Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 76, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 76, item 4 |
Vragen van het lid Van Kent aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de problemen met de beslagvrije voet.
De voorzitter:
Ik heet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom. Ik geef het woord aan de heer Van Kent van de SP, die een vraag heeft over de problemen met de beslagvrije voet. De reden waarom wij deze vraag hebben goedgekeurd is dat de schriftelijke vragen te laat zijn beantwoord. Vandaar.
De heer Van Kent (SP):
Dank u wel, voorzitter. Veel mensen die te maken hebben met schulden, krijgen ook te maken met een beslag op het inkomen. Dit betekent dat beslag wordt gelegd op het inkomen om die schulden af te lossen. Dat beslag mag niet op het hele inkomen worden gelegd. Er moet berekend worden dat mensen nog wel genoeg inkomen overhouden om te kunnen voorzien in de primaire levensbehoeften. De manier waarop berekend wordt welk bedrag daarvoor voldoende is, is aangepast per januari. Bij de SP hebben zich heel veel mensen gemeld die in grote problemen zijn gekomen door die aanpassing. Bijvoorbeeld mevrouw Riethorst heeft zich gemeld. Zij had eerst een bedrag van €1.287 in de maand om van te kunnen leven, maar werd plotsklaps geconfronteerd met een verlaging naar €900, terwijl haar huur al €600 was. Kortom, mensen raken in grote problemen. De rekeningen blijven doorlopen en ondertussen horen wij van deze minister helemaal niets. Wij hebben hier inderdaad in maart al vragen over gesteld. We hebben aan deze minister gevraagd om een einde te maken aan deze situatie, om mensen te geven waar ze recht op hebben, om het probleem op te lossen dat gemeentes de gegevens rondom bijvoorbeeld het vakantiegeld niet op een goede manier doorgeven en om te zorgen dat er niet gegokt wordt wat de huren van mensen zijn, maar om daar op een goede manier mee om te gaan, zodat mensen daar niet de dupe van worden. Maar we horen helemaal niets. Ik wil deze minister vragen of dit al is opgelost en rechtgezet en zo niet, waarom niet. Als de minister dat wel van plan is, wanneer kan mevrouw Riethorst dan weer rekenen op een inkomen waar menswaardig van te leven is?
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.
Minister Koolmees:
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Dank u wel voor het stellen van de vragen, meneer Van Kent. Er liggen inderdaad acht sets Kamervragen over verschillende onderwerpen die te maken hebben met de beslagvrije voet, die in de loop van maart en april zijn gesteld naar aanleiding van ontwikkelingen bij gemeenten of bij de Belastingdienst. Die zijn we nu allemaal aan het beantwoorden. Het ingewikkelde is dat er ontzettend veel partijen bij betrokken zijn, omdat het gaat over de samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken, de Belastingdienst, de gerechtsdeurwaarders en de gemeenten. Dat vergt gewoon enige afstemming, vandaar dat het wat langer duurt dan normaal. Ik heb van de week ook een uitstelbrief gestuurd met een toelichting daarbij. Maar we werken er hard aan om alle acht sets zo snel mogelijk te beantwoorden.
Daarnaast ontvangt u een dezer dagen van mij ook een voortgangsbrief met de ontwikkelingen sinds 1 januari, sinds de invoering van de nieuwe wet. Daarin staat wat voor bijzonderheden daarbij naar boven zijn gekomen en wat voor nieuwe ontwikkelingen er zijn, bijvoorbeeld rondom organisaties die worden toegevoegd aan het normale proces, of waar juist knelpunten zitten. Een van die knelpunten zit inderdaad bij de gemeenten. Bij 200 gemeenten is iets fout gegaan met het vaststellen van de beslagvrije voet, met name vanwege de technische kant van de manier waarop je vakantiegeld meerekent. Dat was in de rekentool verkeerd gegaan in januari en februari. Dat is toen ook ontdekt door de gerechtsdeurwaarders en door de gemeenten zelf. Sindsdien wordt deze berekening handmatig uitgevoerd, zodat de beslagvrije voet — zal ik maar zeggen — dermate hoog wordt vastgesteld dat mensen niet in de problemen komen. Dat wordt nu even handmatig gedaan, omdat we mensen niet willen benadelen in aanloop naar 1 januari volgend jaar, wanneer de gemeenten een nieuwe tool moeten hebben. We proberen ook om mensen te compenseren die in januari en februari inderdaad ten onrechte meer hebben betaald dan eigenlijk de bedoeling was. Dat gaat niet altijd automatisch, omdat het soms voorkomt dat bedragen al zijn doorgestort naar de schuldeiser. Maar we proberen wel om rekening te houden met wat mensen kunnen betalen als dat per ongeluk fout is gegaan.
Meer in zijn algemeenheid is de wet natuurlijk wel bedoeld om een adequatere, hogere beslagvrije voet vast te stellen en daarmee ook juist dit soort problemen te voorkomen. We zitten nu alleen wel in een overgangsjaar met ontzettend ingewikkelde ICT-toepassingen en samenwerkingen met verschillende instanties waar dit soort kinderziektes nu naar boven komen. We doen er alles aan om het op te lossen en mensen zo snel mogelijk te kunnen laten profiteren van deze nieuwe wet en deze nieuwe systematiek.
De heer Van Kent (SP):
Ik weet niet goed waar ik nu naar geluisterd heb.
Minister Koolmees:
Naar mijn antwoord op uw vraag, meneer Van Kent.
De heer Van Kent (SP):
Ik hoor ICT, ik hoor het woord "afstemming", ik hoor dat er meer tijd nodig is en dat er een uitstelbrief is gestuurd. Maar dit gaat over mensen die van het ene op het andere moment €400 in de maand minder te besteden hebben. Dit gaat om mensen die in het voorbeeld dat ik net gaf van €900 moeten rondkomen, terwijl de huur al €610 is. Dit speelt al vanaf januari. We hebben al in maart aan de bel getrokken bij deze minister. Nu hoor ik allerlei formele, bureaucratische argumenten, maar ik hoor van deze minister niet dat ik mevrouw Riethorst straks kan bellen en kan zeggen: het gaat voor u opgelost worden. Sterker nog, ik hoor van deze minister dat het nog weleens heel lang kan gaan duren en dat het nog maar de vraag is of het opgelost kan worden, bijvoorbeeld als geld al bij schuldeisers terecht is gekomen. Ik wil hier heel graag van deze minister horen dat dit wordt opgelost, dat mensen krijgen waar ze recht op hebben, dat het recht wordt gezet en dat de rekenregels worden aangepast. De minister is ingegaan op de situatie rond het vakantiegeld. Ik ben ook heel benieuwd hoe het met de huren opgelost gaat worden. Want er wordt nu op basis van het inkomen een huur verondersteld die in veel gevallen helemaal niks met de waarheid te maken heeft. Ik wil dus echt van deze minister horen dat die problemen opgelost zullen worden, want het water staat mensen echt aan de lippen.
Minister Koolmees:
De heer Van Kent reageert op heel veel verschillende onderdelen waar ik net antwoord op probeerde te geven. De nieuwe wet is op 1 januari ingegaan. We wisten dat het in de eerste fase ingewikkeld was om die in te regelen, omdat er zo ontzettend veel verschillende organisaties betrokken zijn bij deze wet. Dat is ook uitgebreid aan de orde geweest bij de wetsbehandeling. Er is zelfs ook nog een overgangsjaar afgesproken. Ik ben het met de heer Van Kent eens dat mensen die ten onrechte de dupe worden van het verkeerd toepassen van de nieuwe beslagvrije voet, moeten worden geholpen; geen misverstand daarover! We voeren daarom met de deurwaarders en de gemeenten nu een handmatige berekening uit, juist om het probleem bij de gemeenten dat ontstaan is door de vakantietoeslag, op te lossen.
Het andere punt gaat over de woonkosten. Dat is expliciet aan de orde geweest in de wetsbehandeling. Dat is ook een keuze in de nieuwe wet geweest. Binnenkort kom ik met een updatebrief waarin staat hoe het nu in de praktijk gaat, waar we tegenaan lopen en voor welke signalen uit de praktijk we een oplossing proberen te vinden. Daar zijn we hard mee bezig. Ik vind dat de heer Van Kent geen recht doet aan alle inspanningen van al die organisaties om dit belangrijke onderwerp goed te regelen voor veel mensen in Nederland.
De heer Van Kent (SP):
Ik ben bang dat ik straks mevrouw Riethorst moet bellen om te zeggen dat ik dit aan de orde heb gesteld in het vragenuur, dat ik de minister heb gevraagd om het op te lossen en dat er op een gegeven moment een brief gaat komen. Dat is toch geen antwoord? Dat is toch geen antwoord? Het water komt deze mensen echt tot aan de lippen. Ik zeg het nogmaals: zij moeten van €900 rondkomen, terwijl de huur alleen al €610 is. Dat zijn mensen die in grote financiële problemen komen doordat de wet niet functioneert. Het is dan een hele normale vraag van de SP aan deze minister om die wet aan te passen, om de manier waarop de huur wordt berekend aan te passen, om ervoor te zorgen dat mensen gecompenseerd worden voor de schade die hun wordt aangedaan en om er gewoon voor te zorgen dat mensen recht wordt gedaan. Ik begrijp werkelijk waar niet waarom deze minister zich verschuilt achter allerlei bureaucratische redenen, terwijl in die rekenmethode gewoon een aanpassing te doen is, namelijk uitgaan van de daadwerkelijke huur of de huidige som handhaven en daar standaard een bedrag bovenop tellen. Op die manier wordt er recht gedaan aan mensen. Zij hebben daar in Nederland gewoon recht op.
Minister Koolmees:
De heer Van Kent maakt er wel een potje van. We hebben sinds 1 januari van dit jaar die nieuwe wet, die vorig jaar uitgebreid is besproken met mijn voorgangster, de staatssecretaris van Sociale Zaken. Er is heel lang gedebatteerd over deze ingewikkelde materie. Er was heel breed steun voor de nieuwe wet. We willen dit soort problemen juist voorkomen door het vaststellen van de juiste beslagvrije voet, dus om te voorkomen dat mensen in financiële problemen komen. We zitten nu net met deze nieuwe wet, sinds 1 januari van dit jaar, en we zijn achter problemen of fouten bij de uitvoering gekomen, omdat hier zoveel organisaties met elkaar moeten samenwerken. Het doel van deze wet is wel degelijk om mensen te helpen en om juist te voorkomen dat mensen van de regen in de drup komen.
Als het gaat om die woonkosten, is het een bewuste keuze geweest bij de wetsbehandeling om dat op deze manier te doen. Het is ook een keuze van uw Kamer geweest om het op deze manier te doen. Nu, vier maanden na de inwerkingtreding van deze wet wil de heer Van Kent een andere systematiek. Ja, hij wil dan een andere wet. Dat is een paar maanden geleden aan de orde geweest bij de behandeling van deze wet. Ik heb acht sets Kamervragen en een brief om uw Kamer te informeren over de voortgang. Dat ga ik heel snel doen. Daarin wordt ook gedetailleerd ingegaan op de specifieke vragen van de heer Van Kent. Daar wil ik toch graag naar verwijzen, mevrouw de voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Van Kent, u bent door uw tijd heen.
De heer Van Kent (SP):
Ik hoorde de minister zeggen dat ik er een potje van maak. De minister wordt hier ter verantwoording geroepen, omdat hij er een potje van maakt, en verwijt vervolgens de SP-fractie dat zij er een potje van maakt. Het moet toch niet gekker worden, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Kent. Er zijn een aantal vervolgvragen. Allereerst de heer Peters van het CDA, dan mevrouw Maatoug van GroenLinks, de heer De Neef van de VVD en mevrouw Kat van D66. Gaat uw gang.
De heer Peters (CDA):
Over de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet hebben we het inderdaad vrij lang gehad. Die beslagvrije voet is niet voor niks belangrijk; omdat je onder dat niveau gras moet eten en dat kan niemand. Ik vind dat de heer Van Kent groot gelijk heeft dat hij dat hier aan de orde stelt. We constateren in ieder geval dat als je iets simpeler wil maken, dat enorm ingewikkeld is.
De voorzitter:
En uw vraag?
De heer Peters (CDA):
Mijn vraag is eigenlijk simpel. Er komen nu mensen ongewenst in de knel, dus onder de beslagvrije voet, omdat we dat blijkbaar niet goed kunnen berekenen of niet goed handhaven. Wie kunnen zij bellen om nu meteen een oplossing te krijgen?
Minister Koolmees:
Helaas, was het maar zo simpel, maar dat is niet eenduidig te beantwoorden. De gemeenten waren de aanleiding voor deze Kamervraag; de situatie waar de NOS over heeft bericht. Er zijn afspraken gemaakt tussen de gemeenten en de deurwaarders om te voorkomen dat mensen te veel moeten betalen. Als dat met terugwerkende kracht kan, doen ze dat als dat mogelijk is. Naar de toekomst toe wordt het handmatig hersteld zodat mensen niet te veel moeten afdragen. Dat wordt op dit moment via de gemeente opgelost voor deze casus.
Er zijn meerdere problemen naar boven gekomen in de afgelopen periode, ook met de Belastingdienst. De heer Van Kent haalt het voorbeeld aan van de fictieve woonkosten, wat ook in de wet staat. Die proberen we nu werkende weg op te lossen. Daarover ga ik u in detail informeren bij de uitgebreide beantwoording van de Kamervragen, omdat het gaat om technisch ingewikkelde materie, ingewikkelde sommen, en ook heel veel betrokken organisaties die met deze nieuwe wet moeten werken.
De heer Peters (CDA):
Ik begrijp dat het om ingewikkelde sommen gaat en ik begrijp ook dat er niet een eenduidig antwoord is, maar ik verplaats me nu even in een meneer of mevrouw, wie dan ook, die ineens €400 minder krijgt om van te leven. Er komen rekeningen binnen die men moet betalen en niet kan betalen en dan is het gewoon onmogelijk om te wachten. Ik zou willen dat de minister bijvoorbeeld zegt: bel uw gemeente en zeg dat u dat niet kan, en dat het dan stopt. Per gemeente.
Minister Koolmees:
Ik ben het helemaal met de heer Peters eens, geen misverstand daarover. Sterker nog, de gemeenten hebben zelf, samen met de deurwaarders, deze nieuwe methode aangeboden, om het handmatig te doen in de tussentijd, om te voorkomen dat mensen in de problemen komen, dus juist om te voorkomen dat zij de gemeente moeten bellen. Ik ben het zeer met de heer Peters eens. We acteren ook proactief om te voorkomen dat mensen in problemen komen. Maar helaas is het ook zo dat dit een overgangsjaar is waarin dit soort problemen naar boven komen. Dat wisten we met z'n allen bij de wetsbehandeling, toen u met mijn voorganger hierover sprak. We hebben ook de dilemma's daarin gedeeld. We doen onze stinkende best om te voorkomen dat mensen in financiële problemen komen, maar het is wel werkende weg de situatie verbeteren. Laten we eerlijk zijn, iedereen is het erover eens dat deze wet echt een verbetering is van wat we hiervoor hadden, want omdat we toen geen beslagvrije voet hadden, kwamen mensen nog veel vaker in de problemen.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Maatoug van GroenLinks, de heer De Neef, mevrouw Kat en dan de heer Van Baarle van DENK. Korte vragen.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Ik ga het kort houden, voorzitter. Dank voor de brief die onze kant op komt. We hebben in dit huis de afgelopen weken heel veel gesproken over uitvoering. Ik wil de minister vragen om in de voortgangsbrief over de wet die net is ingegaan, die wij als GroenLinks ook heel belangrijk vonden, de problematiek rond de woonkosten goed te schetsen — wat er naar voren komt in die gesprekken met mensen — zodat we die heel goed kunnen bespreken en kunnen kijken hoe we dat beter kunnen doen. Als ik het goed begrijp wordt er nu handmatig gewerkt met de rekentool. Ik vraag de minister dus om de problematiek rond die rekentool zoals die het aankomend jaar wordt gebruikt, ook even in die voortgangsbrief te schetsen. En tot slot noem ik alle andere problemen waar we ook voor komen te staan, zodat we voorkomen dat we hier over een jaar weer vragen moeten stellen en dat we wetten beter moeten maken terwijl we ze bespreken.
De voorzitter:
Wil de minister daarop terugkomen in zijn brief?
Minister Koolmees:
Op dat laatste punt ben ik het zeer met mevrouw Maatoug eens. Dat proberen we gaandeweg ook te verbeteren en op te lossen. Op de eerste twee punten kom ik inderdaad terug in de brief. Ik heb het concept bij me, dus die brief is bijna klaar. Die punten worden allebei geadresseerd in de brief.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer De Neef van de VVD en dan de heer Van Baarle van DENK.
De heer De Neef (VVD):
Dank u, voorzitter. Ik wil sowieso de heer Van Kent bedanken voor zijn vragen. Er werd net al notie gemaakt van een voortgangsbrief. In het NOS-artikel waar wij vandaag dit vragenuur op baseren, staat: het ministerie onderzoekt of het ook speelt bij andere uitkeringsverstrekkers of bij werkgevers die gegevens moeten doorgeven aan de polisadministratie. Ik vraag me af of daar al wat meer over te vertellen valt. Ik ben benieuwd of het ook breder speelt.
Minister Koolmees:
Daar is nog niet meer over te vertellen. In de kern gaat het erom of je de vakantietoeslag per maand of per jaar toerekent. Dat is het ICT-probleem aan de achterkant. Als je die per maand toerekent, gaat het goed. Als je die per jaar toerekent, kun je die te laag vaststellen. Dan heb je dus een te lage beslagvrije voet. Dat is de kern van de problematiek. Dat zou ook kunnen voorkomen in de loonaangifteketen, van het UWV bijvoorbeeld. Maar dat zijn we nu in kaart aan het brengen. Daar heb ik nog geen duidelijk zicht op. Een van de problemen hangt samen met de vraag of je op basis van vier weken of op basis van een maand betaalt. Dat is ook zo'n klassieker. De uitzendbranche betaalt bijvoorbeeld per vier weken. Dat kan dan weer net anders vastgesteld worden. Dat zijn allemaal vrij ingewikkelde implementatieonderwerpen die naar boven komen als je de wet gaat invoeren.
Mevrouw Kat (D66):
Ik weet nog niet precies wat er in de voortgangsbrief en in de beantwoording van de vragen van de heer Van Kent staat. Vandaar mijn verzoek om daarin ook meer informatie te verschaffen over de compensatie van mensen die nadeel hebben ondervonden van de rekentool.
Minister Koolmees:
Even voor de duidelijkheid: er zijn meerdere rekentools. De vragen van de heer Van Kent gingen over de 200 gemeenten met deze vakantietoeslagvaststelling. Daarover hebben we een compensatieafspraak gemaakt. Dus dat wil ik inderdaad meenemen in de brief. Dat is goed. Maar er zijn meerdere rekentools werkzaam bij verschillende actoren die nu de wet uitvoeren. Dat is natuurlijk ook een van de problemen: dat er verschillende rekentools zijn. Maar ja, dat heeft ermee te maken dat we in de wet naar één beslagvrije voet gaan voor verschillende uitvoerders, zoals de Belastingdienst, zoals de gerechtsdeurwaarders, zoals ook de sociale diensten.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik noem mensen in de bijstand die boodschappen krijgen en vervolgens snoeihard gepakt worden. Ik noem mensen in de bijstand die een oudere in huis nemen en vervolgens snoeihard gepakt worden en een gemeente achter zich aan krijgen. Deelt de minister de constatering dat de veel te strenge wet de fundamentele oorzaak is van het probleem dat die beslagvrije voet overtreden wordt en mensen die schulden hebben? Door die veel te strenge wet gaan we achter mensen in de bijstand aan. Is de minister bereid om er vaart achter te zetten om de menselijke maat weer terug te brengen in die veel te strenge Participatiewet en al die andere regels — zijn beleid! — die in de praktijk veel te streng uitwerken, zodat we voorkomen dat er geïnd wordt? Hoeveel vaart zet de minister daarachter?
Minister Koolmees:
Ik wil even een paar dingen uit elkaar halen. De beslagvrije voet is er natuurlijk niet alleen maar voor de Participatiewet. Het gaat natuurlijk over de brede schulden en over verschillende organisatie die incasseren en waarbij mensen schulden hebben openstaan. Dus niet alleen de P-wet is de oorzaak. Ook private schuldeisers hebben hiermee te maken. Dat in de eerste plaats.
In de tweede plaats zijn de hardheden in de Participatiewet er wel degelijk. Sterker nog, ik heb in de afgelopen maanden met gemeenten en met betrokkenen zoals cliëntenraden en mensen die hier in de praktijk bij betrokken zijn, rondetafels gehouden over de vraag, wat voor voorbeelden van hardheden naar boven komen. Dat heeft mijn voorganger Bas van 't Wout in januari in een brief aan de Kamer geschreven. Het ging hierbij om voorbeelden van onuitlegbare onderdelen van de Participatiewet zoals die er nu is, die eigenlijk in de praktijk verkeerd uitpakken. Zoals staatssecretaris Blokhuis net al zei, zijn we nu bezig met het opstellen van een brief daarover aan uw Kamer, om de opbrengsten van die gesprekken met uw Kamer te delen. Ik denk dat dit ook voor de formatie belangrijke informatie is, omdat meerdere partijen hebben aangegeven dat zij hier graag iets mee willen in de formatie.
Voor 1 juni wil ik die brief naar uw Kamer sturen. Dan komen er inderdaad voorbeelden naar boven, van alimentatie en van ggz-patiënten, die allemaal als een hardheid worden gepercipieerd. Overigens moet je de situatie in Wijdemeren, de aanleiding voor deze discussie, in een bredere context plaatsen, want ook in de kabinetsreactie op Ongekend onrecht, dus het rapport over de kinderopvangtoeslagaffaire, hebben we al aangekondigd dat wij verschillende socialezekerheidswetten gaan toetsen op hardheid en op onbedoelde effecten. Dat zijn we nu tegelijkertijd ook aan het doen. Dus langs verschillende wegen proberen we problemen die de heer Van Baarle aanstipt naar boven te halen, inzichtelijk te maken en ook aan uw Kamer voor te leggen, om aan te geven dat we het op die manier zouden kunnen oplossen. Gisteren heb ik bijvoorbeeld nog — ik denk dat mevrouw Maatoug daar heel blij mee was — een rapport Verkenning over de kostendelersnorm naar uw Kamer gestuurd, met een aantal varianten die ook worden gezien als een knelpunt, als een hardheid in de huidige Participatiewet.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik waardeer het dat die hardheden in ieder geval doorgelicht worden. Ik hoop dat we er een goed debat in de Kamer over gaan voeren hoe we die gaan wegnemen als dat rapport er ligt. Volgens mij is ook onderdeel van het probleem — de minister kan mij verbeteren als dat niet zo is — dat gemeenten en andere instanties die die menselijke maat laten zoekraken, zo'n beslagvrije voet overtreden of andere regels overtreden en te ver gaan, te weinig de consequenties daarvan voelen. Is het niet een idee, vraag ik aan de minister, om een soort menselijkemaatboete in het leven te roepen? Daarbij kunnen we tegen instanties zeggen: als je te ver gaat en je overtreedt de regels in het innen, dan moet je het hele bedrag plus een toelage daarop als boete aan de overheid betalen, want je hebt de menselijke maat niet in ogenschouw genomen. Is dat een idee?
De voorzitter:
Dank u wel. De minister.
Minister Koolmees:
Een boete van het UWV bijvoorbeeld, of van de SVB aan de rijksoverheid? Of aan de gedupeerden? Wat bedoelt de heer Van Baarle precies?
De voorzitter:
U mag het nog even kort toelichten.
De heer Van Baarle (DENK):
Het zou naar de gedupeerden kunnen gaan. Het zou wellicht ook naar de rijksoverheid kunnen gaan, naar een fonds dat we bijvoorbeeld stoppen in armoedebestrijding. Een menselijkemaatboete om ervoor te zorgen dat medeoverheden niet meer de grens over gaan.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik denk dat we dan een krachtig signaal geven.
Minister Koolmees:
Het UWV, de SVB en DUO worden natuurlijk ook gefinancierd uit de rijksbegroting. Dus dat is een vestzak-broekzakdiscussie. Ik vind de gedachte wel interessant omdat het er uiteindelijk over gaat hoe je ervoor zorgt dat de menselijke maat in de uitvoering wordt gevonden. Dat is makkelijk gezegd, zeg ik er ook bij, maar dat is moeilijker te realiseren, want het gaat bijvoorbeeld bij de toeslagen over 6 miljoen huishoudens die elke maand een toeslag krijgen. Maatwerk is daarbij gewoon niet mogelijk. De menselijke maat toepassen als mensen in de knel komen is wel de uitdaging, dat is wel de zoektocht die we nu in kaart brengen om ook in te voeren bij al die verschillende overheidsorganisaties.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de mondelinge vragen. Ik wil de minister hartstikke bedanken voor de uitgebreide beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we zo over naar de stemmingen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-76-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.