Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 78, item 23 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 78, item 23 |
Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD d.d. 22/04).
De voorzitter:
Dan zijn we nu aangekomen bij het grote feestnummer van vandaag, het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Het Kamerdebat was 22 april jongstleden. We hebben maar liefst dertien sprekers van de zijde van de Kamer. We beginnen met de heer Alexander Kops van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Motie één.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de laatste voortgangsrapportage van het Programma Aardgasvrije Wijken wordt geconcludeerd dat het aardgasvrij maken van woningen "op basis van louter vrijwilligheid niet haalbaar is" en dat hier "wettelijke bevoegdheden noodzakelijk zijn";
constaterende dat er geen wettelijke bevoegdheid bestaat om woningeigenaren te dwingen van het aardgas af te gaan;
spreekt uit dat dat zo moet blijven;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat aardgasvrij wonen nooit een verplichting wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Kops (PVV):
Dan motie twee.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het aardgasvrij maken van woningen onzinnig, onhaalbaar en onbetaalbaar is;
verzoekt de regering onmiddellijk te stoppen met het aardgasvrij maken van woningen en een streep te zetten door het Programma Aardgasvrije Wijken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Kops (PVV):
Motie drie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat nieuwbouwwoningen vanaf 1 juli 2018 geen gasaansluiting meer krijgen;
constaterende dat gasloos bouwen onzinnig is én tot vertragingen en hogere kosten leidt;
spreekt uit dat er niets gaat boven een vertrouwde gasaansluiting — op het beste en betrouwbaarste gasnet ter wereld;
verzoekt de regering de afschaffing van de gasaansluitplicht terug te draaien,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Kops (PVV):
Nog even terugkomend op de eerste motie: ik verwacht absoluut van de VVD dat zij in ieder geval voor die motie stemt. Die motie zegt: ervoor zorgen dat aardgasvrij wonen nooit een verplichting wordt. In het commissiedebat heeft de heer Koerhuis luid en duidelijk gezegd dat de VVD er geen voorstander van is om mensen verplicht af te sluiten van het aardgas. Ik citeer hem even. Hij zegt letterlijk: "Ik ben zo'n beetje de vlaggendrager hier om mensen niet te verplichten om van het gas af te gaan." Nou, dan kunnen we niet anders dan verwachten van de VVD dat zij in ieder geval voor die motie stemt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Een vraag van de vlaggendrager.
De heer Koerhuis (VVD):
"Vlaggendrager" betekent natuurlijk dat ik met een eigen motie kom. Die komt er zo.
Nog een vraag voor de heer Kops. Hij stelt dat nieuwbouwhuizen aansluiten op gas altijd goedkoper is dan dat niet doen. Dan vraag ik me af of hij het rapport van Aedes kent waarin wordt aangegeven dat het aansluiten op een warmtenet qua nieuwbouwkosten goedkoper is dan op gas. Ik vraag me of hij daar dan misschien een uitzondering voor wil maken, want dat moet natuurlijk wel mogelijk blijven.
De heer Kops (PVV):
Ten eerste. Het verbaast me een beetje dat de heer Koerhuis nu die vraag aan mij stelt, want in het commissiedebat heb ik hier al minutenlang over gesproken. Precies datgene wat de heer Koerhuis zegt, heb ik aan de orde gesteld. Ik heb toen in dat debat geen enkele interruptie van hem gekregen. Ik vraag me af waarom niet en waarom hij dan nu hier in dit debat, waarin we moties indienen, met die vraag komt. Ik kan ook wel even inhoudelijk antwoord geven. Leest u eens wat artikelen van Cobouw. Daarin staat bijvoorbeeld dat gasloos bouwen €15.000 tot €25.000 extra kost. Luister naar de Vereniging voor Ontwikkelaars & Bouwondernemers, die ook zegt dat door gasloos bouwen de faalkosten in het ontwikkel- en bouwproces eerder toe- dan afnemen. Daarbij zegt die vereniging ook dat er simpelweg niet genoeg technisch personeel is om alle werkzaamheden uit te voeren. Het leidt dus en tot hogere kosten en tot vertraging.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Koerhuis van de fractie van de VVD.
De heer Koerhuis (VVD):
Drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat gemeenten dwangsommen willen kunnen instellen om woningen van het gas te halen;
constaterende dat bewoners zorgen hebben om woningen van het gas te halen;
overwegende dat een dreiging van dwangsommen door gemeenten de zorgen van bewoners vergroot in plaats van wegneemt;
overwegende dat de zorgen van bewoners voorop moeten worden gesteld;
verzoekt de regering om gemeenten niet de bevoegdheid te geven om dwangsommen in te stellen om woningen van het gas te halen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Koerhuis (VVD):
Motie twee.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het nieuwe energielabel volgens de minister gemiddeld €190 zou kosten;
constaterende dat dit in de praktijk veel hoger ligt;
van mening dat mensen niet op hoge kosten moeten worden gejaagd voor een energielabel;
overwegende dat het aanbod van energie-experts op dit moment niet toereikend is om de markt haar werk te laten doen;
overwegende dat per 1 juli het digitale energielabel van start gaat;
overwegende dat de problemen rondom het aanbod van energie-experts waarschijnlijk langer gaan duren;
verzoekt de regering om per ministeriële regeling tot 1 januari een maximumprijs in te stellen voor het fysieke energielabel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Koerhuis (VVD):
Motie drie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een taxatierapport fysiek laten uitvoeren €400 tot €500 kost;
constaterende dat DNB wil dat huiseigenaren bij iedere nieuwe hypotheek of iedere wijziging van een hypotheek het taxatierapport fysiek laten uitvoeren;
van mening dat mensen niet onnodig op hoge kosten moeten worden gejaagd voor een taxatierapport voor een kleine aanpassing van de woning als er een recent taxatierapport is;
overwegende dat de regering zegt dat de kosten van het nieuwe model nog niet zijn uitgekristalliseerd;
verzoekt de regering om voorlopig niet over te stappen op het nieuwe model en het taxatierapport goedkoop te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is een vraag van de heer Kops.
De heer Kops (PVV):
Eén vraag aan de heer Koerhuis. Gaat hij, de vlaggendrager van de VVD die zegt dat mensen niet verplicht moeten worden om van het gas af te gaan, voor de motie stemmen die ik zojuist heb in gediend, die exact dat zegt?
De heer Koerhuis (VVD):
Ik wil de motie graag eerst lezen. Ik heb haar nog niet gekregen. Ik was nog niet helemaal klaar. Mevrouw Beckerman dient zo ook namens mij een motie in over het aardgasvrijproject.
De heer Kops (PVV):
Dat vind ik toch een beetje raar, want moties worden hier nota bene voorgelezen en ik mag toch van de heer Koerhuis verwachten dat hij kan luisteren. Ik heb volgens mij vrij duidelijk gesproken: verzoekt de regering ervoor te zorgen dat gasloos wonen nooit een verplichting wordt. Dat is exact wat ook de heer Koerhuis in het commissiedebat heeft gezegd. En nota bene net voordat ik naar het spreekgestoelte liep, heb ik mijn motie nog even vluchtig aan de heer Koerhuis laten zien. Dan wil ik gewoon nu van de heer Koerhuis weten: gaat hij voor of tegen die motie stemmen?
De heer Koerhuis (VVD):
Kijk, ik ken het trucje. De titel van de motie wordt ongetwijfeld heel mooi, maar ik wil toch echt eventjes goed de overwegingen en de constateringen lezen. Iedereen hier weet dat dat zo werkt. Ik word ongetwijfeld in een filmpje geknipt van de heer Kops met de titel van de motie, maar ik wil haar toch graag echt eerst even goed lezen en dan vooral de constateringen en de overwegingen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Eerdmans van de fractie van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Ik had eigenlijk als eerste een motie willen indienen, maar ik doe het niet. Dat is ook weleens aardig voor de verandering. Ik zag namelijk dat de motie van de heer Kops feitelijk dezelfde strekking heeft waar het gaat om het gasloos wonen, dus die laat ik weg. Dat scheelt weer. Wij sluiten ons aan bij die PVV-motie. Ik heb er nog wel twee over. De eerste gaat over het Klimaatakkoord.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Klimaatwet en het Klimaatakkoord nul effect hebben op het klimaat, honderden miljarden euro's kosten en leiden tot de massale aanwezigheid van megawindturbines, zonneweides en het aardgasvrij maken van de volledige gebouwde omgeving;
overwegende dat hiermee een aanslag op de welvaart en het woongenot van burgers en het Nederlandse landschap wordt gepleegd;
verzoekt de regering het Klimaatakkoord op te zeggen en de Klimaatwet in te trekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
Eerst de derde, maar nu dus mijn tweede motie, is kort.
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Bromet van de fractie van GroenLinks.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Voorzitter. Als je naar de rechtse partijen luistert, is het kommer en kwel met de energietransitie. Maar ik denk dat de heren die voor mij spraken nog nooit een gasfornuis hebben schoongemaakt. Het is namelijk veel prettiger om een inductiefornuis schoon te maken. Maar daar ga ik het nu niet over hebben.
De voorzitter:
Het wordt nu heel onrustig in de zaal.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
De heren voelen zich aangesproken. Ik wil het hebben over isolatie. Want je kunt hel en verdoemenis preken over de energietransitie, maar een geïsoleerd huis is comfortabel. Bovendien is het veel goedkoper om een goed geïsoleerd huis te verwarmen. De ChristenUnie heeft twee prima moties over isolatie. Ik zou nog een keer aan de minister willen vragen waarom wij geen beroep hebben gedaan op het Europees Herstelfonds, waarin geld beschikbaar is voor isolatie. Want het is toch zonde om dat te laten liggen? Iedereen verdient een geïsoleerd huis, ook de mensen die het niet kunnen betalen. De overheid kan daar prima een rol in spelen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB. Oeps, die is er niet, denk ik. Nee. Dan gaan we luisteren naar de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie. Die is er wel.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb twee moties meegebracht.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de (rijks)overheid al geruime tijd het isoleren van woningen stimuleert, vooral met informatie en subsidies;
overwegende dat gebruikmaken van subsidieregelingen —voorheen de SEEH, momenteel de ISDE — het hebben van spaargeld en/of het toegang hebben tot financiering veronderstelt, en dat mensen die isoleren dan ook veelal een hoger inkomen hebben dan niet-isoleerders;
overwegende dat er naar schatting 2,7 miljoen woningen in Nederland zijn met een energielabel slechter dan C, dat in deze niet goed geïsoleerde woningen gemiddeld vaker mensen met een lager inkomen wonen en dat met het huidige instrumentarium de energetisch slechtste huizen én bewoners met lage inkomens onvoldoende worden bereikt;
overwegende dat, om tijdig alle bestaande woningen te isoleren in lijn met de isolatiestandaard, het huidige isolatietempo een factor drie omhoog moet;
verzoekt de regering het de afgelopen jaren gevoerde isolatiebeleid en de daarbij ingezette subsidieregelingen te evalueren, daaruit lessen te trekken met het oog op een effectieve vormgeving van het eerder door de Kamer gevraagde nationaal isolatieprogramma, zodat Nederland sneller, slimmer en socialer gaat isoleren, en de Kamer daarover uiterlijk bij de begroting te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er dit vergaderjaar tweemaal een motie is aangenomen waarin de regering wordt verzocht om een nationaal isolatieprogramma;
overwegende dat de uitvoering en uitwerking daarvan stokt met als argument een gebrek aan beschikbare middelen;
overwegende dat Nederland juist ook voor investeringen in energiebesparing in de gebouwde omgeving een beroep kan doen op middelen uit de Recovery and Resilience Facility (RRF), aangezien de voor Nederland beschikbare envelop van 5,6 miljard euro voor 37% besteed moet worden aan duurzaamheid;
verzoekt de regering bij de verdere uitwerking van het door de Kamer gevraagde nationaal isolatieprogramma een beroep op de RRF in haar overwegingen te betrekken, en de Kamer hierover bij de aanstaande begroting te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Boulakjar van de fractie van D66.
De heer Boulakjar (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties van de zijde van D66.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er de doelstelling ligt om in 2050 tot een klimaatneutrale gebouwde omgeving te komen;
overwegende dat gebouwgebonden financiering financiële drempels weg kan nemen voor woningbezitters om mee te doen aan de verduurzamingstransitie;
overwegende dat er onder meer in Amersfoort pilots lopen met een gebouwgebonden verduurzamingsdienst;
verzoekt de regering om de uitkomsten van de pilot gebouwgebonden verduurzamingsdienst in Amersfoort voor het einde van het jaar met de Kamer te delen en daarbij ook opties in kaart te brengen voor mogelijke grootschalige toepassing van de uitkomsten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Boulakjar (D66):
Mijn tweede motie, voorzitter, gaat over warmtevisies in alle gemeentes.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er de doelstelling ligt om in 2050 tot een klimaatneutrale gebouwde omgeving te komen;
overwegende dat gemeenten in hun transitievisies plannen uitwerken over hoe de warmtetransitie wordt vormgegeven;
overwegende dat het voor de duidelijkheid voor bewoners van belang is dat alle gemeenten begin 2021 hun transitievisie gereed hebben;
verzoekt de regering om de Kamer uiterlijk in Q3 van 2021 te informeren over het aantal gemeenten met een afgeronde transitievisie;
verzoekt de regering tevens om met de gemeenten en andere betrokken partijen een plan van aanpak op te stellen hoe de gemeenten die na deze inventarisatie nog geen transitievisie hebben, deze alsnog voor 2021 kunnen vaststellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Boulakjar (D66):
De heer Grinwis is inmiddels mijn grote vriend.
De voorzitter:
Dat is mooi. Een korte vraag nog van de heer Koerhuis. Kort, hè, kort.
De heer Koerhuis (VVD):
Het gaat over de eerste motie; dat ik het helder heb. D66 lijkt hier wat voor te sorteren. De minister heeft al aangegeven dat het invoeren van een baatbelasting juridisch lastig is. Graag hoor ik van de D66-fractie dat zij dat deelt en dat zij ook politiek geen voorstander is van het zomaar invoeren van een nieuwe belasting. Een andere route die weleens verkend is, is erfpacht invoeren. Dan verkoop je de grond onder je huis om vervolgens te gaan verduurzamen.
De voorzitter:
En uw vraag?
De heer Koerhuis (VVD):
Dat lijkt met toch ook niet helemaal de bedoeling, vraag ik D66.
De heer Boulakjar (D66):
Dank aan de heer Koerhuis voor zijn vraag. Het onderzoeken van gebouwgebonden financiering is onderdeel van het Klimaatakkoord. Daar staat ook de handtekening van de VVD onder. D66 wil net als iedereen dat mensen in een comfortabel huis wonen met een lage energierekening, het liefst kostenvriendelijk, duurzaam en vrijwillig. Dat is precies het fundament van het Klimaatakkoord. Daarom heeft mijn motie de strekking: minister, bekijk nou wat wij kunnen leren van de pilot in Amersfoort. Initiatieven die laagdrempelig en op basis van vrijwilligheid zorgen voor duurzame woningen moeten wij toejuichen.
De voorzitter:
Prima. Min of meer. Het woord is aan mevrouw Beckerman van de fractie van de SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
Voorzitter. Door de coronacrisis en het verplicht thuisblijven komt een deel van de huishoudens in de knel met het betalen van de energierekening. Uit onderzoek blijkt dat 26% van de Nederlanders — dat zijn ongeveer 2 miljoen huishoudens — een veel hoger energieverbruik heeft dan voor de coronacrisis. 18% van de Nederlanders maakt zich veel zorgen over de vraag of ze de energierekening wel kunnen betalen. Dat zijn 1,4 miljoen huishoudens. Juist mensen met een lager inkomen maken zich grote zorgen. Al vele malen deed de SP voorstellen voor een lagere energierekening, bijvoorbeeld door de belastingen te verlagen. Daartoe doe ik nu opnieuw een voorstel.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat 18% van de Nederlanders zich zorgen of veel zorgen maakt over de hoogte van de energierekening;
overwegende dat er nog 2,7 miljoen slecht geïsoleerde woningen in Nederland zijn en deze gemiddeld vaker bewoond worden door mensen met lagere inkomens;
constaterende dat met het isoleren van woningen niet alleen gezorgd kan worden voor betere woningen, het halen van klimaatdoelen en het creëren van werkgelegenheid, maar ook voor een daling van de energierekening;
voorts constaterende dat uit onderzoek naar eerdere subsidieregelingen bleek dat subsidies gemiddeld juist vaker terechtkomen bij woningeigenaren met hogere inkomens;
spreekt uit dat het nationaal isolatieprogramma juist ook gericht moet zijn op de lage inkomens en middeninkomens;
verzoekt de regering dit bij de verdere uitwerking van het nationaal isolatieprogramma te borgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Beckerman (SP):
En de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat op dit moment naar aanleiding van de motie Beckerman op stuk nr. 472 (32813) onderzoek wordt uitgevoerd naar de ervaringen van bewoners die hebben deelgenomen aan het Programma Aardgasvrije Wijken;
constaterende dat het Programma Aardgasvrije Wijken tot doel heeft te leren hoe wijken verduurzaamd kunnen worden en de ervaringen van bewoners hierbij dus cruciaal zijn;
voorts constaterende dat het bewonerstevredenheidsonderzoek voor de zomer gereedkomt, maar de derde tranche al eerder wordt opengesteld;
verzoekt de regering de derde tranche pas open te stellen wanneer het bewonerstevredenheidsonderzoek gereed is en aanvragen alleen dan te honoreren als geborgd is dat de pilot voor alle bewoners betaalbaar is en kan rekenen op draagvlak en betrokkenheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat was het, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Nijboer van fractie van de Partij voor de Arbeid.
De heer Nijboer (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ten aanzien van het nationaal isolatieprogramma heb ik met collega's een aantal moties ingediend. Ik heb nog één motie. Die gaat erover dat het eigenlijk voor niemand duidelijk is — dat was ook mijn hoofdpunt in het debat, en eerlijk gezegd al één à anderhalf, twee jaar — wat er nou moet gebeuren als je in je huis zit en je je cv-ketel moet vervangen of voor een nieuwe keuken kiest.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het voor veel mensen onduidelijk is wat ze het beste kunnen doen als er praktische afwegingen moeten worden gemaakt, zoals bij de keuze voor een nieuwe keuken (wel of geen gasplaat) of als de cv moet worden vervangen (wel of geen cv, warmtepomp of warmtenet?);
verzoekt het kabinet ervoor te zorgen dat voor iedereen makkelijk te vinden is wat je in de eigen situatie het beste kan doen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Nijboer (PvdA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Teunissen van de fractie van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik ben niet mevrouw Teunissen, maar ik doe het voor haar, aangezien zij bij een ander debat zit en zij wel dit debat heeft gedaan op 22 april. Ik heb twee moties meegenomen naar aanleiding van haar inbreng die 22 april.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad van State oordeelt dat de gedragscode duurzaam renoveren niet voldoet aan de Wet natuurbescherming en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn;
constaterende dat beschermde vleermuizen en vogels slachtoffer worden van het verkeerd aanbrengen van isolatie;
constaterende dat BZK en LNV samen onderzoek doen naar de knelpunten bij natuurinclusief bouwen, waarbij ook gekeken wordt naar renovatie en isolatie;
overwegende dat bij de opschorting van de gedragscode per individuele aanvraag een ontheffing op basis van de Wet natuurbescherming moet worden gegeven, wat vleermuizen en vogels betere bescherming biedt;
verzoekt de regering tot een tijdelijke opschorting van het toepassen van de gedragscode duurzaam renoveren, totdat het onderzoek naar de knelpunten bij natuurinclusief bouwen gedeeld en besproken is met de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
En de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat restwarmte uit de fossiele industrie volgens het Bouwbesluit 2019 meetelt in de minimumeis voor het aandeel hernieuwbare energie;
constaterende dat tevens aftapwarmte uit warmtekrachtkoppelingsinstallaties op biomassa mee mag worden gewaardeerd als hernieuwbare energie;
overwegende dat dit leidt tot een ongewenste lock-in, een langdurige afhankelijkheid van fossiele energiebronnen en biomassa;
verzoekt de regering fossiele restwarmte en restwarmte uit biomassa-installaties niet langer aan te merken in bouwregelgeving als hernieuwbare energie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Agnes Mulder van de fractie van het CDA.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Voorzitter, dank. Allereerst een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat we veel leren van het Programma Aardgasvrije Wijken en deze nog niet de gewenste CO2-reductie heeft opgeleverd;
overwegende dat in het Klimaatakkoord het aardgasvrij-ready maken van woningen en gebouwen expliciet wordt genoemd als methode om de gebouwde omgeving te verduurzamen;
constaterende dat de minister de genoemde aardgasvrij-ready-aanpak nog niet heeft uitgewerkt, terwijl deze wel kansrijk is om CO2-reductie in de gebouwde omgeving op een haalbare en betaalbare manier en op natuurlijke momenten te realiseren;
verzoekt de regering om het aardgasvrij-ready maken van de gebouwde omgeving met spoed op te pakken en deze niet alleen via het Programma Aardgasvrije Wijken vorm te geven, maar ook woningeigenaren op natuurlijke momenten te stimuleren CO2 te reduceren;
verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre het aardgasvrij-ready maken van de gebouwde omgeving via de contingentenaanpak van het TNO vorm kan krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Voorzitter. Waarom is dit voor het CDA nou belangrijk? We zien dat we echt wel iets moeten doen richting 2030 en 2050 om af te gaan van fossiele brandstoffen en dus ook af te gaan van aardgas. Groen gas? Allemaal prima waar we dat toe kunnen passen, maar dat is niet voor alle huishoudens beschikbaar. Mogelijk is er nog iets te doen met waterstof op termijn en kunnen we onze hele infrastructuur nog hergebruiken. Maar als dat allemaal niet kan, kunnen we ondertussen al wel heel veel gas reduceren. Dat kan bijvoorbeeld door andere ketels op te hangen. Op natuurlijke momenten zou dat ook een heel natuurlijke optie moeten zijn.
Dan komen we natuurlijk bij het punt dat collega Nijboer ook maakte: dat is op dit moment volstrekt niet duidelijk. Dus: wat moet je dan doen? Die stap van de heer Nijboer hebben we dus nodig, maar deze ook. Want als je gewoon tot 70% op je aardgas kunt besparen, waarom doen we dat dan niet? Waarom doen we dan ook niet versneld? Ik denk het heel belangrijk is voor ons allemaal dat iedereen begrijpt dat dit de goede opties zijn richting 2030 en ook richting 2050. Ik hoop dat we die slag met elkaar kunnen gaan maken.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Bisschop van de fractie van de Staatkundig Geformeerde Partij.
De heer Bisschop (SGP):
Mijnheer de voorzitter, dank u zeer. Ik beperk mij tot een motie die aansluit bij de bijdrage die ik eerder in het overleg heb geleverd. De motie gaat over de contingentenaanpak. In die zin sluit deze ook aan bij de motie die zojuist werd ingediend door collega Mulder.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de energietransitie in de gebouwde omgeving nu deels verloopt via een wijkenaanpak, waarbij vaak hele wijken tegelijk verduurzaamd worden;
overwegende dat verschillende typen woningen vaak om een verschillende aanpak in de energietransitie vragen, en dat door het bundelen van typen woningen bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving een versnelling, kostenbesparingen en meer efficiëntie gerealiseerd kunnen worden;
verzoekt de regering vóór de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2022 een voorstel voor een contingentenaanpak voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving naar de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Bisschop (SGP):
Dat was mijn bijdrage, voorzitter.
De voorzitter:
Ik vond 'm weer geweldig.
De heer Bisschop (SGP):
Dat dacht ik wel!
De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Jansen van de fractie van Forum voor Democratie.
De heer Jansen (FVD):
Dank u wel, voorzitter. In het commissiedebat Klimaat en gebouwde omgeving van vorige maand vroeg ik de minister hoeveel geld is uitgegeven aan het programma aardgasloze wijken en hoe dat geld is besteed. Tot mijn verbazing vertelde de minister dat er al 220 miljoen was uitgegeven en dat er voor dit jaar nog eens 50 miljoen is gepland. Tot nu toe zijn in het kader van dit project 600 gasloze woningen gerealiseerd. Dat zou neerkomen op ongeveer €350.000 per woning, maar de minister verzekerde ons dat dit bedrag niet nog volledig was besteed en dat deze deling onterecht is. Zij kon echter niet aangeven hoeveel van dit bedrag wel was besteed.
In haar brief van 7 mei meldde de minister dat het volledige bedrag van 220 miljoen is uitgekeerd aan gemeenten via het Gemeentefonds. Dit beantwoordt echter niet de vraag en roept heel veel nieuwe vragen op. Want ook in de verantwoordingsstukken over 2019 is te lezen dat het onduidelijk is hoe de financiële bijdrage van de minister van BZK aan de gemeenten bijdraagt aan het aardgasvrij maken van woningen en dat een gemeente het geld kán inzetten voor de bekostiging van het aardgasvrij maken van woningen, maar dit niet hóéft te doen. De voornaamste reden die de Algemene Rekenkamer hiervoor aanwijst, is het decentraal uitkeren van het beschikbare bedrag via het Gemeentefonds, zoals ook is te lezen in de brief van de minister. Dit betekent dat het geld niet geoormerkt was voor het project.
Daarom heb ik een aantal vragen. Vraag 1. Betekent dit dat het hele bedrag, 120 miljoen voor de eerste ronde, op één hoop is gegooid met de reguliere uitkering uit het Gemeentefonds voor alle gemeenten? Met andere woorden: is het geld uitgesmeerd over alle Nederlandse gemeenten in plaats van alleen de deelnemende gemeenten? Zo niet, kan de minister aangeven per deelnemende gemeente hoeveel geld ze hebben ontvangen in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken in ronde 1? Indien de minister dat niet kan aangeven, betekent dit dat gemeenten dan ook geen toelichting hebben gekregen hoeveel van hun uitkering uit het Gemeentefonds bestemd was voor het Programma Aardgasvrije Wijken?
Vraag 2. Kan de minister aangeven hoe het bedrag van 100 miljoen euro voor de tweede ronde, die specifiek is uitgekeerd, verdeeld is per gemeente?
Vraag 3. Heeft de minister een overzicht van hoeveel geld deelnemende gemeenten tot nu toe hebben besteed in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken? Zo niet, kan de minister dat inventariseren?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors voor tien minuten. Dan gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt van 18.51 uur tot 19.05 uur geschorst.
De voorzitter:
We gaan vrolijk verder. Ik geef het woord aan de minister.
Minister Ollongren:
Dank u wel, voorzitter. Ik loop de sprekers en de moties langs en eindig met de vragen van de heer Jansen van Forum.
De voorzitter:
Voordat u daaraan begint — sorry dat ik u in de rede val — maar dat commissiedebat duurde al vijf-zes uur. Daar zijn heel veel punten gemaakt en die gaan we allemaal niet herhalen. We gaan gewoon even kort en puntig door de moties en dan staat u voor halfacht buiten. Het woord is aan de minister.
Minister Ollongren:
Voor een heel groot deel zijn het nog dezelfde woordvoerders, voorzitter, dus ik sluit mij volledig bij uw woorden aan.
De motie-Kops op stuk nr. 691 is de enige motie waar ik iets langer over spreek, maar ook niet te lang. We hebben in het Klimaatakkoord een afspraak gemaakt en gezegd dat de gemeenten de bevoegdheid krijgen om de levering van aardgas te beëindigen. Het is nooit de bedoeling geweest om van het aardgasvrij wonen een verplichting te maken. Belangrijk is wel dat we toewerken naar aardgasvrij wonen. Eigenlijk is die bevoegdheid bedoeld als een sluitstuk in een heel zorgvuldig proces. Het is ook de bedoeling om dat in wetgeving vast te leggen, maar nogmaals: als sluitstuk en nooit als inzet. Om die reden ontraad ik wel de motie.
De motie-Kops op stuk nr. 692 wil dat we stoppen met het programma. Dat was het kabinet niet van plan. Die motie ontraad ik.
De motie-Kops op stuk nr. 693 stelt voor om de afschaffing van de gasaansluitplicht terug te draaien bij de nieuwbouw. Dat is een verplichting die we hebben gedaan op initiatief van de Kamer; breed gesteund in deze Kamer. Ook dat wilden we graag zo houden, dus ik ontraad de motie.
Dan de motie op stuk nr. 694 van de heer Koerhuis over de dwangsommen. Allereerst hebben gemeenten geen bevoegdheid om die levering te beëindigen. Als die bevoegdheid er zou zijn, via een pilot of mogelijk via een Crisis- en herstelwetachtige constructie, dan is er geen gemeente die voornemens is om dat te gaan doen. Om die reden vind ik de motie niet aan de orde en ontraad ik deze.
Dan de motie op stuk nr. 695 over de maximumprijs voor het fysieke energielabel. Het is dat mevrouw Beckerman er ook onder staat, want anders was ik toch heel erg verrast geweest dat dit uit de meest liberale partij van ons parlement komt. Maar met de SP eronder wordt het iets begrijpelijker. Nou ja, wij vinden allemaal, de heer Koerhuis en ik ook, dat het energielabel betaalbaar moet blijven. Ik ben mij er ook echt van bewust dat die prijzen nu hoger liggen dan we eigenlijk zouden willen. Maar voor het goed functioneren van de markt — en daar hoop ik de heer Koerhuis weer mee aan te spreken — en het bevorderen van concurrentie vind ik het echt onverstandig om een maximumprijs in te stellen, dus ik ontraad de motie.
De voorzitter:
Heel kort, meneer Koerhuis; gewoon twee zinnetjes of zo.
De heer Koerhuis (VVD):
Ik krijg toch een persoonlijk feit toegeworpen van de minister, of hoe noemen we dat in de Kamer. Ik waarschuw al bijna twee jaar voor de monopoliepositie waarin de minister die energie-experts brengt. Als liberaal econoom zeg ik: als wij een bepaalde sector een monopoliepositie geven, dan is het heel logisch om zoiets te doen als een maximumprijs invoeren. Vanuit die optiek wil ik toch nog even het persoonlijke feit terugbrengen.
De voorzitter:
Heel goed.
Minister Ollongren:
Het was wel bedoeld als compliment, van een andere liberale partij aan de zuster-liberale partij. Het was ook bedoeld om de heer Koerhuis een klein beetje te prikkelen met de marktwerking. Maar ik begrijp dat we het niet helemaal eens worden op dit punt en dan blijf ik toch bij ontraden.
De motie op stuk nr. 696 van de heer Koerhuis gaat over het nieuwe model en het taxatierapport. We hebben hier te maken met richtsnoeren van de Europese Bankenautoriteit. Dit kan niet. Wat wel kan, is ruimte creëren voor een hybride taxatierapport. Banken, modelleveranciers en taxateurs zijn ook in gesprek over de inrichting van dat hybride taxatierapport. Dat zou ook goedkoper zijn dan een volledig fysieke taxatie. Ik heb contact met die partijen en ik benadruk dat het een kwalitatief goed product moet zijn, tegen lage kosten. Op die manier ben ik bezig. Ik kan niet precies doen wat in de motie staat, dus die moet ik helaas ontraden, maar ik ben wel bezig met die hybride variant.
De voorzitter:
Meneer Koerhuis, kort, puntig.
De heer Koerhuis (VVD):
Mijn vraag aan de minister is: wat bedoelt zij met "hybride"? Ik vind dat een moeilijk woord. Betekent dat dat taxatierapporten voor kleine aanpassingen gewoon digitaal kunnen, om bijvoorbeeld de verduurzaming niet af te remmen?
Minister Ollongren:
De heer Koerhuis overvraagt me op de details, want ik weet niet of het voor kleine aanpassingen dan volledig digitaal kan zijn. "Hybride" betekent in ieder geval dat het deels digitaal kan en misschien ook wel voor kleine aanpassingen helemaal digitaal. In het geheel betekent het: zowel fysiek als zo veel mogelijk digitaal.
De voorzitter:
De volgende motie.
Minister Ollongren:
De motie op stuk nr. 697 van de heer Eerdmans verzoekt de regering de Klimaatwet in te trekken en het Klimaatakkoord op te zeggen. Wij hechten heel erg aan het Klimaatakkoord en de Klimaatwet, dus ik ontraad deze motie.
Bij de motie op stuk nr. 698 van de heer Eerdmans verwijs ik naar mijn argumentatie bij de motie op stuk nr. 691 van de heer Kops. Ik ontraad deze motie.
De motie op stuk nr. 699 van de heer Grinwis van de ChristenUnie c.s. gaat over het Nationaal Isolatieprogramma. Ik wil deze motie graag oordeel Kamer geven, want zij ziet vooral op evaluatie en dus op leren van het verleden. Er lopen ook wat evaluaties. Ik wil dat allemaal bij elkaar trekken en de Kamer daarover informeren. Ik geef deze motie dus oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 700 van de heer Grinwis c.s. gaat over het Nationaal Isolatieprogramma en een beroep op de RRF. Daar was ook een vraag over van mevrouw Bromet van GroenLinks. Daar hebben we in meerdere overleggen over gesproken. We hebben inderdaad nu geen middelen beschikbaar voor een groot isolatieprogramma. Ik ben me ervan bewust dat de Europese middelen ook voor duurzaamheid bestemd zijn, maar vanwege de verkiezingen en de formatie lag het niet voor de hand om voor de eerste tranche al aan de slag te gaan, natuurlijk ook omdat dat gekoppeld is aan het indienen van plannen voor hervormingen. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat, als we mee gaan doen voor de volgende tranche van het Europese fonds, van de RRF, dit daar een onderdeel van kan uitmaken. Om die reden zou ik de indiener en de mede-indieners willen voorstellen om deze motie aan te houden.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Grinwis, de eerste indiener. Er is koortsachtig overleg, zie ik. Niet dus. De spanning wordt tot het maximum opgevoerd. Nederland houdt de adem in. Maar daar is de heer Grinwis met het verlossende woord.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja, ja, voorzitter. Ik heb nog eens even goed rondgekeken naar de mede-indieners. Ik houd deze motie aan, maar dat aanhouden moet er dan niet toe leiden dat dit kabinet of het volgende kabinet denkt: nou, dat gaan we dus voorlopig niet doen. Ik doe dit dus, maar ik spoor deze minister of haar opvolger wel aan om daarmee serieus aan de slag te gaan.
Minister Ollongren:
Ja. Dat wordt zeer gewaardeerd. Dat spreken we af.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Grinwis stel ik voor zijn motie (32813, nr. 700) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Ollongren:
De motie-Boulakjar/Grinwis op stuk nr. 701 vraagt om de pilot die in Amersfoort wordt gehouden, goed te bezien. Dat betreft eigenlijk een beetje een andere vorm van een gebouwgebonden financiering. Ik stel voor om deze motie over te nemen, als de indiener dat goed vindt. Die pilot is immers gaande. Ik wil er ook graag heel goed naar kijken. Overigens duurt het wel tot het einde van het jaar voordat we de uitkomsten daarvan hebben, maar ik ben zeer bereid om die gewoon over te nemen.
De voorzitter:
Ja, dan moeten we toch een oordeel hebben. Als de motie wordt overgenomen, dan is ze eigenlijk overbodig.
Minister Ollongren:
Als de indiener ermee instemt, dan is dat toch ideaal, want dan heb je meteen wat je wilt.
De voorzitter:
Het is helemaal uw dag, meneer Boulakjar.
De heer Boulakjar (D66):
Ja, voorzitter. Dank u wel. Ik ken het woord "overnemen" uit de lokale politiek. Dan wordt de motie door het college omarmd.
De voorzitter:
Dat is hier exact hetzelfde.
De heer Boulakjar (D66):
In de Kamer hoor je dan "oordeel Kamer". Het is hier dus exact hetzelfde? De motie wordt hiermee in uitvoering gebracht en is dan overbodig? Tenminste, overbodig … Zij wordt niet in stemming gebracht?
De voorzitter:
Nou, dat is aan u. Vooralsnog is zij nog steeds gewoon ingediend. De minister heeft gezegd dat zij overbodig is, dus u zou haar kunnen intrekken.
De heer Boulakjar (D66):
Voor het beeld wil ik de motie in stand houden en in stemming brengen. Is dat handig?
De voorzitter:
Ja, dat kan, maar dan kijk ik weer naar de minister.
Minister Ollongren:
Dat komt natuurlijk omdat u dat akelige woord "overbodig" gebruikt. Dat klinkt zo negatief.
De voorzitter:
"Overbodig" is niet een negatieve kwalificatie.
De heer Boulakjar (D66):
Een ander woord voor "overbodig", voorzitter?
De voorzitter:
"Overgenomen". Laten we dat vasthouden.
De heer Boulakjar (D66):
Dan laten we het bij "overgenomen". Dank u wel.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 701 is overgenomen.
Minister Ollongren:
Dank. Heel goed. De motie is overgenomen, "omarmd", om het positief te zeggen.
De motie op stuk nr. 702 van de heer Boulakjar verzoekt eigenlijk om een peilstok in deze vraag te steken. Dat lijkt mij een goed idee. Ik zal u daarover nader informeren. Ik laat het oordeel over de motie graag aan de Kamer.
De motie op stuk nr. 703 van mevrouw Beckerman en de heer Grinwis loopt wat vooruit op dat Nationaal Isolatieprogramma. Die maakt daar eigenlijk een keuze in door eerst uit te spreken dat die gericht moet zijn op lage en middeninkomens, wat ik me overigens goed kan voorstellen. Maar omdat we nog volop bezig zijn en ook weten dat er nog financiële middelen moeten komen voor zo'n Nationaal Isolatieprogramma, ligt het voor de hand dat het volgend kabinet dat oppakt. Dan zou ik zeggen: houd deze motie aan tot dat moment.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat ben ik in dit geval niet van plan, want dat "spreekt uit" geeft gewoon een richting. Dat is ook helemaal niet aan het kabinet. Het is gewoon aan de Kamer om te zeggen: dit is de richting waar we als Kamer naartoe willen. Als Kamer, die niet demissionair is en die niet aan het onderhandelen is, kunnen we dat gewoon uitspreken. En dan ligt dat maar klaar. Dus nee, ik zou deze motie niet willen aanhouden.
Minister Ollongren:
Ik had wel gezien dat er "spreekt uit" staat, maar mijn punt is dat er ook een verzoek aan de regering aan gekoppeld is. Maar als mevrouw Beckerman zegt dat het eigenlijk aan de volgende regering gericht is, dan heb ik er inderdaad verder geen oordeel over.
Mevrouw Beckerman (SP):
Nee, zo kunt u het inderdaad lezen.
Minister Ollongren:
Prima. Dan beschouw ik het als een spreekt-uitmotie en dan heb ik er geen oordeel over.
Dan de motie op stuk nr. 704 van mevrouw Beckerman. Ik wil even kort een toelichting geven op hoe dit nu gaat. We hebben vaak gesproken over die bewonerstevredenheid. Wij vinden dat belangrijk, dat onderzoek wordt nu uitgevoerd en in de zomer hebben we dat bewonerstevredenheidsonderzoek af. Dan kunnen we terugblikkend dus zeggen hoe dat gaat en wat je ervan kunt leren. Dat wil ik alleen maar intensiveren en dan wil ik ook meer doen. Wat ik alleen niet zou willen, is dat de openstelling uitgesteld wordt in afwachting van het bewonerstevredenheidsonderzoek. De openstelling zou ik gewoon zo snel mogelijk willen doen. We mikken nu op 1 juni. We kunnen gaandeweg echt wel flexibel genoeg zijn om ervoor te zorgen dat we de eventuele lessen die we uit het bewonerstevredenheidsonderzoek van de eerste tranche leren, kunnen betrekken bij die derde tranche. Dus ik zou zeggen: houd de boel nou niet op en laten we gewoon doorgaan met die derde ronde. Laten we die zo goed mogelijk alvast openstellen. In november volgen daar pas de keuzes in. Ik heb het idee dat deze motie wel leidt tot uitstel. Dus daarom ontraad ik haar, kort gezegd.
De motie op stuk nr. 705 is van de heer Nijboer. Hij wil dat er nog beter wordt gecommuniceerd, zodat mensen beter weten wat voor keuzes ze moeten maken. Ik heb al eerder tegen hem gezegd dat ik met hem van mening ben dat er duidelijk moet worden gecommuniceerd. Dat moet inderdaad op die logische, natuurlijke momenten gebeuren. Er is informatie beschikbaar. Er zijn allerlei websites — www.verbeterjehuis.nl en andere websites — er is een landelijke campagne en er zijn energieloketten bij de gemeenten. Maar ik wil dat graag intensiveren en ook wat beter coördineren om te zorgen dat er nog beter met de mensen wordt gecommuniceerd. Om die reden laat ik het oordeel over de motie graag aan de Kamer.
Ik heb even ruggespraak gehouden met de collega van LNV over de motie op stuk nr. 706. De collega van LNV werkt aan een brief hierover. Ik zou de indieners willen suggereren om even te wachten op de brief van collega Schouten voordat zij deze motie definitief indienen. Dus ik verzoek hen eigenlijk om de motie aan te houden.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Ik zou wel graag willen weten wanneer die brief komt. Het onderzoek had eigenlijk al in het vierde kwartaal van 2020 af moeten zijn. We zijn nu een halfjaar verder en het onderzoek is er nog niet. Er begint bij ons dus wel wat ongeduld te komen, en dat ongeduld groeit ook. Ik wil de motie eigenlijk alleen aanhouden als ik zeker weet dat we echt binnen zeer afzienbare tijd die brief daarover kunnen verwachten.
Minister Ollongren:
Ik heb alleen meegekregen "binnenkort". Dat lijkt mij binnen zeer afzienbare tijd. Ik zal de urgentie overbrengen aan de collega.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Oké. Dan houd ik de motie voorlopig even aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (32813, nr. 706) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Ollongren:
Dank u wel. Dan ben ik bij motie op stuk nr. 707, ook van mevrouw Van Esch. Daar ligt een Europese afspraak achter, de Renewable Energy Directive. Daar kunnen we niet zomaar van afwijken en om die reden moet ik de motie ontraden.
De motie op stuk nr. 708 van mevrouw Mulder gaat over het aardgasvrij-ready maken van de gebouwde omgeving via de contingentenaanpak. Ik wil daar meteen de motie op stuk nr. 709 van de heer Bisschop bij betrekken, want — hij zei het zelf al — die ziet eigenlijk op hetzelfde punt. Ik denk dat de contingentenaanpak de stap naar aardgasvrij-ready inderdaad dichterbij kan brengen. Dat wordt ook onderzocht. Ik zie de moties dus eigenlijk als een ondersteuning daarbij en ik geef het oordeel graag aan de Kamer. Dat geldt dus voor de beide moties, die op stuk nr. 708 en die op stuk nr. 709.
Voorzitter. Tot slot de vragen van de heer Jansen van Forum. We hebben inderdaad in een ander overleg uitvoerig gesproken over die middelen en de besteding van die middelen. Hij komt nu terug op de wijze waarop ze beschikbaar zijn gesteld. Het klopt dat dit in de eerste ronde via een decentralisatie-uitkering ging, dus via het Gemeentefonds. Hoewel dat geld in theorie aan andere dingen uitgegeven had kunnen worden, hebben de gemeenten het uitgegeven aan dit doel. De route liep inderdaad via de decentralisatie-uitkering. De tweede ronde en de voorgenomen derde ronde lopen via een specifieke uitkering, mede naar aanleiding van kritiek van de Rekenkamer. Over het algemeen houdt de Rekenkamer juist niet zo van die specifieke uitkeringen, maar voor dit doel werd dat toch als een betere route beschouwd. We vragen het allemaal na. De uiteindelijke controleur van of deze middelen goed besteed zijn, zijn eigenlijk de gemeenteraden. Hier wordt besloten over het totaalbudget, dat wordt vervolgens toegekend aan gemeenten en daar ligt de controle op het goed besteden van die middelen.
Dan de vraag over de totale kosten. Natuurlijk, bij een gering aantal woningen zijn het hoge kosten per woning. Maar als we straks voor die 270 miljoen de 50.000 woningen hebben bereikt, dan hebben we het over iets boven de €5.000 per woning en dat is dus het streven.
Voorzitter. Ik hoop dat ik hiermee ook de vragen van de heer Jansen naar tevredenheid heb beantwoord.
De voorzitter:
Zeker. O, ik wil toch nog even de heer Jansen aan het woord laten. Kort en puntig, hè.
De heer Jansen (FVD):
Ik heb een aantal hele specifieke vragen gesteld en die zijn niet beantwoord. Maar misschien kan de minister dat schriftelijk doen. Ik kan ze haar ook schriftelijk doen toekomen, als dat helpt.
Minister Ollongren:
Ik hoopte dat ik op hoofdlijnen alle vragen had beantwoord. Als dat niet het geval is, ben ik natuurlijk bereid om er schriftelijk nog op terug te komen. Ik ga even terugkijken wat u nog meer wilde weten en dat probeer ik nog schriftelijk te beantwoorden.
De voorzitter:
Heel goed. De heer Kops nog.
De heer Kops (PVV):
Nog even over de motie op stuk nr. 701 van de heren Boulakjar en Grinwis. Wij willen graag over die motie stemmen.
De voorzitter:
Prima. Zo werkt het: als er bezwaar bestaat tegen het overnemen, dan gaan we er gewoon over stemmen.
Tot zover. Ik dank u allen, niet in de laatste plaats de minister, voor het feit dat u allemaal zo beknopt en puntig bent geweest.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dinsdag stemmen we over de moties. Een hartelijk woord van dank aan de minister voor haar aanwezigheid en haar commentaar van vandaag.
Ik pauzeer tot 20.05 uur en dan hebben we wellicht nog een ander debat.
De vergadering wordt van 19.22 uur tot 20.09 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-78-23.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.