31 Gasmarkt en leveringszekerheid

Gasmarkt en leveringszekerheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Gasmarkt en leveringszekerheid (CD d.d. 01/06).

De voorzitter:

Dit debat gaat over de Gasmarkt en leveringszekerheid. Daarbij is de eerste spreker wederom de heer Van Haga, die namens de Groep Van Haga het woord gaat voeren. Gaat uw gang.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aardgasprijs, inclusief accijnzen en btw, in Nederland tot de hoogste van de EU behoort;

overwegende dat dit het gelijke speelveld in de EU ondermijnt;

verzoekt de regering de aardgasprijs, inclusief accijnzen en btw, te verlagen tot het EU-gemiddelde,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 433 (29023).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de leveringszekerheid van aardgas niet gegarandeerd is;

verzoekt de regering per direct de productie uit het Groninger gasveld op een veilige manier te hervatten op een productieniveau van 12 miljard kuub per jaar, waarbij gebruikgemaakt wordt van stikstofinjecties waardoor de druk in het veld op peil blijft;

verzoekt de regering de Groningers ruimhartig te laten meedelen in de opbrengsten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 434 (29023).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Dan is de heer Kops, die zal spreken namens de PVV.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter, dank u wel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederlandse huishoudens de meeste energiebelasting over hun gasverbruik van heel Europa betalen;

verzoekt de regering de energiebelasting te verlagen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.

Zij krijgt nr. 435 (29023).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de nieuwe overstapboete voor energiecontracten honderden euro's hoger kan uitvallen;

verzoekt de regering de verhoging van de overstapboete terug te draaien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.

Zij krijgt nr. 436 (29023).

De heer Kops (PVV):

Ik dank u.

De voorzitter:

Ik dank u ook. Mevrouw Kröger, namens GroenLinks. Gaat uw gang.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb twee moties en een actuele vraag. De eerste motie gaat over het Bescherm- en Herstelplan Gas, specifieker over wanneer dat nou ingaat en over acute schaarste versus economische schaarste. We hebben het daar uitgebreid over gehad in het debat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de extreem hoge gasprijzen tijden de energiecrisis hebben geleid tot vraaguitval met een grote maatschappelijke impact;

overwegende dat het Bescherm- en Herstelplan Gas ingezet kan worden als de markt niet langer tekorten kan opvangen;

overwegende dat door het BH-G in werking te laten treden de verdeling van schaarste kan plaatsvinden op basis van maatschappelijk belang;

verzoekt de regering inzichtelijk te maken bij welke mate van schaarste, en dus bij welk prijsniveau, het Bescherm- en Herstelplan Gas in werking kan treden om schaars gas te alloceren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 437 (29023).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

En dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog veel energiebesparingskansen liggen bij bedrijven die een aanvraag hebben gedaan voor de Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb (de TEK-regeling);

constaterende dat er een bestaande energiebesparingsverplichting bestaat voor een deel van deze bedrijven;

verzoekt de regering alle bedrijven die aanspraak hebben gemaakt of gaan maken op de TEK, actief te informeren over de energiebesparingsverplichting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 438 (29023).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dit is een onderwerp waar de minister en ik al heel vaak over gewisseld hebben. Ik vind het echt niet te verkroppen dat wij bedrijven helpen met de energierekening als we ze niet ook even actief aanzetten op dat onderwerp van die energiebesparingsverplichting.

Voorzitter. Ik heb tot slot een hele korte vraag. Ik zag net het nieuws voorbijkomen dat de verwijdering van de gasaansluiting toch weer voor rekening van de consument komt. Dat lijkt me geen wenselijke ontwikkeling als we proberen mensen zo veel mogelijk te ontzorgen bij het van het gas af gaan. Ik wil daar dus graag een reactie op.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank, mevrouw Kröger. Dan is het woord aan de heer Bontenbal, die wederom namens het CDA zal spreken.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Mijn fractie maar ook heel veel mensen in het land en ook de fractie van GroenLinks ergeren zich aan de colporteurs, aan het verkopen van energiecontracten aan de deur. Dat levert vaak onveilige situaties op. Mensen weten eigenlijk toch niet heel goed waar ze voor tekenen, terwijl ze wel een contract van een paar duizend euro tekenen. Deze week kwamen er in mijn mailbox mails van mensen die telefonisch worden benaderd door allerlei louche partijen, waarvan de website onduidelijk is enzovoorts. Volgens mij kunnen we daar gewoon een keer een eind aan maken en moeten we dat nu ook gewoon een keer gaan doen. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er door de ACM nog steeds misstanden worden geconstateerd bij de verkoop van energiecontracten aan de deur en dit tot problemen leidt bij kwetsbare huishoudens;

overwegende dat een energiecontract een product is waar tot duizenden euro's mee gemoeid zijn en verkoop aan de deur dus niet wenselijk is;

verzoekt de regering spoedig een einde te maken aan de verkoop van energiecontracten aan de deur en via de telefoon,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Kröger.

Zij krijgt nr. 439 (29023).

Dank voor uw inbreng. De heer Grinwis kan nu het woord voeren namens de ChristenUnie. Gaat uw gang.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb geen motie, maar wel een vraag aan de minister over een specifiek onderdeel van het debat, namelijk over de energiebelasting, de indicatieve tabel die is meegekomen met de klimaatstukken. Daarbij werd aangekondigd dat we, in lijn met de amendementen die ik vorig jaar heb ingediend bij het Belastingplan, een huishoudenschijfje gaan introduceren en dat de tarieven lager worden dan ze nu zijn. Wat schetste mijn verbazing? De tarieven die er vervolgens stonden, waren hoger dan ze nu zijn, namelijk €0,4898 cent versus €0,42273 cent nu, uit mijn hoofd. Ik wil de minister vragen om dit, als er deze zomer besloten gaat worden over de uiteindelijke tariefstelling, nog eens heel goed te heroverwegen, omdat "lager" volgens mij "lager dan ze in 2023 zijn" moet betekenen.

Ik roep de minister dus op om te handelen in de geest van de aangenomen amendementen, zowel met betrekking tot het tarief alsook met betrekking tot het volume, zoals we in het debat hebben gewisseld. Dan zouden de tarieven daadwerkelijk lager worden voor huishoudens, zodat er een soort natuurlijke overgang ontstaat tussen het huidige prijsplafond en de toekomstige situatie, waarin energieprijzen op langere termijn waarschijnlijk wat hoger zullen zijn dan we in het verleden hebben gezien. Dat geef ik de minister met nadruk mee. Ik hoop dat hij kan toezeggen zich hiervoor tot het uiterste in te spannen. Volgens mij zijn er voldoende dekkingsmogelijkheden binnen de energiebelasting zelf, omdat we ook hebben afgesproken, in lijn met Europese verplichtingen daartoe, om de energiebelasting minder degressief te gaan maken.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. De heer Boucke hoeft niet te spreken. Dan de heer Erkens, ten slotte, namens de VVD.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Monitoring Leveringszekerheid van TenneT laat zien dat de leveringszekerheid in Nederland richting 2030, maar met name erna, afneemt;

constaterende dat er Europese regels zijn voor wanneer een strategische reserve of capaciteitsmechanisme ingezet kan worden;

overwegende dat dit een langjarig proces is en dat voorbereidingen hiervoor op tijd gestart moeten worden;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe strategische reserves en capaciteitsmechanismen ingevoerd zouden kunnen worden in Nederland en wat daarvan de voor- en nadelen zouden zijn als daartoe besloten wordt;

verzoekt de regering de Kamer uiterlijk eind 2023 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens, Bontenbal, Boucke en Grinwis.

Zij krijgt nr. 440 (29023).

De heer Erkens (VVD):

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Dit is het einde van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Er zijn wederom acht moties ingediend. Hoelang heeft de minister nodig? Vijf minuten? Twee minuten.

De vergadering wordt van 16.51 uur tot 16.54 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat Gasmarkt en leveringszekerheid. Ik geef het woord aan de minister voor Klimaat en Energie.

Minister Jetten:

Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Kröger is bijna sneller dan het licht met haar vraag over de verwijdering van de gasaansluiting. Ik moest het zelf even googelen. Dat nieuwsbericht is twaalf minuten geleden online gekomen, dus ik heb summiere informatie voor u. Dit is een rechterlijke uitspraak die een streep zet door nieuwe spelregels van de ACM. Voor zover ik het nu kan overzien, is dat met name vanwege de onderbouwing die de ACM bij dat besluit had. Het is nu dus echt aan de ACM om weer te beoordelen hoe ze hiermee verdergaat. Eerder hebben we als Kamer en als kabinet wel wat gezegd over wat we vinden van die eigen bijdrage, maar laten we de ACM heel even de kans geven om te reageren op deze rechterlijke uitspraak.

De heer Bontenbal (CDA):

Volgens mij gaat het over iets fundamentelers, namelijk dat de Kamer op de stoel van de ACM is gaan zitten. Dat is volgens mij het meest fundamentele debat. Daarvan zegt het Europees Hof: dat mag je niet doen. Ik denk eerlijk gezegd dat het daar gelijk in heeft. De vervolgvraag luidt dan als volgt. Als we dit niet meer via de tarieven kunnen compenseren — want dat doen we — moet er iets van een aparte regeling komen waarbij de aansluiting, die dan dus niet meer via de tarieven wordt vergoed, op een andere manier wordt vergoed. Ik denk dus dat er aan iets van een regeling moet worden gewerkt.

Minister Jetten:

Zoals de heer Bontenbal zelf aangeeft, is hier de rolzuiverheid van Kamer, kabinet en toezichthouder van belang. Ik stel dus voor dat we er nu, twaalf minuten nadat de uitspraak bekend is geworden, niet een heel diepgaand debat over voeren maar dat we het op een later moment hernemen als we er meer informatie over hebben.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik vind het op zich prima om even te kijken hoe de ACM zelf gaat reageren, maar ik denk dat de heer Bontenbal wel een punt heeft dat dit ook iets van de minister vraagt. Ik vraag de minister dus toch om ons na de reactie van de ACM te informeren over wat hij daarmee gaat doen. Uiteindelijk gaat het natuurlijk om het doel en dat is dat mensen niet met die kosten opgezadeld worden.

Minister Jetten:

Dat zal ik doen. Ik zal de Kamer in het najaar informeren als ik ook met de ACM hierover heb gesproken.

Dan de vraag van de heer Grinwis. In de Kamerbrief van 26 april over de voorjaarsbesluitvorming is het technische uitgangspunt voor de aanpassing van de energiebelasting op onder andere aardgas en elektriciteit, richting 2030, geschetst. Al deze aanpassingen moeten leiden tot een CO₂-opbrengst van 1,2 megaton in 2030. In de komende maanden zal bepaald worden, op basis van een impactstudie, hoe de maatregelen om die 1,2 megaton op te leveren er concreet uitzien. Hierin wordt de hoogte van de grens van de eerste schijf meegenomen. Ik dank de heer Grinwis wederom voor zijn suggesties over hoe we dit, samen met de staatssecretaris van Fiscaliteit en de minister voor Volkshuisvesting, goed kunnen uitwerken richting de zomerbesluitvorming. Ik heb in het commissiedebat ook aangegeven dat we daarbij goed kijken naar de koopkrachteffecten voor met name lage inkomens en middeninkomens. De heer Grinwis heeft in het commissiedebat nog een aantal suggesties gedaan over hoe we dat nog wat subtieler kunnen aansluiten op het einde van het prijsplafond; die suggesties heb ik ook al aan de staatssecretaris meegegeven.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Dank voor deze welwillende reactie. Ik heb wel nog een vraag. In de stukken — dit document heet volgens mij officieel "legenda" — wordt gesteld dat dit huishoudenschijfje een lager tarief zou kennen. De meeste mensen lezen dat als "lager dan het nu is". Is de minister het met me eens dat dit inderdaad de suggestie is? Is hij het ermee eens dat de tariefstelling, die nu indicatief in die tabel staat, daar niet helemaal mee matcht? Of wordt er toch iets anders bedoeld dan wat daar geschreven staat?

Minister Jetten:

Er spelen hierbij allerlei zaken mee. We hebben in het Belastingplan een basispad tussen nu en 2030 aangegeven. Dus het is lager ten opzichte van het basispad. Ik denk dat het amendement van de heer Grinwis, dat volgens mij vorig jaar al door de Kamer is aangenomen, vooral gericht is op het introduceren van een extra schijf met verlaagde tarieven. Hierdoor kunnen inkomensgroepen aan de onderkant meer profiteren en minder bijdragen aan de energiebelasting. Daarmee neemt ook die degressiviteit in de energiebelastingen af. De heer Grinwis voegt hier nu, denk ik, aan toe dat hij graag het voordeel op korte termijn wil zien, om daarmee ook de landing van het einde van het prijsplafond op een goede manier te realiseren. Die gedachte neem ik mee bij de uitwerking, die de staatssecretaris van Fiscaliteit voor zijn rekening neemt.

Voorzitter. Dan de moties. De motie op stuk nr. 433 verzoekt om de aardgasprijs te verlagen. Ik ontraad deze motie. Ik bepaal die aardgasprijzen niet. De energiebelastingen worden elk jaar bij het Belastingplan vastgesteld.

Dan de motie-Van Haga/Smolders op stuk nr. 434. Het kabinet doet er alles aan om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk te stoppen. De motie op stuk nr. 434 van Van Haga kiest duidelijk voor een andere koers, dus die motie ontraad ik.

De motie-Kops op stuk nr. 435 verzoekt de regering de energiebelasting te verlagen. Met verwijzing naar het debat ontraad ik die motie.

De motie-Kops op stuk nr. 436 verzoekt de regering de verhoging van de overstapboete terug te draaien. Dat lijkt misschien sympathiek, maar dat is het eigenlijk niet, want juist de aangepaste overstapboetes leiden ertoe dat energieleveranciers ook weer vaste contracten van een of drie jaar aanbieden en daarmee de consument veel meer zekerheid bieden. De aanpassing van deze overstapboete is op nadrukkelijk verzoek van de Kamer ingevoerd, dus de motie op stuk nr. 436 ontraad ik.

De motie-Kröger op stuk nr. 437 verzoekt de regering om inzichtelijk te maken bij welk prijsniveau het Bescherm- en Herstelplan Gas in werking treedt. Het is eigenlijk onmogelijk om een heel specifiek prijsniveau te koppelen aan verschillende maatregelen in het BH-G. Verlaging van de gasvraag in Nederland heeft niet altijd invloed op de gasprijs, omdat het een Noordwest-Europese markt betreft. Er zijn ook allerlei andere factoren die de gasprijs bepalen, zoals de prijs van kolen, de prijs van olie en de prijs van CO2-certificaten. Voor het dempen van de negatieve gevolgen zijn andere overheidsmaatregelen beschikbaar, zoals het prijsplafond en andere maatregelen, waarover we het ook in het commissiedebat hebben gehad. Ik heb al toegezegd in het commissiedebat dat ik in de kwartaalbrief over gasleveringszekerheid nog uitgebreider zal ingaan op de werking van het BH-G en de indicatoren die het BH-G kunnen triggeren. Dus ik ontraad de motie op stuk nr. 437.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik had eigenlijk gehoopt dat de minister deze motie oordeel Kamer zou geven, omdat hem juist wordt gevraagd om in de brief die hij gaat sturen verder duidelijkheid te bieden. De minister zelf schetst dat, als de markt niet langer tekorten kan opvangen, het BH-G in werking treedt. Een markt vangt heel lang tekorten op met een prijsmechanisme. Kennelijk is er een kantelpunt waarop het prijsmechanisme niet meer functioneert en tekorten met het BH-G moeten worden opgevangen. Mij gaat het om precies dat moment. Als de minister dit in die brief kan schetsen ... Ik snap dat hij niet kan zeggen: het gaat om deze prijs per kuub. Maar hij kan wel een soort indicatoren aangeven, waarbij wij als Kamer ook snappen: oké, nu gaan we van de fase van "het is gewoon een prijsmechanisme" naar "nu functioneert die markt eigenlijk niet meer — want de prijzen rijzen de pan uit, bijvoorbeeld — en het BH-G treedt in werking."

Minister Jetten:

Ik denk dat het niet is vast te pinnen op een specifiek getal, omdat het per situatie kan verschillen. We zullen proberen dat zo goed mogelijk uit te leggen in de brief die naar u toekomt, hopelijk voor het zomerreces van de Kamer begint. Wellicht dat mevrouw Kröger de motie nog even wil aanhouden tot die brief er ligt.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat doe ik en dan hoop ik dat de minister de vragen die ik net gesteld heb, zo goed mogelijk in die brief kan meenemen.

Minister Jetten:

We doen ons best.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (29023, nr. 437) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 438. Mevrouw Kröger heeft, zowel met mij als met de minister van Economische Zaken, hier al vaak over gediscussieerd. De TEK-regeling kent geen verbruiksgrenzen. Het is niet zo dat alle bedrijven die onder de TEK-regeling vielen, ook per definitie onder de energiebesparingsplicht vielen of vallen. Bovendien hebben heel veel bedrijven ook recentelijk nog brieven van mij gekregen over de aangescherpte energiebesparingsplicht. Het lijkt me eigenlijk verwarrend als ik daar nu een nieuwe communicatie achteraan ga sturen. De motie op stuk nr. 438 ontraad ik dus.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dit vind ik echt wel teleurstellend. We hebben in debatten gevraagd om eerst te checken of bedrijven aan energiebesparing doen, voordat je hun energierekening gaat subsidiëren. Deze motie gaat louter over het proactief informeren van zeer energie-intensief mkb over het feit dat er een energiebesparingsverplichting is. Ik snap werkelijk niet waarom dit vinkje in een formulier niet mogelijk is. Ik vind het eigenlijk gewoon een verkwisting van belastinggeld en echt niet doelmatig van de minister.

Minister Jetten:

Nee. Het zou niet doelmatig zijn als ik al die ondernemers die de afgelopen maand van mij een brief hebben ontvangen over de aangescherpte energiebesparingsplicht, een maand later een tweede brief zou sturen. Dan weten ze niet meer wat ik van hen verwacht. Mijn opmerking was zonet: niet iedereen die de TEK-regeling heeft aangevraagd, valt onder die aangescherpte energiebesparingsplicht. Verder verwijs ik naar het uitgebreide debat dat mevrouw Kröger over dit punt met minister Adriaansens heeft gehad.

De voorzitter:

Afrondend.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik heb niet gezegd dat al die mensen een brief moeten krijgen. Ik heb gezegd dat mensen naar een website gaan om iets aan te vragen, en dat er dan ook informatie staat over de energiebesparingsverplichting. Dat is het verzoek van de motie.

Minister Jetten:

Hier heeft minister Adriaansens in het commissiedebat al uitgebreid op geantwoord. Het loopt ook niet storm bij de aanvraag van de TEK-regeling.

De motie op stuk nr. 439 van de heer Bontenbal wil ik ontraden. De minister van EZK heeft ook in het commissiedebat aangegeven dat zij nog breder onderzoek doet naar verkoop aan de deur. Dat gaat niet alleen over energiecontracten, maar ook andere vormen van verkoop aan de deur. Ik denk dat we sympathiek tegenover de gedachte staan. Maar aangezien dat onderzoek nog loopt, vind ik deze motie een beetje ontijdig.

Over de motie op stuk nr. 440 hebben we in het commissiedebat gesproken. Ja, de motie op stuk nr. 439 is inderdaad ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 440. Het capaciteitsmechanisme is een heel relevant onderdeel van de hervorming van de Europese elektriciteitsmarkt. Het is ook onderdeel van de discussie die we hebben in de Penta-regio over hoe we in Noordwest-Europa de komende jaren in een steeds CO2-vrijere energiemix een goed flexibiliteitsmechanisme hebben en elkaar kunnen bijstaan op momenten dat er te weinig capaciteit vanuit de markt zelf komt. Dus daar lopen verschillende gesprekken en onderzoeken over, ook in Europees verband. Ik heb volgens mij in het commissiedebat ook al aangegeven dat ik daar uw Kamer nog nader over zal informeren zodra we daarbij weer een aantal stappen verder zijn. Ik kan nu niet aangeven in hoeverre we in Q4 al echt tot heel concrete voorstellen of besluiten komen, omdat dit samenhangt met die hervorming van de Europese elektriciteitsmarkt en de bredere analyse van die elektriciteitsmix in Noordwest-Europa. Dus als ik de motie zo mag interpreteren dat ik u gewoon aan het eind van het jaar een stand van zaken geef over waar we staan, waarbij dit niet al meteen heel concrete voorstellen zijn, dan zou ik 'm oordeel Kamer kunnen geven. Anders gaat het me iets te snel.

De heer Erkens (VVD):

Ik vind dat tegelijkertijd niet ver genoeg gaan. Want als je voor 2030 nog regelbaar vermogen moet regelen, moet je de komende jaren wel acteren. Er lopen gesprekken in Europees verband, maar ik zou willen dat we ook onderzoeken wat de impact zou zijn van die verschillende mechanismes en wat misschien nog mogelijk zou zijn. Het is meer een onderzoeksmotie om juist goede besluitvorming in Nederland voor te bereiden. Dus kan de minister één stapje verdergaan en dat erbij betrekken? Het gaat om de vraag wat dit voor Nederland zou betekenen en wat de voor- en nadelen zijn, zodat we geïnformeerd een besluit kunnen nemen. Dan vinden we elkaar.

Minister Jetten:

Als ik de voor- en nadelen op die manier mag schetsen, dan zal ik dat doen. Dan doen we ons best om dat in Q4 naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Daarmee krijgt de motie op stuk nr. 440 oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Ja.

De voorzitter:

Dat is het einde van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties stemmen we volgende week dinsdag. Ik stel voor dat we gelijk doorgaan met het volgende debat.

Naar boven