24 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan hebben we nu een korte regeling van werkzaamheden. Tenminste, dat denk ik.

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van de SGP bij de stemmingen op 20 januari jongstleden over de motie-Van Gerven/Hijink (31016, nr. 308) geacht wenst te worden vóór deze motie te hebben gestemd.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 25295-286; 31765-498; 34104-291; 25295-477; 25295-436; 35470-XVII-13; 35470-XVII-12; 35006-11; 34648-10; 34058-22; 34041-34; 34000-XIII-90; 33750-XIII-80; 33576-24; 33529-78; 33400-XIII-118; 33400-XIII-117; 33400-XIII-115; 33400-VI-110; 32670-134; 32336-37; 31936-207; 30950-207; 30196-270; 30175-209; 30175-208; 30175-207; 29383-238; 28694-107; 28694-106; 27858-257; 27858-256; 27858-195; 27858-194; 27858-158; 27858-157; 27858-156; 27625-295; 27428-311; 27428-302; 25295-521; 21501-32-1105; 21501-32-1104; 21501-32-1019; 21501-32-1017; 21501-32-752; 21501-20-1559; 21501-20-734; 21501-08-552; 21501-08-551, 33552-76; 29826-113.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het VAO Raad Buitenlandse Zaken, met als eerste spreker mevrouw Karabulut namens de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Krol. Gaat uw gang.

De heer Krol (Krol):

Mevrouw de voorzitter. Vorige week stond ik hier omdat het indexeren van de pensioenen tussen de oude en de nieuwe regeling vaak tussen wal en schip valt. Vorige week zei men tegen mij: gaat u maar naar het AO Pensioenen. Er is een overvolle agenda, maar dat AO is niet doorgegaan. Inmiddels is er steeds meer aandacht voor, dus ik vraag opnieuw het debat aan.

De voorzitter:

Wie hierover? Mevrouw Agema namens de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De heer Van Nispen (SP):

Steun van de SP.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg. Het gaat snel, hè?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We gaan de bodes niet opjagen. Ze doen veel te waardevol werk. Voorzitter, geen steun. Ik denk dat er opnieuw moet worden gekeken op welke manier er wél een debat kan worden georganiseerd bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook geen steun, voorzitter.

De heer Van Haga (FvD):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Tellegen namens de VVD en dan de heer Voordewind.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun, voorzitter.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Geen steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid. O, de heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Geen steun.

De voorzitter:

Dan hebben we iedereen gehad. U heeft geen steun, meneer Krol. Dank u wel. Ja, maar niet van iedereen. Niet voldoende om een debat te houden.

De heer Krol (Krol):

Meer dan helder, mevrouw de voorzitter. Dank u zeer.

De voorzitter:

Dank u wel. We wachten heel even. Ik geef het woord aan de heer Wilders namens de PVV.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. De afgelopen dagen zijn winkels geplunderd, auto's in de fik gestoken, molotovcocktails naar de politie gegooid, ziekenhuizen belaagd, politiebureaus belaagd en teststraten in brand gezet. Sommige delen van Nederland leken op Libanon. De orde moet worden hersteld. Daarom wil ik zo snel mogelijk een debat met de minister-president en bij voorkeur ook met de minister van Defensie, want ik vind dat het leger moet worden ingezet.

De voorzitter:

Ik heb mevrouw Van Toorenburg, de heer Öztürk, mevrouw Van Brenk, mevrouw Kuiken en mevrouw Tellegen. Mevrouw Van Toorenburg namens het CDA.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. De heer Wilders spreekt gelukkig, zou je bijna zeggen, nog in de verleden tijd, maar as we speak staat heel Den Bosch zo ongeveer in de fik. Ondernemers zijn hun zaken aan het dichtspijkeren ...

De voorzitter:

Dus?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

... en de kinderen worden van school gehaald. Dus, voorzitter, ik wil dit debat absoluut steunen, maar ik heb een vraag voor u. Ik wil nog een aanvullende vraag naar het kabinet doorgeleid zien, want ik heb ook begrepen dat er ondernemers zijn die vannacht hebben geprobeerd om hun zaak te beschermen en dat zij een boete hebben gekregen omdat zij na 21.00 uur op straat waren. Niemand wil dit. Ik weet zeker dat de politie dit ook niet wil, dus we moeten kijken hoe dat kan worden teruggedraaid.

De voorzitter:

Dus ...

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Een debat. Dit is echt bar en boos. Dit gebeurt zelfs as we speak in Den Bosch.

De voorzitter:

U heeft een vraag. Die zal ik doorgeleiden naar het kabinet. De heer Öztürk namens DENK.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter, zo snel mogelijk een debat en het liefst morgen. Anders gaat de heer Wilders op Twitter ...

De voorzitter:

Nee, niet elkaar gaan aanvallen! Gewoon steun of geen steun.

De heer Öztürk (DENK):

... toch proberen om bevolkingsgroepen tegenover elkaar te zetten en dat moeten we niet willen.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek. Dat is prima. Mevrouw Van Brenk namens 50PLUS.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Wij steunen het debat. Wij zouden graag ook in de reactie van het kabinet willen horen hoe de winkeliers gecompenseerd kunnen worden. Is dat een verzekeringskwestie? Kunnen we het verhalen? Ik wil graag dat het kabinet daarop ingaat.

De voorzitter:

Dan heb ik mevrouw Kuiken, maar ik zie de heer Van Haga al klaarstaan.

De heer Van Haga (FvD):

Steun.

De voorzitter:

Oké. Dan mevrouw Kuiken, mevrouw Tellegen en de heer Van Nispen. Mevrouw Kuiken namens de PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. De gebeurtenissen zijn verschrikkelijk. Ik steun dan ook graag het debat. Ik hoop dat we dan ook iets meer toekomen aan wat er nu precies aan de hand is. De politieagenten hebben er natuurlijk niet heel veel aan als wij een debat voeren, terwijl zij vanavond gewoon hun werk moeten doen. Ik wens hun heel veel sterkte.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Het is heel erg. Steun dus voor het debat. Ik ben het eens met mevrouw Kuiken dat we even moeten nadenken over de timing. Misschien is volgende week beter als we deze week alleen maar bezig zijn met …

De voorzitter:

Dit is wel belangrijk. Ik hoor van iedereen "zo snel mogelijk", dus als dat volgende week is, moeten jullie het ook maar zeggen. Als het debat deze week moet plaatsvinden, dan maken we daar gewoon plek voor.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ik vind het heel belangrijk dat we het debat voeren, maar we moeten goed nadenken over de timing ervan. Ik ben het in dat opzicht met mevrouw Kuiken eens.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Steun van de SP voor dit debat, graag voorafgegaan door een brief en een analyse van de regering. Die brief en analyse kunnen snel, inclusief ook de waardering voor de politieagenten die dit belangrijke werk moeten doen. Ik aarzel over de timing. We moeten die politieagenten niet in de weg zitten, maar zij moeten zich juist gesteund voelen. Ik kan mij voorstellen dat we dat debat volgende week houden, omdat ik niet weet of die politieagenten die nou voor ons allemaal in de frontlinie staan er veel mee opschieten als wij hier nu per direct een debat over organiseren.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, steun. Geweld mag nooit winnen in onze straten. Ik heb dezelfde worsteling als de heer Van Nispen.

De voorzitter:

Dan ga ik de knoop doorhakken hoor, als iedereen worstelt.

De heer Krol (Krol):

Ik wil het debat ook heel graag steunen. Ik krijg dezelfde signalen als mevrouw Van Toorenburg krijgt, dus dat vind ik heel belangrijk. Zorgvuldigheid is in dezen ook belangrijk, dus wat dat betreft is volgende week ook fantastisch.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat we inderdaad snel over de rellen spreken, is ontzettend belangrijk. Dat zou wat ons betreft ook volgende week kunnen, dus ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Van Nispen.

De voorzitter:

De heer Van der Staaij. Nou, de heer Van der Lee staat er al. Dat mag ook. De heer Van der Staaij namens de SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter, steun voor het debat. Wat ons betreft zou deze week nog prima zijn.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor het debat en ook voor de waardering die is uitgesproken voor de inzet van politie en hulpdiensten. Ook wij zitten met het dilemma van de timing. Ik hoorde de heer Wilders niet de minister van Justitie noemen ...

De heer Wilders (PVV):

Ja, die ook.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

... en het lijkt mij relevant dat die erbij is. Dat raakt dus wel een beetje aan het timingsvraagstuk. Dus ik laat het aan u als Voorzitter over om in wijsheid te handelen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter, steun voor het debat. Er is zo veel in het land aan de gang, maar we zitten met dezelfde vraag van de timing. De vraag is of wij nu hier twee ministers in vak-K moeten hebben zitten, terwijl zij dringende zaken in het land te doen hebben. Dus steun, maar misschien is het verstandiger om het volgende week te doen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, u heeft toch nog een kleine opmerking?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. We hebben vanavond een debat over geweld tegen hulpverleners, dus ik kan mij heel goed voorstellen dat de meest urgente zaken vanavond aan de orde gesteld kunnen worden en dat we morgen een uitvoeriger debat hebben over alle rellen en alles wat daarmee samenhangt. Dus we kunnen het eigenlijk bijna twee keer doen.

De voorzitter:

Nou, ik zie ook mevrouw Helder op de lijst van de regeling staan met een verzoek over het debat van vanavond. Meneer Wilders, ik kijk eerst naar u.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter, ik had niet begrepen of D66 het ook deze week wilde. Mijn voorstel zou zijn ...

De voorzitter:

Het is niet duidelijk. Een deel van de Kamer zegt: het kan ook volgende week, misschien moet er een brief komen. Een ander deel zegt: deze week. Het punt is als volgt. Zeg je "als het hele land het erover heeft, moeten we het er ook als Kamer over hebben" of zeg je: we wachten dat eerst af en we moeten het volgende week doen? Dan moeten we straks gewoon gaan tellen. Of ik moet gewoon ... Ja, mevrouw Kuiken?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, ik wil het niet ingewikkelder maken.

De voorzitter:

Nou ...

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Volgens mij is het gewoon een dilemma. Aan de ene kant snap ik de spoed en de haast om het deze week te doen, maar we zitten nog midden in de rellen. Dat maakt het wel een timingsvraagstuk. Dus ik leg het ook even terug bij de heer Wilders. Als hij erop staat dat het deze week wordt, ga ik dat niet blokkeren en dan gaan we het gewoon deze week doen. Dat zou mijn oplossing zijn. Als hij zegt "weet je, ik vind begin volgende week goed", dan doen we het op die manier.

De voorzitter:

Helder. Meneer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik wil het graag deze week houden, omdat ik vind dat het leger moet worden ingezet. Ik heb alle respect voor de politie, en dat deel ik met alle collega's hier, maar grote delen van Nederland staan in brand, inderdaad as we speak, dus ik wil ook de mogelijkheid hebben om het kabinet te bewegen het leger in te zetten. Volgende week is dan te laat; dus wat mij betreft is het debat morgen of overmorgen, in ieder geval deze week.

De voorzitter:

Oké. Is dat iets wat jullie ook steunen, dus om het morgen te doen?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Volgens mij was ik dan niet duidelijk. Ik denk dat we vanavond een klein deel kunnen meenemen. En ik wil volgende week graag het debat over de rellen.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor en geen meerderheid tegen, dus zo te zien ...

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Misschien dat we dan zouden kunnen stemmen over dit voorstel.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik vind het wel een mooie tijd voor wat eenheid in dit huis, want volgens mij willen we hetzelfde. Ik zou het eerlijk gezegd een heel lelijk beeld vinden naar mensen die nu met die relschoppers moeten omgaan als wij gaan stemmen over een dag eerder of later. Laten we gewoon kijken of we het woensdag of donderdag kunnen doen.

De voorzitter:

Deze week, bedoelt u.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ja, voorzitter. Ik zou het eerlijk gezegd geen pas vinden geven als wij daar elkaar de hersens over in gaan slaan.

De voorzitter:

Donderdag gaan we het hebben over het steunpakket. Dat is een heel belangrijk debat voor iedereen, voor de ondernemers en voor jullie. Dan zal het dus morgen plaatsvinden als jullie dat ook goed vinden. Als de meerderheid dat niet wil, hoor ik dat graag. U gaat het toch niet ingewikkeld maken hè, meneer Van Nispen? Nu durft u bijna niets meer te zeggen.

De heer Van Nispen (SP):

Dat is niet mijn intentie, voorzitter. Mijn suggestie zou zijn dat als er een spoedeisende motie zou moeten worden ingediend, dat ook vandaag zou kunnen. Zelfs als er alleen maar een eerste termijn is, zouden we daar als Kamer verlof voor kunnen verlenen. Het debat in alle grondigheid kunnen we dan volgende week voeren. Dat zou mijn tussenoplossing zijn.

De voorzitter:

Nu wordt het weer een herhaling van zetten. U heeft me hier niet mee geholpen, meneer Van Nispen.

De heer Wilders (PVV):

Maar ik vind dat op zich prima. Waarom wil ik een debat? Nogmaals, in uitgebreidheid kunnen we dat wat mij betreft ook volgende week doen, maar vandaag wil ik een debat om de regering op te roepen om het leger in te zetten. Als ik die motie vandaag kan indienen met een stemming — dat is mijn doel; dat wil ik in ieder geval vandaag of morgen kunnen doen — kan de rest van het debat volgende week.

De voorzitter:

Dus vandaag of morgen.

De heer Wilders (PVV):

Ja, vandaag kan ook. Ik vind het prima om die motie vandaag in te dienen.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ik volg de heer Wilders. Ik begrijp zijn inzet. Ik begrijp zijn wens. Maar laten we het uit elkaar halen, precies zoals de heer Van Nispen voorstelt, met een grondig debat volgende week. De heer Wilders heeft een duidelijk doel, namelijk een motie indienen, en dat kan op ieder ander moment deze week gekoppeld worden aan een reeds ingepland debat.

De voorzitter:

We kunnen dus morgen een debat houden. Nee? Maar wanneer wordt er dan een motie ingediend? Vandaag?

Mevrouw Tellegen (VVD):

Nee. Er is zo toch een debat dat zich ervoor leent om een motie in te dienen?

De voorzitter:

O, het debat van 16.00 uur?

De heer Wilders (PVV):

Nee, nee, nee ...

De voorzitter:

Weet u, meneer Wilders, u heeft wel een meerderheid voor het debat. Ik denk dat wij gewoon even met elkaar moeten overleggen over een datum waarop iedereen …

De heer Wilders (PVV):

Ik wil er nog wel even op reageren. Ik wil het niet bij een ander debat doen. Ik wil bij een debat met de minister-president een motie daarover kunnen indienen en daarover kunnen stemmen. Dat is wat ik wil. Als we alleen dat doen en de rest volgende week, vind ik dat prima. Maar ik wil niet even bij een ander debat een motie indienen. Ik wil dat de minister-president erop reageert als ik dat zeg. Hij is ervoor verantwoordelijk. Daar kunnen we het wat mij betreft toe beperken. Dan zijn we in een uur klaar. Als u zegt "dat wil ik niet", dan graag met een meerderheid het debat volgende week. Ik vind het allebei goed.

De voorzitter:

Tot slot de heer Van der Staaij en dan ga ik dit afronden.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter, alles gehoord hebbend vind ik het toch het meest logisch om gewoon morgen een kort debat te hebben, waarbij in ieder geval de spoedeisende moties kunnen worden ingediend. Dan kunnen we op grond van dat debat altijd nog kijken wanneer een vervolgdebat geïndiceerd is. Ik vind het ook een beetje een rare figuur om zulke ingrijpende kwesties als de inzet van het leger even aan een ander debat te plakken.

De heer Wilders (PVV):

Dat vind ik ook; absoluut mee eens.

De voorzitter:

Is iedereen het met dit voorstel eens?

De heer Wilders (PVV):

Morgen een kort debat …

De voorzitter:

Wacht heel even, meneer Wilders. Is iedereen het eens met het voorstel van de heer Van der Staaij om op korte termijn, het liefst morgen, een kort debat te houden, waarbij moties kunnen worden ingediend, en later een uitgebreider debat te houden?

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ik vind dit met alle onrust die er op dit moment is, niet het moment om hier nu over te discussiëren.

De voorzitter:

Dus geen steun.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Mag ik mijn zin afmaken?

De voorzitter:

Nou graag.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ik hoor de heer Van der Staaij. Ik ben het ook met hem eens. Ik begreep de heer Wilders verkeerd. Ik stem dus in. Ik vind het niet ideaal om het in tweeën te doen, maar ik ga er ook niet voor liggen.

De voorzitter:

Dus u steunt het voorstel van de heer Van der Staaij? Oké. Is iedereen het daarmee eens? Morgen?

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik zou willen weten of het dan alleen een soort tweede termijn is met moties indienen met twee minuten spreektijd. Ik wil gewoon even weten wat "kort" is.

De voorzitter:

Er is net een voorstel door de heer Van der Staaij gedaan. Hij staat er zelf bij, dus als ik het niet goed zeg, kan hij mij corrigeren. Morgen houden we een kort debat met twee minuten spreektijd, zou ik zeggen. Dan kunnen daar eventueel moties worden ingediend.

De heer Wilders (PVV):

Prima, twee minuten en dan een tweede termijn van 40 seconden met een motie, precies.

De voorzitter:

Ja. Ja. Ja. Mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Wij hebben net een brief gevraagd. Ik zou wel heel graag een brief hebben om ook te weten hoe de veiligheidsregio's hiertegen aankijken. Want dan hebben we een afgewogen oordeel.

De voorzitter:

Ja, er zijn meer verzoeken gedaan om informatie, dus ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Verhoeven heb ik hier op mijn lijst staan, maar ik zie dat hij vervangen wordt door de heer Van Weyenberg namens D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Wij zouden graag een debat willen met de minister van VWS over het datalek bij de GGD als het gaat om de testen, de coronatesten. Dat is extra belangrijk, omdat we natuurlijk ook in de vaccinatie met persoonsgegevens zitten. Er is een vragenuurtje geweest, maar wat ons betreft is er nog veel te bespreken na die sessie, dus daarom een debataanvraag.

De voorzitter:

Ja, mevrouw Agema namens de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Het was inderdaad een vragenuurtje waarbij de Kamer erg geschrokken is. Heel veel fracties zijn heel erg geschrokken van de datalekken. Het zou een idee kunnen zijn om het bij het komende coronadebat te voegen, want ik vraag me af of het anders nog wel aan de orde komt.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat, maar dit betrekken bij het debat over het coronavirus. De heer Öztürk namens DENK.

De heer Öztürk (DENK):

Steun voor een debat. Het mag van ons ook bij het coronadebat.

De heer Van Nispen (SP):

Dat geldt precies zo voor ons, dus steun voor het debat. Maar als dat niet kan, dan inderdaad bij het coronadebat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We hebben daar inderdaad bij het mondelinge vragenuur over gesproken, maar ik denk dat het wel goed is als we nog een aantal aanvullende vragen kunnen stellen, vragen die wat technisch zijn en zich niet lenen voor bij het coronadebat. We zouden dus een brief willen hebben en een schriftelijk overleg daarover. Dan hopen we dat dit zo snel mogelijk afgerond kan worden en dat we de antwoorden kunnen meenemen.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat, toch? De heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Steun voor het debat, maar met nog één extra verzoek. Bij de mondelinge vragen heeft mijn collega Van Esch een brief toegezegd gekregen over de corona-opt-in; laat ik het zo maar even noemen. Het zou wel heel fijn zijn als die brief er vóór dit debat zou kunnen zijn.

De voorzitter:

En u steunt het verzoek van de heer Van Weyenberg?

De heer Wassenberg (PvdD):

Uiteraard. Volgens mij begon ik daarmee. Ja, steun.

De voorzitter:

Ja, ik moet ook een beetje opletten. Mevrouw Tellegen namens de VVD.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun voor een apart debat. We hebben het er net uitgebreid over gehad bij de mondelinge vragen. Er komt een brief met een heel aantal antwoorden op vragen waar de minister net geen antwoorden op had. Die wil ik afwachten. Dan kunnen we daar een schriftelijk overleg over voeren.

De heer Van Haga (FvD):

Op zich steun, maar het kan ook toegevoegd worden aan het coronadebat.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Wel steun. Bovendien wil ik het eigenlijk niet toevoegen aan het coronadebat, want dan zou ik het graag over de vaccinatiestrategie willen hebben. Anders hebben we weer een andere bal waar we achteraan hobbelen. Dat zou ik onwenselijk vinden.

De voorzitter:

U steunt het verzoek dus. De heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik ben het eens met mevrouw Kuiken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Geen steun. We zouden het graag willen betrekken bij het coronadebat.

De voorzitter:

Dan gaan we even kijken. Er is geen meerderheid, meneer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):

Jammer, voorzitter. Ik denk dat je dit apart beter aandacht kunt geven. Je moet het af en toe echt uit kunnen diepen. Maar het is niet anders, helaas.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Weyenberg. De heer Van Haga namens Forum voor Democratie. Gaat uw gang.

De heer Van Haga (FvD):

Voorzitter. De Nederlandse ondernemer heeft het loodzwaar. Kappers, beautysalons, kroegen, restaurants, hotels, sportscholen, kledingwinkels en grote winkelketens: alles is dicht. De schade is enorm. We gaan praten over de nieuwe steunmaatregelen, maar die zijn bij lange na niet genoeg om alles te compenseren.

De voorzitter:

Ja, dus ...?

De heer Van Haga (FvD):

Daar zitten allerlei bureaucratische onvolkomenheden in. Ik zou dus graag willen vragen of we daar niet vier minuten spreektijd voor kunnen hebben, maar zes minuten.

De heer Öztürk (DENK):

Ondernemers hebben alle steun nodig. We moeten daar uitgebreid over kunnen praten. Steun.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Van harte steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Zullen we er vijf minuten van maken? Want we willen echt om 19.00 uur stoppen, zeg ik alvast. We beginnen om 11.30 uur en ik weet hoe dat gaat, dus vijf minuten.

De heer Van Haga (FvD):

Vijf minuten is al een heel stuk meer. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga.

Dan ga ik naar mevrouw Helder namens de PVV.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. We gaan het zo dadelijk hebben over de Wet uitbreiding taakstrafverbod. Die is nu juist bedoeld om met name de politieagenten te steunen. Ik weet dat we als Kamer een voorbeeldfunctie hebben en dat we er natuurlijk naar streven om de avondklok na te leven. Maar ik vind dat we daar gezien het onderwerp een uitzondering op moeten kunnen maken, want dit is nou juist bedoeld om de agenten, de brandweer en het ambulancepersoneel in de frontlinie een hart onder de riem te steken. Er zijn ook twee ministers voor uitgenodigd die hun agenda ervoor hebben moeten vrijmaken, dus het zou me een lief ding waard zijn om het vandaag af te maken.

De voorzitter:

Wel kort van stof zijn, hè.

Mevrouw Helder (PVV):

Ja. Ik ben ook bereid om de tweede termijn heel kort te doen. Misschien heb ik hem niet eens nodig. Ik denk dat we elkaar leuk aan kunnen kijken en dat we onszelf om de agenten te steunen best een beetje kunnen beperken, maar we moeten het wel afronden.

De voorzitter:

Bijna iedereen heeft tussen de tien en vijftien minuten ingevuld als spreektijd en er zijn ook interrupties. We hebben pas, vorige week, een brief de deur doen uitgaan over deze afspraak en in de eerste de beste vergaderdag gaan we die terugdraaien, maar ik begrijp uw verzoek. Ik zit met u mee te denken. Ik heb misschien een idee, maar ik ga eerst naar jullie. Wie was er eerst? De heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil toch heel graag de voorzitter steunen. Het is de eerste dag waarop we nieuwe afspraken hebben gemaakt om onszelf ook te houden aan de avondklok. We hebben net, nota bene, nog weer een verzoek ingewilligd van de PVV, waar de minister van Justitie ook bij moet zijn. Het is echt niet nodig om hem nu ook weer de hele avond vast te houden, terwijl er van alles gaande is in dit land. Deze behandeling moet ook nog door de Eerste Kamer. Ik zie het argument niet zitten, dus echt geen steun.

De voorzitter:

Zal ik even … Ik wist natuurlijk van uw verzoek. Jullie moeten maar aangeven of jullie ermee kunnen leven dat we het debat op een andere dag doen. Ik begrijp ook wel dat jullie het willen afmaken. Dan doen we het niet om 16.00 uur, want het schema is vorige week de deur uitgegaan voordat wij die brief hadden gestuurd. Dan doen we gewoon alles in één keer. Dat is ook een mogelijkheid.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Mag ik dan een tegenverzoek doen, namelijk dat het debat van collega Wilders vanavond wordt ingepland en dat dit geruild wordt met ons debat? Dan doen wij het morgen. De heer Van der Lee begon over uitruil. Dat vond ik al een beetje verwerpelijk, alsof er wordt gezegd: de PVV heeft één keer haar zin gekregen, dus dan krijgt ze dat geen tweede keer. Maar dan denk ik even mee.

De voorzitter:

Nee, nee, doe maar niet. Het is goed. Ik ga eerst naar mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Ik snap het dilemma wel, maar dit is nogal een belangrijk debat, zeker gelet op de actualiteit. Daarom stelde ik voor … Ik zeg het gewoon nog een keer, want uw voorstel was denk ik minder praktisch dan dit voorstel. Als de heer Wilders een motie wil indienen, laten we dan vanavond het debat doen. Die ene motie kan daarin. Dan kunnen we volgende week rustig …

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, die discussie hebben we gehad.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ja, en daarom doe ik het nog een keer, omdat dit voorstel daarbij hoort. Dat lijkt mij handiger. Dit gaat er namelijk over. Als er een motie ingediend moet worden, kan dat wat mij betreft vanavond. Want het is een belangrijk debat. Dan kunnen we volgende week het serieuze debat voeren, met alle aspecten die daarbij betrokken worden.

De voorzitter:

Maar steunt u het verzoek van mevrouw Helder, mevrouw Van Toorenburg? Want daar ging het om.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ja, dat heb ik al twee keer gezegd.

De voorzitter:

Dat u haar steunt? Oké. Dan ga ik naar de heer Van Nispen.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Ik begrijp het verzoek van mevrouw Helder, want het is niet ideaal om een wetsbehandeling in tweeën te knippen. Maar tegelijkertijd ga ik toch u steunen, want we hebben hier als Kamer een voorbeeldfunctie. We kunnen die niet op de eerste de beste dag meteen schenden. Ik reageer nu slechts op het verzoek van mevrouw Helder om het vanavond af te maken. Tja, dat gaat niet, denk ik, als we zo veel sprekers hebben. Ik ben ook niet bereid om spreektijd in te leveren, want het is een wetsbehandeling die inderdaad aan de actualiteit raakt; absoluut. Maar het geldt natuurlijk tot in lengte der dagen, want het is een serieuze wet. Dus we gaan het niet afraffelen. Dat kunnen we niet maken. Dat staat een zorgvuldige wetsbehandeling gewoon niet toe.

De voorzitter:

Ik ben nu ook onderdeel van deze regeling, merk ik. Is het een idee dat wij de eerste termijn vandaag doen? Morgen zouden wij een debat doen van de heer Wilders, met spreektijden van twee minuten, en daarna kunnen we doorgaan met de tweede termijn. Is dat een idee? Dan doen we het debat over ons Reglement van Orde volgende week. De heer Nijboer wordt dan met zijn voorstel voor de derde keer van de agenda afgevoerd. Hij is er gelukkig niet. Maar dat is een idee. Kunnen jullie daarmee leven? Dan zorg ik dat we volgende week weer op een ordentelijke manier andere dingen kunnen plannen. Misschien kan dat debat van de heer Nijboer er morgen nog wel bij. Dat moeten we even zien. Mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het gaat wel om de eerste termijn van de indieners van een initiatiefwetsvoorstel, dus laat de heer Nijboer niet sneuvelen. Maar ik wil wel de avondklok respecteren. Dat vragen we van het hele land, dus dat moeten wij echt zelf ook doen.

De voorzitter:

Dan wil ik toch het voorstel doen om vandaag te proberen om gewoon om 19.00 uur te stoppen. Dan doen we de eerste termijn. Ik doe een beroep op alle woordvoerders qua spreektijden. Ik begrijp wel dat jullie daar niet op willen inleveren, maar ik vraag toch om rekening te houden met die voorbeeldfunctie die wij hebben. Maar ik wil ook recht doen aan het debat dat wij hier met elkaar voeren. Vandaag eerste termijn van de Kamer, en morgen eerste termijn van de regering en tweede termijn Kamer en regering.

Mevrouw Helder (PVV):

O, ik had begrepen: eerste termijn gewoon vandaag, tot 19.00 uur, dus Kamer en regering, en morgen de tweede termijn afmaken.

De voorzitter:

Nee, niet Kamer en regering, alleen Kamer.

Mevrouw Helder (PVV):

O, dat zei u.

De voorzitter:

Sorry, ben ik onduidelijk geweest?

Mevrouw Helder (PVV):

U zei de eerste keer: eerste termijn. Vandaar dat ik dat dacht. En als je het aantal sprekers ziet, zou dat kunnen lukken.

De voorzitter:

Als dat zou lukken, gaan we het doen. Maar ik wil echt om 19.00 uur stoppen. Als het niet lukt, dan doen we het gewoon morgen. Is dat iets waarmee jullie kunnen leven?

Mevrouw Helder (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Helder.

Dan ga ik naar de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil op verzoek van collega Van Ojik een vooraankondiging doen voor een VSO over de JBZ-Raad. Die Raad is donderdag. Het VSO is morgen gereed, geloof ik, maar dan komt hij naar de regeling, denk ik. Hij wil eventueel een motie indienen en daarover stemmen deze week.

De voorzitter:

Een VAO?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Een VSO.

De voorzitter:

Dat is goed. Dan zullen we daar rekening mee houden.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Mag ik dan nog een hele kleine opmerking maken? Ik was net te laat bij de stemmingen. Er is een motie van collega Westerveld aangenomen bij agendapunt 16, over de vaststelling van de begrotingsstaten OCW. Die was ontraden. Wij zouden graag nog een brief willen over de uitvoering van die motie, die wél is aangenomen. Dank.

De voorzitter:

Dan stel ik voor om deze opmerking over de stemmingen bij de motie van mevrouw Westerveld in de Handelingen op te nemen. En we zullen bij de planning rekening houden met de heer Van Ojik.

Dan zijn we hiermee aan het einde van deze geweldige regeling van werkzaamheden toegekomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven