5 Raad Algemene Zaken d.d. 22 februari

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 22 februari (CD 16/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken. Het commissiedebat vond plaats op 16 februari. We hebben twee sprekers van de zijde van de Kamer. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn dat u bij ons bent. De eerste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Kamminga van de fractie van de VVD. Zij heeft twee minuten spreektijd.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Laat ik ook hier in deze zaal een woord van dank uitspreken aan de minister voor de open wijze waarop hij de Kamer tegemoet treedt op dit dossier.

Gisteren kwam dan eindelijk de langverwachte uitspraak van het Europese Hof van Justitie over het rechtsstaatmechanisme. Zoals verwacht, zijn de bezwaren van Polen en Hongarije ongegrond verklaard. Dat is goed nieuws. Het is nu zaak om het ook echt in te gaan zetten, zodat de geldkraan naar Polen en Hongarije zo snel mogelijk wordt dichtgedraaid. Aangezien ik er nog niet helemaal gerust op ben dat de Commissie zonder aansporing ook echt vaart gaat maken, ben ik blij met de toezegging van de minister dat hij zich hier zelf in Europees verband voor gaat inspannen. Dus dank daarvoor.

Dat brengt mij tot mijn tweede punt, waarover ik mede namens mij collega van de Partij van de Arbeid, mevrouw Piri, een motie wil indienen: Servië. Zoals in het debat al aan de orde kwam, heb ik nog steeds grote zorgen over de ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat daar; een element dat zwaarwegend is en zou moeten zijn bij verdere stappen in het toetredingsproces. Gelet op deze zorgen is het essentieel dat de Kamer voortaan expliciet wordt geïnformeerd over de verdere stappen en toetredingsprocessen. Dat brengt mij tot de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het zetten van stappen in het EU-toetredingsproces van kandidaat-lidstaten een zwaarwegend onderwerp is;

overwegende dat hervormingen op het gebied van de rechtsstaat essentieel zijn voordat verdere stappen gezet kunnen worden;

overwegende dat er ernstige zorgen zijn op het gebied van de rechtsstaat in Servië;

constaterende dat het kabinet in december heeft ingestemd met het openen van het cluster energie, bestaande uit vier toetredingshoofdstukken, met Servië zonder de Kamer hierover expliciet te informeren;

constaterende dat het openen van een nieuw cluster het signaal afgeeft dat er sprake is van een positieve ontwikkeling in Servië, terwijl er nog grote zorgen zijn;

verzoekt het kabinet middels een brief alsnog de redenering achter de Nederlandse instemming de Kamer te doen toekomen en voortaan in lijn met bestaande afspraken de Kamer vooraf te informeren over belangrijke stappen in het toetredingsproces van kandidaat-lidstaten;

verzoekt het kabinet voorts geen nieuwe stappen te zetten in het toetredingsproces van Servië indien er geen of onvoldoende voortgang is op het gebied van de rechtsstaat, conform de afspraken uit het toetredingskader,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kamminga en Piri.

Zij krijgt nr. 2452 (21501-02).

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Maeijer van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank, voorzitter. Wij zijn volksvertegenwoordigers in een land waarin in het toeslagenschandaal mensen keihard zijn gepakt door de overheid. Als gevolg daarvan werden 1.100 kinderen uit huis geplaatst. In een land waar met behulp van het ministerie van Justitie de oppositieleider werd vervolgd. En dat land, ons land, heeft toch genoeg eigen problemen op te lossen voordat het andere de maat kan gaan nemen over hun rechtsstaat.

Voorzitter. Dat gezegd hebbende, heb ik twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de landen die deel uitmaken van de Europese Unie soeverein zijn en moeten blijven;

verzoekt de regering in Brussel uit te dragen dat het fundamenteel onjuist is dat de Europese Commissie fungeert als opperrechter die bepaalt hoe de rechtsstaat in een soeverein land eruit zou moeten zien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Maeijer.

Zij krijgt nr. 2453 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering te stoppen met het uitdelen van Nederlands belastinggeld in de Europese Unie en ons geld in eigen land uit te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Maeijer en Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 2454 (21501-02).

Dank u wel. Dan heeft op het laatste moment ook de heer Van Houwelingen zich gemeld als spreker. Ook hij heeft twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter, voor uw coulance. De volgende keer zullen we ons dus op tijd aanmelden. We willen graag twee moties indienen. Een met betrekking tot het agentschap waar we een debat over hadden, EUvsDisinfo. Die willen we natuurlijk opheffen. Ik lees de motie voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Europese agentschap EUvsDisinfo een eenzijdig en pro-EU-geluid propageert;

constaterende dat uit verschillende voorbeelden uit het verleden blijkt dat EUvsDisinfo zichzelf schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden van "desinformatie";

overwegende dat het onwenselijk is als een door de EU gesponsord agentschap gaat bepalen wat wel en geen waarheid is;

overwegende dat het EUvsDisinfo-agentschap overeenkomsten vertoont met het door George Orwell beschreven Ministerie van Waarheid, aangezien EUvsDisinfo meent de enige en absolute waarheid te kennen;

verzoekt de regering om zich in Europees verband hard te maken om het agentschap EUvsDisinfo op te heffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 2455 (21501-02).

De heer Van Houwelingen (FVD):

Mijn laatste motie heeft betrekking op de Oekraïne. Ik besef dat we daar ook een debat over hebben gehad. Met uw toestemming dien ik deze motie ook hier in, want het betreft immers dezelfde minister.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de hevig opgelopen spanningen in Oekraïne het gevolg zijn van de westerse poging om Oekraïne in te lijven door Oekraïne te betrekken bij de NAVO;

constaterende dat deze spanningen zijn aangewakkerd door het associatieverdrag dat de EU vijf jaar geleden met Oekraïne heeft gesloten;

overwegende dat de Nederlandse bevolking zich in 2016 heeft uitgesproken tegen dit associatieverdrag met Oekraïne;

spreekt uit dat de Nederlandse bevolking achteraf gezien gelijk had door het associatieverdrag af te wijzen en betreurt dat de regering dit destijds niet serieus heeft genomen;

spreekt uit dat de regering in het vervolg dus maar beter naar de eigen burgers kan luisteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Dat is een mooie motie, maar die is volledig buiten de orde. Zij heeft niets te maken met de Raad Algemene Zaken en ik neem haar dus ook niet in ontvangst. Als u iets terug wilt zeggen, kunt u dat bij de microfoon doen. Die tweede motie van u accepteer ik niet.

Tot zover de termijn van de Kamer. De minister is blijkbaar meteen in staat om antwoord te geven. Het woord is aan hem.

Minister Hoekstra:

Voorzitter, dank u wel. En dank ook aan mevrouw Kamminga voor haar woorden aan mijn adres en aan het adres van het kabinet. Laat ik ook zeggen dat ik het met haar inleidende opmerkingen zeer eens ben, ook waar die niet gingen over waar ik me toe heb verplicht.

Voorzitter. Dan ga ik over tot een beknopt oordeel over de verschillende moties. De eerste motie op stuk nr. 2452 van mevrouw Kamminga en mevrouw Piri zou ik graag oordeel Kamer willen geven. Ik denk dat dit ook wel bleek uit alles wat ik al in het debat heb gezegd. Ik heb expliciet in de richting van mevrouw Piri toegezegd dat zaken die gevoelig liggen een extra plicht op het kabinet leggen om die te expliciteren in de, in dit geval schriftelijke, gedachtewisseling met de Kamer. Daar ga ik me dus maximaal voor inspannen.

Dan de moties van mevrouw Maeijer. De eerste motie op stuk nr. 2453 moet ik met klem ontraden. Dat hebben we ook uitgebreid met elkaar besproken tijdens het debat. Wat het kabinet betreft gaan solidariteit en wederkerigheid hand in hand. Het is ook in ons gezamenlijke Nederlandse belang om te zorgen dat de rechten en plichten in Europa ten volle gezamenlijk genoten worden. Dus deze motie moet ik ontraden.

De tweede motie op stuk nr. 2454 — deze is in zekere zin nog fundamenteler — gaat over de toegevoegde waarde van het lidmaatschap van de Europese Unie, die in mijn optiek groot is. Ik respecteer dat de PVV-fractie daar anders over denkt, maar onder verwijzing naar het debat moet ik die motie wel ontraden.

Voorzitter. Dan de motie van de heer Van Houwelingen. Ook daar hebben we het uitgebreid over gehad. Ook daar heb ik het een en ander over gezegd in het debat. Het kabinet kan zich niet, ook niet bijna, verenigen met de gemaakte opmerking, de considerans en het dictum van de motie. De motie moet ik dus ontraden.

Voorzitter, ik zou u ook zeer willen bedanken dat u ten aanzien van de orde met meer succes heeft gezegd wat ikzelf ook heb geprobeerd te zeggen in het debat. We hadden toen 3,5 uur gepraat over Oekraïne, maar dat was niet in dit debat. Dus dank dat u die orde handhaaft.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Prima. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank aan de minister. Ik schors tien minuten en dan gaan we stemmen.

De vergadering wordt van 16.55 uur tot 17.09 uur geschorst.

Naar boven