30 Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030

Voorzitter: Van der Lee

Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030

Aan de orde is het tweeminutendebat Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD d.d. 20/04).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030. Van de zijde van de Kamer hebben zich zeven sprekers aangemeld. Die geef ik zo spreektijd, maar niet dan nadat ik de minister van harte welkom heb geheten. Hij gaat meerdere debatten doen. Vanavond gaat het misschien laat worden. We gaan proberen om 23.00 uur te halen en die tijd niet te overschrijden, omdat we elkaar een beetje heel moeten houden, zeker in de laatste weken van dit veelbewogen parlementaire jaar. De eerste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Van Haga. Hij zal namens de Groep Van Haga het woord voeren.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat steeds meer windmolens over hun houdbaarheidsdatum heen gaan;

overwegende dat er steeds meer ongelukken gebeuren met windmolens;

verzoekt de regering te onderzoeken of het mogelijk is om een onafhankelijke APK-keuring te introduceren voor windmolens, wellicht verzorgd door het Instituut Leefomgeving en Transport (ILT),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 1237 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het aandeel van de gebouwde omgeving met betrekking tot het nationale energieverbruik ongeveer 40% bedraagt;

verzoekt de regering meer in te zetten op energiebesparing in de gebouwde omgeving,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 1238 (32813).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. De heer Erkens gaat nu namens de VVD het woord voeren.

De heer Erkens (VVD):

Dank u, voorzitter. Geen moties van mijn kant, maar wel een aantal vragen aan de minister. We hebben in dit debat met elkaar van gedachten gewisseld over de mogelijkheid van consumenten om de CO2-uitstoot bij de koop van een vlucht of een product te compenseren. Er is eigenlijk een woud aan keurmerken. Zou de minister inzichtelijk kunnen maken welke keurmerken nou legitiem zijn, zodat consumenten iets beter weten waar ze wel of niet op kunnen vertrouwen? Kan hij het bijvoorbeeld met de ACM in een lijst inzichtelijk maken of ziet hij daarvoor een andere route?

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. De heer Boucke namens D66. Nee, die hoeft geen spreektijd. De heer Boutkan namens Volt, gaat uw gang.

De heer Boutkan (Volt):

Dank, voorzitter. Voor dit debat hebben we allemaal naar bootjes gevist van de Jonge Klimaatbeweging; "laat ons niet varen". Het debat was zeer positief, want de Jonge Klimaatbeweging was positief. Zij zagen een toekomst voor zich: als we maar bepaalde dingen in ons beleid verankeren, kunnen we een heel mooie, groene toekomst tegemoetgaan in Nederland. Daarvoor heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een succesvolle systeemtransitie op het gebied van klimaat, natuur en leefomgeving vereist dat er in het klimaatbeleid na 2030 op z'n minst wordt toegezien op de drie pijlers natuurinclusief, nature-based en klimaatpositief;

verzoekt de regering de drie pijlers natuurinclusief, nature-based en klimaatpositief nadrukkelijk te verankeren in de transitiepaden als onderdeel van de visie voor het klimaatbeleid na 2030,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Boutkan, Kröger en Thijssen.

Zij krijgt nr. 1239 (32813).

De heer Boutkan (Volt):

Ik verwacht hierop natuurlijk een positieve appreciatie van de minister.

De voorzitter:

We gaan het zien. Dank voor uw inbreng. Mevrouw Kröger zal het woord voeren namens GroenLinks. Gaat uw gang.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. We hadden een bijzonder debat over systeemtransitie. Ik denk dat dat het type debat is dat we vaker moeten hebben als het gaat over klimaat. We hebben het vaak over de megatonnen in 2030, terwijl het natuurlijk gaat om in wat voor land we willen leven, hoe dat eruitziet en hoe we daarop gaan sturen. Vandaar de volgende twee moties, die wat mij betreft van groot belang zijn om op dat punt te komen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het voor een echte systeemtransitie richting een klimaatneutrale economie belangrijk is dat er een afbouwpad is voor alle vormen van fossiel energiegebruik;

verzoekt de regering een afbouwpad voor fossiele technieken en toepassingen te introduceren waarbij duidelijk wordt wanneer deze worden uitgefaseerd;

verzoekt de regering tevens hiervoor normering voor te bereiden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Boutkan en Thijssen.

Zij krijgt nr. 1240 (32813).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. We hebben het al vaker gehad over wat voor energiesysteem we willen als we echt die systeemtransitie doorzetten. Wat ons betreft is dat een decentraal energiesysteem voor huishoudens, waarbij mensen veel meer zelf hun energie opwekken en in de wijk met elkaar delen. We hopen dat de minister daar een visie op ontwikkelt om dat veel verder vorm te geven. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een decentraal energiesysteem met name voor huishoudens een voorwaarde is voor de systeemtransitie naar duurzame energie;

overwegende dat energiecoöperaties een essentiële rol hierbij kunnen spelen;

verzoekt de regering een visie op het decentrale energiesysteem te ontwikkelen waarbij energiecoöperaties een centrale rol hebben, en inzichtelijk te maken welke beleidsinstrumenten nodig zijn om dit te stimuleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Boutkan en Thijssen.

Zij krijgt nr. 1241 (32813).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

U bedankt voor uw inbreng. De heer Bontenbal namens het CDA.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter, ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Gasunie een waterstofinfrastructuur op zee wil ontwikkelen in opdracht van het kabinet;

overwegende dat hergebruik van bestaande gasinfrastructuur op zee kansen biedt voor een kosteneffectieve opbouw van deze waterstofinfrastructuur op zee;

verzoekt de regering Gasunie nadrukkelijk de opdracht te geven allereerst te zoeken naar de mogelijkheden om bestaande gasinfrastructuur op zee te hergebruiken alvorens nieuwe gasinfrastructuur te ontwikkelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Grinwis.

Zij krijgt nr. 1242 (32813).

De heer Bontenbal (CDA):

De tweede motie is als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat CO2-verwijdering uit de atmosfeer nodig zal zijn om klimaatverandering te beperken;

constaterende dat er verschillende technologieën voor negatieve emissies beschikbaar zijn, maar deze verschillen in rijpheid, potentieel en kosteneffectiviteit;

constaterende dat in het aanvullende klimaatpakket een doelstelling voor negatieve emissies is opgenomen;

verzoekt de regering om nog dit jaar een routekaart voor negatieve emissies te ontwikkelen, in samenwerking met de sector en gebaseerd op geverifieerde rekenmodellen, inclusief een beschrijving van het instrumentarium ter ondersteuning en stimulering van de technologieën die langjarig CO2 uit de atmosfeer verwijderen, zonder een lock-in voor fossiele brandstoffen te creëren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Erkens.

Zij krijgt nr. 1243 (32813).

De voorzitter:

Dank. Dan tot slot de heer Thijssen namens de Partij van de Arbeid.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank, voorzitter. Het was inderdaad een goed debat over een cruciale systeemtransitie. We zouden vaker van dat soort debatten moeten hebben. We hebben ook gewisseld dat rechtvaardigheid in die transitie heel belangrijk is. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de klimaattransitie gepaard gaat met ingrijpende veranderingen in onze economie en samenleving;

overwegende dat de WRR oproept om klimaatrechtvaardigheid een stevige, geïnstitutionaliseerde plek te geven in de vormgeving van de klimaattransitie;

verzoekt de regering om met een plan van aanpak te komen over hoe rechtvaardigheid goed en gedegen verankerd wordt in klimaatbeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Kröger.

Zij krijgt nr. 1244 (32813).

De heer Thijssen (PvdA):

Dan heb ik nog een vraag aan de minister. We hebben het in het debat ook gehad over de rol van CO2-verwijdering uit de atmosfeer, hoe wenselijk dat is en of dat lukt met CCS. We gaan ook nog stemmen over een motie die daarover gaat. We hebben er in het debat al over gehad, maar mijn vraag aan de minister is: is hij het met de Partij van de Arbeid eens dat het belangrijk is dat er een apart doel komt voor CO2-verwijdering, zodat dit niet gaat concurreren met de reductie van CO2? Die vraag had ik nog.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Daarmee zijn we aan het einde van de termijn van de Kamer. De minister heeft een korte schorsing nodig om acht moties te kunnen appreciëren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat Systeemtransitie en klimaatbeleid. Ik geef het woord aan de minister voor Klimaat en Energie.

Minister Jetten:

Dank u wel, voorzitter. Er zijn twee vragen. Ik begin met de vraag van de heer Erkens over de veelheid aan keurmerken voor CO2-compensatie. Ik deel zijn zorgen. Het is mooi om te zien dat consumenten en bedrijven hun CO2-uitstoot willen compenseren, bijvoorbeeld door te investeren in het aanplanten van bomen of andere groene projecten elders. In het hele Nederlandse Koninkrijk zie je dat er allerlei trajecten lopen om carbon sinks op een goeie manier financieel te ondersteunen. Het zou heel goed zijn om wat meer lijn te krijgen in het oerwoud aan keurmerken dat aan het ontstaan is, ook om ervoor te zorgen dat mensen zeker weten dat hun CO2-afkoop daadwerkelijk leidt tot projecten die CO2 beter vastleggen. Ik stel voor dat ik na het zomerreces in een reguliere brief over het klimaatbeleid terugkom op de vraag hoe we dit het beste kunnen tackelen.

De vraag van de heer Thijssen kan ik heel simpel met ja beantwoorden. Negatieve emissies zullen de komende decennia nodig zijn om aan het 1,5 gradenscenario van het Parijsakkoord te voldoen. Ze komen dus niet in plaats van de mitigatiemaatregelen die we nemen, maar zijn daar een aanvulling op.

Voorzitter. Dan de ingediende moties. De motie op stuk nr. 1237 van de heer Van Haga vraagt om een apk-keuring voor windmolens. In feite gebeurt dat al met een jaarlijkse inspectie van windmolens. Er is op dit moment nog een onderzoek gaande naar aanleiding van het incident dat de heer Van Haga aanhaalde. Ik zou hem dus eigenlijk willen voorstellen dat hij de motie even aanhoudt totdat dit onderzoek is afgerond. De staatssecretaris van IenW zal u daarover informeren. Anders ontraad ik de motie op stuk nr. 1237, omdat die niet veel toevoegt aan de staande praktijk.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

De standaardinspectie waarover de minister spreekt, is natuurlijk niet hetzelfde als een soort regulier opgelegde apk-keuring; het is iets heel anders. Ik zou de minister toch willen verzoeken om daarnaar te gaan kijken in plaats van dit voor genoeg te nemen.

Minister Jetten:

Tot nu toe is dat onderzoek in principe risicogestuurd. Daarmee is het ook goed uitvoerbaar. Mogelijk wordt dit aangescherpt op basis van het onderzoek naar het incident van eerder dit jaar. Dan zou nogmaals mijn suggestie zijn om de motie aan te houden, want dan kan de staatssecretaris van IenW uw suggestie meenemen als dit onderzoek is afgerond.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Oké, dan houd ik de motie nog even aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Haga stel ik voor zijn motie (32813, nr. 1237) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 1238 van de heer Van Haga geef ik oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 1239 van de heer Boutkan. Ik vond veel meer aandacht voor natuurinclusief en nature-based als onderdeel van de klimaataanpak een heel mooi onderdeel van het commissiedebat dat we hebben gehad. Het moet niet alleen gaan om CO2-reductie, maar ook om biodiversiteit, om water en breder om de Sustainable Development Goals. Ik ben eigenlijk van plan om dat soort principes mee te nemen in het volgende klimaatplan, dat eraan komt. Dan worden het misschien niet drie aparte pijlers, zoals de heer Boutkan het nu heeft verwoord, maar gewoon een integraal onderdeel van het klimaatplan. Met die lezing zou ik 'm oordeel Kamer willen geven.

De voorzitter:

De heer Boutkan en daarna de heer Bontenbal. Ik neem aan dat de heer Bontenbal nog over de vorige motie wilde spreken.

De heer Boutkan (Volt):

Aangezien we te veel moties hebben, mag de minister 'm natuurlijk ook overnemen.

Minister Jetten:

Mag dat met de interpretatie die ik net heb gegeven?

De voorzitter:

Is er bezwaar tegen het overnemen van de motie op stuk nr. 1239 van de heer Boutkan? Ja? Er is bezwaar tegen.

Minister Jetten:

Dan blijft mijn appreciatie: oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oké. De heer Bontenbal, nog over de motie op stuk nr. 1238.

De heer Bontenbal (CDA):

Die motie verzoekt om "meer in te zetten op energiebesparing in de gebouwde omgeving." Dat is natuurlijk gewoon staand beleid. Deze kunt u ook gewoon overnemen, en dan hoeven we er niet over te stemmen.

Minister Jetten:

Dat klopt. Ik ben bereid om dat te doen. De motie op stuk nr. 1238 kan ik ook overnemen, als de heer Van Haga dat oké vindt.

De voorzitter:

De heer Van Haga knikt. Is de Kamer daarmee akkoord? Nee? Ook hier is bezwaar tegen. Dan komt ie dus gewoon in stemming. De appreciatie blijft: oordeel Kamer.

We gaan naar de motie op stuk nr. 1240.

Minister Jetten:

Deze motie verzoekt een afbouwpad voor fossiele technieken. Eerlijk gezegd vind ik dat zelf best wel ver gaan, want er zijn nogal wat fossiele technieken waarvoor we dan als overheid afbouwpaden zouden moeten maken. Ik denk dat we vooral op heel veel andere manieren bedrijven moeten dwingen om zelf met alternatieven te komen. Dat doe je bijvoorbeeld met een fatsoenlijke beprijzing van de uitstoot. Als onderdeel van het Nationaal Plan Energiesysteem gaan we binnen de transitiepaden voor de gebruiksectoren kijken naar de opbouw van alternatieven voor fossiele technieken. Over de afbouw van fossiele winningen is afgelopen vrijdag ook een brief naar de Kamer gegaan, onder andere naar aanleiding van een andere motie van mevrouw Kröger. Ik kan me voorstellen dat we in het definitieve NPE aangeven hoe de afbouw van fossiele-energiedragers eruitziet binnen de sectorale transitiepaden. Maar ik denk dat dat wat anders is dan wat mevrouw Kröger in dit dictum vraagt. Zoals ik het dictum nu interpreteer, ontraad ik 'm. Als ik 'm mag meenemen in het definitieve NPE, zou ik 'm oordeel Kamer kunnen geven.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

De motie mag sowieso meegenomen worden in het NPE. Ik begrijp wel dat er in het klimaatpakket dat er nu ligt inderdaad al een aantal industriële fossiele technieken genormeerd gaan worden. Het zou, denk ik, al helpen om voor de belangrijkste fossiele technieken waar grote uitstoot aan vastzit te weten wanneer we die gaan normeren. Of gaan we die nooit normeren? We gaan bijvoorbeeld fossiele auto's op een gegeven moment niet meer verkopen.

Minister Jetten:

Het kan, zeker bij specifieke fossiele technieken, op een gegeven moment nuttig zijn om er met bronnormering voor te zorgen dat er een einde aan komt. Dat doen we inderdaad met de nieuwverkoop van fossiele auto's. Dat doen we ook met fossiel gestookte verwarmingsinstallaties. Maar dan is-ie dus specifieker dan "voor alle technieken". Met deze interpretatie van mevrouw Kröger zouden we bij het definitieve NPE eventueel wel een aantal technieken kunnen selecteren waarvoor zo'n transitiepad nuttig zou kunnen zijn. Maar ik vind het moeilijk om hier nu te zeggen of dat altijd moeten leiden tot een afbouwpad of een normering. Ik neem het dus mee, maar ik zou deze motie toch willen ontraden.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan hou ik de motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (32813, nr. 1240) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

En wanneer komt dat definitieve NPE, waarin het dan al wordt geschetst?

Minister Jetten:

U krijgt het concept-Nationaal Plan Energiesysteem binnen enkele weken. Het definitieve plan komt na de consultatie, dus dat is in begin december van dit jaar.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Misschien nog één vraag. De minister zei namelijk iets over de denkrichting om te weten welke fossiele technieken de meeste uitstoot veroorzaken. Misschien kan dat sowieso inzichtelijk gemaakt worden, want dan weten wij ook welke technieken je eigenlijk zou willen afbouwen.

Minister Jetten:

Ja, ik denk dat we bij verschillende programma's die lopen vanuit EZK kunnen kijken hoe we dat zo goed mogelijk in kaart krijgen.

Dan de motie op stuk nr. 1241. Een mooi onderdeel van het debat was: hoe kunnen energiecorporaties een rol spelen in een meer decentraal energiesysteem? Daar heb ik één suggestie voor, als ik die mag doen: "hoe energiecorporaties optimaal tot hun recht kunnen komen of een optimale rol kunnen spelen in de energietransitie". Dan zou ik 'm oordeel Kamer kunnen geven. Dan is het in plaats van "een centrale rol" dus "een optimale rol". We hebben het hier in het commissiedebat lang over gehad. We krijgen eigenlijk een groot centraal systeem, waarin er ook nog heel veel op grootschalig niveau gebeurt. Daarnaast krijgen we een meer decentraal systeem voor energie- en warmtewisseling. Ik zoek eigenlijk naar een optimale rol van energiecorporaties. Als mevrouw Kröger dit zou kunnen aanpassen, dan geef ik 'm oordeel Kamer.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ja, dat doe ik, als we maar wel hetzelfde zeggen, namelijk dat dat voor het decentrale systeem een heel centrale rol zou moeten spelen.

Minister Jetten:

Ja, volgens mij was dat ook een algemene tendens in het debat. Daarmee geef ik de gewijzigde motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger gaat 'm nog per mail gewijzigd indienen. Dan krijgt ie oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 1242 van de heer Bontenbal. Ik ben het zeer met hem eens dat we zo veel mogelijk bestaande gasinfrastructuur moeten hergebruiken. Ik ben van plan om die twee onderzoeken parallel te laten uitvoeren, zodat we niet eerst alleen maar de bestaande infra in kaart brengen en daarna gaan bedenken wat er nog bij moet. Dat doen we meteen gecombineerd, maar de inzet is wel: zo veel mogelijk hergebruik. Ik zie de heer Bontenbal knikken, dus dan geef ik de motie op stuk nr. 1242 oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1243 verzoekt nog dit jaar een routekaart te maken voor negatieve emissies. Ik moet daar heel eerlijk over zijn: dat krijg ik met de capaciteit die ik heb, gewoon niet weggezet. Als de heer Bontenbal het dus goedvindt dat ik dat meeneem in het klimaatplan, of parallel daaraan, in het voorjaar van volgend jaar, dan krijgt ook de motie op stuk nr. 1243 oordeel Kamer. Ik zie hem instemmend knikken.

Voorzitter. Tot slot de motie op stuk nr. 1244. De heer Thijssen vraagt om een plan van aanpak over klimaatrechtvaardigheid. Het kabinet heeft uw Kamer een kabinetsreactie op het WRR-rapport toegestuurd. Daarin zitten een aantal acties en aanbevelingen die door verschillende departementen moeten worden opgepakt. Ik zie die acties als het plan van aanpak waar de heer Thijssen om vraagt. Ik zou willen voorstellen dat wij de Kamer op een gegeven moment gewoon weer informeren over de opvolging van die acties. Als dat voor de heer Thijssen voldoende is, dan geef ik ook deze motie oordeel Kamer.

De heer Thijssen (PvdA):

Ik wil de motie aanhouden, voorzitter.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Thijssen stel ik voor zijn motie (32813, nr. 1244) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan gelijk door met een volgend tweeminutendebat met dezelfde minister en dezelfde woordvoerders.

Naar boven