9 Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19) ( 35654 ).

De voorzitter:

We zijn toegekomen aan de tweede termijn van de zijde van de Kamer.

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Öztürk namens DENK.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter. Over het briefstemmen wil ik toch een motie indienen, omdat de burger moet kunnen volgen waar zijn stem terecht is gekomen. Ik heb begrepen van medewerkers van de post dat alle brieven worden gescand, maar de stap daarna, dat de burger weet waar zijn stem terecht is gekomen, moet ook kunnen. Ik zou dus de motie willen voorlezen en vraag de collega's daar steun voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat briefstemmen op veel grotere schaal toegepast gaat worden dan tot nu toe;

overwegende dat het van belang is dat de kiezer er vertrouwen in heeft dat zijn stem op de juiste plaats terechtkomt, namelijk bij het briefstembureau;

verzoekt de regering om een tracking-and-tracingsysteem te hanteren, waarmee de kiezer kan volgen hoe het transport, de bezorging en de opslag van zijn stem verlopen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Öztürk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (35654).

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter. Het is ook belangrijk dat we veel meer stembureauleden kunnen werven. Daarom is het goed dat wij ook de jongeren daarvoor vragen maar ook de vergoeding verhogen. Daarvoor heb ik ook een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op ieder stembureau vier leden aanwezig zullen moeten zijn, en dat er meerdere dagen wordt gestemd;

overwegende dat veel oudere en kwetsbare leden van stembureaus mogelijk zullen of kunnen afhaken, vanwege het besmettingsgevaar;

overwegende dat er een extra inspanning nodig is om voldoende stembureauleden te werven;

verzoekt de regering te bezien of bij deze specifieke verkiezingen een hogere vergoeding mogelijk is, dan wel dat de vergoeding standaard onder de belastingvrije vrijwilligersvergoeding valt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Öztürk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (35654).

De heer Martin Bosma (PVV):

Even over de eerste motie van de heer Öztürk. Iemand die 30 jaar bij de post heeft gewerkt, heeft mij gemaild om te zeggen dat een track-and-tracingsysteem niet eens nodig is omdat elke brief al gescand wordt. Je kunt via de app al bekijken welke post je vandaag gaat krijgen. Deze meneer suggereert dat het ook andersom kan. Dit even als milde ondersteuning voor de heer Öztürk. Het is misschien veel makkelijker te organiseren dan wij allemaal denken.

De heer Öztürk (DENK):

Dank voor die mail en voor de ondersteunende woorden. Ik hoor graag van de minister of dat daadwerkelijk het geval is en dan kijk ik of ik de motie moet aanpassen of niet.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Öztürk (DENK):

Dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er op maandag en dinsdag 15 en 16 maart ook al gestemd kan gaan worden;

overwegende dat dit ertoe kan leiden dat er exitpolls komen op die maandag en dinsdag, wat weer leidt tot een verkiezingsrace en strategisch stemmen, waarbij kiezers hun echte voorkeur laten vervallen om alsnog op een grotere partij te stemmen;

overwegende dat dit ten koste gaat van de pluriformiteit van het politieke spectrum, en de verkiezingsuitslag niet de werkelijke voorkeuren van de kiezers weerspiegelt;

verzoekt de regering om tussentijdse exitpolls zo veel mogelijk tegen te gaan, en hiertoe afspraken te maken met de opiniepeilers, de omroepen en de zenders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Öztürk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (35654).

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Özütok namens GroenLinks. Gaat u die moties straks zelf kopiëren, meneer Öztürk? Mevrouw Özütok namens GroenLinks.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil de minister graag danken voor haar antwoorden en toezeggingen. Ik heb geen moties, maar ik hoop van harte dat de verkiezingen in maart een feest van de democratie zullen zijn en dat iedereen daar gebruik van kan maken om zijn of haar stem uit te brengen op een veilige en toegankelijke manier. Ik wens iedereen, de lokale overheden en de vrijwilligers, heel veel succes met de voorbereidingen van alles.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Özütok. Ik merk dat bijna iedereen zich ervoor verontschuldigt dat hij geen moties heeft, maar dat hoeft helemaal niet. Meneer Van Otterloo heeft wel een motie, zie ik.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ja, ik moet beginnen met het aanbieden van mijn excuses, begrijp ik.

De voorzitter:

Omdat u een motie heeft.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Voorzitter. Het was een goed debat. Een hoogtepunt was de heer Bosma, die geheel onverwacht een lofzang hield op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat is nog eens een ander geluid! Er is hier dus sprake van een redelijke gedachtewisseling. In het kader van die gedachtewisseling heb ik het amendement aangepast, want het is terecht dat we niet moeten uitgaan van een verplichting. Het amendement is dus gewijzigd op dat punt.

Dan de discussie over de post. Ik moet zeggen dat ik me iets te veel heb laten meeslepen door mijn irritatie over de lange tijd die zit tussen de post op de brievenbus doen en het moment waarop die ergens terechtkomt. Maar dat gaat wel gelijk over de verzendtheorie. Het schijnt dat de post op maandag wordt opgehaald ...

De voorzitter:

Toch wel?

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ja, daarom begin ik ook al ... Het wordt een rij van excuses en loftuitingen voor onverwachte partners. De verzendtheorie gaat ervan uit dat als je iets voor twaalven op de bus doet, het ook de volgende dag kan worden opgehaald. Maar wij zitten met een systeem waarin, als er wordt aangeraden om het op vrijdag te doen ... Daar komt mijn irritatie ook vandaan. Als ik op vrijdagmiddag aan het eind van de middag de post wegbreng, weet ik zeker dat die pas vanaf dinsdag bezorgd kan worden omdat die pas maandagavond laat wordt opgehaald. Dat lijkt me toch een serieus probleem. Vandaar dat ik vraag om overleg met PostNL — daar gaat mijn motie ook over — om te zorgen dat het sneller gaat en er misschien extra lichtingen worden gedaan teneinde deze post te verzamelen. Daarom de volgende motie, die dus iets verder strekt dan alleen de ophaaltijden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de mogelijkheid tot briefstemmen die voor 70-plussers middels onderhavige wetswijziging wordt beoogd;

overwegende het feit dat de postverwerking buiten de invloedssfeer van de overheid valt;

overwegende het feit dat het belangrijk is dat er geen enkele stem verloren gaat in de post;

verzoekt de regering in overleg te treden met PostNL teneinde het geplande dedicated proces in te richten op dezelfde wijze als de rouwpost, zodat de stempost altijd prioritair behandeld wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Otterloo. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 16 (35654).

De heer Van Otterloo (50PLUS):

U begrijpt dat ik daar dus ook mee bedoel dat gekeken wordt of op andere tijden wat kan worden opgehaald, bijvoorbeeld op zaterdag.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Otterloo. Mevrouw van Esch van de Partij voor de Dieren heeft nu het woord.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter. Ik heb één motie. We willen volgens mij allemaal dat de verkiezingen doorgang vinden en we willen allemaal dat iedereen die dat wil ook kan stemmen. Dank voor de antwoorden en dank ook voor het gevoel, dat wij wel echt krijgen, dat er een hele hoop mogelijk wordt gemaakt om dit allemaal te realiseren.

Toch blijft bij ons wel een beetje de vraag hangen of het nu echt genoeg is. Gaan er niet toch nog steeds mensen, misschien wel duizenden, niet stemmen op die dag? En kunnen we niet van tevoren al iets meer te weten komen over of dat het geval zou kunnen zijn? Want die verkoudheid op die ene dag, waar de heer Van Raak aan refereerde, en het idee dat je dan toch niet zou kunnen stemmen, wegen bij ons echt wel zwaar. Kunnen we niet van tevoren onderzoek doen naar de redenen dat mensen misschien niet gaan stemmen? Is er überhaupt onderzoek naar gedaan? Bij welke besmettingscijfers gaan we toch niet stemmen? Wanneer vinden we het niet acceptabel om de verkiezingen door te laten gaan? Kunnen we daar harde cijfers bij krijgen?

Aangezien de tijd doortikt, ga ik snel door naar de enige motie die ik wil indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering momenteel uitwerkt hoe drive-throughstembureaus mogelijk zijn;

constaterende dat de kans op besmetting in de buitenlucht kleiner is dan in binnenruimtes;

verzoekt de regering ook te kijken of reguliere stembureaus in de buitenlucht of in goeddeels open ruimtes mogelijk zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 17 (35654).

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van Raak namens de SP.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Ik voel me vandaag zo gematigd, zo meebewegend ...

De voorzitter:

Ja!

De heer Van Raak (SP):

... ook met de minister. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat iedereen veilig moet kunnen stemmen, ook bij verkoudheidsklachten;

verzoekt de regering iedere gemeente aan te moedigen in ieder geval één stemlokaal in te richten voor mensen met coronaklachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18 (35654).

De heer Van Raak (SP):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van der Graaf namens de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u voor het woord. Ik wil in ieder geval heel graag gebruikmaken van mijn tweede termijn omdat ik de minister, haar ambtenaren en alle gemeenten in het land die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van ons democratische proces, heel erg veel succes wil wensen om deze Tweede Kamerverkiezingen op een veilige en zorgvuldige manier te kunnen laten plaatsvinden. Wij zijn heel blij dat de mbo-studenten mee zullen helpen aan dit democratische proces met het inrichten van de stembureaus, het tellen van de stemmen en het proces daaromheen. Dat is ongelofelijk belangrijk.

Dank aan de minister voor de toezegging dat zij opnieuw met de postbedrijven gaat overleggen om ook in de week voorafgaand aan de verkiezingen toch misschien wel dagelijks de brievenbussen te legen en de post op te halen, zodat al die stemmen meegenomen kunnen worden. Ik zou heel graag willen weten wanneer de minister daar duidelijkheid over kan verschaffen. Ik ben het eens met de collega's die vragen op de hoogte te worden gehouden over de stembureauleden.

Ik zou de minister willen aanmoedigen om nogmaals met de VNG en de burgemeesters in overleg te gaan om te kijken wat we nog kunnen doen om mobiele stembureaus of drive-throughstembureaus in te richten, ook op de dag zelf, zodat die toegankelijk zijn, ook voor mensen die op de dag zelf nog geconfronteerd worden met verkoudheidsklachten. Als je al langer van tevoren weet dat je die dag niet in orde zult zijn, kun je voorzorgsmaatregelen treffen, maar juist op de dag zelf is dat moeilijk. Wat dat betreft zou ik de minister willen aanmoedigen om de motie van de heer Van Raak in dat geval te omarmen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Graaf. Ja, het gaat de goede kant op, meneer Van Raak, net nu u bijna weggaat. Mevrouw Van Kooten-Arissen ziet af van een inbreng in tweede termijn. De minister heeft vijf minuten nodig, hoor ik, dus dan schors ik de vergadering voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 15.34 uur tot 15.39 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Ollongren:

Dank, voorzitter. Ook dank voor de tweede termijn. Ik zal de sprekers en dan ook meteen de moties en de vragen langslopen. Even zoeken. De heer Öztürk begon met een motie over een tracking-and-tracingsysteem, op stuk nr. 13. Er kan tegenwoordig heel erg veel. Ik heb de heer Öztürk en anderen dat ook horen aanhalen. Track and trace wordt eigenlijk vooral gebruikt voor de bezorging van pakketten en spullen die zijn besteld. Dit wordt door de verzender aangebracht en verzorgd. In het geval van een briefstem is de verzender de kiezer. Dat ben je zelf. Dus dat kan alleen als die briefstem ergens wordt aangeboden waar dat track and trace ook wordt verzorgd, als dienst. Dat zijn die forse kosten waar ik het net over had. De heer Bosma zei dat het eigenlijk al kan. Ja, omgekeerd kan het wel. Gemeenten zouden wel dat track and trace erop kunnen doen, als zij klant zijn bij PostNL of bij een ander bedrijf dat bezorgt, maar dat is dus de andere kant op. Het omgekeerde kan niet. Los daarvan vind ik dat we eigenlijk op alle manieren altijd honderd procent anonimiteit moeten garanderen en geen systemen moeten hebben waarbij een formulier waarin je je eigen stem hebt vastgelegd, ook nog digitaal ergens te volgen is. Dus ik ontraad de motie.

Een hogere vergoeding voor stembureauleden is een heel sympathieke gedachte van de heer Öztürk, vind ik, maar ik zou er toch geen voorstander van zijn. De vergoeding is op dit moment geen belemmering bij het werven van stembureauleden. Dus het is niet nodig om dit te doen. Als je kijkt naar waar we nu staan met het aanbod, heb ik er vertrouwen in dat het lukt. Ik denk dat het op zichzelf goed is dat die vergoeding er is, maar ik denk dat het niet passend is bij het vrijwillige karakter en de wijze waarop we verkiezingen organiseren als dat het enige motief wordt voor mensen om stembureaulid te worden. Dus ik ontraad de motie op stuk nr. 14.

Dan ben ik bij de derde motie, op stuk nr. 15.

De voorzitter:

U krijgt zo het woord, meneer Öztürk. Misschien kunt u de derde motie even afwachten.

Minister Ollongren:

De derde motie van de heer Öztürk gaat over de exitpolls. Hij schetst het relatief voorzichtig. Hij heeft het over afspraken maken, tegengaan, et cetera. Maar ik wil toch … Kijk, mijn doel is zelfregulering. Ik ga het gesprek aan met de peilers, met de bureaus, maar ik wil niet gaan over de vrije nieuwsgaring. Het gaat hier ook over de omroepen, de zenders, et cetera. Dus ik ga dat gesprek aan. Ik zal de Kamer erover informeren. Ik heb er ook vertrouwen in dat de exitpolls pas na 21.00 uur op woensdagavond bekend zullen worden gemaakt door deze bureaus. Maar ik wil niet de regulering ervan hebben. Ik vind de motie dat toch net iets te veel uitstralen. De toezegging staat, maar daar wil ik het dan ook bij laten. Dus ik ontraad de motie op stuk nr. 15.

De voorzitter:

Kort, de heer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Ja, over de vergoeding. Ik gaf ook de optie om de vergoeding onder de belastingvrije vrijwilligersvergoeding te laten vallen. Je doet toch iets voor de samenleving, onder deze omstandigheden. Je neemt toch risico. Je gaat erheen. Ik denk dat dit misschien ook een teken is in de richting van mensen die voor het eerst stembureaulid willen worden, dus ik vraag om dit toch in overweging te nemen, nu we 77.000 of 80.000 mensen nodig hebben.

Minister Ollongren:

Dat is een van de twee opties. Ik wil in ieder geval geen hogere vergoeding. Ik weet eerlijk gezegd niet — dat heb ik in de korte tijd niet kunnen uitzoeken — hoe dat zit en hoe dat zou uitvallen. Ik blijf bij mijn ontraden, maar ik wil wel even kijken hoe het precies werkt met deze vergoeding. Ik weet gewoon niet hoe dat fiscaal zit. Dat zeg ik toe.

De voorzitter:

Goed, dan stel ik voor dat u verdergaat. Dan meneer Van Otterloo?

Minister Ollongren:

Ik dank mevrouw Özütok voor haar uitspraak, want zo belangrijk zijn die verkiezingen inderdaad. Het is een belangrijk moment. Ik hoor haar oproep aan iedereen, via ons, om vooral te gaan stemmen. En inderdaad, we zijn al die mensen die het aan het voorbereiden zijn, heel dankbaar.

De heer Van Otterloo heeft zijn amendement aangepast. Hij heeft de verplichting eruit gehaald. Dat is heel goed, want daar zijn we het dan ook over eens. Het zou nooit een verplichting moeten zijn om een sneltest toe te passen. Toch blijf ik erbij dat we dit niet in een wet zouden moeten regelen. Mijn toezegging staat. Dus ik ga met de collega van VWS ernaar kijken. We weten nu ook nog niet precies wat er wel en niet kan met sneltesten tegen die tijd maar we hopen natuurlijk dat er dan meer kan en dat ik het ook kan toepassen bij de verkiezingen, maar ik kan het niet garanderen en daarom wil ik het gewoon niet in de wet hebben. Je kunt namelijk niet iets in de wet zetten wat je niet 100% zeker kan uitvoeren. Dus ik blijf bij het oordeel ontraden, maar ik ben de indiener wel erkentelijk voor zijn aanpassing.

Dan de post, waarover ook een motie is ingediend. Ik heb gezegd dat ik het gesprek ga voeren met PostNL, maar de heer Van Otterloo loopt eigenlijk vooruit op de uitkomst, waar hij vraagt om deze post op dezelfde wijze te hanteren als de rouwpost. Bij de rouwpost is sprake van toch wel een heel ander principe. Ik ga daar nu niet verder over uitweiden want dat zou veel tijd kosten, maar ik zou de heer Van Otterloo willen suggereren om zijn motie aan te houden en af te wachten hoe ik de Kamer kan informeren; dat doe ik al zo snel mogelijk, mogelijk zelfs al voor het eind van het kerstreces, dus in de eerste week van januari. Dan kan de heer Van Otterloo altijd nog bezien of hij deze motie of een aangepaste motie in stemming zou willen brengen.

De voorzitter:

Meneer Van Otterloo, houdt u uw motie aan?

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ja, voorzitter, dan houd ik de motie aan in afwachting van een verslag.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Otterloo stel ik voor zijn motie (35654, nr. 16) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Ollongren:

Veel dank.

Dan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren. Ik zal de Kamer ook nog informeren op basis van wat we weten van de herindelingsverkiezingen over de niet-stemmers. Dat was namelijk haar vraag: wat is nou bekend over waarom mensen niet gaan stemmen? Nogmaals, ik kom nog met nadere informatie daarover, maar het lijkt erop dat van de niet-stemmers slechts een beperkt deel corona als aanleiding heeft opgegeven in het onderzoek dat nu is gedaan. Dus ik kom daarop terug.

Mevrouw Van Esch vroeg om meer duiding over wanneer de verkiezingen niet door zouden kunnen gaan. Volgens mij zullen we afhankelijk van de omstandigheden en de ernst van de maatregelen die dan gelden, dan met elkaar moeten constateren dat we niet op een goede manier invulling kunnen geven aan de waarborgen van het verkiezingsproces. En dan gaat het dus over de vraag of er bereidheid is in de samenleving om te participeren, oftewel of mensen wel komen stemmen. Ook gaat het dan om de vraag of de legitimiteit van de verkiezingen niet in het geding is. De legitimiteit van de verkiezingen moet altijd evident zijn. Ik denk dat dat de basis is waarop gezamenlijk zo'n vergaande afweging gemaakt zou moeten worden, maar we hopen natuurlijk dat het zo ver niet hoeft te komen.

De heer Van Raak was inderdaad zeldzaam mild in zijn bewoordingen. Een aanmoediging van de heer Van Raak! Het is fantastisch en dat waardeer ik ook. Toch, er zit echt wel een principieel punt achter. Dat gaat erover dat ieder stembureau, of dat nou een drive-through is of anders, wordt ingericht op basis van het feit dat mensen zich houden aan de coronaregels en daar dus in principe niet komen als ze klachten hebben die lijken op corona. We hebben er dus niet voor gekozen om de gemeenten te vragen om ook een stembureau in te richten dat, zeg maar, meer lijkt op een teststraat dan op een stembureau. Als we zouden doen wat de heer Van Raak hier aanmoedigt, dan zouden we eigenlijk de keuze maken om coronastembureaus in te richten, dus die juist geschikt zijn voor mensen met corona om ernaartoe te gaan. Dat is de principiële keuze die ik niet heb willen maken. Omdat deze motie toch de gemeenten oproept om dat te doen, moet ik die, hoe jammer ik het ook vind, toch ontraden.

De heer Van Raak (SP):

Volgens het RIVM gaat op dit moment 20% van alle mensen die positief getest hebben op corona, gewoon naar buiten. Dus wat krijgen we straks bij de verkiezingen? Minimaal 20%, dus getest op corona en dus niet eens verkouden, gaat straks dus gewoon naar het stembureau en gaat daar mensen besmetten. Dat dreigt te gebeuren. Als er nou ook voor die mensen een plek is waar ze naartoe kunnen, dan denk ik dat we de volksgezondheid én de democratie dienen. In een aantal gemeenten wordt daar ook al mee geëxperimenteerd. Er zijn al plekken waar dat gebeurt. Dus waarom zou de minister dat niet aanmoedigen, als er in gemeentes goede dingen gebeuren? Waarom zouden die goede voorbeelden dan niet verspreid worden, aangemoedigd worden voor andere gemeenten?

Minister Ollongren:

Ik moedig gemeenten zeker aan om te bekijken of zij andere vormen van stemlokalen kunnen inrichten. Dus de drive-through, het meest bekende voorbeeld denk ik dat ons allemaal aanspreekt, ja, daar ben ik zeker heel erg voor. Ik hoop dat gemeenten dat doen. Ik vind het heel erg ónwenselijk, en ik hoop dat we dat als kabinet ook in voldoende mate duidelijk hebben gemaakt de afgelopen tijd, dat — inderdaad volgens onderzoek van het RIVM van enige weken geleden — bleek dat 20% van de mensen met klachten zich gewoon nog mengt onder andere mensen. Dat is buitengewoon onwenselijk. Ik hoop heel erg dat dat percentage nu daalt, nu de ernst van de situatie toch voor iedereen heel erg duidelijk moet zijn.

En tot slot, dat is misschien toch een heel klein gebaar in de richting van de heer Van Raak, als we straks meer en meer met die sneltesten gaan werken, ook bij de teststraten, dan kan dat ook betekenen dat je door die sneltest al meteen weet dat je niet besmet bent, en dat je wel kunt gaan stemmen op die dag. Dat wilde ik nog toevoegen. Maar ik blijf toch bij mijn oordeel, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, maar we hebben nog een motie van mevrouw Van Esch op stuk nr. 17, toch?

Minister Ollongren:

Sorry, die heb ik inderdaad overgeslagen, excuus, over de reguliere stembureaus in de buitenlucht. Ik ben heel blij dat u mij eraan herinnert, voorzitter, want deze motie wilde ik wel oordeel Kamer geven. Mits dan niet bedoeld is dat die stembureaus juist geschikt zouden zijn voor mensen die besmet zijn, want dat is niet de bedoeling. Maar het lijkt mij prima om dat te doen. Wel is het soms nog een beetje koud in maart, maar de motie op stuk nr. 17 zou ik kunnen uitvoeren en geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de behandeling van deze wet.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over het wetsvoorstel, twee amendementen en de moties zullen we als het goed is over ongeveer een uur, of langer, gaan stemmen. Ik dank de minister en ik dank de Kamerleden. Voor nu schors ik de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven