3 JBZ-Raad 8 en 9 december 2022 (vreemdelingen- en asielonderwerpen)

Aan de orde is het tweeminutendebat JBZ-Raad 8 en 9 december 2022 (vreemdelingen- en asielonderwerpen).

De voorzitter:

Aan de orde is thans het tweeminutendebat JBZ-Raad 8 en 9 december 2022 (vreemdelingen- en asielonderwerpen). Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. Fijn dat u bij ons bent. In de tussentijd probeert de heer Markuszower zijn telefoon onder controle te krijgen. Ik geef graag het woord aan de heer Dassen die, zoals iedereen, twee minuten spreektijd heeft. Het woord is aan hem.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Juist in tijden van crisis moeten we laten zien dat Europa één is. Dat Roemenië en Kroatië toe mogen treden tot Schengen is een belangrijke stap. De Europese Commissie stelt echter dat Bulgarije ook voldoet aan de voorwaarden voor toetreding. Waarom houdt Nederland alleen Bulgarije dan toch tegen? Welke waarde heeft de beoordeling van de Europese Commissie dan nog als Nederland er zelf een ander oordeel aan geeft?

De Bulgaarse bevolking is opgestaan tegen het corrupte bestuur van Borisov. We moeten de Bulgaren laten zien dat zij deel uitmaken van de Europese familie, niet alleen in woorden, maar ook in daden. Daarom vraag ik de staatssecretaris hoe Nederland staat tegenover graduele toetreding tot Schengen. Daarbij worden eerst luchtroutes opengesteld, en daarna eventueel zee en land. Ik hoor graag een reactie.

Dan wil ik het nog hebben, voorzitter, over de instrumentaliseringsverordening. Opnieuw roepen we een verordening in het leven die ingaat op zaken die in het Asiel- en Migratiepact al geregeld zijn, en drijven we verder af van een structurele oplossing in de vorm van een gezamenlijk Europees beleid. De verordening staat lidstaten toe af te wijken van asielstandaarden zoals fatsoenlijke opvang en een eerlijk proces. Dit legt verdere druk op de rechten van asielzoekers. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de instrumentaliseringsverordening mogelijk fundamentele rechten schendt;

constaterende dat een meerderheid van de schaduwrapporteurs in het Europees Parlement daarom heeft aangegeven een "Substitute Impact Assessment" van de Europese Commissie te willen ontvangen;

verzoekt de regering steun te betuigen voor een "Substitute Impact Assessment", waarbij er specifiek ingegaan wordt op de gevolgen voor fundamentele rechten van deze verordening;

verzoekt de regering tevens geen instemming te verlenen voor deze verordening, alvorens bekend is wat de mogelijke gevolgen zijn voor fundamentele rechten van mensen en asielzoekers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Koekkoek.

Zij krijgt nr. 792 (32317).

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Podt van D66.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. Ik heb een vraag en een motie. Allereerst de vraag. Nee, sorry, ik begin toch even met de motie, anders wordt het ingewikkeld. Het is nog vroeg, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de rechter heeft besloten dat Dublinoverdrachten naar verschillende zuidelijke grenslanden niet meer mogelijk zijn vanwege de omstandigheden in deze landen;

overwegende dat deze situatie zowel nadelig kan zijn voor de asielzoekers die in deze landen worden opgevangen als voor het functioneren van het Dublinsysteem;

verzoekt het kabinet om er bij de Europese Commissie op aan te dringen om met elk van deze landen een plan op te stellen om voor de zomer van 2023 te komen tot opvang en asielprocedures die voldoen aan de Europese richtlijnen en welke steun de Europese Commissie daaraan zou kunnen verlenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Podt en Ceder.

Zij krijgt nr. 793 (32317).

Mevrouw Podt (D66):

Zoals ik al aankondigde, heb ik ook nog een vraag. Mijn fractie heeft schriftelijke vragen gesteld over de grensbewaking van Bulgarije. De antwoorden werden geschreven terwijl het nieuws uitkwam dat een Syrische man op de Turks-Bulgaarse grens is doodgeschoten, naar het schijnt door een Bulgaarse grenswacht. Kan de staatssecretaris toezeggen in Brussel te pleiten voor onderzoek naar dit incident? En wil hij daarin ook de vraag meenemen hoe we dit in de toekomst gaan voorkomen, aangezien het niet toelaten van Bulgarije tot Schengen wellicht ook maakt dat het toezicht op de grensbewaking minder is?

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de heer Brekelmans van de VVD.

De heer Brekelmans (VVD):

Dank, voorzitter. Het is goed dat de staatssecretaris met zijn collega's de aankomende dagen gaat spreken over Dublin, want al tijdenlang worden die regels niet nageleefd door diverse lidstaten. Ik vind dat er volop druk moet worden gezet om ervoor te zorgen dat lidstaten dat wel gaan doen. Daarom dien ik allereerst de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat diverse EU-lidstaten aan de buitengrens van de EU de Dublinverordening structureel niet naleven;

overwegende dat de roadmap om lidstaten de Dublinverordening te doen naleven tot op heden tot onvoldoende resultaat heeft geleid;

verzoekt de regering om er bij de Europese Commissie op aan te dringen alle beschikbare middelen in te zetten om EU-lidstaten de Dublinverordening te doen naleven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans en Peters.

Zij krijgt nr. 794 (32317).

De heer Brekelmans (VVD):

Aangezien de staatssecretaris spreekt met een groep gelijkgestemde landen in Noordwest-Europa, zou ik hem willen vragen of hij daar ook wil spreken over alternatieve opties als de route met deze roadmap niet lukt. Welke aanvullende drukmiddelen dan wel instrumenten kunnen worden ingezet om ervoor te zorgen dat landen aan de buitengrens van Europa eindelijk deze afspraken gaan naleven?

Diezelfde vraag zou ik hem willen stellen over de externe actieplannen voor derde landen. Meestal hebben dat soort actieplannen een nogal langdurige tijdlijn. Er is echt een nieuwe situatie in Europa met een ongekend hoge instroom. Mijn vraag is of de staatssecretaris erop wil aandringen dat de actieplannen worden versneld. Kunnen alle mogelijke drukmiddelen worden ingezet?

Voorzitter. Tot slot zou ik mijn steun willen uitspreken voor de opstelling van het kabinet rondom Schengen, zeker als het gaat om de grote vraagtekens en zorgen die er zijn over Bulgarije. We hebben onlangs als Kamer een presentatie daarover gehad van een Bulgaarse delegatie. Er is een enorme migratiedruk op de routes via de Westelijke en de Oostelijke Balkan. We moeten daar dus kritisch naar blijven kijken.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. Het CDA heeft twee mensen afgevaardigd naar dit tweeminutendebat. Dat maken we zelden mee. Zij delen dan ook de spreektijd van twee minuten. U krijgt eerst één minuutje meneer Amhaouch te horen en daarna één minuutje meneer Peters. Het woord is aan de heer Amhaouch.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Om te voorkomen dat we een extra debat krijgen over de JBZ-Raad, doen we het op deze manier. Het is goed dat Europa stappen zet in het kader van samenwerking, of dat nou over uitbreiding of over Schengen gaat. De staatssecretaris reist morgen af naar de JBZ-Raad. De positie van Nederland als het gaat om de toetreding tot Schengen is heel belangrijk.

Mijn eerste vraag gaat over het volgende. Ik heb begrepen dat Roemenië en Bulgarije samen in één pakket worden behandeld. Dat is de positie-inname van de JBZ-Raad. Oostenrijk is bij beide landen tegen, zo lezen we. Nederland is voor toetreding van Roemenië tot Schengen. Dat ondersteunen we ook. Nederland heeft wel nog twijfels en vragen bij de toetreding van Bulgarije tot Schengen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: hoe gaan we ermee om als iedereen vasthoudt aan dat pakket?

Dan mijn tweede vraag, voorzitter. We hebben eenheid nodig. Op geopolitiek gebied zitten wij heel moeilijk. We zitten namelijk tussen China, Amerika en de oorlog in Oekraïne in. Dan helpt het niet dat er allerlei polariserende geluiden worden geproduceerd. Dit weekend stoorde ik me enorm aan de uitspraken van onze minister-president over die €50. Ik vind dat zelf een goedkope opmerking, die ons duur kan komen te staan. Ik ben bang dat deze staatssecretaris daar morgen, als hij naar de JBZ-Raad afreist, heel veel last van gaat krijgen. Herkent hij dat beeld?

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we nu naar deel twee van het CDA: de heer Peters.

De heer Peters (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een enkele motie. Daarmee wil ik een poging doen om iets meer grip te krijgen op asiel en migratie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er binnen Europa grote irreguliere migratiestromen zijn en migratiedruk aan de buitengrenzen;

constaterende dat twaalf lidstaten op 7 oktober 2021 de Commissie hebben verzocht in de strategie voor Schengen zes punten mee te geven;

overwegende dat sinds 2021, ook door de oorlog in Oekraïne, de migratiedruk en irreguliere grensoverschrijdingen binnen Europa zijn toegenomen;

overwegende dat bij de aanstaande uitbreiding van Schengen de fysieke buitengrenzen niet onder druk moeten komen te staan;

overwegende dat het belangrijk is de fysieke buitengrensinfrastructuur te versterken en daarop te investeren;

verzoekt de regering zich in te zetten binnen Europa met gelijkgezinde lidstaten voor Europees gefinancierde versterking van de buitengrenzen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Peters, Amhaouch en Brekelmans.

Zij krijgt nr. 795 (32317).

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Ik heb één motie en één vraag. Ik begin met de vraag. Dat is een vraag over de afnemende bereidheid van mensen in Nederland en Europa om Oekraïners op te vangen. Ik wilde aan de staatssecretaris vragen of hij dat kan duiden voor de Nederlandse situatie. Waarom is dat het geval? Hoe gaan we daar deze winter mee om? Want daar is al een koude winter begonnen en ze moeten nog een paar maandjes. Misschien kan de staatssecretaris daar iets verduidelijken.

Verder heb ik één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de druk op de Nederlandse asielketen onhoudbaar is geworden, mede vanwege de hoge asielinstroom;

overwegende dat deze instroom beheersbaarder zou worden als landen hun afspraken als gemaakt in de Dublinverordening zouden nakomen;

verzoekt de regering om bij de JBZ-Raad aan te dringen op strikte naleving van de Dublinverordening en daarbij extra administratieve en praktische steun aan te bieden aan Europese grenslanden;

verzoekt de regering bij weigering duidelijk te maken dat Nederland wil heronderhandelen over de Dublinverordening,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 796 (32317).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Markuszower van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Daarna ga ik vijf minuutjes schorsen en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris. Het woord is aan de heer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, meneer de voorzitter. De staatssecretaris gaat naar de Europese Unie om te buigen. Hij gaat namelijk buigen en hij gaat toegeven dat Roemenië en Kroatië tot de Schengenzone worden toegelaten. Dat gaat leiden tot meer instroom van asiel, meer instroom van migratie, meer instroom van corruptie. Die zogenaamde asieldeal is ook al opgeblazen door de rechter. De VVD slaat echt een pleefiguur.

Daarom de volgende motie, want we moeten echt voorkomen dat Kroatië en Roemenië tot de Schengenzone toe gaan treden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering niet in te stemmen met de toetreding van Roemenië en Kroatië tot de Schengenzone,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Markuszower en Wilders.

Zij krijgt nr. 797 (32317).

De heer Markuszower (PVV):

Maar, voorzitter, Bulgarije mag ook niet lid worden van die Schengenzone. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat Bulgarije geen lid wordt van de Schengenzone,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Markuszower en Wilders.

Zij krijgt nr. 798 (32317).

De heer Markuszower (PVV):

Ik kijk uit naar het debat volgende week met de staatssecretaris, want deze staatssecretaris zorgt alleen maar voor meer en meer asiel, gesteund door zijn VVD-fractie.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan schors ik vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van der Burg:

Dank u, voorzitter. Ik begin met de bijdrage van de heer Dassen. Hij heeft één motie ingediend, de motie-Dassen/Koekkoek. Die ontraad ik, om twee redenen. De ene is procedureel, omdat dit naar alle waarschijnlijkheid niet meer op de agenda staat van de JBZ-Raad, zo hebben wij hedenochtend te horen gekregen. Dat kon de heer Dassen ook niet weten. Maar ook op inhoud ontraad ik de motie, omdat die als uitgangspunt heeft dat fundamentele rechten zouden worden geschonden, maar daarvan is in mijn optiek geen sprake. Vandaar dat ik deze motie om beide redenen, proces en inhoud, ontraad. Dat wij afwijken van het standpunt van de Europese Commissie, is op zich geen gekke. U bent mijn parlement en dat is niet het Europees Parlement, noch de Europese Commissie. Met u bepalen wij het standpunt van Nederland in dezen.

De motie-Podt op stuk nr. 793 krijgt oordeel Kamer. Ik kom zo nog even terug op de vraag van mevrouw Podt.

Voorzitter. De motie-Brekelmans op stuk nr. 794 krijgt oordeel Kamer, maar ik vermoed dat we terugkeren naar de motie op stuk nr. 792.

De voorzitter:

Er is inderdaad een vraag van de heer Dassen.

De heer Dassen (Volt):

Ik heb even een vraag over de motie. De staatssecretaris geeft aan dat hij 'm ontraadt, volgens mij vanwege de eerste "constaterende". Dus als ik die eruit haal, zou de motie oordeel Kamer kunnen krijgen?

Staatssecretaris Van der Burg:

Nee, want dan blijft nog steeds staan dat de heer Dassen in zijn verzoek nummer twee verzoekt om geen instemming te verlenen voor deze verordening. Dan staat er vervolgens "alvorens bekend is wat de mogelijke gevolgen zijn voor fundamentele rechten van mensen en asielzoekers", terwijl wij zeggen dat dat al wel duidelijk is en dat we dus kunnen instemmen.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 795.

Staatssecretaris Van der Burg:

Dat is de motie-Peters c.s. op stuk nr. 795. Die krijgt van mij oordeel Kamer.

Datzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 796 van mevrouw Van der Plas. Ik maak daar één opmerking bij: we moeten niet alleen heronderhandelen over de Dublinverordening, maar nadrukkelijk ook over de handhaving daarvan. We kunnen namelijk wel betere afspraken maken, maar als je je niet houdt aan betere afspraken zijn we er nog niks mee opgeschoten. Maar de motie op stuk nr. 796 krijgt oordeel Kamer.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 797. Die ontraad ik. Zoals u heeft gezien in de brief die wij aan u hebben gestuurd, heeft het kabinet goede argumenten, in mijn ogen althans, om te zeggen dat Roemenië en Kroatië voldoen aan de criteria die van tevoren zijn gesteld en dus kunnen toetreden.

Dan komen we bij de motie op stuk nr. 798, voorzitter. Ook die ontraad ik, alhoewel Nederland deze week tegen een toetreding van Bulgarije tot Schengen zal stemmen. Ik ga overigens al vanmiddag, meteen na dit debat, door naar Brussel omdat we vandaag en morgenochtend, voorafgaand aan de JBZ-Raad, ook nog vergaderingen hebben over Dublin en migratiestromen. Maar morgen zal ik dus in ieder geval ook tegen toetreding stemmen. In deze motie staat het echter te algemeen gesteld. Het gaat om een "nu niet", en niet om een "niet niet", vandaar dat ik de motie op stuk nr. 798 ontraad.

De voorzitter:

De heer Dassen nog even.

De heer Dassen (Volt):

Ik had de staatssecretaris ook nog een vraag gesteld over …

Staatssecretaris Van der Burg:

Die ga ik nu beantwoorden, voorzitter.

De heer Dassen (Volt):

Ah.

De voorzitter:

We komen nu bij de vragen.

Staatssecretaris Van der Burg:

We komen nu bij de vragen. De eerste vraag is inderdaad — u vermoedt het al, voorzitter — van de heer Dassen: waarom Bulgarije niet en de andere landen wel? Ik zeg daarover twee dingen. Eén. In onze Kamerbrief gaan wij uitgebreid in op de vraag waarom wij denken dat Kroatië en Roemenië wel voldoen en Bulgarije niet. Je moet wel voldoen aan alle criteria voordat je toe kunt treden tot Schengen. Daar is ook nog een opmerking, een belangrijke opmerking over gemaakt door het CDA. Het is een van de dingen die ook door de minister-president is benoemd: we moeten zekerheden hebben op het gebied van de rechtsstaat en op het gebied van corruptiebestrijding. Dat is één. En twee: we zien dat de tijdelijke regering die daar nu zit — die is overigens niet vergelijkbaar met een demissionaire regering zoals we die in Nederland kennen — wel allerlei wetten in voorbereiding heeft, maar die zijn nog niet door het parlement geaccordeerd, dus vandaar dat wij zeggen dat het op dit moment nog niet aan de orde is dat Bulgarije kan toetreden.

Voorzitter. Dan was er nog een vraag van D66 over een incident aan de Bulgaarse grens. Ja; dat incident moet uiteraard onderzocht worden. Wij wegen fundamentele rechten sowieso mee bij de Schengentoetreding. Daarom zeggen wij ook dat die op dit moment nog onvoldoende gewaarborgd zijn en dat toetreding vandaar niet kan. We zullen ons standpunt uiteraard ook meegeven aan de Europese Commissie.

Voorzitter. Dan de vraag van de heer Brekelmans over de inzet van externe partnerschappen. Ik ben het volledig eens met de stelling die in de vraag van de heer Brekelmans besloten zit: wij moeten als kabinet juist op die migratiepartnerschappen inzetten, zowel in Europees verband als bilateraal.

Voorzitter, tot slot kom ik bij het CDA. Dat sprak over het pakket Roemenië/Bulgarije. Het klopt dat het voorzitterschap het op dit moment als één pakket neerlegt. Wij hebben nadrukkelijk aangegeven voor Kroatië te zijn, maar dat is een aparte stemming. Daar verwacht ik geen bijzonderheden. We hebben ook aangegeven dat we dus wel voor Roemenië zijn en niet voor Bulgarije. Op het moment dat een ander land — er werd volgens mij gesproken over Oostenrijk — tegen zowel Roemenië als Bulgarije stemt, is de vraag van het CDA daarmee niet méér relevant geworden. Mocht dat niet het geval zijn en wij stemmen tegen Bulgarije, dan betekent dit concreet dat ook Roemenië niet kan toetreden op dat moment omdat er geen grensbewaking is tussen Roemenië en Bulgarije. Dan zal het voorzitterschap dus met alternatieven moeten komen. Het is aan het voorzitterschap om dat voor morgenavond te regelen. Maar het is pas aan de orde op het moment dat zich niet de situatie voordoet dat een ander land tegen Roemenië stemt, want dan is het probleem van het CDA een non-probleem geworden.

De voorzitter:

Prima. Er is nog een vraag van de heer Brekelmans.

De heer Brekelmans (VVD):

Ik heb een beetje moeite met de appreciatie van de motie op stuk nr. 798. Dat is niet omdat ik die inhoudelijk niet begrijp. Bulgarije kijkt hier natuurlijk nauw op mee, en de rest van de EU ook. Dit zou weleens tot verwarring kunnen leiden over het Nederlandse standpunt. Volgens mij is het standpunt van het kabinet heel helder, maar als deze motie zou worden aangenomen, lijkt het net alsof Nederland er toch anders in zit. Mijn vraag zou zijn of het niet mogelijk is om te zeggen dat deze motie oordeel Kamer heeft en daarbij de opmerking te maken dat het kabinet van standpunt kan veranderen en over een halfjaar of een jaar kan zeggen dat het Bulgarije er wel klaar voor vindt om toe te treden tot de EU. Dat is met name om de buitenwereld en de rest van Europa niet in verwarring te brengen.

Staatssecretaris Van der Burg:

Twee dingen daarop. Eén. Ik denk dat er in Bulgarije, mede door de uitspraken van de minister-president, waaraan al is gerefereerd door het CDA, geen onduidelijkheid bestaat over het standpunt van Nederland. Gisteren was er een Balkantop in Tirana, waar de minister-president aanwezig was en waar hij dit standpunt nog heeft herhaald richting de Bulgaren. Ik ga vandaag en morgen hetzelfde doen richting de Bulgaren. Ik denk dus dat er geen misverstand over bestaat. Op het moment dat de PVV zou zeggen "wij wijzigen de motie zodat er staat dat Bulgarije op dit moment niet kan toetreden tot Schengen", zou de motie van mij inderdaad oordeel Kamer krijgen. Maar dan moet het wel zo zijn dat de PVV bereid is om de motie aan te passen, zodat er staat: op dit moment niet toetreden tot Schengen.

De voorzitter:

Dat maak je zelden mee, een minister die de Kamer verzoekt een motie aan te passen. De heer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV):

Het probleem met deze regering en met zo'n VVD-fractie is dat "dit moment" natuurlijk elk moment weer anders is. Als wij dus zeggen "dit moment", dan zijn we het met elkaar eens. Alleen, het zou zomaar kunnen zijn dat dat moment volgende week of over een halfjaar of over drie maanden weer voorbij is. Daarom kan ik de motie helaas niet aanpassen. Maar ik begrijp eigenlijk ook niet waarom de staatssecretaris de motie niet wil ondersteunen zoals die nu is geschreven. Ik vermoed dat dat zo is omdat de regering op een gegeven moment toch door de pomp gaat.

De heer Dassen (Volt):

Het is in ieder geval positief dat de staatssecretaris erkent dat de nieuwe regering na Borisov in ieder geval met nieuwe wetten aan de slag is. Als ik zijn beantwoording goed beluister, zou het Nederlandse standpunt kunnen veranderen op het moment dat die doorgevoerd zijn. Ik heb daar nog een aanvullende vraag over. Ik stelde net ook de vraag of de staatssecretaris en Nederland positiever zouden zijn over het gradueel toetreden tot Schengen, bijvoorbeeld alleen via lucht op dit moment. Dan is er wel een gebaar richting de Bulgaren van: wij zien jullie, wij zien ook dat er stappen worden gezet en wij zijn bereid om in ieder geval een gedeeltelijke toegang mogelijk te maken.

Staatssecretaris Van der Burg:

Ook al wordt de vraag gesteld door de heer Dassen, ik keer dan even terug naar de vraag van het CDA. Het gaat om de combinatie van Roemenië en Bulgarije. Op het moment dat niemand tegen de toetreding van Roemenië stemt — dat zou kunnen als Oostenrijk voor de toetreding van Roemenië stemt — dan doet zich het probleem voor dat er geen binnengrenscontrole is tussen Roemenië en Bulgarije. Daarmee zou Roemenië materieel gezien niet kunnen toetreden omdat Bulgarije niet toetreedt. Als dat aan de orde is, dan zou de Europese Commissie dan wel het voorzitterschap met voorstellen kunnen komen die ervoor zorgen dat er bij Roemenië wel stappen worden gezet. Een van de stappen die gezet zouden kunnen worden, is het internationale vliegveld van Roemenië wel Schengen te verklaren. Dat kan, want dan wordt dat dus de materiële buitengrens. Als dat aan de orde is, is dat voor ons een bespreekbare optie. Maar het is in eerste instantie aan het voorzitterschap/de Commissie om daar voorstellen over te doen. Dit is een beetje een combinatie tussen de vraag van fractie Volt en de fractie CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Volgens mij is aan Bulgarije wel degelijk perspectief geboden — ik kijk ook even naar de heer Markuszower — dat het binnen een halfjaar of een jaar wel zou kunnen als ze voldoen aan de eisen. Mijn vraag ging meer over het volgende. De staatssecretaris verwees naar de duidelijkheid van de minister-president. Met die duidelijkheid heb ik heel veel moeite; ik noem dat geen duidelijkheid. Dat heb ik net uitgesproken. Mijn vraag is: gaat de staatssecretaris morgen dezelfde polariserende toon gebruiken, daar waar wij een compromis moeten zoeken met de Europese lidstaten in deze situatie, of gaat hij toch zoeken naar constructiviteit?

Staatssecretaris Van der Burg:

Ik blijf even weg van de kwalificaties die het CDA geeft aan de uitspraken van de minister-president. Ik zoek altijd een constructieve toon. Dat zal ik morgen in mijn gesprekken ook doen. Als gevolg van het feit dat de heer Markuszower niet van plan is zijn motie aan te passen, krijgt die toch nog steeds een negatief advies. Maar in de richting van de heer Brekelmans zeg ik wel heel nadrukkelijk: ik zal morgen namens Nederland niet instemmen met toetreding van Bulgarije tot Schengen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We stemmen aan het begin van de middagvergadering over de moties. We danken de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven