarten gaan, betekent dat er toch zo veel mogelijk mensen van en naar het eiland kunnen komen. Maar ik vind het een terecht punt, dus ik zal zorgen dat daar voldoende aandacht voor is vanuit de bewuste collega en vanuit het kabinet.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dus ook graag vooraf, dat ze niet ineens met zo'n brief worden geconfronteerd op vrijdagmiddag. Ik had gevraagd of de reizigersvereniging Rover erbij kan worden betrokken; dat kan volgens de staatssecretaris. Maar ik vraag ook om de ondernemers bij dit gesprek te betrekken, want om hen gaat het natuurlijk. Daar zou ik nog graag een antwoord op hebben.

Dan toch nog even over die vaargeul. Daar gaat de minister over, maar mijn broek zakt ervan af, bij wijze van spreken, als ik hoor dat het slib wordt uitgebaggerd en een kilometer verder wordt neergegooid. Waar zijn we dan mee bezig? En dat moet dan vanwege de natuurregels, omdat het in de Waddenzee moet blijven. Daar zou ik ook nog wel graag antwoord op willen hebben, want dit probleem loopt al vijftien jaar. We worden hier ook weer gewurgd door natuurregels die het dagelijkse leven op z'n kop zetten.

Staatssecretaris Heijnen:

We hebben vanuit Rijkswaterstaat al extra baggerinzet gepleegd vanaf maart. Het klopt dat daar een Natura 2000-gebied ligt. Ik denk dat het goed is dat de minister nog even schriftelijk terugkomt op de vraag van mevrouw Van der Plas hoe het precies zit met de natuurregelgeving in relatie tot het baggeren en wat er eventueel wel of niet mogelijk is in het uitdiepen. Je wilt uiteindelijk natuurlijk toe naar een structurele oplossing. Dat is ongetwijfeld ook onderdeel van alle onderzoeken die nu nog worden gedaan, zeker die op de lange termijn, maar ik denk wel dat het goed is om ook op korte termijn te kijken wat er aanvullend mogelijk is, zonder dat je de afspraken te veel schaadt die we ook hebben met betrekking tot Natura 2000-gebieden. Maar dat het vervelend is, nogmaals, vindt gewoon iedereen.

De voorzitter:

Dank u wel. En ook dank aan mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb nog een allerlaatste vraag, om het nog even heel duidelijk te krijgen. Kan er fundamenteel gekeken worden naar het vaargeulonderhoud en naar hoe dit snel kan worden opgelost? Die vraag kan dan worden doorgeleid aan de minister.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik zeg toe dat ik die vraag doorgeleid. Ik weet ook dat hier aandacht voor is, want we willen natuurlijk allemaal dat het eiland op een goede manier bereikbaar blijft.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Er is een vervolgvraag van de heer Minhas, VVD, en daarna een vraag van de heer Krul, CDA, denk ik. Heel kort.

De heer Minhas (VVD):

Al die onderzoeken, daar hebben die Amelanders op dit moment natuurlijk helemaal niets aan. Het is goed dat wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om alsnog meer afvaarten mogelijk te maken, maar ik heb een concrete vraag aan de staatssecretaris. Voor de Amelanders is het heel belangrijk dat ze op tijd op tijd op school zijn of naar hun werk kunnen. Is de staatssecretaris dus bereid om te onderzoeken of Amelanders op de korte termijn voorrang kunnen krijgen voor een plek op de boot? Het is wel heel belangrijk voor hen om op tijd op hun bestemming te kunnen komen en niet om 5.00 uur te hoeven opstaan om ergens om 9.00 uur te zijn.

Staatssecretaris Heijnen:

Wagenborg is natuurlijk een bedrijf dat heel erg geworteld is in de gemeenschap daar. Ik kan me heel goed voorstellen dat er gekeken wordt naar een goede bereikbaarheid, in dit geval van het vasteland, voor de mensen die op Ameland wonen. Ik zal daar aandacht voor vragen.

De heer Krul (CDA):

Bereikbaarheid hoort een basisrecht te zijn, niet alleen voor Nederland maar juist ook voor de Waddeneilanden. De toezegging om met de hele sector aan tafel te gaan — daar wordt veel over gesproken, ook in dit interruptiedebat — is al in mei aan het CDA gedaan. Waarom is dat niet van de grond gekomen? Hoe kan het zo zijn dat deze bekendmaking van vrijdag daar voorlangs gefietst is? Waarom hebben we niet eerst met de hele sector aan tafel gezeten om die oplossingen te bespreken — want die zijn er — voordat dit vrijdag in de lucht werd geworpen?

Staatssecretaris Heijnen:

Veiligheid staat altijd voorop. Het is uiteindelijk aan de kapiteins van Wagenborg om te bepalen of ze al dan niet kunnen uitvaren. Zij hebben laten weten dat ze de situatie niet veilig achten. Dat maakt dat er een verzoek is gedaan om ook meteen voor de lange termijn de dienstregeling aan te passen. Daarvan heb ik gezegd: ho, wacht even. Het heeft namelijk zo'n impact op de bewoners en op het toerisme. Ik wil dat dat eerst goed wordt uitgezocht. Daarvoor hebben we nu het onderzoek dat binnen zes weken klaar moet zijn. Daar moet iedereen volop aan meewerken. Laten we wel wezen: de vaarlijn naar Ameland is een lucratieve lijn. Dit is een lucratieve periode. Ook Wagenborg zelf heeft er als rederij niks aan om te zeggen dat ze die boten niet gaan laten varen in deze periode. Dat doe je alleen als je echt serieuze zorgen hebt over de veiligheid. Dan is dat voor mij een belangrijk argument om mee te weten.

De voorzitter:

U heeft geen vragen meer, meneer Krul. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaan we over tot de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven