Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 74, item 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 74, item 2 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid Beckerman aan de minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht "NAM: versterkingsoperatie in Groningen is niet meer nodig".
De voorzitter:
Aan de orde zijn de mondelinge vragen van dinsdag 11 mei 2021. Ik heet de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom. De eerste mondelinge vraag is van mevrouw Beckerman, van de SP. Zij stelt vragen over het bericht "NAM: versterkingsoperatie in Groningen is niet meer nodig". Ik geef het woord aan mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel. Heeft u het gezien, afgelopen zaterdag, het programma Randland van de EO, met de verhalen van zes kinderen uit het bevingsgebied? Hun verhalen gaan door merg en been. Wie kan hiernaar kijken zonder geraakt te worden door het intense leed dat deze kinderen is, en nog steeds wordt, aangedaan? Suze Bernardus zegt dat haar leven de laatste jaren een en al een bom verdriet is geweest. Ze zegt: "Ik snap gewoon niet dat dit mijn leven is. Hoe kun je iemand zo laten leven?" Esmeé Brouwer schreef twee jaar geleden een brief aan de overheid, waarin ze vroeg of er zo snel mogelijk een oplossing kon komen. Die kwam er niet. Ze zegt: ik ben misschien nog wel meer beschadigd dan dit huis.
Het ergste is: dit was geen natuurramp. Deze ramp is veroorzaakt door de Staat, de NAM, Shell en Exxon. Deze hel had voorkomen kunnen worden, hier. De NAM gaf ons Groningers nog een extra klap in het gezicht door te stellen dat versterking bijna niet meer nodig is. Ze hebben miljarden verdiend en willen nu niet betalen: de harteloze hebzucht. We weten — zeg ik tegen het kabinet — dat u onschuldige burgers ongenadig hard kunt aanpakken. Hoe hard kunt u de NAM, Shell en Exxon aanpakken? Wat gaat u nu doen? Maar vooral: wat gaat u nu doen voor Veerle, Jelle, Suze, Vincent, Lotte, Esmée en al die anderen? We kunnen hier in de Kamer collectief boos zijn op de NAM, maar het is de Staat die deze ramp mede veroorzaakt.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.
Van 't Wout:
Dank. En ik dank mevrouw Beckerman voor haar vragen, ook omdat deze mij hier in de gelegenheid stellen om te zeggen dat ook ik met grote verbazing het interview en de uitspraken van de NAM over de versterkingsoperatie heb gelezen. We hebben de NAM niet voor niets uit dat hele systeem gehaald. Zij gaan daar helemaal niet over. Wij houden ons gewoon aan onze afspraken, zowel waar het gaat om de versterkingsoperatie als om het betalen van de rekening. Wij hebben een tijdje voor de verkiezingen een uitgebreide wetsbehandeling gehad. We hebben na de verkiezingen een groot debat gehad over Groningen, waarin ik dat volgens mij ook klip-en-klaar heb gezegd. Gisteren heeft collega Ollongren, die over de versterkingsoperatie gaat, ook heel duidelijk gezegd dat ze heel ongelukkig was met deze uitspraken. Ook SodM heeft dat gezegd. De Groningers gaan hier dus niks van merken, maar ik betreur zeer dat er opnieuw onrust is veroorzaakt door de NAM op deze manier.
Mevrouw Beckerman (SP):
Deze klap van de NAM komt juist zo hard aan in Groningen omdat de Groningers ook niet vertrouwen dat de overheid, de Staat, die beloftes wel gaat waarmaken. De minister zegt nu — dat vind ik mooi — verbaasd te zijn. En hij zegt: we houden ons gewoon aan onze afspraken. Maar allereerst was mijn vraag: wat gaat u doen tegen de NAM? We weten hoe hard u onschuldige burgers kunt aanpakken. Hoe hard gaat u de NAM aanpakken? Wat zijn de stappen die u gaat zetten?
Dan over de uitspraak: we houden ons gewoon aan onze afspraken. In 2019 stonden we in deze zaal met premier Rutte, die drie keer excuses maakte. Hij zei: het is een nachtmerrie. Hij zei: daar moet een einde aan komen; dit is een erekwestie van het kabinet. Maar twee jaar later is die nachtmerrie niet voorbij. Gister hebben we bij EenVandaag twee voorbeelden uit Overschild kunnen zien. Sandra van der Laan komt een ton tekort om gewoon haar huis terug te bouwen. Diane Blauw komt drie ton tekort. Die klap van de NAM doet pijn, maar een overheid die er niet voor je is, doet nog veel meer pijn. Kunt u vandaag, hier, garanderen dat die tekorten bij de versterking nog deze maand worden opgelost? En nogmaals mijn vraag: wat gaat u doen tegen de NAM?
Van 't Wout:
Dit is een beetje — dat bedoel ik niet verwijtend ... Ik heb hier uitgebreid bij stilgestaan in ons laatste debat. Wat wij doen tegen de NAM is heel eenvoudig: alle kosten voor de schade en de versterking worden daar in rekening gebracht en ze hebben die ook gewoon te betalen. Dat is wat we doen. Ik ben het helemaal met u eens: we willen allemaal dat het nog veel sneller gaat. Wij zetten zelf alles op alles om herstel van schade en versterking zo snel en zo goed mogelijk te laten lopen. In dat debat hebben we het daar uitgebreid over gehad. Dat is wat wij kunnen doen. Ik zeg ook hier dat ik zeer betreur dat de NAM die uitspraken weer heeft gedaan, omdat het tot allerlei onrust leidt. Ik wil hier ook gezegd hebben dat die onrust onnodig is, omdat de NAM niet over de versterkingsoperatie gaat.
U heeft nog een vraag gesteld, over die tekorten. U weet dat de minister van BZK gaat over de hele versterkingsoperatie. Zij heeft daar gister ook al het een en ander over gezegd. Zij gaat in gesprek met de regio. Wanneer zij daar precies met hen uit is, zou ik even bij haar moeten navragen.
Mevrouw Beckerman (SP):
Het kabinet doet opnieuw de belofte dat het met de versterking en schade doorgaat, maar als de beloftes die de afgelopen jaren zijn gedaan allemaal waar waren geworden, zaten we niet in deze ellende. Dan zaten zovelen niet nog steeds in die hel. Ik zou die beloftes echt graag willen geloven, maar Groningers willen gewoon zekerheid hebben. Het kabinet heeft als reactie gezegd: wij gaan die 26.000 huizen inspecteren en waar nodig aanpassingen doen. Wanneer, zo vraag ik aan het kabinet. Kunt u gewoon een datum noemen: wanneer zijn al die 26.000 woningen geïnspecteerd en wanneer is het klaar? Ik denk dat dat het probleem is, namelijk dat heel veel mensen in Groningen al heel lang denken: nu komt de aap uit de mouw, die versterking gaat er nooit meer komen. Wees dus klip-en-klaar en kom met data.
Van 't Wout:
Mevrouw Beckerman weet ook dat wij er alles aan doen om tempo te maken in Groningen. Je ziet in ieder geval bij de schade, het deel dat onder mijn verantwoordelijkheid valt, dat er de laatste jaren echt enorme verbeteringen zijn opgetreden. Natuurlijk is het nooit perfect, maar daar is echt wel veel veranderd. De hele versterkingsoperatie is een gigantische operatie. Met 3.000 huizen is men inmiddels aan de slag, 9.000 huizen hebben een beoordeling gehad en er moeten er nog 14.000 beoordeeld worden. Ik heb het tijdpad daarvoor nu even niet paraat. Dat is omdat — sorry — de minister van BZK daarover gaat. Maar weet dat ook zij alles op alles zet om de Groningers zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. Ik snap dat en ik voel dat zeer met u mee. Ik zeg u dat collega Ollongren en ik zeer gemotiveerd zijn om alles te doen wat we kunnen voor de Groningers. We zijn onlangs — dat was mede een idee van u — weer in Groningen geweest en hebben daar ook een gesprek gehad. Dat was, zoals al die gesprekken, zeer indringend. Die gesprekken motiveren mij om vooral door te gaan. Ik ben het namelijk wel met mevrouw Beckerman eens dat we gewoon resultaten moeten gaan laten zien.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Het kabinet zegt: we zijn met 3.000 huizen bezig. Dat is nog geen 15%, dus met 85% is het kabinet niet bezig. Ik zou toch echt graag de toezegging van het kabinet willen dat het met nadere informatie komt over wanneer het daarmee dan wel aan de slag gaat.
Van 't Wout:
Het lijkt mij prima als ik collega Ollongren vraag om dat nog eens voor u op een rij te zetten; daar is zij vast toe bereid, denk ik.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Beckerman. Dan geef ik eerst het woord aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren en dan aan de heer Nijboer van de PvdA, mevrouw Mulder van het CDA, mevrouw Bromet van GroenLinks, mevrouw De Vries van de VVD en de heer Boucke van D66.
De heer Wassenberg (PvdD):
Wat ik vrijdag en zaterdag in de krant las, vond ik absoluut stuitend. Nadat de NAM Groningen heeft gesloopt, lijkt het erop dat zij nu de Groningers aan het slopen is. Het bedrijf zaait twijfel en verspreidt nepnieuws. En dit is niet de eerste keer dat de NAM dat doet. Eerst zei de NAM, als er schade was: nee, dat komt niet door de gaswinning, maar doordat er slechte funderingen zijn, doordat er vrachtauto's langsrijden, doordat er slechte kozijnen en cement zijn. Alle smoezen zijn gebruikt om maar van de verantwoordelijkheid af te komen. Dat heeft voor heel erg veel onzekerheid gezorgd en de Groningers echt tot wanhoop gedreven. En nu doen ze het weer! De minister zegt dat ze ertussenuit zijn gehaald, maar de NAM verspreidt opnieuw nepnieuws en drijft Groningers letterlijk tot wanhoop. Ik wil van de minister weten wat hij kan doen om de NAM het zwijgen op te leggen; ja, zo zou ik het bijna zeggen. We hebben hier Kamerbreed moties aangenomen die gaan over de geestelijke gezondheid van mensen uit het aardbevingsgebied. De NAM walst eroverheen en doet gewoon wat ze wil. Ze verspreidt nepnieuws en zaait twijfel en angst. Wat gaat de minister daaraan doen?
De voorzitter:
Dank u wel. Ik wil de Kamerleden in ieder geval vragen het kort te houden. Een vervolgvraag is echt een korte vraag, zonder een hele uitgebreide inleiding.
Van 't Wout:
Overigens begrijp ik de emotie die loskomt wel, want die voelde ik natuurlijk ook bij het lezen van dat artikel. Wat wij kunnen doen, is blijven benadrukken — daarom ben ik ook blij dat ik hier weer mag staan — dat de NAM hier niet over gaat. Ze kunnen hoog of laag springen, maar we hebben hen ertussenuit gehaald. Het enige wat zij nog moeten doen, is de rekeningen betalen, en die sturen wij hun ook gewoon allemaal. Dat is de rol van de NAM op dit moment. Ik ben zeer ongelukkig met deze uitspraken, maar u kunt niet van mij vragen om iemand in Nederland het zwijgen op te leggen. Zo werkt dat niet in een vrije democratie. Laat ik het zo zeggen: collega Ollongren heeft gisteren heel duidelijk aangegeven wat zij hiervan vindt en ik doe dat hier vandaag ook. Ik hoop dat de NAM heel goed luistert, niet eens zozeer naar mij, als wel naar alle terechte boze reacties die zij uit Groningen hebben ontvangen.
De heer Wassenberg (PvdD):
De NAM luistert naar niemand; zij luistert alleen naar de geldstromen. De NAM is echt niet meer voor rede vatbaar. Maar ik wil toch nog even benadrukken dat we als Kamer hebben gezegd: we moeten zorgen voor het geestelijk welzijn van mensen uit het aardbevingsgebied. Dit brengt zo veel extra schade toe. Het ministerie moet uitvoering geven aan die motie, en dit hoort er ook bij. Er moet dus een manier zijn om de NAM … "Het zwijgen op te leggen" was misschien niet de goede uitdrukking, maar wat kan de minister dan wel doen om te zorgen dat de berichten van de NAM niet meer zo aankomen? Want ze richten echt schade aan, en over een maand of over drie maanden gebeurt het weer.
Van 't Wout:
Kijk, collega Ollongren en ik zullen natuurlijk ook zelf aan de NAM overbrengen hoe ongelukkig wij hiermee zijn. Ik kan u alleen niet garanderen wat de NAM in de toekomst wel en niet communiceert. Ik ben het wel zeer met u eens. Alleen, we hebben in dit land ook vrijheid van meningsuiting. Wat wij kunnen doen, is ons werk goed doen. Dat is gewoon in publieke handen schadeafhandeling en versterking regelen en de rekening doorsturen naar de NAM. Want betalen zullen ze!
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Nijboer van de PvdA.
De heer Nijboer (PvdA):
Wij wisten al dat de NAM helemaal niet geïnteresseerd is in de Groningers. Ze zijn alleen geïnteresseerd in geld. Het interview met de heer Atema laat zien dat hij ook zelf persoonlijk totaal van het padje is geraakt. Ik vraag de minister om daar wat aan te doen. Ik vraag de minister ten eerste om hem daarop aan te spreken. En ik vraag hem ten tweede om totdat de heer Atema zijn excuses heeft aangeboden dan wel zelf is teruggetreden, geen enkel gesprek meer te hebben met de heer Atema maar ook niet met de aandeelhouders Shell en Exxon. Dat is het enige wat ze iets zal leren. Laat ze het voelen. Stop als ministerie en als minister met alle gesprekken met Shell, Exxon en de NAM. Zet alles stop totdat hij is teruggetreden of terugkomt van zijn uitspraken en de Groningers excuses aanbiedt.
Van 't Wout:
Ik zou het inderdaad op zichzelf mooi vinden als de NAM naar aanleiding van deze uitspraken wat introspectie laat zien, ook publiekelijk. Af en toe zullen wij wel contact met ze moeten hebben, omdat we bijvoorbeeld die rekeningen gaan sturen. Dus u toezeggen dat wij helemaal geen contact met ze zullen hebben, wordt wat ingewikkeld, want ik moet in ieder geval die envelop naar ze toesturen. Want ze moeten gewoon betalen.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Het was gewoon stuitend om dit te lezen, maar niet alleen richting de Groningers maar eigenlijk ook richting het ministerie en richting de Tweede Kamer. In hetzelfde artikel in de NRC staat volgens mij ook nog: nou, laat die arbitrage maar komen. En dan denk ik echt: zijn we dan inmiddels al op dat punt aanbeland? Kan de minister daar iets meer over zeggen? De minister wordt immers uitgedaagd dat het dan maar arbitrage moet worden. Hoe staat de minister daarin?
Van 't Wout:
Het werkt zo dat wij de rekening sturen naar de NAM en dat zij die moeten betalen. En als zij daarna, als die betaald is, zeggen dat ze het er niet mee eens zijn, is het aan hen om in beroep te gaan. Dus ik hoef in die zin zelf geen juridische stappen te ondernemen. Die zullen volgen zodra zij bij ons in beroep gaan. En zoals ik al meerdere malen heb aangegeven, zijn wij daar tot op de tanden op voorbereid.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Wij hebben natuurlijk niet alleen op dit vlak contact met de NAM, maar wij hebben ook contact over Norg, over de gasopslag. Daar zou arbitrage ook mogelijk zijn. Hoe kijkt de minister daartegenaan in het licht van alles wat hier nu door de NAM naar voren is gebracht? De Groningers zijn geschoffeerd, de Tweede Kamer is geschoffeerd en de ministers zijn geschoffeerd. Ik ben wel een beetje klaar met dit gedrag van de NAM en ze mogen dat best weleens voelen.
Van 't Wout:
Dat snap ik. Tegelijkertijd vind ik het ook mijn primaire verantwoordelijkheid om te zorgen dat de situatie in Groningen snel verbetert, niet alleen door het aanpakken van de schade en het versterken, maar vooral ook door het veiliger te maken, door het risico op aardbevingen heel erg te laten afnemen door zo snel mogelijk te stoppen met de gaswinning. Volgens mij deelt u met mij dat wij op dat vlak met volle snelheid moeten blijven opereren. Waar ik in juridische conflicten met de NAM kom, zullen wij, zoals ik al eerder heb gezegd, flink knokken. Maar sowieso gaat de Groninger, ook als het gaat om de rekening, daar niets van merken. Dat wil ik hier ook nog wel even zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Bromet en dan mevrouw De Vries.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Ik hoop dat de Groningers het als een geruststelling zien dat de minister hier zegt dat de Groningers er niets van zullen merken en dat de rekening wordt doorgestuurd naar de NAM. Ik ben blij met dat antwoord van de minister. Wat ik wel jammer vind, is dat er eigenlijk alleen maar gesproken wordt over het doorsturen van de rekening en het in gesprek blijven met de NAM, omdat dat niet anders kan. Zijn er nou niet andere machtsmiddelen die de overheid kan inzetten? Want wij voelen ons allemaal machteloos, als Tweede Kamerleden en misschien ook wel als kabinet. Maar wie is de baas in Nederland?
Van 't Wout:
Dat zijn wij in dit geval. De NAM kan twintig interviews geven, maar wij — ik samen met u en collega Ollongren — bepalen hoe de schade- en versterkingsoperatie in Groningen gaat en we sturen de rekening naar de NAM. Dát is wat wij doen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat dit duidelijk aantoont dat het een goede stap is geweest dat wij de NAM uit de schadeafhandeling en versterking hebben gehaald, want het toont aan dat ze toch gewoon opereren als schraalhans keukenmeester. We hebben met elkaar afgesproken dat we ruimhartig zouden vergoeden. Ik wil eigenlijk wel de garantie van de minister dat, ongeacht wat de NAM doet of laat, wij de Groningers gerust kunnen stellen dat er ruimhartig vergoed gaat worden en dat het probleem opgelost gaat worden.
Van 't Wout:
Ja, want dit is precies hoe we het met z'n allen geregeld hebben. De NAM is uit het systeem. De rekeningen gaan naar hen toe. Mocht er een dispuut ontstaan tussen de NAM en de rijksoverheid, dan is dat vervelend voor de rijksoverheid, maar de Groninger gaat daar niets van merken.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Boucke van D66 en daarna de heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Boucke (D66):
Ik ben kersvers Kamerlid en ik ben nu al echt helemaal klaar met de NAM. Dat is best knap van de NAM, denk ik; ik ben een geduldige jongen. We staan hier omdat de NAM een gevecht met de minister probeert uit te vechten over de hoofden van de Groningers heen. Nu zegt de minister, en daar ben ik heel blij om: schade en herstel, daar sta ik voor; daar ga ik over, daar gaat de NAM niet over. Maar de minister gaat er ook over dat dit gevecht niet over de hoofden van de Groningers wordt uitgevochten, want het gaat om het welzijn en de gezondheid van de Groningers. Ik wil de minister toch nog weer vragen wat hij daaraan kan doen, zodat we niet elke keer over de hoofden van de Groningers dit gevecht voeren.
Van 't Wout:
Ik heb een paar keer proberen aan te geven wat nou de rolverdeling is. De vraag daarnet was: wie is hier nou eigenlijk de baas? Nou, dat zijn u en ik als het gaat over Groningen. Laat dat klip-en-klaar zijn. Ik zal dat ook overal uitdragen. De NAM heeft er gewoon niets mee te maken, behalve dat zij de rekeningen zullen betalen. Dat kunnen we ook richting de Groningers niet genoeg vertellen, denk ik. Ik heb ook gezegd dat ik het buitengewoon ongelukkig vind dat dit interview is gegeven omdat dat, precies wat u zegt, daar weer voor ongelofelijke onrust zorgt. Dat zullen wij ook aan de NAM laten weten. Tegelijkertijd heb ik aan het begin van het vragenuur al gezegd dat u niet van mij kunt vragen om mensen in dit land te verbieden om wel of niet iets te zeggen, maar ik vind er wel wat van.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Gisteren waren hier ouders op bezoek die al jarenlang in de kou staan omdat hun ongekend onrecht is aangedaan in het toeslagenschandaal. Dappere ouders. Een paar weken terug hadden wij een debat over de Groningers, die al jarenlang in de kou staan omdat zij in onveilige huizen wonen en hun onrecht is aangedaan. De minister zei het al: dit interview van de NAM-directeur veroorzaakt heel veel onrust. Hoe gaat de minister deze onrust wegnemen, juist bij die mensen die met de zwaarste schades zitten en nog steeds geen zicht hebben op herstel, op recht?
Van 't Wout:
Ik denk op twee manieren. U zag dat collega Ollongren gisteren in Groningen was en daar klip-en-klaar gezegd heeft hoe het is. Dat zal ik ook op alle mogelijke plekken en manieren doen. Maar ik denk eigenlijk dat het nog veel belangrijker is dat wij blijven knokken om niet alleen de woorden van de NAM te ontkrachten, maar vooral om ervoor te zorgen dat het voor de Groningers echt veilig wordt, want dat verdienen ze.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik bedank de minister. We gaan heel even schoonmaken en dan gaan we naar de volgende mondelinge vraag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-74-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.