17 Langer Thuis/dementiezorg/pgb/wijkverpleging/Wmo

Aan de orde is het VAO Langer Thuis/dementiezorg/pgb/wijkverpleging/Wmo (AO d.d. 11/11).

De voorzitter:

Welkom terug! Welkom aan de leden en aan de minister van Volksgezondheid en Welzijn. Welkom bij dit VAO, dat de titel draagt: Langer Thuis/dementiezorg/pgb/wijkverpleging/Wmo. Het AO dat hieraan vooraf is gegaan dateert van 11 november. Dat is meer dan een halfjaar geleden. Dat betekent dat een aantal van u niet heeft deelgenomen aan dat algemeen overleg, maar ik neem aan dat daartegen geen bezwaar is in deze Kamer. Dat is niet zo en dus gaan we gewoon beginnen. We beginnen met de eerste spreker op de lijst, mevrouw Westerveld van GroenLinks, die dit VAO heeft aangevraagd.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb het debat niet aangevraagd, want ik heb het ook niet gedaan. Dat was mijn voorganger, mevrouw Ellemeet. Ik heb dan ook twee moties mede namens haar. Zoals u al voorlas, ging dit debat over flink wat verschillende onderwerpen. Het is inderdaad van meer dan een halfjaar geleden. Het ging onder andere over de compensatie aan pgb-zorgverleners die door de coronacrisis geen zorg konden leveren. Dat is nadelig voor die zorgverleners zelf, maar ook voor de pgb-houders, want die zijn soms bang dat ze hun zorgverlener verliezen. Ik wil de minister vragen of hij dit herkent en wat er gedaan zal worden om te regelen dat deze zorgverleners wel gecompenseerd worden.

Voorzitter. Ik heb ook nog een andere vraag, namelijk over de multidisciplinaire samenwerking in de eerste lijn. De handreiking Kwetsbare ouderen thuis ligt er, maar de financiering daarvoor ontbreekt nog. Ik wil de minister vragen of hij bereid is om met financiers en zorgaanbieders te zorgen voor een structurele financiering. Wanneer verwacht hij dat dat rond is?

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 24/7 beschikbaarheid, coördinatie van zorg en specialistische verpleging in de wijk niet kostendekkend worden gefinancierd;

overwegende dat verzekeraars nu de inkoopkaders aan het maken zijn;

verzoekt de regering zorg te dragen dat zorgverzekeraars deze systeemfuncties minimaal kostendekkend en congruent inkopen, waarbij er erkenning is voor de rol hiervan in de regio,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 557 (31765).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Dit debat was alweer zes maanden geleden. Toen ging het over het woonzorgakkoord. Eigenlijk wilden we toen snel een VAO, met het idee dat er nog een aantal inhoudelijke eisen besproken of vastgelegd konden worden, maar dat is toen niet gelukt. Het akkoord is ook nog niet gesloten. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog altijd geen woonzorgakkoord is gesloten;

van mening dat er niet langer gewacht kan worden met het sluiten van een woonzorgakkoord;

verzoekt de regering voor 1 juni 2021 een woonzorgakkoord te sluiten met gemeenten, zorgkantoren, zorgaanbieders en woningbouwcorporaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 558 (31765).

Voordat u het spreekgestoelte verlaat wil mevrouw Agema daar nog wat over vragen, denk ik. Of niet?

Mevrouw Agema (PVV):

Nee, niet vragen, maar wel aangeven dat ik het flauw vind dat het debat over wonen al sinds februari vorig jaar constant van de agenda wordt gehaald. Dat wilde ik alleen even aangeven.

De voorzitter:

Dat is een retorische vraag.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ik was me daar niet van bewust, maar ik heb het gehoord.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Westerveld. De volgende spreker namens de Kamer is mevrouw Den Haan, die spreekt namens de fractie die ook haar naam draagt: de Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Ik moet zeggen dat dat een beetje een rare gewaarwording is, eerlijk gezegd. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het overgrote deel van de mensen met dementie zelfstandig thuis woont;

constaterende dat in de Nationale Dementiestrategie is afgesproken dat in 2030 80% van de thuiswonende mensen met dementie toegang heeft tot een ontmoetingscentrum in de buurt van hun eigen woning;

constaterende dat er in veel gemeenten in Nederland nog geen ontmoetingscentra voor mensen met dementie zijn;

verzoekt de regering om te inventariseren:

  • -hoeveel ontmoetingscentra er nu in Nederland zijn;

  • -hoe deze verspreid zijn over ons land;

  • -hoeveel ontmoetingscentra er nodig zijn om aan het gestelde doel te voldoen;

  • -wat de status is van het creëren van nieuwe ontmoetingsplekken voor mensen met dementie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Haan, Simons, Kuzu, Van der Laan, Kuiken, Agema, Van der Plas en Baudet.

Zij krijgt nr. 559 (31765).

Dank u wel, mevrouw Den Haan. Als u uw motie afgeeft, dan kunnen we zorgen dat iedereen die mee kan lezen. Dan geef ik het woord aan mevrouw De Vries. O, die heeft bij nader inzien toch geen spreektijd nodig. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Laan, die namens D66 zal spreken.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. Nog een debutant namens D66! Ik ga vandaag niet mijn maidenspeech houden maar twee moties indienen, samen met collega's. Ik begin gauw in verband met de spreektijd. De eerste motie gaat over respijtzorg.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de landelijk aanjager respijtzorg in haar rapport concludeert dat er nog veel knelpunten bestaan in het aanbod van respijtzorg en dat de toegang onvoldoende is;

overwegende dat haar actiepunten om onder andere de informatievoorziening over respijtzorg landelijk te verspreiden en lokale respijtzorgaanjagers aan te stellen, van belang kunnen zijn om deze knelpunten op te lossen;

overwegende dat de voortgangsrapportage laat zien dat deze en andere actiepunten nog niet overal worden uitgevoerd;

verzoekt de regering de voorgestelde actiepunten van de landelijk aanjager respijtzorg onverkort uit te voeren en de Kamer bij de volgende voortgangsrapportage te informeren over de voortgang,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Laan, Van der Staaij en Westerveld.

Zij krijgt nr. 560 (31765).

Mevrouw Van der Laan (D66):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel gemeenten worstelen met de regels rondom inkomensafhankelijkheid in de Wmo en dat veel partijen in hun programma voorstellen doen om deze te wijzigen, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van het abonnementstarief;

constaterende dat Zorgkeuzes in Kaart vermeldt dat herinvoering van een inkomens- en/of vermogensafhankelijke component in de eigen bijdrage Wmo vraagt om een nieuw ICT-systeem bij het CAK;

constaterende dat de looptijd van de ontwikkeling van dit nieuwe ICT-systeem geraamd wordt op vier jaar en de kosten op 5 miljoen per jaar;

verzoekt de regering verschillende uitvoeringsopties in kaart te brengen om inkomensafhankelijkheid in de Wmo in te voeren, en de Kamer daarover voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Laan en Westerveld.

Zij krijgt nr. 561 (31765).

Dank u wel, mevrouw Van der Laan. Als u de moties hier op de balie legt, dan kunnen we ervoor zorgen dat iedereen er een kopie van krijgt.

Dan zie ik op mijn lijst dat ook mevrouw Kuiken nog het woord zal voeren namens de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Het zijn geen maidenspeeches maar het blijft wel spannend. Ik zag dat mevrouw Paulusma al een eigen lettertype heeft, dus ik denk dat dat straks ook een nieuw fenomeen wordt. Ik zie de heer Kwint al enthousiast worden over grote letters in het Motorhead-lettertype. Maar ik kijk uit naar de echte maidenspeeches die later zullen worden gehouden. Ook naar die van mevrouw Van der Laan, want als je de eerste keer hebt gehad, is de spanning ook weer wat minder.

Voorzitter, ik misbruik deze gelegenheid om even de Handreiking Kindzorg aan de orde te stellen. Ik hoop dat u dat goedvindt. Ik doe dat, omdat ik veel signalen krijg dat het niet goed gaat met het mediationtraject en dat daar niet over gesproken mag worden, omdat er geheimhouding is afgesproken. En ik krijg signalen van ouders dat zij toch weer via de zorgverzekeraar door derden op de huid worden gezeten. Men legt onverwachte bezoeken af, de kaasschaaf moet er weer overheen en er is veel stress bij deze groep specifieke ouders die een ernstig ziek kind hebben en op deze manier bejegend worden. Ik verwacht niet dat de minister daar hier nu heel uitgebreid op ingaat, maar ik geef alleen even het signaal af dat ik echt hoop dat er nu een doorbraak geforceerd wordt. Want het zal je eigen kind maar zijn! Je zult zelf als ouder maar in die positie zitten! En dat is toch wat we volgens mij allemaal onwenselijk vinden. Dus daarom gebruik ik toch even dit moment om dat naar voren te brengen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kuiken. De minister wil graag tien minuten om zijn reactie voor te bereiden. Dus ik schors de vergadering voor tien minuten. Tot zo!

De vergadering wordt van 18.04 uur tot 18.16 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan voort met dit VAO. Dat betekent dat de minister van Volksgezondheid en Welzijn aan het woord komt om zijn reactie te geven en de moties te appreciëren. Kort en krachtig!

Minister De Jonge:

Ja. Dat kan hoor, voorzitter. Het VAO heeft een heel uitbundige titel. Het was ook al een tijdje geleden en er is ook best wel wat gebeurd in de tussentijd, zo in het afgelopen halfjaar. Ik moest af en toe dus even graven naar de laatste stand van zaken.

Het is goed om met de moties en met de vragen die zijn gesteld, een paar dingen weer even op scherp te zetten. Ik loop ze gewoon na op volgorde van de fracties, allereerst die van GroenLinks over de pgb-compensatie. De Kamer is daarover geïnformeerd in de brief van 17 november, ook alweer een tijdje geleden. Daarin is aangegeven dat ook voor pgb's afspraken zijn gemaakt met de VNG en ZN over de continuïteit van zorg in de Wmo, de Jeugdwet en de Wlz. De maatregel niet-geleverde zorg van tijdens de eerste coronagolf is opnieuw ingevoerd, maar alleen voor specifieke situaties van besmetting of noodzaak tot quarantaine van de budgethouder of de zorgverlener en wanneer de zorg niet geleverd kan worden conform de geldende RIVM-richtlijnen. Die regeling is met terugwerkende kracht ingegaan vanaf 1 oktober 2020 en is geldig tot het einde van dit jaar, tot 31 december 2021. In een later stadium is definitief geworden dat voor Zvw-pgb een vergelijkbare regeling is ontwikkeld. Recent nog is de regeling aangepast zodat ook voor zorgverleners die geen zorg kunnen leveren omdat de budgethouder door zijn beperking geen mondkapje kan verdragen, de niet-geleverde zorg mag worden doorbetaald. Kortom, we hebben hier echt op alle fronten de pgb-zorg gelijkgetrokken met de in natura gefinancierde zorg. Dat ten aanzien van de eerste vraag.

De tweede vraag ging over de multidisciplinaire samenwerking en de financiering daarvan. Die vraag ligt op dit moment voor bij het Zorginstituut. Het Zorginstituut zal duiden of er sprake is van verzekerde zorg. Daarna is de vraag naar financiering aan de orde. Daar kan ik nu dus niet op vooruitlopen, maar dat loopt. Het is een traject dat loopt en waarover ik de Kamer zal informeren.

Dan de motie op stuk nr. 557 over de systeemfuncties in de wijkverpleging. Dat is een motie in een vrij lange serie moties waarin suggesties worden gedaan vanuit de Kamer over hoe de zorgverzekeraar moet inkopen. Het punt is nou juist dat we een systeem hebben vastgesteld met elkaar, de Zorgverzekeringswet, waarin de zorgverzekeraar de opdracht heeft gekregen om namens ons zorg in te kopen, om dat te doen op basis van premiefinanciering en om daarbij doelmatig te werk te gaan. Dat maakt ook dat wij niet tussentijds bestellingen moeten doen in hoe de zorgverzekeraar zijn werk zou moeten doen, want dan hadden we het zelf moeten doen, zeg maar. Ik ga deze motie dus ontraden, evenals de vele vorige moties met suggesties voor hoe zorgverzekeraars hun inkooprol moeten spelen.

Dan de motie op stuk nr. 558 over het woonzorgakkoord. U heeft helemaal gelijk dat het woonzorgakkoord in het voorjaar van 2021 tot stand gebracht zou worden. Het voorjaar loopt al enige tijd, maar gelukkig is het nog net voorjaar en kan ik dus nog een woonzorgakkoord aan uw Kamer sturen. Ik heb er totaal geen enkele moeite mee om deze motie oordeel Kamer te geven of ondersteuning van beleid of welke formulering dan ook, maar het is ook een beetje oneerlijk, omdat ik het deze week of volgende week aan de Kamer hoop te kunnen sturen. Het is eigenlijk al gereed; het wordt alleen nog even goed uitgeschreven. Het zou een beetje flauw zijn om te suggereren dat deze motie daar nog heel veel sturing op kan aanbrengen. Het komt eraan, zoals we hadden aangegeven dat het eraan zou gaan komen. In de richting van mevrouw Agema zeg ik dat dit absoluut een goed woonzorgdebat zou vergen — echt waar, want het is een van onze grootste en ingewikkeldste thema's voor de komende jaren — maar ik denk ook wel dat u dat graag zou voeren met een missionair kabinet met een regeerakkoord en een duidelijke opdracht daarin. Ik denk dat dat een beter debat zou opleveren, maar dat is uiteraard aan u. Als u mij bestelt, ben ik altijd te uwer beschikking. Ik laat het oordeel dus aan de Kamer, maar u moet zelf maar weten of u deze motie nog van toegevoegde waarde vindt, gegeven de planning.

Dan de motie op stuk nr. 559 over de ontmoetingscentra. Ook daarover laat ik het oordeel aan de Kamer. Op dit moment zijn we het aanbod aan ontmoetingsmogelijkheden al aan het inventariseren. Die opdracht is al uitgezet bij Movisie, dus ik laat het oordeel graag aan de Kamer. Ik kom daar uiteraard nog op terug. Het was sowieso een vrij intimiderende lijst van ondertekenaars. Dat maakt natuurlijk ook dat de ruimte om te ontraden wat geringer is geworden. Nee hoor, ook omwille van de inhoud laat ik het oordeel graag aan de Kamer.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 560. Dan ben ik al bij mevrouw Van der Laan. Daar verzoekt u de actiepunten van de landelijke aanjager respijtzorg onverkort uit te voeren. Ik kan gewoon het oordeel aan de Kamer laten, want ook wij vinden het heel erg belangrijk om daarmee aan de slag te gaan. We hebben die landelijke aanjager, mevrouw Ross-Van Dorp, natuurlijk niet voor niets aangesteld. Daar is een handzaam en goed rapport uit gekomen dat op veel draagvlak kan rekenen, dus we moeten dat gewoon gaan doen. Dus met deze opdracht gaan we graag aan de slag. Dat is de motie op stuk nr. 560.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 561. Daar kun je op verschillende manieren naar kijken. U voert nu een VAO met een demissionaire minister, een lid van een demissionair kabinet. Toen dit kabinet nog missionair was, heeft dit kabinet met grote overtuiging uitvoering gegeven aan het regeerakkoord, waarin de opdracht vermeld stond om juist te komen tot de invoering van een abonnementstarief. Dat vond ik ook een heel mooie opdracht, omdat ik denk dat we daar heel veel mensen gelukkig mee hebben gemaakt. Dat betekent echt voor heel veel mensen, zo'n 150.000 huishoudens, een aanzienlijke verlaging van hun eigen bijdrage. Het betekent daarnaast dat we een enorme stapeling van zorgkosten hebben kunnen voorkomen voor de mensen die behoorlijk wat zorgkosten hebben. Het betekent daarnaast dat we die oude eigenbijdrageregeling van de Wmo, die dus inkomensafhankelijk was, hebben kunnen wegnemen. Daarbij zag je vaak dat er een enorme stapeling van administratieve lasten achter vandaan kwam. We hebben daardoor een heel veel kleiner uitvoeringsapparaat kunnen organiseren aan de kant van het CAK, dat verantwoordelijk was voor die uitvoering. Ik noem de kans op fouten, stapelfacturen, nabetalingen. En ook even met de kinderopvangtoeslag in het achterhoofd: dat abonnementstarief is echt om heel veel redenen, juist voor de doelgroep om wie het gaat, een heel fijne regeling.

Nou weet ik dat gemeenten daar kritisch op zijn. Dat is niet nieuw. Gemeenten zijn daar kritisch op. Dus laat ik het zo zeggen: de partij van de wethouders is niet enthousiast. Dat weet ik. Maar de doelgroep om wie het ging bij dat abonnementstarief is wel heel erg enthousiast, want het heeft tot een heel grote verlaging van de bijdrage geleid. Dus ben ik nou in de nadagen van de demissionaire fase van het kabinet erg enthousiast om daar allerlei alternatieven voor op tafel te leggen? Nou, dat lijkt mij eerlijk gezegd meer een bestelling aan een volgend kabinet of een bestelling aan de formatietafel. Het lijkt mij niet zo heel erg een klus voor dit kabinet. Dus het hangt er een beetje vanaf: bent u van plan om nog in de demissionaire fase iets te doen met die uitvoeringsopties of wilt u hier een afspraak over maken in een mogelijk uit te onderhandelen regeerakkoord? In dat laatste geval lijkt het me op dit moment eigenlijk meer een vraag aan de formatietafel dan een vraag aan mij. Maar dat is even een vraag aan van mevrouw Van der Laan.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Ik heb ook een vraag aan de minister, want u begon uw inleiding met te zeggen dat dit kabinet uit volle overtuiging heeft gekozen voor deze koers. U was toen missionair, zoals u het zei, en nu bent u demissionair. Wilt u nou niet iets over deze motie zeggen omdat u demissionair bent, of zegt u: ik sta nog volledig achter de inhoudelijke koers van het kabinet, dus ik doe daar geen uitspraken over? Hebben we het nu over een proces of over een inhoudelijk antwoord?

Minister De Jonge:

Inhoudelijk is het een beetje gek als een demissionair kabinet een andere koers vaart dan een missionair kabinet, want we hebben geen nieuwe missie op ons genomen. We zijn missionair ten aanzien van de aanpak van corona, maar niet ten aanzien van alles waar het regeerakkoord ons toe geroepen had. We hebben die klus geklaard. Een onderdeel van de klus die we te klaren hadden in het regeerakkoord was de introductie van een abonnementstarief. Ik denk dat dat voor heel veel mensen, met name voor mensen met een kleine beurs, de lagere middeninkomens, een heel betekenisvolle rol gespeeld heeft in de eigen portemonnee. Die hebben daar financieel enorm van geprofiteerd. Dat was ook precies de bedoeling. Het is administratief veel eenvoudiger, maar het is vooral voor mensen heel veel fijner. U vraagt nu eigenlijk aan een demissionair minister: zou u ook nog even alternatieven voor hetgeen u vol overtuiging heeft ingevoerd willen introduceren? Dan zou ik denken: dat lijkt me meer een bestelling aan de formatietafel, dan een bestelling aan een demissionair kabinet. Waarom? Omdat wij met een andere opdracht op pad waren gestuurd en wij inmiddels geen opdracht meer hebben op dit punt. Wij staan wel nog steeds achter de opdracht die wij hebben voltooid in de afgelopen jaren.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Wat is dan nu nog de vraag aan mij?

Minister De Jonge:

Mijn vraag was eigenlijk: weet u zeker dat u die vraag aan mij wilt stellen? Het zou zomaar kunnen dat u dan een antwoord krijgt waar u niet gelukkig van wordt. Als u echt beleidsopties op tafel wilt hebben om daaruit aan de formatietafel een keuze uit te maken, dan zou ik zeggen: stel die vraag dan ook daar, en niet aan mij.

Mevrouw Agema (PVV):

Weet u al wie er gaat formeren dan?

Minister De Jonge:

Ik niet.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Laan, wenst u uw motie in te dienen, met de kans dat de minister nu "ontraden" gaat zeggen? Dat is eigenlijk de vraag.

Minister De Jonge:

Dat is wat ik bedoel te zeggen, ja.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Dat ga ik doen.

Minister De Jonge:

Dan ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Helder.

Minister De Jonge:

Mevrouw Kuiken wijst terecht op een heel broos traject — ik denk dat we het zo wel mogen noemen — dat we in gang hebben gezet naar aanleiding van meerdere debatten, meerdere AO's, VAO's et cetera. De heer Kerstens heeft toen nog een belangrijke rol gespeeld om te komen tot dat mediationtraject. Ook mevrouw Agema, meen ik me te herinneren, en vele anderen, zoals mevrouw Laan, hebben dat gedaan. Dat loopt nu en dat is zeker niet klaar. Daar ben ik me zeer van bewust. Er is echt nog werk te doen. Maar het loopt nu volop en ik wil dat ook niet verstoren. Dat vraagt u ook niet; u vraagt er aandacht voor. Ik onderstreep alleen maar de noodzaak om dat traject tot een goed einde te brengen, want ik denk dat dat nodig is. Het is geen gelopen race; er moet nog veel werk worden verzet. Ik probeer zo goed mogelijk de vinger aan de pols te houden en te helpen waar ik kan. Ik zal u op de hoogte houden als daar aanleiding toe is.

De voorzitter:

Mevrouw Kuiken, nog een laatste interruptie daarop.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dank daarvoor. Dat is inderdaad wat ik vraag, wetend dat het niet goed loopt in mijn beleving. Dan mijn tweede vraag. Wat ook niet helpt, is dat ouders die de kindzorg leveren nu weer allerlei bezoeken krijgen van derden. Die zijn wel gelieerd aan de zorgverzekeraar, maar het zijn commerciële derden, die huisbezoeken doen en weer aan het kijken zijn of zorg kan worden afgeschaald. Mijn vraag is of u zich daar persoonlijk toe wilt verhouden, om te kijken hoe het loopt. Want het helpt natuurlijk niet als je midden in een traject zit om tot afspraken te komen.

Minister De Jonge:

Dat snap ik. Ik zal kijken of daar een rol voor ons is weggelegd. We hebben natuurlijk wel afgesproken dat we een aantal dingen tegelijkertijd zouden doen. Allereerst moest de handreiking verhelderd worden. Dat traject is afgerond. Daarnaast loopt er een mediationtraject ten aanzien van de relatie tussen de verschillende partijen. Er is een motie-Kerstens aangenomen die we daarbij betrekken. Die ging over onderzoek doen naar de onderliggende problematiek die aanleiding was voor het pak 'm beet verzuren van die relatie. Dat wordt daarbij betrokken. Daar waar mensen gewoon hun persoonlijke situatie willen voorleggen aan een geschillen- en klachtencommissie, dan kan dat natuurlijk. Die SKGZ wordt er volop bij betrokken als daar aanleiding toe is. Dus: eerst proberen eruit te komen met de zorgverzekeraar en pas met de klachten- en geschillencommissie als daar aanleiding toe is. Ik heb op dit moment zelf geen signalen dat dat niet goed zou verlopen, maar u zegt dit niet voor niks, dus u heeft die signalen wel. Dat is voor mij aanleiding om te kijken of ik daar kan en moet helpen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voor mij gaat het nu vooral over het verzuren. Dat zijn derde partijen die in opdracht van een zorgverzekeraar bij mensen langsgaan. Ik zal zorgen dat die verhalen die ik anekdotisch hoor bij u terechtkomen.

Minister De Jonge:

Dat zou ik heel fijn vinden.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Maar ik doe nu vooral het verzoek om daar extra aandacht voor te hebben. Dan komt het op een ander moment in samenwerking met andere Kamerleden terug.

Minister De Jonge:

Ja. Dat lijkt me helemaal goed.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank aan de minister en de Kamerleden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties zal aanstaande dinsdag worden gestemd.

En daarmee zijn we aan het eind gekomen van de beraadslagingen van deze dag en mag ik de vergadering sluiten. Ik wens een ieder een prettige voortzetting van deze dag.

Naar boven