4 Arbeidsongeschiktheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsongeschiktheid (CD d.d. 07/12).

De voorzitter:

Inmiddels lopen we bijna twintig minuten achter op het schema, dus de turbo moet er echt op. Aan de orde is thans het tweeminutendebat Arbeidsongeschiktheid. Het commissiedebat vond plaats op 7 december jongstleden. We hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Van Beukering-Huijbregts van D66. Ik geef haar graag het woord.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister en de ambtelijke ondersteuning voor het commissiedebat.

We hebben het in het commissiedebat gehad over de banenafspraak en over de vraag of we hier de WIA niet beter bij kunnen betrekken. Ik heb daar nog een paar vragen over aan de minister. Ik ben benieuwd hoe het daarmee staat. Is er een onderzoek? Ik denk dat de banenafspraak mooi kan zijn voor de WIA, vooral ook voor 35-minners. Ik ben benieuwd hoe de minister daarover denkt.

Ik heb nog een motie. Ik ga die snel voorlezen om het tempo erin te brengen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verzekeringsartsen vaak zonder voorkennis een WIA-claimbeoordeling ingaan;

constaterende dat de KNMG-richtlijn "Omgaan met medische gegevens" het delen van relevante medische gegevens ten behoeve van een WIA-claimbeoordeling niet in de weg staat;

overwegende dat veel cliënten de WIA-claimbeoordeling als zeer belastend en onprettig ervaren;

overwegende dat het voorafgaand aan een claimbeoordeling beschikken over medische informatie kan bijdragen aan de kwaliteit van de beoordeling en het verkorten van de tijd per claimbeoordeling;

overwegende dat een kortere tijd per claimbeoordeling bij kan dragen aan het verhogen van de beoordelingscapaciteit van het UWV en dientengevolge kan bijdragen aan het verkorten van de achterstanden;

verzoekt de regering om in 2023 een pilot te starten waarbij het UWV cliënten vooraf aan de WIA-claimbeoordeling proactief vraagt om vrijwillig voor de beoordeling relevante medische gegevens te delen met de verzekeringsartsen van het UWV met als doelstelling de kwaliteit van de beoordeling te verhogen alsmede de tijd per claimbeoordeling te verkleinen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Beukering-Huijbregts.

Zij krijgt nr. 1164 (29544).

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Ik wil mijn collega's heel hartelijk danken voor het afgelopen jaar. Dit is volgens mij het laatste tweeminutendebat dat ik op mijn agenda heb staan. Ik verheug mij erop om elkaar weer op een ander moment tegen te komen. Dan houd ik vijftien seconden over. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dat is allemaal wederzijds. Mevrouw Kathmann van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Dank, voorzitter. Voor de mensen die nu intunen wil ik nogmaals gezegd hebben dat ik hier mede sta namens mevrouw Maatoug van GroenLinks, die helaas door ziekte dit debat niet kan meemaken. Het is alweer een tijdje geleden dat we met elkaar hebben gedebatteerd over arbeidsongeschiktheid. We hebben geconstateerd dat mensen die arbeidsongeschikt zijn eigenlijk dubbel gestraft worden. Je bent al ziek en je staat al aan de kant en daarbij word je ook nog eens gekort en loop je allerlei kansen mis die je misschien wel nog zou willen grijpen. We gaan er in ons systeem altijd maar vanuit dat de kansen op de arbeidsmarkt gelijk zijn, maar dat is gewoon niet zo. Dat moet anders en dat kan anders. Wat de PvdA en GroenLinks betreft horen daar twee moties bij.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet maatregelen uitwerkt om het tweede jaar loondoorbetaling in principe te richten op het tweede spoor;

verzoekt de regering hierbij de rechten en positie van werkenden niet aan te tasten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kathmann en Maatoug.

Zij krijgt nr. 1165 (29544).

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Bij de tweede motie hoort ook een vraag. We hebben lang en veel gepraat over de hardheden in de WIA. Wat GroenLinks en de PvdA betreft is men nog steeds een beetje het spoor bijster. Daarom aan de minister de volgende vragen. Welke hardheden worden nou wanneer aangepakt? En vooral: met welke dekking gaat dat straks gebeuren? Die antwoorden hoor ik graag. Toch dien ik ook de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er al veel bekend is over de onrechtvaardige en uitlegbare onderdelen van de WIA;

van mening, dat onrechtvaardigheden zo snel mogelijk opgelost moeten worden in plaats van belegd bij een onderzoekscommissie;

verzoekt de regering direct aan de slag te gaan om evidente hardheden uit de WIA te halen, in ieder geval waar het gaat om de ondergrens van 35% arbeidsongeschiktheid, de vervolguitkering en het CBBS-systeem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kathmann en Maatoug.

Zij krijgt nr. 1166 (29544).

Dan is het woord aan de heer De Kort van de VVD.

De heer De Kort (VVD):

Ik hoor dat de voorzitter er iets bij gaat verzinnen, maar dat is toch niet de bedoeling.

Voorzitter. Als je om welke reden dan ook arbeidsongeschikt raakt, heeft dat heel veel impact. Ik denk dat sport een bijdrage kan leveren om een handicap of mentale uitval te accepteren, en dat sport eraan bijdraagt om weer arbeidsfit te worden en het zelfvertrouwen en het vertrouwen in het lichaam terug te winnen. Hier en daar in het land wordt er door het UWV doorverwezen, maar nog niet overal en ook nog niet genoeg. Ik denk dat het beter en duidelijker kan. Daarom kom ik met een motie, die de heer Bosma namens mij zal voordragen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ruim 350.000 burgers een WIA-uitkering en ruim 240.000 een Wajong-uitkering ontvangen;

overwegende dat veel mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering binnen hun vermogen zouden moeten deelnemen aan de arbeidsmarkt;

overwegende dat sport als middel kan bijdragen bij het accepteren van een (mentale) ziekte of handicap en zodoende ervoor kan zorgen dat de betreffende doelgroep onzekerheid kan ombuigen naar vertrouwen in zichzelf en in hun lichaam;

overwegende dat de verbeterde gezondheid van mensen met een (mentale) ziekte of handicap in de WIA of Wajong een stimulans is voor re-integratie naar werk;

verzoekt de regering om in overleg met het UWV cliënten actief te wijzen op sport als middel om re-integratie naar werk te bevorderen;

verzoekt de regering om in overleg met het UWV te bespreken hoe sport als middel nog beter en duidelijker als onderdeel van re-integratie naar werk kan worden ingezet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Kort.

Zij krijgt nr. 1167 (29544).

Ik heb de motie voorgelezen omdat de heer De Kort een uitdaging heeft op visueel gebied. Dit even voor de mensen die zich afvragen wat er aan de hand is. Dan is het woord aan de heer Léon de Jong van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter, hartelijk dank. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de voorgenomen vereenvoudigde claimbeoordeling waardoor circa 5.000 60-plussers ten onrechte volledig arbeidsongeschikt worden verklaard te schrappen en ervoor te zorgen dat claimbeoordelingen eerlijk plaatsvinden;

verzoekt de regering tevens om binnen het bestand van onbenut arbeidspotentieel actief te werven naar geschikte kandidaten met als doel de capaciteit voor medische keuringen te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Léon de Jong.

Zij krijgt nr. 1168 (29544).

De heer Léon de Jong (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Palland van het CDA.

Mevrouw Palland (CDA):

Voorzitter, dank. We hebben een belangrijk commissiedebat gehad, onder andere over hardheden in de WIA en het CBBS-systeem dat geactualiseerd moet worden. De minister heeft ook toegelicht dat er voor de mensen die voor minder dan 35% zijn afgekeurd, de zogenaamde WIA-35-minners, wel begeleiding naar werk beschikbaar is en dat we nog een brief krijgen over hoe die dienstverlening er precies uitziet en de mogelijkheden tot uitbreiding. Ik had los daarvan nog een motie voorbereid over het toepassen van een beroependatabase met aandacht voor belastbaarheid, om daar beter op te matchen, maar ik ben er in aanloop naar dit tweeminutendebat nog eens even goed ingedoken. Ik ben tot de conclusie gekomen dat die motie overbodig is, want er ligt al een rapport.

De voorzitter:

Kijk. Hoe minder moties, hoe beter.

Mevrouw Palland (CDA):

Zo is het. Nou, niet altijd, maar overbodige moties moeten we niet indienen. Er ligt een rapport van SEO Economisch Onderzoek naar bestaande beroependatabases met aandacht voor belastbaarheid. Dat kan benut worden om een bijdrage te leveren aan werkhervatting uit de WIA-re-integratie in het tweede spoor en/of voor Wajongers. Ik neem aan dat dat rapport er niet voor niks ligt, dus dat de minister daar ook gewoon mee aan de slag gaat. Dan hoef ik geen motie in te dienen.

De voorzitter:

Heerlijk. De heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ook fijn dat we het debat met elkaar hebben kunnen voeren.

Wij hebben het tijdens onze bijdrage vooral gehad over de ziektes die minder objectiveerbaar vast te stellen zijn. Denk aan een B12-tekort, endometriose en sinds kort ook long covid, waarbij je ziet dat mensen tussen wal en schip komen te vallen omdat die niet voldoende vastgesteld kunnen worden. Mensen vallen dus buiten de boot, terwijl ze ook niet aan het werk kunnen maar wel alle verplichtingen van dien hebben. Vooruitlopend op de uitslagen wat betreft de stelselwijziging, die nog moeten komen, is het goed om te kijken waar recht gedaan kan worden in deze groep zolang er nog geen definitieve stelselwijziging is. Daarom de volgende motie, samen met de heer Van Kent.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat mensen met een minder zichtbare arbeidsbeperking als endometriose, autisme, B12-tekort en bijvoorbeeld long covid hun werk niet meer kunnen uitvoeren, maar vaak ook volgens verzekeringsarts en arbeidsdeskundige niet in aanmerking kunnen komen voor een WIA-uitkering en daardoor in de bijstand terechtkomen;

overwegende dat OCTAS het gehele CBBS tegen het licht houdt, maar dat deze resultaten niet op korte termijn verwacht kunnen worden;

verzoekt de regering vooruitlopend op de resultaten van OCTAS zich in te zetten voor betere expertise van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen op het gebied van minder zichtbare arbeidsbeperkingen zoals, maar niet uitsluitend, endometriose, autisme, B12-tekort en long covid, onder andere door de Functionele Mogelijkhedenlijst, de FML, te herzien en daarin ook meer ruimte te geven voor maatwerk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Van Kent.

Zij krijgt nr. 1169 (29544).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister, die kort en puntig door de moties gaat.

Minister Van Gennip:

Ja, voorzitter. Ik doe het per spreker. Ik ga dus tegelijk op de vragen en de moties in. Zo ziet u maar weer dat elk voorbereidingsteam een andere methodiek heeft.

De motie op stuk nr. 1164 van mevrouw Van Beukering over gegevensuitwisseling lijkt mij een heel belangrijke. We hebben het er in het debat ook even over gehad om dat inderdaad in te zetten om die pilot te beginnen. Ik wil daarom deze motie oordeel Kamer geven. In het kader van de puntigheid zal ik niet zeggen wat ik er allemaal heel mooi aan vind.

De eerste motie van mevrouw Kathmann, die op stuk nr. 1165, gaat over het tweede spoor. Ik vind deze motie wat prematuur. We zijn natuurlijk aan het werken aan de uitwerking van de arbeidsmarkthervorming. Daar speelt deze natuurlijk ook een rol, want deze is onderdeel van het SER-MLT. De arbeidsmarkthervorming wordt mede gebaseerd op het SER-MLT, op het coalitieakkoord, op het WRR-rapport en op Borstlap. Daar staat deze in. Begin volgend jaar komen we met de voortgangsbrief arbeidsmarkt. Dan kunnen we er verder over spreken. Maar de motie is nu echt te vroeg. Ik wil haar dus ontraden.

De voorzitter:

Eén korte vraag, mevrouw Kathmann.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

In de beantwoording is het juist niet prematuur, want er wordt nú iets uitgewerkt. Het zou in die uitwerking juist heel mooi zijn als we nu alvast eventjes meegeven dat die rechten en die positie van werkenden niet aangetast worden. Ik neem aan dat deze minister dat eigenlijk ook niet wil, dus wat kan zij daar dan wél over toezeggen?

Minister Van Gennip:

Op het moment dat we zeggen dat we de rechten en de positie van werkenden niet willen aantasten, willen we misschien ook de rechten en de positie van ondernemers niet aantasten. Als we dat tegen elkaar zeggen, kan ik geen arbeidsmarkthervorming doorvoeren. Er moeten verschillende maatregelen losstaand worden bekeken, maar het moet ook in zijn geheel worden bekeken. Hoe zorg je er nou voor dat flex minder flex wordt en dat ondernemingen wendbaarder worden?

De voorzitter:

Ja. U komt op de motie op stuk nr. 1166.

Minister Van Gennip:

Mevrouw Kathmann vroeg: welke hardheden wanneer, en met welke dekking? Ik heb in het commissiedebat aangegeven dat we bezig zijn met de hardheden verrekenen, CBBS en daglonensystematiek. De keuze voor deze drie prioriteiten is gemaakt in overleg met sociale partners. In het eerste kwartaal van volgend jaar komen we met een update over hoe we die hardheden aanpakken. Dan komen we ook bij het vraagstuk van de dekking: of, en hoe dan, en hoe willen we ze aanpakken? Dat heb ik u al toegezegd. De 35-minners die u hier noemt natuurlijk niet. Zij zitten echt bij OCTAS, omdat het volgens mij bij de 35-minsystematiek veel meer een vraag is wat voor soort arbeidsongeschiktheidsstelsel je wilt. Wil je een inkomensverzekering of wil je een arbeidsongeschiktheidsstelsel? Dat is volgens mij wat er achter de 35-minproblematiek ligt. Verder hebben we het in het commissiedebat ook over de vervolguitkering gehad. Dat is zo'n 1/0-punt. Ik heb aan OCTAS gevraagd om dat mee te nemen. Dus die twee zitten bij OCTAS. Ik moet de motie dus ontraden.

Dan is er de motie over sport van de heer De Kort op stuk nr. 1167. Daar hebben we het natuurlijk in het commissiedebat ook al over gehad. Ik ben het zeer met u eens dat sport een grote rol kan spelen in het leven van mensen om gezond te blijven of weer gezond te worden. Ik heb er zelf ook heel veel aan gehad toen ik op een gegeven moment sport zag als middel om weer fitter in het leven te staan. U verzoekt ons om in overleg met UWV cliënten actief te wijzen op sport, en sport als middel nog beter en duidelijker als onderdeel van re-integratie in te zetten. Ik heb vanmiddag toevallig een BO met het UWV, dus ik voer uw motie vanmiddag nog uit. Hoe vindt u dat?

De voorzitter:

Daarmee is de motie oordeel Kamer?

Minister Van Gennip:

Daarmee is zij oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan kunnen we de motie ook overnemen. Hebben de heer De Kort of anderen daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Dan stemmen we er niet over.

De motie-De Kort (29544, nr. 1167) is overgenomen.

Minister Van Gennip:

Hulde aan meneer De Kort om dat zo te benoemen. Dat is in ieder geval wel genoteerd.

Dan de motie op stuk nr. 1168 van de heer De Jong. U verzoekt mij twee zaken. Het eerste verzoek is het schrappen van de claimbeoordeling, van de 60-plusmaatregel. Die hebben we natuurlijk juist ingevoerd om de druk op het systeem te verlichten. Het is heel belangrijk — dat wil ik hier wel gezegd hebben — dat als mensen zelf vragen om alsnog een beoordeling te krijgen, dat dan kan. Het is niet zo dat ze sowieso doorgaan, maar ze kunnen zelf zeggen: ik wil graag die claimbeoordeling. Dat eerste verzoek moet ik dus ontraden. Het tweede verzoek is het werven van capaciteit. We hebben het daar ook in het commissiedebat over gehad. Bij het werven van artsen hoort een hele lange opleiding. Het werven van andere medisch geschoolden die een rol kunnen spelen in de UWV gebeurt natuurlijk elke dag. Dat wil ik echter best als een aansporing zien. Ik heb dus één helft van de motie die ik echt moet ontraden en één helft van de motie die ik als aansporing kan zien. Daarmee moet ik de hele motie echter wel ontraden.

De heer Léon de Jong (PVV):

Dat is spijtig. Zouden we het dan zo kunnen doen dat u het tweede onderdeel van de motie kunt toezeggen?

Minister Van Gennip:

Ja, en die neem ik dan ook vanmiddag mee.

De heer Léon de Jong (PVV):

Perfect. Dan heb ik dus een toezegging op het tweede punt. Ik had natuurlijk liever gehad dat de minister deze motie oordeel Kamer had gegeven of had overgenomen — dat zou nog fantastischer zijn geweest — maar nu heb ik in ieder geval een toezegging op het tweede punt. Dank u wel.

Minister Van Gennip:

Ja, die hebt u.

Dan heb ik een aantal vragen van mevrouw Palland.

De voorzitter:

U heeft ook de motie op stuk nr. 1169 nog, hè?

Minister Van Gennip:

Ja, die komt nog.

De voorzitter:

Oké, dan heb ik niets gezegd.

Minister Van Gennip:

Mevrouw Palland wilde nog een motie indienen, maar heeft dat uiteindelijk niet meer gedaan. Zij geeft aan dat er een SEO-onderzoek is. Dat onderzoek is er, in de woorden van mevrouw Palland, "niet voor niks". Inderdaad, dat nemen we mee. We gaan ook echt heel goed kijken naar de belastbaarheid van mensen. Daar zetten we een database voor op. Die toezegging hebt u bij dezen. Misschien wordt het wel de "Pallanddatabase". Het idee is dat je ook moet kijken naar belastbaarheid en niet alleen naar een cv. We willen sowieso meer met vaardigheden, skills en ervaringen gaan werken. Belastbaarheid is daar ook een heel goed inzicht voor. Daarom is dat eerdere onderzoek er ook geweest. Ik zie dit dus ook — daarom krijgt u deze toezegging — als een aansporing vanuit u om daar vaart mee te maken.

De voorzitter:

Prima.

Minister Van Gennip:

Dit past overigens ook nog goed bij de verdere doorontwikkeling van de arbeidsmarktinfrastructuur en de RMT's. Daarover komen we in het komende halfjaar ook te spreken.

Dan heb ik ten slotte de motie op stuk nr. 1169 van de heren Ceder en Van Kent. Die motie vraagt om de minder zichtbare arbeidsbeperkingen goed mee te nemen en om daar aandacht voor te hebben. U noemt een hele lijst. Ik moet bij één overweging wel even wat zeggen. Daarin staat dat OCTAS het gehele CBBS-bestand tegen het licht gaat houden. Ik denk niet dat zij het hele CBBS-bestand gaan bekijken. Zij gaan kijken naar het systeem. Zij gaan dus niet regeltje voor regeltje het CBBS-bestand tegen het licht houden. Dat misverstand wil ik even uit de weg halen. Verder staat er "vooruitlopend op de resultaten van OCTAS zich in te zetten voor betere expertise (…) op het gebied van (…) in te zetten." Volgens mij loopt de zin niet helemaal, maar u wilt ruimte geven voor maatwerk en zorgen dat die aandoeningen beter zichtbaar worden in de systematiek. Dat is volgens mij wat u vraagt. Er mist een werkwoord in de zin, denk ik. Als dat is wat u vraagt — dat is eigenlijk de motie-Van Kent van een halfjaar geleden, uitgebreid met een aantal expliciete aandoeningen — dan kan ik die oordeel Kamer geven. Dan zie ik die als een aanmoediging van de verdere uitvoering van de motie-Van Kent.

De voorzitter:

Tot zover dit debat. O, er is nog een enkele vraag. Mevrouw Kathmann, kort.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Er is één vraag niet beantwoord. Ik dacht: misschien wordt die wel als laatste beantwoord; dat zou mooi zijn. Om tijd te besparen, kan ik daar misschien een brief over krijgen. Het eerste deel van de vraag was wel beantwoord: welke hardheden worden aangepakt? Het tweede deel was: met welke middelen gaan we dat dan dekken en waar worden de middelen gezocht? Die vraag is nog niet beantwoord.

Minister Van Gennip:

Ik zei het tussen neus en lippen door: of en hoe ze gedekt kunnen worden, komt ook in die brief, dus met welke middelen. Maar ik kan u twee dagen voor kerst nog niet zeggen hoe het voorjaar eruit gaat zien. Maar het gaat om behoorlijk wat geld.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Gezien de tijd wil ik er even aan herinneren dat ik ook nog een vraag had gesteld over de banenafspraak, maar daar mag u ook op terugkomen in de brief die u heeft toegezegd.

Minister Van Gennip:

Daar kom ik heel graag op terug. Ik begrijp uw inzet. We zijn samen met collega Schouten serieus aan het bekijken wat we aan die banenafspraak kunnen doen. We willen niet uitkomen op quota, maar we willen wel dat het veel beter gaat. Eerlijkheidshalve heeft de rijksoverheid hier het been bij te trekken en niet het bedrijfsleven.

De voorzitter:

Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Donderdag stemmen wij over de moties. Dank aan de minister voor haar aanwezigheid. Ik schors een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven