8 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Voorzitter: Azarkan

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Aan de orde is het tweeminutendebat Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) (CD d.d. 31/05).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, als opvolging van het commissiedebat van 31 mei jongstleden. Ik heet de mensen die het debat op afstand volgen van harte welkom, en ook de Kamerleden die aanwezig zijn en zich ingeschreven hebben — dat is een zestal — en natuurlijk de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de heer Adema. Ik geef graag het woord aan de eerste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer De Groot namens de fractie van D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. We hebben een goed debat gehad met de minister, maar het viel op dat de minister echt van de spierballen is: een controle die stevig is en soms zelfs té stevig. We hebben in het coalitieakkoord met elkaar afgesproken om slimmer en effectiever te gaan controleren. Dat is los van het stevige, want dat is prima.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet de positie van de NVWA wil versterken;

overwegende dat het coalitieakkoord stelt dat het tariefgebouw wordt hervormd om te komen tot arrangementen en abonnementen die differentiëren naar bedrijfsgrootte waarbij goed gedrag en naleving worden beloond;

overwegende dat de verwerkende industrie via private kwaliteitssystemen in toenemende mate verantwoordelijkheid neemt voor de productiewijze van de primaire sector op gebieden als dierenwelzijn en milieu;

overwegende dat de verwerkende industrie met geïntegreerde ketens marktkansen kan realiseren;

overwegende dat de efficiëntie en effectiviteit van overheidscontroles op de productiewijze kan toenemen door geïntegreerde ketens, en dat het bedrijfsleven daarvan kan profiteren door lagere tarieven;

overwegende dat het project ketenborging al is ingezet naar aanleiding van de paardenvleesaffaire, maar dat dit project lijkt te zijn doodgebloed;

verzoekt de regering te komen tot arrangementen en abonnementen die differentiëren naar de mate waarin de verwerkende industrie verantwoordelijkheid neemt voor de productiewijze van de primaire sector,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tjeerd de Groot en Van Campen.

Zij krijgt nr. 217 (33835).

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Je zal die tweede zin maar hebben bedacht. Ik kijk naar de heer Van Campen.

Dan ga ik gauw door.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Economisch Instituut voor de Bouw het aanleggen van bluswatervoorzieningen heeft aangemerkt als een schadebeperkende maatregel;

overwegende dat er bij 70% van de stalbranden niet genoeg bluswater beschikbaar is om het vuur te dempen;

overwegende dat er een verplichte jaarlijkse brandveiligheidskeuring zal plaatsvinden;

overwegende dat brandveiligheid in ieders belang is;

verzoekt de regering deze keuring uit te laten voeren door de brandweer;

verzoekt de regering om de controle op adequate bluswatervoorziening deel te laten zijn van de jaarlijkse keuring,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tjeerd de Groot en Akerboom.

Zij krijgt nr. 218 (33835).

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank, meneer De Groot. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Akerboom namens de fractie van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Vorige week spraken we over het structurele, georganiseerde dierenleed in de vleessector en ook deze minister sprak over structurele dierenmishandeling. Sommige partijen spreken nog steeds over incidenten, maar de sector neemt hoe dan ook onvoldoende verantwoordelijkheid. Er gaat al jaren te veel fout. Tegelijk heeft de toezichthouder NVWA veel te weinig capaciteit om overal te zijn, alles te zien en om bij leed in te grijpen. Er blijven maar signalen komen dat binnen de NVWA mensen zijn die niet eens wíllen dat er wordt ingegrepen. En dan valt de toezichthouder ook nog onder de directe verantwoordelijkheid van het ministerie dat ook de economische belangen van de sector behartigt, maar goed.

In het debat zei de minister dat we toe moeten naar nul dierenwelzijnsovertredingen in slachthuizen. Dat gaat met deze uitgangspunten, met deze onvoorstelbare hoeveelheid dieren en met dit moordende tempo gewoon niet lukken. Vandaar als eerste stap deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer drie jaar geleden opriep om de slachtsnelheid in slachthuizen direct te verlagen;

overwegende dat er nu een onderzoek ligt waaruit blijkt dat de risico's voor dierenwelzijn en voedselveiligheid groter worden bij een hogere slachtsnelheid;

constaterende dat door dit onderzoek bekend is welke factoren de risico's verder vergroten;

verzoekt de regering alle slachthuizen zo snel als mogelijk te beoordelen, waarbij de slachtsnelheid direct omlaag moet als er risicofactoren worden gezien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Akerboom, Tjeerd de Groot en Thijssen.

Zij krijgt nr. 219 (33835).

Dank u wel voor uw bijdrage, mevrouw Akerboom. Dan zijn we aangekomen bij de heer Graus. Ik kijk naar rechts. Ja, daar zit ie! Meneer Graus, aan u het woord, namens de fractie van de PVV.

De heer Graus (PVV):

Dank, meneer de voorzitter. Bij mij zijn moties niet echt nodig, want ik heb op dit dossier flink wat toezeggingen gehad. Ik weet niet of ze zo zijn opgenomen; dat moet ik even controleren. Zo heb ik bijvoorbeeld gevraagd om de numerus fixus aan te passen. Ik zei ook dat het voldoende moet zijn als je in één exact vak een vwo A-diploma hebt, dat het niet per se twee exacte vakken moeten zijn. Dat is de reden dat ik werd uitgesloten, terwijl ik misschien een betere dierenarts was geworden dan al die mensen die wel in één keer werden ingeloot.

Ik heb het over knaagbranden gehad en die zijn nu niet meegenomen. Dat vond ik jammer aan de motie van meneer De Groot. Het blijkt namelijk dat heel veel branden knaagbranden zijn, door knaagdieren veroorzaakt. Ik had ook nog graag een toezegging dat die worden meegenomen.

Het "Stable Safe"-systeem, dus dat de wanden van stallen waarin bijvoorbeeld varkens zitten, naar buiten vallen, zodat ze kunnen vluchten. Want alleen een sprinklerinstallatie is niet voldoende. Dan stikken ze juist nog voordat de brandweer er is. Ze moeten kunnen vluchten. Stable Safe zou ook worden meegenomen.

Ik vroeg ook dat dierenartsen uit landen moeten komen waar ze dezelfde normen en waarden hebben als wij. Ik heb bijvoorbeeld liever dierenartsen uit Italië dan uit landen waar ze het woord "dierenwelzijn" nog moeten uitvinden, bijvoorbeeld voormalige Oostbloklanden. Ik wil niet generaliseren, maar ze gaan daar veel ruwer met dieren om en dat moeten we hier niet willen.

Tot slot. We hebben samen met de Partij voor de Dieren zeventien jaar lang gevochten voor een levenslang houdverbod en een verhoging van de straffen. Nu heeft de minister mij in het debat toegezegd dat een levenslang houdverbod ook meteen een beroepsverbod is. Ik heb dat nagevraagd en dat schijnt niet helemaal zo te zijn. Moet ik dat dan als een toezegging beschouwen? Daar hoor ik graag een reactie op van de minister.

Tot slot, meneer de voorzitter, want mijn tijd zit er bijna op. Ik wil echt dat de minister terugkomt op die sluiting. Bij recidivisten moet het bedrijf echt permanent gesloten worden, als ze al zo veel sluitingen achter de rug hebben. Daar had ik ook nog graag een toezegging op gehad.

Dank u wel. Gezegende avond.

De voorzitter:

Dank, en ook voor u een gezegende avond, meneer Graus. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Campen namens de fractie van de VVD.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederlandse wet- en regelgeving op het gebied van informatie op etiketten aanzienlijk strenger is dan de Europese regelgeving, die een veel ruimere richtlijn voor taal op etiketten hanteert;

constaterende dat de Europese Commissie in 2020 heeft berekend dat consumenten in de Unie circa 14 miljard euro te veel betalen voor alledaagse producten, terwijl producenten wel profiteren van de vrije Europese markt;

van mening dat regelgeving, bijvoorbeeld op het gebied van etikettering, niet strijdig mag zijn met het principe van vrij verkeer van goederen;

verzoekt de regering te inventariseren welke wet- en regelgeving, bijvoorbeeld taaleisen, dit vrije verkeer van goederen tussen lidstaten momenteel in de weg staat;

verzoekt de regering de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling LNV te informeren, met daarbij een voorstel hoe zij deze belemmeringen voor het verkopen van producten binnen de Europese interne markt wegneemt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Campen en Tjeerd de Groot.

Zij krijgt nr. 220 (33835).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Impactanalyse integratie KDS binnen de NVWA geen uitsluitsel geeft over de financiële gevolgen die een eventuele "reistijd = werktijd"-regeling (RT=WT) met zich meebrengt;

constaterende dat de analyse incalculeert dat de retribueerbare kosten voor de roodvleessector stijgen met circa 6,3 miljoen tot 10 miljoen euro door de overgang van KDS naar NVWA, maar dat deze analyse ervan uitgaat dat reistijd = werktijd niet van toepassing is voor de overkomende medewerkers;

van mening dat hierdoor nog volstrekt onvoldoende duidelijk is wat de financiële gevolgen zijn van de inhuizing van KDS bij de NVWA;

verzoekt de regering bij de cao-onderhandelingen over de inhuizing maximaal in te zetten op het niet van toepassing laten zijn van de "reistijd = werktijd"-regeling;

verzoekt de regering, indien deze regeling onverhoopt en ongewenst toch tot het onderhandelingsresultaat behoort, de financiële gevolgen hiervan per taakstelling binnen de NVWA zelf te dekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Campen, Vedder, Tjeerd de Groot, Van der Plas en Bisschop.

Zij krijgt nr. 221 (33835).

Ook aan u dank voor uw bijdrage, meneer Van Campen. Dan geef ik graag het woord aan de heer Boswijk namens de fractie van het CDA.

De heer Boswijk (CDA):

Dank, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het van belang is om verminderde dierzorg in een vroeg stadium op te sporen;

overwegende dat het beter is om ondernemers te begeleiden bij het zo snel mogelijk verbeteren van dierzorg in plaats van alleen maar boetes op te leggen;

overwegende dat het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren agrarische erfbetreders in staat stelt om een melding te doen van vermoedens van verminderde dierzorg;

overwegende dat dit loket in financiële nood verkeert;

verzoekt de regering om het belang van dit loket te onderschrijven en te verkennen op welke manier de financiële problemen kunnen worden opgelost, bijvoorbeeld door hier korte- en langetermijnafspraken over te maken in het Convenant dierwaardige veehouderij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Boswijk en Tjeerd de Groot.

Zij krijgt nr. 222 (33835).

Dank, meneer Boswijk. Dan zijn we aangekomen bij de laatste spreker, de heer Thijssen namens de fractie van de PvdA.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank, voorzitter. We hebben een belangrijk debat gehad over een belangrijk instituut in Nederland. Dat instituut moet zorgen voor voedselveiligheid, maar ook bijvoorbeeld voor dierenwelzijn.

We hebben best wel veel gepraat over het idee dat er ook wel misstanden zijn bij die organisatie. Op een gegeven moment werd het best verwarrend. Ik wil dus een informatieverzoek doen aan de minister. In 2019 is er een rapport geweest. Daar is een appreciatie op gekomen. Daarin stonden allemaal actiepunten hoe de misstanden en de zaken die niet goed genoeg gingen bij de NVWA verholpen zouden worden. Op een gegeven moment raakte ik een beetje de weg kwijt, dus ik zou aan de minister willen vragen of ik een update kan krijgen van die appreciatie en hoe het staat met alle actiepunten die toen zijn afgesproken.

Ik wil ook aan de minister vragen, aangezien we het medewerkerstevredenheidsonderzoek van 2022 niet krijgen, of hij hiermee bekend is en of hij ons in ieder geval in die brief op hoofdlijnen kan laten weten wat er in dit medewerkerstevredenheidsonderzoek staat.

Na de appreciatie en alle actie die er is geweest — daarover hebben we gedebatteerd — hebben we in april op de tv bij een uitzending van EenVandaag kunnen zien dat er nog steeds heel veel misstanden zijn bij de NVWA. Er zou een angstcultuur zijn. Daarom is mijn fractie van mening dat het gerechtvaardigd is om een plan van aanpak te vragen, om ervoor te zorgen dat alle medewerkers op een goede manier hun werk kunnen doen en dat er een veilige werkcultuur is bij de NVWA.

Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoeken, ervaringsverslagen en misstanden herhaaldelijk blijkt dat ten minste delen van de NVWA niet naar behoren functioneren;

overwegende dat interne cultuurverschillen en een gebrek aan uniformiteit als reden worden genoemd voor het tekortschieten op de toezichthoudende taken;

overwegende dat voor een deel van de medewerkers een ongezonde werksituatie is ontstaan;

verzoekt de regering om met een plan van aanpak te komen voor een cultuurverandering binnen de NVWA en deze met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen, Bromet en Akerboom.

Zij krijgt nr. 223 (33835).

Dank ook voor uw bijdrage, meneer Thijssen. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de Kamer. De minister heeft aangegeven tien minuten nodig te hebben. Ik schors de vergadering tot 20.40 uur.

De vergadering wordt van 20.31 uur tot 20.39 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg op het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad ... Dat zeg ik verkeerd. Aan de orde is het tweeminutendebat Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. We zijn aangekomen bij de appreciatie van de moties door de minister. Ik geef graag het woord aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, maar voordat ik dat doe, toch even het volgende. Ik stel voor dat de minister begint met de appreciatie van de moties, zo nodig gevolgd door een of twee motiverende zinnen. Ik laat een enkele vraag toe. Het is niet de bedoeling, collega's, dat we hier uitgebreid het debat gaan overdoen. U heeft een aantal uur met elkaar kunnen discussiëren. Dit is de afronding van dat debat. Ik vermeld ook even dat mevrouw Bromet voor de heer Thijssen waarneemt en de appreciatie van diens motie zal overbrengen.

Meneer de minister, aan u het woord.

Adema:

Dank u wel, meneer de voorzitter. Dat mevrouw Bromet dat doet, verbaast mij helemaal niks. Dat komen we de laatste tijd vaker tegen, namens elkaar het woord voeren.

Ik zal eerst een aantal vragen beantwoorden. Daarna zal ik een zevental moties appreciëren. Eerst de vraag van de heer Graus over het levenslang houdverbod: hoe zit dat? De nieuwe wet geeft die mogelijkheid wel degelijk, want ook op slachthuizen is de wet van toepassing. Hij geldt dus ook voor mensen die werkzaam zijn in het slachthuis. Zij kunnen een gebiedsverbod krijgen. Ook kan hun certificaat worden ingenomen. Dat zit dus allemaal in de wet.

Dan de vraag van de heer Graus hoe het staat met de toezegging over de numerus fixus voor dierenartsen. Volgens mij hebt u het druk gehad tijdens het commissiedebat, want ik heb toen ook gezegd dat ik in gesprek ga met Utrecht om te kijken of we de numerus fixus kunnen ophogen om het aantal dierenartsen te laten toenemen. Maar dat moet ik wel de faculteit bespreken, dat begrijpt u. Dat ga ik dus op korte termijn doen.

U hebt ook een vraag gesteld over de zogenaamde "knaagbranden", ook in het kader van de Stable Safesystematiek. Zoals u weet, is de WUR bezig met een onderzoek naar stalbranden en beperkende maatregelen. Ik heb u gezegd dat we die systematiek meenemen in dat onderzoek. Daar kom ik dus nog op terug.

Dan de vraag van de Partij van de Arbeid, dus mevrouw Bromet: daar komt ie! In 2019 is er een rapport verschenen van 2Solve over de NVWA. Kan daarover een update komen? In onze brieven, ook in de laatste brief over de NVWA, hebben wij heel veel zaken meegenomen die juist te maken hebben met de ontwikkelingen binnen de NVWA, ook ten aanzien van de veiligheid en de acties die genomen worden. We hebben het daar ook in het debat over gehad. Ik ben dus eigenlijk niet van plan om dat uitgebreid in een update mee te nemen. Bij een volgende NVWA-brief wil ik dat graag weer doen. Als mevrouw Bromet daar wat specifieker informatie over wil hebben en acties van de ig wil hebben, is de ig altijd bereid om daarover in gesprek te gaan, zoals dat overigens met de heer Thijssen al gepland is, zo heb ik begrepen.

Dan de vraag over het medewerkerstevredenheidsonderzoek: ben ik bereid om de Kamer namens de NVWA daarover te informeren? Het is een intern onderzoek. Dit moet ook een beetje blijven in de sfeer van de werkgevers- en werknemersverhoudingen. Wat mij betreft ga ik de Kamer daar niet over informeren omdat dit niet gepast is. Maar als u daar meer over wilt weten, bent u altijd welkom bij de ig van de NVWA om daarover door te spreken. Hij staat daar wel voor open.

Dan heb ik een zevental moties, meneer de voorzitter. Allereerst de motie op stuk nr. 217, die gaat over de ketenborging. Dit is ook een uitwerking van het belonen van goed gedrag, zoals dat ook in het coalitieakkoord is vermeld: differentiatie in de handhaving. In die zin is het heel goed om de keten zelf die verantwoordelijkheid te laten nemen en om de keten de ruimte te geven. Overigens kan dat niet altijd, want we moeten af en toe ook de Europese regelgeving toepassen, waarin we gewoon een positie hebben. Dan moeten wij gewoon wel. Los daarvan geef ik deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 217: oordeel Kamer.

Adema:

Dan de motie op stuk nr. 218, over de stalbranden. Zoals ik al zei, zijn we bezig met een onderzoek bij de WUR om te kijken naar een integraal pakket aan maatregelen om stalbranden te voorkomen. In deze motie wordt specifiek gevraagd naar het bluswater en om dat mee te laten wegen bij de brandveiligheidskeuring. Dat punt geef ik oordeel Kamer. Alleen, er staat ook in dat wij de brandweer daarvoor opdracht moeten geven. Wij maken bij keuringen echter gebruik van meerdere bevoegde instituten. De heer De Groot spitst het nu helemaal toe op de brandweer. Die zou er eigenlijk uit moeten. Er zou eigenlijk moeten staan: "om de keuring te laten uitvoeren door daartoe bevoegde instituten". Maar de doelstelling is helder en onderschrijf ik. Daarom geef ik oordeel Kamer, mits die aanpassing in de redactie wordt gedaan.

Dan hebben we de motie …

De voorzitter:

Eén ogenblik, meneer de minister, want dat vraagt om een reactie van de indiener.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De gedachte achter de brandweer is dat deze er verstand van heeft — dat is bijvoorbeeld ook zo in het geval van studentenhuizen — en dat dit de boeren niks kost. Dat was een beetje het idee. Op die manier haal je een drempel weg. Als ik ervan maak "onder meer de brandweer", dan geeft dat de minister de ruimte om ook die andere instituten te laten deelnemen.

De voorzitter:

"Onder andere" of "onder meer"?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

"Onder andere".

Adema:

Uitstekende oplossing.

De voorzitter:

Uitstekende oplossing. Dan gaan we 'm op die manier wijzigen.

De voorzitter:

De gewijzigde motie-Tjeerd de Groot/Akerboom (33835, nr. 224, was nr. 218) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Economisch Instituut voor de Bouw het aanleggen van bluswatervoorzieningen heeft aangemerkt als een schadebeperkende maatregel;

overwegende dat er bij 70% van de stalbranden niet genoeg bluswater beschikbaar is om het vuur te dempen;

overwegende dat er een verplichte jaarlijkse brandveiligheidskeuring zal plaatsvinden;

overwegende dat brandveiligheid in ieders belang is;

verzoekt de regering deze keuring uit te laten voeren door onder andere de brandweer;

verzoekt de regering om de controle op adequate bluswatervoorzieningen deel te laten zijn van de jaarlijkse keuring,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 224, was nr. 218 (33835).

Adema:

Met die aanpassing geef ik 'm nog steeds oordeel Kamer.

De voorzitter:

Helder. De motie op stuk nr. 218: oordeel Kamer.

Adema:

Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 219. Daar moet even een verhaal bij. Kijk, normaal is het zo dat wanneer de NVWA in slachthuizen komt, zij een beoordeling doet van de risico's die daar gelopen worden. De mogelijkheid is er inderdaad om de slachtsnelheid naar beneden te brengen. Wij kunnen dat niet generiek doen. Wij kunnen dat alleen doen in de specifieke gevallen waarin we zien dat de slachtsnelheid risicoverhogend is en er dus echt risico gezien wordt. Dat zegt mevrouw Akerboom ook in deze motie. In die situaties zullen wij deze motie uitvoeren en vanuit dat perspectief kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 219: met die interpretatie oordeel Kamer.

Adema:

Dan de motie op stuk nr. 220 van de heer Van Campen over het vrij verkeer van levensmiddelen. Ik vraag de heer Van Campen om de motie aan te houden, en anders moet ik 'm ontraden. De heer Van Campen bedoelt dat taal op etikettering geen belemmering mag zijn om producten vanuit bijvoorbeeld aanpalende lidstaten op de Nederlandse markt te brengen en daarmee bijvoorbeeld A-merken wat meer competitief in de markt te zetten. Daar komt het uiteindelijk op neer. Als in Duitsland de etiketten in de Duitse taal zijn, dan moeten ze in Nederland, op de Nederlandse markt, in de Nederlandse taal gebracht worden. Dat maakt het heel erg lastig om dit te gaan doen. Nogmaals, ik heb ook tijdens het debat gezegd dat dit de competentie is van de minister van Economische Zaken. Ik heb toegezegd dat ik met Economische Zaken het gesprek hierover aanga, om te kijken wat we wel kunnen gaan doen, en daar wil ik me ook echt voor inzetten. Dan kunt u 'm altijd nog aanhouden. En later, als ik daarop terugkom en daarover rapporteer aan de Kamer, kunnen we het daarover hebben. Anders moet ik 'm nu ontraden.

De voorzitter:

Het verzoek is om de motie aan te houden. Dan ga ik naar meneer Van Campen.

De heer Van Campen (VVD):

Dat ga ik toch niet doen.

De voorzitter:

Helder.

De heer Van Campen (VVD):

Want zelfs in onze eigen fractie was er discussie over of het nou bij EZK ligt of bij LNV, omdat de NVWA erop toeziet. Er is zelfs een VWS-component, als het gaat om levensmiddelen. Het mooie van een motie is dat het niet zozeer een verzoek is aan minister Adema. Nee, de motie verzoekt de regering. Omdat de regering met één mond spreekt, denk ik dat de wijsheid bij het kabinet belegd is om daar een goede invulling en vorm aan te geven, als deze motie hopelijk zal worden aangenomen, dus we zullen 'm gewoon in stemming brengen.

De voorzitter:

Dank. Dan is de motie op stuk nr. 220 ontraden.

Adema:

Nog een kleine toevoeging. Het gaat hier om etikettering van voedselproducten. Eigenlijk hoort dit onderwerp zelfs helemaal bij VWS te liggen, want het gaat om voedselzekerheid. U vraagt ook om er bij de begroting voor LNV op terug te komen. U legt het wel heel erg neer bij LNV, terwijl u zelf ook aangeeft dat het rijksbreed is. Nogmaals, in eerste instantie is de minister van VWS verantwoordelijk voor alles wat met voedsel te maken heeft, dus met etikettering en met voedselverkoop. Als het gaat om de interne markt is de minister van Economische Zaken aan de orde. U legt het nu op mijn bordje, maar … Ik voel me voor al het regeringsbeleid verantwoordelijk, geen discussie daarover, maar we hebben nou een keer vakdepartementen. In die zin voel ik me hier ook minder verantwoordelijk voor dan bij andere moties die voorbijgekomen zijn.

De voorzitter:

Overigens luidt het dictum niet "bij" de begrotingsbehandeling, maar "voor", dus het is meer een tijdsbepaling dan dat het tijdens die begroting moet worden gedaan.

Adema:

Ja, daar hebt u gelijk in. Heel scherp.

De heer Van Campen (VVD):

Aanvullend, het geldt niet alleen voor levensmiddelen, er zijn ook voorbeelden van A-merk-gereedschappen waar dit voor geldt. Het is wel de inspectie van deze minister die toeziet op de betreffende regelgeving. Ik denk dat het dus juist vanuit het toezicht, het toeziend kader en de inspectie waar we vandaag het debat over voeren, goed is als de minister misschien en marge van de ministerraad de collega's bij elkaar zou roepen om te kijken bij wie het belegd is, om dit probleem eens een keer op te lossen. Je kunt dit in 2023 prima ondervangen met QR-codes, via internet-etiketten. Er is zelfs een grote digitale supermarktketen die dit ook al doet; "op reis voor de beste prijs" heet die actie.

De voorzitter:

Dank, meneer Van Campen.

De heer Van Campen (VVD):

Volgens mij moeten we de regelgeving daarmee in lijn brengen, voorzitter.

De voorzitter:

Daarmee is de motie op stuk op stuk nr. 220 ontraden.

Adema:

Dat klopt, voorzitter. Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 221, over de oproep, naar aanleiding van de impactanalyse en de inhuizing van KDS, om geen afspraken te maken bij de cao-onderhandelingen over het "reistijd = werktijd"-principe. Overigens doet deze minister dat niet, maar de ig van de NVWA. Ik kan de boodschap aan hem overbrengen. Het andere verzoek is om de financiële gevolgen hiervan per taakstelling binnen de NVWA zelf te dekken. Ik ontraad de motie. Dat komt ook omdat ik hier een financiële toezegging zou moeten doen waarover niet met Financiën gecommuniceerd is en waar ik dus ook geen dekking voor heb. Dus ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 221 is ontraden. Heel kort, meneer Van Campen.

De heer Van Campen (VVD):

Ik denk dat Financiën blij is met deze motie, want deze motie roept eigenlijk juist op om het met gesloten portefeuille te doen. Als de minister van Financiën mee zou kijken bij dit debat vandaag, zou ze zeggen dat ze het bij de LNV-commissie zelf oplossen door die motie van Van Campen. Ik denk dat de minister blij kan zijn met deze motie.

De voorzitter:

Ik weet niet of u hem zo snel overtuigt. Meneer Adema.

Adema:

Nee, zo snel word ik niet overtuigd.

De voorzitter:

Ik vermoedde al zoiets.

Adema:

Ik ben per slot van rekening ook een Fries; u weet hoe dat werkt.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 221 is ontraden.

Adema:

Die blijft ontraden.

Dan ga ik naar de motie van de heer Boswijk op stuk nr. 222 over de financiën van het vertrouwensloket. Dit loket is van groot belang, dat onderschrijf ik van harte. Het bieden van juiste hulp aan veehouders moet geregeld worden. Dat vereist ook de juiste financiële ondersteuning. Ik geef deze motie dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

U kunt haar ook overnemen. Dat kan nog steeds. U was er zo enthousiast over.

Adema:

Ja, ik wil de motie ook overnemen, meneer de voorzitter. Maar dan moet meneer …

De voorzitter:

We hebben heel veel moties per jaar en we kijken ook af en toe of we dat aantal wat kunnen beperken. Als daar in de Kamer geen bezwaar tegen is — dat moet ik formeel vragen — dan wordt die motie overgenomen. Dat kan ook.

Adema:

Bij dezen, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

De motie-Boswijk/Tjeerd de Groot (33835, nr. 222) is overgenomen.

De voorzitter:

De heer Boswijk zakt wat plaatsjes op de index. Maar ja, dat is een perverse prikkel. Gaan we niet doen.

Dan de motie-Thijssen c.s. op stuk nr. 223, meneer de minister.

Adema:

Ja. Dank u wel, meneer de voorzitter. Die ontraad ik. Dat heeft er alles mee te maken dat we in de brief en in het debat uitvoerig hebben gesproken over de aanpak binnen de NVWA van de cultuurverandering. De ig is zich daar ook van bewust. Overigens loopt dat traject al langer, vanaf 2019, vanuit 2Solve. Op die ingeslagen weg moeten we doorgaan. Ik ontraad deze motie dus, voorzitter.

Dank u wel. Dat waren ze.

De voorzitter:

Dank. Dat waren ze. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat over de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt aanstaande dinsdag, 13 juni, gestemd. Ik dank de Kamerleden die deel hebben genomen, de minister en de mensen die het debat op afstand hebben gevolgd. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven