8 RBZ/Handel

Aan de orde is het tweeminutendebat RBZ/Handel (CD d.d. 19/10).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat RBZ/Handel naar aanleiding van het commissiedebat dat zojuist gevoerd is. Ik ga er dus van uit dat het debat daar heeft plaatsgevonden en dat we ons nu vooral kunnen focussen op eventuele moties en nog openstaande vragen. Maar die zou ik dan wel willen beperken, evenals de interrupties aan elkaar, ook gelet op de tijd die we daarvoor hebben vandaag.

De heer Amhaouch van het CDA is aangesloten. Hij heeft weliswaar niet meegedaan aan het commissiedebat, maar zou toch graag aan dit tweeminutendebat deelnemen. Ik hoor altijd even te checken bij de collega's of dat akkoord is. Ik zie iedereen knikken, dus welkom, mevrouw … — of "mevrouw"; excuus — meneer Amhaouch. Daar ga je al! Dat gezegd hebbende, laten we maar snel beginnen voordat het nog ingewikkelder wordt. Ik nodig mevrouw Teunissen uit namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie en de vier Mercosur-landen in juni 2019 een akkoord hebben gesloten waarin onder andere is afgesproken dat de handel in landbouwproducten verregaand geliberaliseerd wordt;

overwegende dat dit akkoord er ontegenzeggelijk toe leidt dat Europese boeren worden blootgesteld aan concurrentie van boeren die onder lagere productiestandaarden kunnen produceren;

constaterende dat aanvankelijk het kabinet de verwachting uitsprak dat het EU-Mercosur-verdrag het nationale ratificatieproces moest doorlopen;

constaterende dat de Duitse bondskanselier Scholz er voorstander van is om het Mercosur-verdrag te splitsen om zo te voorkomen dat het nationale ratificatieproces doorlopen moet worden;

overwegende dat Duitsland vanwege de Duitse auto-industrie een groot belang heeft om het Mercosur-verdrag snel te implementeren;

overwegende dat het Mercosur-verdrag het belang van Nederlandse boeren direct raakt en van invloed is op het toekomstperspectief van Nederlandse boeren en dat daarom het Nederlandse parlement middels het nationale ratificatieproces het laatste woord moet hebben;

verzoekt het kabinet zich helder uit te spreken tegen splitsing van het EU-Mercosur-verdrag, voor deze positie actief brede steun te zoeken bij andere lidstaten en hierover binnen een maand een terugkoppeling aan de Kamer te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Teunissen, Jasper van Dijk, Van der Plas, Van Weerdenburg, Kuzu en Omtzigt.

Zij krijgt nr. 2528 (21501-02).

Dank u wel, mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Klink namens de VVD.

De heer Klink (VVD):

Voorzitter. Ik zal geen moties indienen. Ik wil wel benoemen dat we in guur geopolitiek weer zitten. Steeds meer democratieën en economieën staan onder druk. Juist door akkoorden te sluiten met gelijkgezinde landen maken we onze handelspartners en onszelf als democratie met een open economie sterker. De ratificatie van CETA afgelopen zomer is daar een mooi voorbeeld van. Het is daarom wat de VVD-fractie betreft belangrijk om handelsakkoorden te versnellen en een vereiste om bij de totstandkoming daarvan bedrijven mee te nemen. Als we iets met elkaar hebben afgesproken, moeten we dat ook goed handhaven. Laat ik duidelijk zijn: de VVD staat pal achter handelsverdragen, van Japan tot aan Zuid-Amerika, niet om de multinationals in deze wereld te bedienen, maar om banen te behouden voor gewone Nederlanders. Wij staan voor de realistische blik op handelsbeleid. Dit betekent dat handelsverdragen ons welvaart, welzijn en innovatie brengen. Met een Europese Unie die handelt als één blok, kunnen we zelfs voortgang op duurzaamheid in andere regio's van de wereld afdwingen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Klink namens de VVD. Ik zie dat de volgende spreker al staat te trappelen. Het is uiteraard de heer Hammelburg van D66.

De heer Hammelburg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik dacht: ik hou de snelheid erin.

Wij hebben vanmiddag een goed debat gehad. Zoals de heer Klink net al bevestigde, staan we onder druk. Zowel de Nederlandse als de Europese economie staat verschrikkelijk onder druk: de covidpandemie, de oorlog in Oekraïne, de beperking van handelsstromen en onze afhankelijkheid van landen waar we niet afhankelijk van willen zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan China of aan het gas vanuit Rusland. We hebben gezien wat voor consequenties dat heeft. We hebben niet voor niets daar in juni nog een motie over ingediend. Ik deel ook hier in de plenaire zaal nogmaals complimenten uit aan deze minister, die daar voortvarend mee aan de slag is gegaan. Ze heeft met gelijkgezinden binnen de Europese Unie een brief geschreven aan de Europese Commissie en er wordt nu vervolg aan gegeven om die afhankelijkheden te gaan afbouwen. Ik zou daarbij zeggen: tempo, tempo, tempo.

Ik heb er nog wel één vraag over. De minister heeft namelijk heel duidelijk aangegeven dat we ook duurzaamheid en mensenrechten niet buiten spel mogen laten en dat we daar juist als Nederland ook op inzetten. We zien daar nu ook de resultaten van. Tegelijkertijd — dat zei de heer Thijssen in het debat ook — hebben we wel garanties nodig over hoe dat dan geëffectueerd wordt. Ik zou graag na afloop van de RBZ/Handel meer informatie willen krijgen over hoe daar handen en voeten aan wordt gegeven, zodat we iets meer comfort hebben.

Voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland zich heeft gecommitteerd aan onder andere het klimaatakkoord van Parijs;

overwegende dat veel grondstoffen die kritiek zijn voor het behalen van deze duurzaamheids- en klimaatdoelstellingen, zoals lithium en iridium, worden geïmporteerd uit landen buiten de Europese Unie;

verzoekt het kabinet een strategie op te stellen om de beschikbaarheid van grondstoffen die kritiek zijn voor het behalen van de klimaatdoelstellingen zeker te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hammelburg.

Zij krijgt nr. 2529 (21501-02).

De heer Hammelburg (D66):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de oorlog in Oekraïne heeft laten zien welke risico's handel met onstabiele landen en landen die de internationale rechtsorde niet respecteren met zich meebrengt voor het Nederlandse bedrijfsleven en hoe kwetsbaar Nederland is voor geopolitieke schokken;

overwegende dat de Nederlandse economie dus veel andere afhankelijkheden kent, zoals van chips uit China en kobalt uit Congo;

overwegende dat de Europese Unie een toolbox of autonomous trade instruments heeft, gevuld met instrumenten om strategische autonomie te bevorderen;

verzoekt het kabinet te onderzoeken of een soortgelijke toolbox binnen het Nederlandse handelsbeleid zou kunnen bijdragen aan het afbouwen van onafhankelijkheden, zonder daarmee inbreuk te maken op de competenties van de Europese Unie, en de Kamer hier voor het einde van 2022 over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hammelburg.

Zij krijgt nr. 2530 (21501-02).

De heer Hammelburg (D66):

De klok staat op min vijf seconden. Excuus.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hammelburg. Ik dacht dat ik snel kon praten, maar u kunt dat ook heel goed, heb ik gehoord. De volgende spreker is de heer Thijssen namens de PvdA.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank, voorzitter. We hebben in het debat met elkaar gewisseld dat handel geen doel is, maar een middel om een aantal doelen te bewerkstelligen. We hebben ook tegen elkaar gezegd welke doelen belangrijk zijn, zoals het oplossen van de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis, en het ervoor zorgen dat iedereen behoorlijk werk heeft, waar ter wereld men dan ook werkt aan producten, bijvoorbeeld producten die Nederland importeert.

Helaas moest ik weg naar een volgend debat, maar ik heb wel de antwoorden van de minister gehoord op de vraag hoe handel en het Parijsakkoord geborgd kunnen worden. Helaas kon ik er niet over doordebatteren. Ik snap wat de minister zegt, maar ik vind het ook heel vaag. Handel kan snel verdergaan, maar ik vraag me af hoe we de vinger erachter kunnen krijgen om zeker te weten dat een land in lijn handelt met het Parijsakkoord en de biodiversiteit in de wereld niet verder wordt geschaad.

Ik sluit me aan bij de vraag van de heer Hammelburg. Ik kijk uit naar het verslag van deze Raad. Ik zou ook aan de minister willen vragen of zij concreet kan aangeven wat het vervolgtraject is om duurzaamheid handen en voeten te geven in toekomstige handelsakkoorden. Denk aan het Parijsakkoord, het biodiversiteitsakkoord en de ILO-standaarden. Zodat we zeker weten dat handel gaat bijdragen aan een veilig klimaat, aan goede biodiversiteit en aan goede werkomstandigheden voor iedereen, waar ook ter wereld.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Thijssen. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze termijn van de Kamer. De minister heeft aangegeven ongeveer vijf minuten nodig te hebben voor de beantwoording. Dus ik schors de vergadering voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 19.28 uur tot 19.33 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik zie dat de minister terug is. Ik praat even wat langzamer, zodat zij alle papieren erbij kan pakken. Dan vraag ik haar om over te gaan tot de appreciatie van de drie moties en eventueel nog openstaande punten te adresseren. De minister.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter. We hebben vanmiddag een goed debat gevoerd over handelsverdragen en over handelsbeleid in den brede. We hebben ook gemerkt dat de meningen daarover in de Kamer verschillen, maar al met al zijn we het vaak toch wel met elkaar eens. Ik zal dus snel doorgaan met de moties.

Ik begin met de eerste motie, namelijk die van mevrouw Teunissen op stuk nr. 2528, over het Mercosur-verdrag, waarin het kabinet wordt verzocht zich uit te spreken tegen de splitsing. In het commissiedebat eerder vandaag heb ik ook aangegeven dat aan het verdrag met de Mercosur-landen nog wordt gewerkt. Er lag een tekst, maar er is zo veel ophef over geweest in de Europese lidstaten dat ook de Commissie heeft aangegeven te willen heronderhandelen met de Mercosur-landen over onder andere effectieve naleving van duurzaamheidsafspraken waaronder ontbossing. Ik vind het nu dus ook echt te vroeg om vooruit te lopen op mogelijke uitkomsten hiervan, op hoe het verdrag überhaupt kan bijdragen aan het tegengaan van ontbossing en op hoe we daar als verdragspartijen aan voldoen. Dus in welke vorm het verdrag aan de Raad wordt voorgelegd — in één akkoord of in meerder akkoorden — weten we nog niet. Ik heb vanmiddag gezegd dat dat afhangt van de inhoud. Het is mij niet bekend dat de Commissie het wil gaan splitsen. Dat zou op dit moment dus alleen maar speculeren zijn. Daar doe ik dan verder niet aan mee. Zodra het voorstel bij de Raad wordt voorgelegd, gaan we als Nederland en als kabinet ons standpunt bepalen. Daarna kunnen we hierop terugkomen.

De voorzitter:

Wat is dan uw appreciatie?

Minister Schreinemacher:

De motie wordt ontraden.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik houd de motie niet aan. Ik wil alleen nog even het volgende benadrukken. De minister zegt: ik kan nu geen beoordeling geven, omdat er nog geen tekst ligt. We zien dat er bijvoorbeeld in Duitsland wel proactief stelling wordt genomen voor de splitsing van een verdrag. Ik roep de minister via deze motie op om proactief stelling te nemen tegen splitsing van het Mercosur-verdrag.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Teunissen. Ik kijk naar de minister om te zien of het ontraden blijft.

Minister Schreinemacher:

Het blijft ontraden. Dat is aan de Duitsers. Als Nederlands kabinet wachten wij de laatste tekst af.

De voorzitter:

Oké. De motie op stuk nr. 2529.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 2529 van de heer Hammelburg gaat over het borgen van kritieke grondstoffen voor verduurzaming. Eigenlijk hebben we het er vanmiddag ook al over gehad dat we ervoor moeten zorgen dat we die toegang tot grondstoffen houden en dat we dat op verschillende manieren gaan doen. We gaan voor het eind van het jaar ook een grondstoffenstrategie naar de Kamer sturen. Dat doe ik met mijn collega's, in ieder geval van EZK en IenW. Het streven is om die voor het eind van het jaar te sturen. Het waarborgen van kritieke grondstoffen die van belang zijn voor de energietransitie zou daar een rol in kunnen spelen, dus wat mij betreft krijgt de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De heer Hammelburg namens D66.

De heer Hammelburg (D66):

Ter verduidelijking: dit wordt dan dus in de uitwerking meengenomen in die strategie. Dat lijkt mij zeer logisch. Dan gaat het echt over de energietransitie, maar ook over de klimaatdoelstellingen.

Minister Schreinemacher:

Ja.

De voorzitter:

Voor de heer Hammelburg: de enige reden dat ik moest lachen is dat ik u nu al voor de tweede keer zie rennen als u het woord wil. U bent in ieder geval een vaartmaker; dat blijkt eruit. De minister, de motie op stuk nr. 2530.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 2530 is ook van de heer Hammelburg. Die gaat over de toolbox. We hebben natuurlijk de EU-toolbox. Eigenlijk wordt het kabinet opgeroepen om te kijken of we ook zo'n soortgelijke toolbox binnen het Nederlandse handelsbeleid kunnen ontwerpen. We hebben natuurlijk al verschillende instrumenten daarvoor, zoals de investeringsscreening, de exportcontrole en een nationale kennisregeling. Maar die hebben we nog niet als zodanig integraal als toolbox benoemd en bezien. In de Kamerbrief over open strategische autonomie, die ook spoedig naar de Kamer gaat, ga ik in op de verschillende instrumenten. Die toolbox zou eventueel ook een onderwerp kunnen zijn binnen die brief. Dus oordeel Kamer zou het oordeel zijn.

De heer Hammelburg (D66):

Ik heb geen vraag aan de minister, maar de heer Amhaouch wijst mij op een onvolkomenheid in het dictum van mijn motie, waarin ik "onafhankelijkheden" heb gezet. Dat moet natuurlijk "afhankelijkheden" zijn. De vraag is dus of dat nog gewijzigd kan worden. Of moet ik dan een gewijzigde motie indienen?

De voorzitter:

U zou dan een gewijzigde motie moeten indienen. Ik kijk voor de zekerheid naar de minister om te zien of er dan een ander oordeel over komt, want dat is dan wel belangrijk.

Minister Schreinemacher:

Dan blijft het oordeel Kamer.

De voorzitter:

Het oordeel blijft hetzelfde. Dan zien wij uw gewijzigde motie tegemoet. Ik kijk naar de minister.

Minister Schreinemacher:

Ik heb nog een vraag van de heer Thijssen en de heer Hammelburg. Die vroegen eigenlijk allebei naar het effectueren van duurzaamheidsafspraken in handelsakkoorden en of ik daar nog op terug kan komen in het verslag van de RBZ/Handel. Dat doe ik graag. Nog even ter verduidelijking van de vraag van de heer Thijssen: de ILO-conventions en het Parijsakkoord worden nu al standaard in EU-handelsakkoorden opgenomen en herbevestigd. Maar volgens mij was de vraag van de heer Thijssen meer gericht op hoe we dat dan effectueren en op de naleving daarvan. Daar zal ik ook op terugkomen in het verslag over de RBZ/Handel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik dank de minister voor de beantwoording en de appreciatie van de moties. Ik dank de leden voor hun aanwezigheid. Dan zijn we bij dezen aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen zijn morgen; ik kijk heel even opzij. Het is natuurlijk een EU-Raad, dus u kunt morgen stemmen. Ik sluit deze vergadering. Ik zie dat de sprekers voor het volgende debat al grotendeels aanwezig zijn. Ik schors dus even voor een kort moment, zodat ook de desbetreffende bewindspersoon kan aansluiten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven