Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 98, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 98, item 3 |
Vragen van het lid Wilders aan de minister van Justitie en Veiligheid over de veiligheidssituatie voor burgers in Ter Apel die totaal uit de hand loopt.
De voorzitter:
Ik nodig de heer Wilders van de PVV uit. Ik kijk even waar de minister van Justitie en Veiligheid is. Daar is zij. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid welkom. Er is namelijk een vraag van de heer Wilders, PVV, over de veiligheidssituatie voor burgers in Ter Apel die totaal uit de hand loopt. Ik wil tegen de leden zeggen dat wij morgen een commissiedebat Vreemdelingen- en asielbeleid hebben, maar veiligheid is nu de insteek, vandaar de minister van Justitie en Veiligheid. Het woord is aan de heer Wilders van de PVV.
De heer Wilders (PVV):
Dank u, mevrouw de voorzitter. Er voltrekt zich in Nederland een asielramp, met alle ellende van dien, zoals gigantische overlast waar miljoenen Nederlanders de dupe van zijn. Gisteren nog stond een Iraanse asielzoeker terecht die al twee keer was afgewezen maar die om zijn verblijf in Nederland vellig te stellen pannen vol met hete olie over twee medewerkers van een azc gooide; die zijn nu voor hun leven op de meest gruwelijke wijze verminkt. En als die Iraniër na de eerste of tweede afwijzing meteen het land was uitgezet of was vastgezet, was dit niet gebeurd en waren de COA-medewerkers niet verminkt. Waarom is dat niet gebeurd? Dit kabinet had deze gruwelijke daad kunnen voorkomen en is dus eigenlijk medeverantwoordelijk voor al het leed en dat is onvergefelijk.
Ik kan hier enorm kwaad om worden. Het loopt in heel Nederland de spuigaten uit. Ik heb de afgelopen week vele dorpen bezocht die worden volgepropt met azc's. Ik sprak ook met de inwoners van Ter Apel over de gigantische overlast daar. En het zijn gruwelijke verhalen. Een mevrouw vertelde mij dat een inbrekende asielzoeker 's nachts in een keer naast haar bed in haar slaapkamer stond. Een oudere, gehandicapte dame werd door een asielzoeker uit haar rolstoel op straat geduwd. Asielzoekers plassen en poepen op straat. Een asielzoeker liet zijn geslachtsdeel zien aan een 11-jarig meisje. Noord-Afrikanen masturberen in het openbaar in het zicht van Nederlandse meiden. Vrouwen worden betast. Meisjes op weg naar school worden lastiggevallen en achternagezeten. Kassières krijgen keeldoorsnijgebaren van stelende asielzoekers. Auto's worden vernield. Mensen zitten gevangen in hun eigen huizen, want ze durven 's avonds niet meer naar buiten omdat er dan nauwelijks politie is. Vind je het gek dat er inmiddels een burgerwacht is en dat mensen om hun gezin te beschermen zelfs knuppels en staven in huis hebben?
Voorzitter. De inwoners van Ter Apel en andere plaatsen met een azc worden keihard in de steek gelaten, net als die verminkte COA-medewerkers. Dit kabinet moet zich kapotschamen. Stop de asielramp. Voer een asielstop in. Zorg er, zolang die er nog niet is, dan in ieder geval nu meteen voor dat er dag en nacht genoeg politie is in dorpen als Ter Apel. Zet het criminele tuig meteen uit of vast.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister van Justitie en Veiligheid.
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Dank u wel, voorzitter. Laat ik duidelijk zijn: ik accepteer het nooit dat mensen die hier bij ons te gast zijn, zich zo misdragen. Ik begrijp ontzettend goed dat mensen in Ter Apel zich grote zorgen maken over hun huis en bezittingen. Ik vind het afschuwelijk dat zij zich onveilig voelen, dat ze niet op vakantie gaan omdat ze hun huis niet achter durven te laten, dat ze hun kinderen niet over straat durven te laten gaan omdat dat niet veilig voelt, dat winkeliers zorgen hebben over hun winkel, dat buschauffeurs vrezen voor de veiligheid van hun passagiers en die van zichzelf, en dat mensen vrezen voor fysiek geweld. Laat ik er dan ook duidelijk over zijn dat ik hier niet alleen sta om dat te veroordelen, wat ik doe, maar ook om met concrete oplossingen te komen om dit tegen te gaan.
Hoe daadkrachtig het misschien ook klinkt, geen inwoner van Ter Apel is ermee geholpen als ik hier roep dat er random een asielstop zou kunnen komen. Zomaar de grenzen sluiten gaat niet. Geen inwoner heeft er iets aan als we roepen dat we de grenzen kunnen sluiten of een hek om ons land heen kunnen zetten, want dat gaat niet. En al zou het kunnen, dan zouden onze mkb'ers en onze ondernemers daar zwaar de dupe van zijn. Geen inwoner heeft er iets aan als we roepen dat we asielzoekers zomaar over de grens kunnen knikkeren, want dat gaat niet. Wel ben ik iedere dag in gesprek met landen over het terugnemen van hun mensen. Dat is namelijk wat werkt. Geen inwoner heeft er iets aan als ik roep dat we alle regels maar opzij moeten schuiven om niemand meer in procedure te nemen. Met alle respect, maar dat zijn namelijk allemaal ideeën voor de bühne. Wel praat ik me in Europa de blaren op mijn tong over dit onderwerp om wetten en regels te veranderen, en mijn collega's die veel in Europa zijn, doen dat nog meer dan ik. We werken hard aan wat wél kan.
Voorzitter. Ik heb hier een langere lijst van wat er wél gebeurt maar ik denk dat ik direct ga naar wat de heer Wilders aangaf. Hij zei: zorg dat er extra politie komt. Dat is al aan de hand. Er zijn aangepaste buslijnen. Sorry, die zijn er, maar daar ging dit niet over. Er zijn extra boa's, extra straatcoaches, extra voertuigen voor extra surveillancediensten en extra versterking naar Ter Apel gekomen. Ik vind het verschrikkelijk dat dat moest, maar ik ben blij dat het kon, juist voor de mensen die daar wonen en werken, en voor wie wij moeten zorgen.
De heer Wilders (PVV):
Wat een ongelofelijke ambtelijke prietpraat. De minister heeft werkelijk geen idee — ik herhaal: geen idee! — wat er speelt. Ze had afgelopen zaterdag eens een ochtendkrant, De Telegraaf, moeten openslaan en de reportages moeten lezen over wat de mensen allemaal meemaken. Zij hebben er niets aan als u mijn ideeën afschiet. Zij hebben er niets aan dat u zit te kletsen in Europa. Zij willen dat er nú meer politie komt, dat ze 's avonds over straat kunnen, en dat de politie komt als er 's nachts wordt gebeld omdat er een asielzoeker naast hun bed staat. Mevrouw de minister, u heeft geen idee wat er speelt. Het duurt 's avonds soms een uur of anderhalf uur voordat er politie komt. De mensen durven hun dochters niet meer de straat op te sturen. Ze durven zelf niet meer naar buiten te gaan omdat er geen politie is. En het is nog veel erger: in dit land krijgen zelfs criminele asielzoekers nog een verblijfsvergunning. Waarom heeft de minister er niet op gereageerd dat die Iraanse man twee medewerkers van het COA voor hun leven lang heeft verminkt door olie over hen heen te gooien? Waarom heeft ze daar niet op gereageerd? Dat had voorkomen kunnen worden als die criminelen nadat ze één keer en twee keer te horen hadden gekregen dat ze geen verblijfsvergunning kregen, waren vastgezet, waren uitgezet! Nu zijn twee medewerkers voor hun hele leven lang verminkt! De minister zegt dat ze in Europa gaat praten. Wat een schandalige prietpraat. Ik pleit ervoor dat we die mensen keihard aanpakken. Geen genade! Geen genade voor de mensen die onze medewerkers, onze dochters, onze vrouwen aanranden, met olie overgooien en de boel verzieken. Zolang u dat niet doet, zeg ik via de voorzitter tegen de minister, houdt u alleen maar goedkope onzinpraatjes.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Het woord is aan de minister.
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Voorzitter. Ik vind het prima dat de heer Wilders zijn tweede inbreng al had voorbereid, maar hij moet wel naar me luisteren als hij me hiernaartoe haalt om te spreken over de veiligheid. Ik weet wél wat er gaande is. Ik weet donders goed wat er gaande is met de mensen die daar wonen, met de mensen die daar werken, met mijn politieagenten die daar rondlopen en met de boa's die de boel proberen te handhaven. Ik weet het heel goed. Dat is waar ik me zo druk over maak. Ik ben het volledig met de heer Wilders eens dat dat tuig dat vervolgens IND- en COA-medewerkers aanvalt, aangepakt moet worden. Het OM heeft ook zeven jaar geëist, en terecht. Ik ben het volledig eens met de heer Wilders op dat punt. Wat ik zeg, is dat het vervolgens hier normeren maar er niks aan doen, het verschil niet gaat maken. Ik heb helemaal niet gezegd: we praten een beetje in Europa en we zien wel. Ik heb een lange lijst met acties die concreet worden genomen om ervoor te zorgen dat de mensen die misbruik maken van onze gastvrijheid, mensen die misbruik maken van de gastvrijheid van de mensen in Ter Apel, worden aangepakt. Dat is wat ik hier aangeef. Ik hoop ook op steun van de heer Wilders op al die elementen, want dat is wat het verschil gaat maken. Dat is wat het verschil gaat maken. Dat gaat over extra politie. Dat gaat over extra boa's. Dat gaat over handhaving. Dat gaat over de IND, die onlangs 27 zogenoemde busslopers meteen versneld in procedure heeft genomen, er nu al 10 heeft afgewezen en zorgt dat ze waar mogelijk het land uitgezet kunnen worden. Dat is wat het verschil maakt.
De voorzitter:
Dank u wel. Er zijn een aantal vervolgvragen. Ik zeg even tegen de leden dat het hier met name over de veiligheidsaspecten gaat, want er is morgen een commissiedebat over vreemdelingen- en asielbeleid.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik denk ook niet dat het aan de boa's of aan de politie ligt, want die willen wel en doen hun uiterste best. Maar er is gewoon een groep mensen in Ter Apel — in Budel en op andere plekken speelt het ook — die gewoon compleet losgeslagen zijn. Dat speelt al heel lang in Ter Apel. Dat is niet iets van nu. Dat is al jaren aan de gang. Mijn vraag aan de minister is: hoe kan het dat dit probleem toch blijft spelen? Ondanks alle inspanningen die er worden gedaan, blijft dit gewoon spelen. Er komt steeds weer een nieuwe groep bij, die weer precies hetzelfde doet. De mensen in Ter Apel, want daar gaat het in dit geval over, zitten gewoon bang in hun huis. Hoe kan dat?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Mevrouw Van der Plas heeft gelijk. Dit duurt veel te lang en dit speelt niet alleen in Ter Apel. Mevrouw Van der Plas weet dat ik er daarom ook voorstander van ben dat terwijl we alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat het er veiliger wordt, we ook alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat deze mensen überhaupt ons land niet in komen. Dit zijn mensen die hier niks te zoeken hebben, die hier geen rechten hebben, die ook afgewezen worden op hun asielaanvraag. Dit zijn mensen die misbruik maken van de gastvrijheid. Daarom vind ik ook dat we daarnaast alles op alles moeten zetten om aan instroombeperking van die mensen te doen. Dat doen we natuurlijk onder andere door met beleid te komen, maar ook door met landen te spreken die die mensen terug kunnen nemen. Denk aan de goede afspraken die mijn collega de staatssecretaris maakt met bijvoorbeeld Marokko. Als je niet op zoek bent naar echt effectieve manieren om ervoor te zorgen dat het er veilig wordt en dat deze mensen daar niet zijn, of aangepakt worden en uitgezet kunnen worden, maar als je graag wil dat het hier alleen maar groter wordt … Dat kan, maar daar hebben de mensen in Ter Apel niks aan. Ik zeg overigens niet dat mevrouw Van der Plas dat zei, maar het is wel wat mij raakt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
De minister maakt er nu zelf een asieldebat van, maar ik heb het dus over de veiligheid van de mensen in Ter Apel zelf, maar ook in Budel en al die andere plekken waar dit gebeurt. Dit gaat namelijk over de veiligheid, waarbij mensen zich eigenlijk in hun eigen huis moeten opsluiten en burgerwachten oprichten. Je kunt erop wachten dat dat een keertje misgaat. Mijn vraag aan de minister is: hoe kan dit nou? Waar heeft het ministerie fouten gemaakt of steken laten vallen waardoor dit nog steeds kan gebeuren? We zijn hier al jaren over aan het praten en het gaat gewoon van kwaad tot erger. Dan moet er bij een ministerie toch iets gaan borrelen van: we moeten dit nu gaan oplossen voor die mensen. Natuurlijk kunnen meer politie en meer boa's het ook. Maar hebben zij wel voldoende mogelijkheden als zij iemand aanhouden? Worden die mensen wel ...
De voorzitter:
Mevrouw Van der Plas, 30 seconden geldt ook voor u. De minister.
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Ik sta hier als minister van Justitie en Veiligheid. Ik kan dus vooral aangeven dat er extra politie is, dat er bijstand van de KMar mogelijk is, dat er boa's klaarstaan. Dat is het deel waar ik over ga en dat is volop daar. Tegelijkertijd — en dat weet de Kamer — is de vraag: hoe pak je deze overlast gevende asielzoekers aan? Wat zijn de effectieve middelen? Dat zit ook in het debat dat u morgen heeft met mijn collega, de staatssecretaris Asiel. Dat gaat over het feit dat de IND nu heel snel handelt en zegt: als jij dit soort gedrag laat zien, gaan we je versneld in procedure nemen en als je bent afgewezen, ga je ook versneld naar een locatie en halen we je weg uit Ter Apel. Die dingen maken daar ook het verschil. Het is en-en. Het gaat om de inzet in Europa, het gaat om inzet in de landen waar deze mensen vandaan komen, het gaat om extra inzet door politie, boa's en, daar waar nodig, KMar, en het gaat om effectief asielbeleid, dat ook gaat over instroombeperking en over deze gasten aanpakken. Het is en-en, wil je echt recht doen aan waar het hierover gaat.
De heer Futselaar (SP):
Als bewoners zich genoodzaakt voelen om burgerwachten te vormen, dan faal je als overheid in je veiligheidsbeleid. Het is terecht dat de minister geen holle woorden wil spreken, maar zij gaat wel over politiecapaciteit en er ligt een heel concreet verzoek van de burgemeesters van Westerwolde, Oldambt en Stadskanaal. Die zeggen: wij hebben meer politiecapaciteit nodig, want we zitten nu nog steeds onder wat er voor Rutte II in de regio was. Ik zou de minister dus willen vragen: komt de extra politiecapaciteit waar deze burgemeesters concreet om vragen er komende tijd, en dan geen private inzet, maar gewoon echte politie? Zo nee, wat heeft het dan voor zin dat staatssecretaris Van der Burg gemeentes afgaat om te vragen een aanmeldcentrum te vormen als zij hier een wandelende waarschuwing hebben waarom je geen aanmeldcentrum binnen je gemeentegrens wil hebben?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Er is hiervoor geen formeel bijstandsverzoek gedaan bij de korpschef. Zo werkt dat. Dat is hier dus niet geweest. Ik weet dus niet precies waarop wordt gedoeld. Er is wel — dat is heel belangrijk, want dat is wat effectief het verschil maakt — met capaciteit geschoven in de eenheid Noord-Nederland. Daar is dus wel degelijk opgeschaald. Daar zijn extra surveillances naartoe gegaan. Daar is opgeschaald. Daar is op die manier extra versterking geweest. Er zijn extra boa's. Er zijn extra straatcoaches. Dat is allemaal wel degelijk gebeurd. Heb ik gezegd dat daarmee het probleem opgelost is? Integendeel! Ik ben op z'n minst net zo boos als de Kamerleden en dat merkt u aan mij, maar om nou te zeggen dat er niks wordt gedaan en mensen in de steek worden gelaten ... Dat is niet aan de orde.
De heer Futselaar (SP):
Voor de vorm, voorzitter: dat laatste heb ik niet gezegd.
De voorzitter:
Even kijken, we gaan nu naar mevrouw Podt, D66.
Mevrouw Podt (D66):
Ik borduur even voort op de vraag van de heer Futselaar. Wat de minister aangeeft over het schuiven met de capaciteit, is een onderdeel van het probleem. De situatie in Ter Apel duurt al vreselijk lang, waardoor Westerwolde, de gemeente waarin Ter Apel ligt, een onevenredig groot beroep moet doen op de politiecapaciteit in de regio. Ik heb de volgende vraag. Wij behandelen binnenkort de spreidingswet. Er moet nog met gemeenten gesproken worden over de bekostiging van aanpalende zaken. Ik kan me voorstellen dat juist de locaties die net werden genoemd, sobere opvanglocaties en aanmeldcentra, locaties zijn waar dat vaak misgaat en waar je dit soort afspraken zou willen maken. Willen de minister en de staatssecretaris dat soort afspraken maken en daar bij ons op terugkomen voor de behandeling van de spreidingswet?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
U begrijpt dat ik deze vraag vooral kan doorgeleiden, want die is echt te inhoudelijk voor mijn portefeuille en is echt voor de staatssecretaris. Ik zal het hem meegeven.
De heer Markuszower (PVV):
Mijn fractievoorzitter, de heer Wilders, stelde een heel concrete vraag, maar de minister heeft gewoon geen antwoord gegeven. Er is een Iraniër in Nederland die in 2017 te horen kreeg dat hij weg moest uit Nederland. Vijf jaar later heeft hij kokende olie over twee vrouwen gegooid, die nu verminkt zijn. De heer Wilders vroeg: waarom is die Iraniër in 2017 niet gewoon vastgezet en uitgezet? Geef daar nou eens antwoord op.
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Ook deze vraag zal ik doorgeleiden, want ik weet de historie van de casus niet. Ik weet van de verschrikkelijke gebeurtenis. Ik heb er niet eens woorden voor. Het is woestmakend. Ik weet ook dat het OM zeven jaar heeft geëist. Ik begrijp de vraag, maar die moet ik doorgeleiden. U begrijpt dat ik als minister van Justitie en Veiligheid geen historie heb van een individuele zaak en daar niet op in kan gaan. Dat kan vaak niet, maar ik kan wel vragen of het bij deze zaak en evaluatie kan. Dat weet ik gewoon niet. Dat kan trouwens uiteraard prima langskomen in het asieldebat van morgen.
De heer Markuszower (PVV):
Dat afschuiven is natuurlijk makkelijk. Dat doet de VVD dus al jaren. Dat deed de minister net eigenlijk ook. Ze liet het voorkomen alsof we heel hard beleid voeren. Maar haar eigen Openbaar Ministerie — daar mag ik toch wel vragen over stellen, aangezien deze minister daarover gaat? — heeft het beleid om die asielzoekers die zich misdragen, helemaal niet hard te straffen. Het is gewoon beleid om een reprimande te geven als er winkeldiefstallen zijn. Dat is gewoon landelijk beleid. Het is een landelijke regeling van het Openbaar Ministerie om first offenders, mensen die voor de eerste keer bijvoorbeeld een winkeldiefstal plegen, een reprimande of een stopgesprek te geven. Zolang de minister niet gewoon zegt "alle zich misdragende asielzoekers zetten wij vast en zetten wij vervolgens uit", neemt ze de boel hier gewoon in de maling.
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Ten eerste had de heer Markuszower ook de optie om de staatssecretaris hier te hebben. Dat heeft hij niet gewenst; hij heeft om de minister van Justitie en Veiligheid gevraagd. Die gaat over de onderdelen waar ik over spreek. Het is dus een beetje gek om daarna als ik zeg "daarvoor moet je bij de staatssecretaris zijn" te zeggen dat dat afschuiven is. Als de heer Markuszower die vragen had willen stellen, dan had hij de staatssecretaris moeten uitnodigen.
Dat voorbeeld van het OM gaat helemaal niet specifiek over asielzoekers; dat gaat over hele andere zaken. Ik heb zojuist gezegd wat er, bijvoorbeeld in Ter Apel, gebeurt met asielzoekers die ervoor zorgen dat het draagvlak wordt ondermijnd, waar echte vluchtelingen onder te lijden hebben, en de mensen die wonen en werken in Ter Apel ook. Dan zijn er lik-op-stukbeleid, snel acteren en de ZSM-aanpak: snel acteren met maatwerk en zorgen dat deze mensen daar waar mogelijk van straat worden gehaald. Als ze zware strafbare feiten begaan, kunnen ze inderdaad uit die procedure worden gehaald en kunnen ze uitgezet worden als dat kan in het betreffende land. Anders kunnen ze op een andere locatie worden vastgezet. Dat zijn uiteraard allemaal elementen binnen de asielaanpak waarbij echt wordt opgetreden.
De heer Eerdmans (JA21):
Dit is geen asieldebat. Dat doen we morgenochtend inderdaad. Wel kwam gisteren het WODC-rapport naar buiten met de conclusie: meer misdrijven door asielzoekers. Vaak wordt het als rechts-extreem neergezet als je zegt "meer asielzoekers, meer misdrijven", maar dat is dus een feit. Dat werd gisteren gepresenteerd door het WODC. Meer instroom is dus ook meer ellende.
Maar mijn vraag gaat over de veiligheid. We hebben inderdaad dat incident in Limburg gezien waarbij twee COA-medewerkers zijn overgoten met hete olie. In de slachtofferverklaring van gisteren hebben deze twee dames gezegd: wij vinden de opvang niet meer veilig en wij hebben het gevoel dat ons werk hier bijzonder onder druk staat door met name psychiatrische personen die zwaar in de war zijn, waarvan we de instroom zien toenemen; sterker nog, we kunnen eigenlijk niet meer functioneren. Mijn vraag is: kan de minister nou zeggen hoe zij op die slachtofferverklaring reflecteert? En twee: kan zij nou de veiligheid van onze COA-mensen garanderen in de azc's?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Ik heb dat ook gelezen en dat heeft mij ook zeer geraakt. Terwijl die zaak gaande is — dat weet de heer Eerdmans — kan ik daarover nu vooral zeggen dat ik het volledig met hem eens ben dat dit zorg nummer een zou moeten zijn. Zijn onze mensen, die daar voor ons werken in die hele keten, veilig? Dat is echt iets waarmee ook de staatssecretaris volop bezig is. Aan de ene kant is hij ermee bezig om ervoor te zorgen dat we asielbeleid hebben dat functioneert, want ik begrijp wat de heer Eerdmans zegt. Ik vind de instroombeperking zelf ook net zo belangrijk als een goede doorstroom en uitstroom van mensen die hier wel mogen blijven, die niet bezig zijn met de boel verstieren, maar die gevlucht zijn voor vervolging en oorlog. Dat betekent dat de staatssecretaris morgen absoluut bevraagd kan worden over precies de veiligheid in die keten. Dat deel ik namelijk. Dat is het deel waar ik niet over ga.
Mevrouw Piri (PvdA):
Ik was afgelopen vrijdag nog in Ter Apel. Veel collega's gaan daar overigens vaak heen. Ik denk dat het uniek is dat er na 23 jaar bij de inwoners van Ter Apel eigenlijk nog steeds een heel groot draagvlak is voor de opvang van vluchtelingen. Maar mensen zeggen ook dat de overlast het afgelopen jaar erger is dan in de 22 jaar daarvoor. Dat moeten we serieus nemen. Dan kom ik toch bij mijn vraag over de politiecapaciteit. Ik zag het politiebureau en ik zie de politiewagens daar staan, maar ik begrijp van de lokale politici dat er geen vast team is en dat je ook nog eens constant mensen uit de regio moet onttrekken, wat natuurlijk ook de onderlinge verstandhouding binnen de provincie Groningen onder druk zet. Dus hierbij de vraag aan de minister: is zij bereid om te kijken naar een status aparte binnen de politiewetgeving voor Ter Apel?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Wat ik daarbij echt wil aansluiten, is wat de staatssecretaris aan het doen is. Laat ik even één stap terug doen. Mevrouw Piri zegt terecht dat het steeds heftiger wordt. Ik heb dat zelf ook gezien toen ik vorig jaar in Ter Apel was en ik heb natuurlijk veel contact met mensen die daar werken. Ik heb dat ook begrepen. Dat moeten we ons ook aantrekken. De oplossing daarvoor is niet per definitie alleen maar meer politie. Ik denk dat andere woordvoerders daar ook een punt hebben. Het gaat ook over het beheersbaar maken van het aantal mensen dat naar ons land komt. Het gaat ook over juist de ruimte bieden voor degenen die onze opvang nodig hebben, voor de echte vluchtelingen. De mensen die hiertussen zitten, zijn mensen die daar misbruik van maken. Ik ben geen voorstander van een aparte status voor de politie in Ter Apel. Ik ben juist voorstander van waar de staatssecretaris mee bezig is, namelijk om te kijken hoe je Ter Apel kunt ontlasten. Daar heeft hij volgens mij vandaag of gisteren een brief over gestuurd. Daar heeft u het ook morgen over.
De capaciteitsdruk bij de politie is landelijk. Dat is een groter probleem. Daarom investeerden we afgelopen jaren ook volop in de politie, maar we zijn er nog niet. De politie staat onder zware druk. Degenen die hier politiewoordvoerder zijn, hebben daar met mij wekelijks debatten over. Dat is trouwens ook niet waar de minister over gaat. Dat gaat altijd via het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie en met alle burgemeesters. De minister schuift geen agenten heen en weer, en ik zou daar ook geen voorstander van zijn.
Mevrouw Piri (PvdA):
Het is te gek voor woorden. Weet u, morgen hebben we inderdaad een debat met de staatssecretaris over asiel. Ik spreek hier de minister aan op haar verantwoordelijkheid. De politie valt onder haar verantwoordelijkheid. Ik krijg een riedeltje terug van: we moeten de instroom beperken. Ja, dat VVD-verhaal kennen we wel. De mensen in Ter Apel willen gewoon een vast politieteam, waarbij ze niet constant ruzie hebben met buurgemeentes of scheve ogen krijgen. Ze hebben daar gewoon recht op. Ze zijn voor ons allemaal het voorportaal voor asielzoekers in Nederland.
Maar ik ga er niet van uit dat ik hier alsnog een antwoord op krijg, dus laat ik dan een tweede vraag stellen. In het verleden was ook altijd de Koninklijke Marechaussee aanwezig in Ter Apel. De minister weet dat er ook sprake is van criminele bendes, dat er kinderen verdwijnen en dat er sprake is van mensensmokkel. Wordt er binnen het kabinet over gesproken om te kijken of de Koninklijke Marechaussee daar misschien een rol kan spelen?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Als het nodig is en de KMar wordt ingeroepen, dan kunnen ze daar zeker een rol in spelen, zeker ook in dit geval.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Allereerst wil ik toch het punt maken dat het bijzonder raar is dat op het moment dat we morgen een asieldebat hebben en deze vragen plaatsvinden, er dan wordt gezegd: het gaat alleen over veiligheid. Vervolgens refereert de minister in bijna elk antwoord aan het asielbeleid en worden wij niet geacht daar vragen over te stellen, want dat moet morgen bij het debat. Dit is volgens mij precies waarom vragen níét worden doorgelaten op het moment dat er een debat zou zijn.
De voorzitter:
Uw vraag aan de minister?
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Maar mijn vraag aan de minister is de volgende. Als er een burgerwacht wordt ingesteld en mensen eigenrichting zien als oplossing, hoe beoordeelt de minister dat? Welke conclusie verbindt ze daaraan?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Gevoelsmatig kan ik me er als mens heel veel bij voorstellen. Als minister heb ik daar natuurlijk een heel ander antwoord op. Dan gaat het erom dat als je in gevaar bent of als je wil dat er ingegrepen wordt, je dat niet zelf moet doen, maar dat je daarvoor de politie moet bellen en de politie er ook klaar voor zal staan. Maar ik begrijp de frustratie van de mensen. Maar ik kan daar natuurlijk niet in meegaan. Dat begrijpt u ook, hopelijk.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dat begrijp ik zeker. Daarom zou deze minister, die verantwoordelijk is voor de politie-inzet, zich toch het feit moeten aantrekken dat dit nu dreigt in Ter Apel, wat denk ik echt heel zorgelijk is? De minister zou zich toch moeten realiseren dat er structureel politiecapaciteit bij moet en dat het niet op te vangen is in de regio? Want wij vragen heel veel van Ter Apel. Dat vragen we al lang. Dan moet deze minister, verantwoordelijk voor politie, toch gewoon zorgen dat de politiecapaciteit daar op orde is? Dat is ze kennelijk niet.
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Als je doet alsof dit alleen een politietaak is, dan denk ik dat je de problematiek daar echt tekort mee doet en de complexiteit niet ziet. Tegelijkertijd vind ik dat als burgers zich niet veilig voelen — ik heb in mijn inleiding vele voorbeelden gegeven die ik zelf van mensen daar heb gehoord — je klaar moet staan en dat er politie moet zijn. Er is een vast politieteam. Er is opgeschaald. Er zijn meer mensen naartoe gegaan. Er zijn extra boa's. De KMar kan ingezet worden. Dat is hoe het werkt. Maar je moet niet doen alsof je het probleem oplost door een politiestaat te maken en er zo veel mogelijk politie naartoe te sturen. Dat is natuurlijk ook niet waar. Het is en-en. Ik kan mij voorstellen dat dat niet iedereen even goed uitkomt, maar het is en-en. Ik vind absoluut dat de politie daar voor de mensen moet staan, en overigens ook voor de mensen die bij het COA en de IND werken. Die doen ongelofelijk goed werk onder hele zware omstandigheden. Daarom vind ik ook dat we zorgvuldig moeten bekijken wat we nou als keten hebben opgebouwd. Is dit het model wat we aankunnen? Ik weet dat dit asiel is. Het is lastig om deze vraag te beantwoorden zonder het woordje "asiel" in mijn mond te nemen. Dat snapt u ook. Daarom is het belangrijk dat er naast Ter Apel andere plekken geopend worden. Dat is belangrijk om de boel beheersbaar te krijgen. Het is ook belangrijk dat mensen die hier mogen blijven, snel uit die plekken kunnen uitstromen, zodat zij hier een goed, fair begin kunnen hebben.
De heer Van der Staaij (SGP):
Het signaal heeft hier ook vandaag weer helder geklonken: die overlast loopt de spuigaten uit. Er wordt in de beleving van de mensen uiteindelijk te weinig gezaghebbend opgetreden, in die zin dat het signaal eenduidig is dat dit gedrag hier niet getolereerd wordt. Denk bijvoorbeeld aan de straffen die uiteindelijk worden opgelegd of de vreemdelingenrechtelijke gevolgen. Mijn vraag aan de minister is: wanneer gaan de mensen daar ook echt verandering zien?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Ik begrijp dit ontzettend goed. Ik wil op geen enkele manier, terwijl ik zeg dat er extra inzet is, de indruk wekken dat het vervolgens voor de mensen in Ter Apel rustig slapen is. Ik weet dat dat nog niet zo is. Dat is ook waarom ik me zo opwind en er ook mee bezig ben. Wat we ondertussen de afgelopen jaren hebben gedaan, is extra geld investeren in een aanpak die echt gericht is op deze gasten, met een coördinator die erbovenop zit. We beginnen het verschil te zien. Maar ik zal meteen de heer Van der Staaij zijn tweede interruptie besparen; ik vind niet dat dat op het tempo gaat dat we voor de mensen daar nu zouden willen zien. Het gaat niet om een coördinator die de boel coördineert, maar die juist die gasten in kaart brengt. Wat er gebeurde was dat ze van plek naar plek gingen en overal heel veel overlast konden veroorzaken, zonder dat justitie ze eruit kon halen. Nu worden ze in beeld gebracht zodat de IND ook versneld de verzoeken kan doornemen. Van de 27 zijn er al tien afgewezen. Dat is die aanpak waarin we alles bij elkaar brengen en ook ervoor zorgen dat ze niet zo verdwijnen en elke keer op verschillende plekken overlast veroorzaken. Het is pas een succes als de rust teruggekeerd is. Ik besef dat dit niet alleen in Ter Apel speelt. Maar dit is wel de aanpak waar ik in geloof: dat je ze ziet, vastpakt en niet meer loslaat. En dat loonde tot voor kort.
De heer Van der Staaij (SGP):
Dat is goed om te horen. Is er uiteindelijk zicht op wat de gevolgen zijn in die persoonlijke kwesties die aan de orde zijn? Dat gaat over de vraag hoe het Openbaar Ministerie ermee omgaat, wat uiteindelijk de straffen zijn die zijn opgelegd en dat in samenhang met vreemdelingenrechtelijke maatregelen. Is die informatie ook echt op persoonsniveau bij elkaar gebracht?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Dat is volgens mij wel het geval, maar dat is echt de kant waar de staatssecretaris voor asiel bovenop zit. Dat zal ik dus aan hem vragen. Dat team dat er bovenop zit, zorgt dat dit precies in kaart gebracht wordt. Waar nodig wordt gestapeld tot zwaardere straffen. Waar dat niet nodig is, is de vraag hoe ze er eerder uitgehaald kunnen worden. Ze worden weggehaald uit bijvoorbeeld Ter Apel en naar aparte locaties gebracht waar ze ter beschikking moeten staan van de procedure. De staatssecretaris is druk bezig om plekken daarvoor te zoeken en dat te organiseren. Ik zal hem zeker de vraag meegeven hoe dat volgen er dan uitziet. Wat voor cijfers en straffen zijn dat dan? Hoe effectief is het? Want daar gaat het over. Ik zal aangeven dat de heer Van der Staaij daar interesse in heeft en dat dit geleverd moet worden zodra dat kan. Dat geef ik dus graag mee.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Goed dat de minister het zonet had over die coördinator. Dat lijkt een nieuw bureaucratisch trucje, maar het gaat mijn fractie er juist om die strafrechtketen en die vreemdelingenketen aan elkaar te koppelen. Het voorbeeld dat zij gaf over die busslopers is daar een goed voorbeeld van. Maar ik wil de minister graag vragen hoe we omgaan met de recidivisten, die hardnekkige overlastgevers die elke keer toch relatief kleine delicten plegen, rondzwerven door het land en daarmee de dans lijken te ontspringen. De delicten zijn te klein om ze aan te pakken, maar vormen wel een enorme ergernis voor de mensen in de buurt. Hoe pakken we deze groep aan?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Dat is precies wat het is. Dat is waar die aanpak ook op gericht is. Ik ben heel blij dat mevrouw Michon dat nog even zo benoemt. Zo'n coördinator is niet iets bureaucratisch of ambtelijks, integendeel. Het heet nu eenmaal zo. Als je dit alles in samenhang ziet ... Neem onze samenwerking met Marokko. Het is een optelsom. Een jaar geleden was er geen zicht op uitzetting. Op dit moment zitten er, als ik het goed heb, 200 Marokkaanse afgewezen personen in de vreemdelingenbewaring om daar nu uitgezet te kunnen worden. Dit is wat een gecoördineerde aanpak voor elkaar krijgt. Het gaat daarbij om de inzet van onze staatssecretaris bijvoorbeeld richting Marokko, maar het gaat er ook om dat je vervolgens weet wie die gasten zijn, hoe je ze in vreemdelingenbewaring krijgt en hoe je ze daarna kunt uitzetten. Het betekent dat de asielketen werkt aan die hele snelle afdoeningsprocedure en de inzet op terugkeer en overdracht. Dat is ook precies gericht op die gasten die dachten dat ze er zo mee weg konden komen. Ik zal de staatssecretaris vragen, conform de toezegging aan de heer Van der Staaij, hoe de Kamer goed kan volgen hoe zich dat opbouwt.
De heer Drost (ChristenUnie):
Die overlastgevers veroorzaken een zorgelijke situatie. Die maken feitelijk misbruik van onze gastvrijheid. Daarmee ondermijnen ze de lokale opvang van vluchtelingen. De burgemeester van Westerwolde — het kwam net ook al een paar keer voorbij — pleit onder andere voor snelle opening van zo'n gesloten opvang, om de ergste overlastgevers op z'n minst achter deuren te houden. Wat kan de minister doen om deze burgemeester en de burgers in deze gemeente, hopelijk, gerust te stellen?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Volgens mij pleit iedereen daarvoor en is het vooral zaak om te zorgen dat daar de locatie, de plek en de mogelijkheid voor zijn. Daar is de staatssecretaris, zoals u weet, bijna letterlijk dag en nacht mee bezig. Dat deel ik dus, maar daar ga ik niet over.
De voorzitter:
De heer Drost nogmaals?
De heer Drost (ChristenUnie):
Ja, nog een keer, voorzitter, toch over die politie. De minister geeft aan: wij zijn aan het schuiven met de capaciteit. Dat is ook nodig, denk ik. Dat onderkent zij ook. Kunnen de burgemeester en de mensen daar erop rekenen dat het ook gewoon een blijvende zaak is, dus dat ze niet iedere week officiële verzoeken moeten indienen, maar dat het gewoon blijvend de aandacht krijgt en dat de politiemacht daar gewoon aanwezig is?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Daar ga ik als minister niet over, helaas. Ik moet dit soort antwoorden af en toe geven. U kunt zich voorstellen dat ik dat zelf ook niet de fijnste antwoorden vind. Maar dat spreek je in de regio met elkaar af, want er kan ook schaarste zijn in andere gemeenten, dus op verschillende plekken. Daarom investeren we zo veel in de politie. Daarom zijn we ook in hoog tempo mensen aan het opleiden. Maar de minister is niet degene die bepaalt welke agenten of hoeveel mensen waarnaartoe gaan. Dat gaat in overleg met het lokaal gezag en in de regio. Dat is hier ook gebeurd. Ik denk dat iedereen de druk op Ter Apel ziet en dat in die zin dus ook heel goed begrijpt.
De heer Futselaar (SP):
Toen ik eerder de burgemeesters aanhaalde, zei de minister min of meer dat het verzoek haar niet had bereikt. Dus ik heb de bron er even bij gepakt. 22 juni, Dagblad van het Noorden: "Het aantal politieagenten in Westerwolde, Oldambt en Stadskanaal moet worden verhoogd (...). Dat stellen de burgemeesters van die drie gemeenten. Ze vragen het ministerie van Justitie en Veiligheid om structureel meer agenten in hun regio te stationeren." Mijn vraag aan de minister is dus wat haar reactie is op dit verzoek om meer agenten in de regio. Het gaat niet om verschuiven binnen de regio, maar om meer capaciteit voor die regio.
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Het werkt eerst op regioniveau. Als je extra politiemensen wil, bijvoorbeeld voor een acute situatie, dan is dat een bijstandsverzoek. Dat gaat naar de korpschef. Dat gaat niet naar het ministerie. Het enige wat ik als minister kan doen, is extra investeren in nieuwe agenten, wat ik ook zeker doe dankzij steun van een meerderheid van de Kamer. Ik zeg het een beetje oneerbiedig, maar ik heb helaas niet een blik met agenten klaarstaan, dat ik kan opentrekken. Dat zou ik wel willen. We hebben op heel veel plekken politiemensen nodig. Ik ben ontzettend dankbaar dat ze er zijn. Ik ben ook ontzettend blij dat er veel nieuwe aspiranten bij komen. Er is sprake van een forse uitbreiding. U weet dat we voorlopig ook moeten blijven uitbreiden, dat we extra mensen moeten werven en opleiden. Sowieso zou ik zeggen: meld je aan! Maar dat is wat ik kan doen vanuit mijn rol. Een bijstandsverzoek gaat via de korpschef. Binnen de regio schuiven gaat binnen de regio. De minister gaat niet over welke politiemensen waarnaartoe gaan. Als u dat wil veranderen, dan zult u dat eerst moeten veranderen. Daar ga ik gewoon niet over.
De heer Van den Brink (CDA):
Tegelijkertijd is het wel terecht dat de Kamer hiernaar vraagt, want zolang wij die grote instroom hebben, blijft dit vraagstuk gewoon bij ons; dat deel ik dan weer wel met deze minister. We zien het ook in de WODC-cijfers van gisteren: dat loopt gewoon langs elkaar heen. We zouden die hele scheiding tussen asiel en politie graag zodanig willen hebben dat die dus niet meer zo makkelijk uit elkaar te halen zijn. Ik denk dus dat we die discussie met elkaar zouden moeten voeren, ook al gaat dat misschien niet in het stelsel zoals we dat nu hebben ingericht.
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer Van den Brink (CDA):
Mijn vraag is of die capaciteit wel toegezegd is zolang de instroom hoog is, hoe het OM daarin functioneert en welk snelrecht daar de afgelopen tijd al op toegepast is.
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
De afspraken over de capaciteit worden dus op regionaal niveau gemaakt. Die zijn niet aan mij. Daar kan ik dus niet op ingaan, want de burgemeesters bespreken daar gezamenlijk hoe ze schuiven met hun regionale capaciteit. Dat is daar gaande. Het OM heeft aparte officieren vrijgemaakt voor de aanpak die ik zojuist richting mevrouw Michon aangaf. Dat laat ook de urgentie zien die daar gevoeld wordt en de alertheid die men daar heeft. De aanpak is de zogenaamde ZSM-aanpak. Dat staat voor zeer snel maatwerk, zorgen dat je mensen eruit haalt en zorgen dat ze niet zomaar van stad naar stad naar stad verdwijnen. Ik vind het heel waardevol dat we er bij de aanpak die we er in het afgelopen jaar extra stevig bovenop hebben gezet, dus met de middelen die we in de zomer hebben vrijgemaakt, een paar miljoen, ook voor zorgen dat er naast de coördinator die dit daar dus met mandaat organiseert, ook een officier van justitie is en dat ze daar samen in optrekken. Dat is in Ter Apel, maar dat is ook in het hele land, zodat het vervolgens niet vanuit Ter Apel ergens anders naartoe gaat. Ik zal dit conform de toezegging meegeven aan de staatssecretaris. Ik weet dat hier met enige regelmaat over gerapporteerd is, maar het zal nu, denk ik, ook mogelijk moeten zijn om daar steeds meer cijfers aan toe te voegen zoals bijvoorbeeld de 200 Marokkanen in de vreemdelingenbewaring. Een jaar geleden was dat onvoorstelbaar en nu kunnen we gelukkig dit soort stappen zetten. Ik zal dit meegeven aan de staatssecretaris.
De heer Van Houwelingen (FVD):
De situatie in Ter Apel is natuurlijk hemeltergend. Gisteren spraken we als Kamer de Deense minister van Buitenlandse Zaken. In Denemarken hebben ze een veel stringenter, veel strenger beleid. Ze hebben er ook veel minder problemen. Zoals de minister wellicht weet, hebben ze onder andere contracten gesloten met Rwanda en Kosovo om hun migranten terug te sturen. Dat kunnen ze volgens deze minister van Buitenlandse Zaken, omdat ze een opt-out hebben weten te bedingen op een justitieverdrag. Dat is het terrein van de minister. Is de minister bereid om te laten onderzoeken of Nederland ook zo'n opt-out kan krijgen, zodat we dit probleem beter kunnen aanpakken?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Dat is reeds onderzocht. Het is namelijk niet zo'n heel ingewikkeld onderzoek. Daar heb je alle lidstaten voor nodig die je daarin steunen. Ik begrijp de vraag. Ik had 'm zelf een jaar geleden ook toen ik betrokken raakte bij het dossier: hoe zit dat nou eigenlijk? Maar dat is een quick win die niet bestaat.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Heel fijn. Het is fijn om te horen dat het al onderzocht is. Dan is mijn vervolgvraag natuurlijk: waarom wordt er dan blijkbaar in Brussel niet voor gelobbyd? Nederland zou bijvoorbeeld ... Andere landen doen dat. Andere landen, bijvoorbeeld Hongarije, zetten hun vetorecht in op de begroting om op andere terreinen hervormingen af te dwingen. Dan nu mijn concrete vraag. Waarom heeft het kabinet niet een keer voor de verandering een rechte rug en zegt het bijvoorbeeld: we gaan alles vetoën totdat we die opt-out krijgen?
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Ik weet niet hoe serieus je vervolgens genomen wordt voor alle elementen die wij ook in Europa nodig hebben voor ons eigen land, voor onze eigen veiligheid, voor onze eigen ondernemers, als je zegt: ik ga als een klein kind op alles nee roepen totdat ik mijn zin krijg, met terugwerkende kracht, op een afspraak van tig jaar geleden. Ik denk dat het heel goed is als de staatssecretaris in een van zijn vele berichten die hij richting de Kamer stuurt nog eens in kaart brengt hoe dat destijds is gegaan.
Ik denk dat ik het daarbij laat.
De voorzitter:
Dan wil ik de minister van Justitie en Veiligheid danken voor haar beantwoording.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20222023-98-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.