36 Ondernemen en bedrijfsfinanciering

Aan de orde is het tweeminutendebat Ondernemen en bedrijfsfinanciering (CD d.d. 09/06).

De voorzitter:

Dan gaan we verder met het volgende tweeminutendebat, Ondernemen en bedrijfsfinanciering. Ik geef allereerst het woord aan de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Veel gemeenten doen er alles aan om schadevergoedingen aan ondernemers die schade ondervinden van overheidshandelen, niet te betalen. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel gemeenten schade die bij ondernemers is ontstaan ten gevolge van overheidshandelen niet vergoeden;

overwegende dat daar juist de nadeelcompensatie voor in het leven is geroepen;

van mening dat ondernemers geen ingewikkelde juridische procedures moeten doorlopen bij lokale overheden als zij gewoon recht hebben op een nadeelcompensatie;

verzoekt het kabinet ervoor te zorgen dat er zo spoedig mogelijk een eenduidige en duidelijke compensatieregeling komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 462 (32637).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Daarnaast is de onlogische en concurrentievervalsende bedrijfsopvolgingsregeling, oftewel de BOR, aan de orde, een onderschat probleem waar honderdduizenden familiebedrijven last van hebben. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland binnen Europa een van de minst gunstige bedrijfsopvolgingsregelingen kent;

overwegende dat dit leidt tot een onevenredig concurrentienadeel ten opzichte van bedrijven in de ons omringende landen;

verzoekt het kabinet te onderzoeken hoe de BOR kan worden verbeterd zodat er meer sprake is van een gelijk speelveld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga, Palland en Aartsen.

Zij krijgt nr. 463 (32637).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Amhaouch van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. We houden de vaart erin vandaag. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat een kredietregister nuttig en noodzakelijk is om knelpunten in de kredietverlening voor zowel financiers als mkb-bedrijven te verminderen, en om een kostenbesparing te realiseren;

overwegende dat een kredietregister kan helpen administratieve lasten te verminderen;

overwegende dat de staatssecretaris in haar brief over diverse financieringsonderwerpen d.d. 23 februari 2021 concludeert dat de oprichting van een kredietregister veel afwegingen en stappen vergt en meer onderzoek nodig is;

overwegende dat besluitvorming over een kredietregister aan een volgend kabinet is;

verzoekt de regering alvast te starten met het maken van een plan van aanpak om te verkennen wat nodig is voor het op- en inrichten van een kredietregister, zodat een volgend kabinet hierover vlot en goed geïnformeerd een afweging kan maken, en de Kamer hierover voor 1 januari 2022 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Amhaouch.

Zij krijgt nr. 464 (32637).

Dank u. Dan geef ik de heer Romke de Jong van D66 het woord.

De heer Romke de Jong (D66):

Voorzitter, dank u wel. Enkele weken geleden alweer spraken we over ondernemers en bedrijfsfinanciering. Ik heb toen het belang bepleit van verschillende en beschikbare financiering voor het mkb en start-ups. Nog steeds ontvangen we echter signalen dat er een financieringsgat bestaat tussen Invest-NL aan de ene kant en Qredits aan de andere kant. Ik dank de staatssecretaris ervoor dat ze heeft aangegeven in de uitwerking van het Dutch Future Fund in de voorwaarden rekening te houden met deze investeringsbehoefte van het mkb en start-ups. Ook dank voor de groene garantieregeling die de staatssecretaris heeft toegezegd.

Toch is er iets blijven liggen in het debat. Ik vroeg de staatssecretaris naar de problemen die veel start-ups nog ondervinden met de COL, waaraan nog veel aanvullende behoefte blijkt te zijn. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat 87% van de start-ups die een Corona-OverbruggingsLening (COL) hebben ontvangen, opnieuw in de problemen dreigt te komen als de crisis voortduurt;

overwegende dat er 150 miljoen euro beschikbaar is gesteld aan de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, als steunmaatregel om de fondsen van de ROM's te versterken;

verzoekt de regering om de beschikbare 150 miljoen euro voor de fondsversterking van de ROM's ook in te zetten voor het ondersteunen van de doelgroep van de COL,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Romke de Jong, Aartsen en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 465 (32637).

Dank u. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Aartsen van de VVD.

De heer Aartsen (VVD):

Voorzitter. Tijdens het commissiedebat en tijdens een interessant rondetafelgesprek over familiebedrijven bespraken we inderdaad — de heer Van Haga zei het al — de BOR, specifiek de problemen die onze Nederlandse bedrijven ervaren tegenover andere bedrijven. In het VVD-verkiezingsprogramma stond natuurlijk al luid en duidelijk: bestaande knelpunten oplossen, al helemaal in internationaal verband. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Nederland binnen de BOR de bezits- en voortzettingseis ertoe leidt dat acquisities in de eerste vijf jaar voor een schenking of één jaar voor vererving of desinvesteringen in de vijf jaar na vererving of schenking niet onder de BOR vallen;

overwegende dat dit leidt tot een onevenredig concurrentienadeel ten opzichte van bedrijven in de ons omringende landen;

verzoekt het kabinet te onderzoeken hoe de bezits- en voortzettingseis binnen de BOR kan worden geharmoniseerd met andere EU-landen zodat er meer sprake is van een gelijk speelveld voor onze familiebedrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Aartsen, Van Haga en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 466 (32637).

Dank u. Ik schors de vergadering voor enkele minuutjes, zodat de staatssecretaris haar oordeel kan vellen over de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:

Dank u wel, voorzitter. Een vijftal moties. In de motie op stuk nr. 462 vraagt de heer Van Haga het kabinet om ervoor te zorgen dat er zo spoedig mogelijk een eenduidige en duidelijke compensatieregeling komt. Deze motie ziet op lagere overheden die geconfronteerd worden met een verzoek voor nadeelcompensatie. Ik moet deze motie ontraden. Om te beginnen is dit een bevoegdheid van de minister van BZK en de minister van JenV. Daarnaast is er al een juridisch kader op basis waarvan verzoeken om nadeelcompensatie worden beoordeeld.

De voorzitter:

Een korte vraag van de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik begrijp dat die juridische constructie er al is, maar het probleem is dat sommige gemeentes het niet doen. Kunnen we dit misschien omzetten in een toezegging dat u de gemeentes ertoe aanspoort om de bestaande regeling naar behoren te hanteren?

Staatssecretaris Keijzer:

Het juridisch kader berust op het leerstuk dat ook bij een rechtmatige overheidsdaad er sprake kan zijn van schade die voor vergoeding in aanmerking kan komen. De bewindspersonen die de heer Van Haga hierop moet bevragen, zijn de minister van BZK en de minister van JenV. Zij voeren deze discussie. Ik kan hier niet zomaar in portefeuilles van collega's gaan grasduinen. Mede om die reden ontraad ik de motie.

De voorzitter:

Nog een keer de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dan zit ik toch met een probleem. Dit is de enige bewindspersoon die ik ken met een groot hart voor het mkb. Misschien kunt u zo vriendelijk zijn om dit verzoek over te brengen aan de bewindspersonen die er volgens u wél over gaan. Het is een groot probleem dat niet wordt opgelost. Het ligt bij de gemeentes en er gebeurt helemaal niks. En ondernemers zitten in de knel.

Staatssecretaris Keijzer:

Ik ben altijd bereid om de Kamer ter wille te zijn, maar dan word ik op een gegeven moment een postbode van de Kamer. Dat is niet helemaal de bedoeling. Op gemeentelijk niveau heb je ook volksvertegenwoordigers: gemeenteraadsleden. Dat zijn degenen die, als ze van mening zijn dat het college van burgemeester en wethouders niet correct omgaat met ondernemers, op aarde zijn om hun bestuur aan te spreken. Ik snap de passie van de heer Van Haga voor ondernemers. Die deel ik ook, maar ik probeer hier toch ook een klein beetje de verschillende bevoegdheden in de gaten te houden.

Dan kom ik bij de motie-Van Haga c.s. op stuk nr. 463. Daarin wordt het kabinet verzocht te onderzoeken hoe de BOR kan worden verbeterd zodat er meer sprake is van een gelijk speelveld. Er loopt op dit moment een evaluatie naar de bedrijfsopvolgingsregeling. De verwachting is dat die in het vierde kwartaal klaar is. Ik ben een demissionair staatssecretaris, dus ik kan geen nieuw beleid maken. Daarom moet ik deze motie ontraden.

Dan de motie van de heer Amhaouch op stuk nr. 464. Hij verzoekt de regering om de Kamer te informeren over wat er nodig is voor het op- en inrichten van een kredietregister. Over deze motie laat ik het oordeel aan de Kamer. Het is aan het nieuwe kabinet om vervolgstappen te zetten, maar ik ben uiteraard bereid om de informatie die daarvoor nodig is op een rijtje te zetten.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 465 van Romke de Jong c.s., waarin de regering wordt verzocht om de beschikbare 150 miljoen voor fondsversterking van de ROM's ook in te zetten voor het ondersteunen van de doelgroep van de COL, de coronaoverbruggingslening. Oordeel Kamer. Door het fondsvermogen van de ROM's verder te versterken, kunnen de ROM's in een nieuwe financieringsronde het eigen vermogen en eventueel vreemd vermogen van deze veelal innovatie mkb-ondernemers versterken, aangezien de financieringsbehoefte verandert. Daarmee wordt de solvabiliteitspositie van deze bedrijven verstevigd en worden bedrijven financieel gezonder, zodat ze daarna weer makkelijker door de markt zelf gefinancierd kunnen worden. Voor de kapitaalversterking van de ROM's is 150 miljoen vrijgemaakt. Met de nieuwe middelen kunnen geen nieuwe overbruggingskredieten worden verstrekt. Met deze middelen kunnen ook bedrijven worden geholpen die onder de doelgroep van de COL vallen.

Dan kom ik bij de motie-Aartsen c.s. op stuk nr. 466. Deze motie kan ik oordeel Kamer geven. Bij de evaluatie van fiscale regelingen worden ook bestaande knelpunten in vormgeving en uitvoering van deze regeling in kaart gebracht. Bij deze knelpuntenanalyse worden ook de in deze motie naar voren gebrachte consequenties van het hebben van kleine aandelenpercentages per familielid in de huidige BOR betrokken. Het kabinet hecht aan de continuïteit van bedrijven na bedrijfsoverdracht en een goede evaluatie van de betrokken fiscale regelingen. Deze evaluatie zal, zoals al eerder gezegd, in het vierde kwartaal van dit jaar worden afgerond.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dan dank ik de staatssecretaris voor de beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen zijn volgende week dinsdag en ik schors de vergadering voor de dinerpauze.

De vergadering wordt van 17.57 uur tot 18.46 uur geschorst.

Naar boven