Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 39, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 39, item 4 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19) ( 35654 ).
De voorzitter:
Dan is nu aan de orde de Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19, Kamerstuk 35654. Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ook de Kamerleden van harte welkom.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik geef mevrouw Kuiken namens de PvdA als eerste spreker het woord.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Democratie is een van de grootste verworvenheden die je in een normaal functionerende maatschappij kan hebben. Zelfs in deze uitzonderlijke tijden moeten we daarom alles op alles zetten om stemmen, wat onontbeerlijk is voor een democratie, goed te laten verlopen. Het is vooral belangrijk dat mensen gaan stemmen, maar ook dat ze dat veilig gaan doen. Daarom ben ik blij dat het kabinet maatregelen heeft genomen om dat proces te gaan vormgeven. Poststemmen: het is niet ideaal en niet voor niets in het verleden niet ingevoerd, maar ik denk dat dat onder deze uitzonderlijke omstandigheden niet onoverkomelijk is. Vroegtijdig stemmen: het kabinet was niet meteen enthousiast, maar ik ben blij dat het kabinet een voorstel van D66 en de Partij van de Arbeid heeft overgenomen om dat op een aantal plekken mogelijk te maken, zodat er gespreid gestemd kan worden en vooral dát er gestemd kan worden. Hetzelfde geldt voor volmachten, zodat mensen die niet zelf willen gaan stemmen dat toch kunnen doen.
We hebben een schriftelijke ronde gehad. De minister is vrij uitvoerig ingegaan op de vragen die we hebben gesteld. Toch wil ik een aantal vragen nogmaals stellen, of nog eens specifieker stellen. Ik denk dat dat belangrijk is, omdat er terechte vragen zijn gerezen.
Ten eerste over het briefstemmen. Er ligt een nadrukkelijke wens om ook mensen die kwetsbaar zijn maar niet al 70-plus zijn te kunnen laten stemmen. De minister zegt: dat is eigenlijk onuitvoerbaar, want we hebben daar geen applicaties voor. Dat geldt ook voor mensen die zelf aangeven dat ze tot die kwetsbare groep behoren, ook omdat het in potentie gaat om een groep van 2,4 miljoen, zeg ik uit mijn hoofd, mensen die 70-plus zijn. Toch liggen er nadrukkelijke brieven van ouderenbonden, maar ook bijvoorbeeld Ieder(in) om dat wel mogelijk te maken. Is ook overwogen om een nog specifiekere groep wellicht wel die toegang te verlenen, een groep van mensen waar we wellicht nu al van weten dat ze tot die categorie behoren? Omdat het zo belangrijk is, wil ik de minister nog eens nadrukkelijk vragen om hierop te reageren, dan wel te kijken naar de mogelijkheden die we nog zien.
Voorzitter. Vroegtijdig stemmen brengt een aantal uitdagingen en een aantal zorgen met zich mee. Het gaat ook over exitpolls: welke werking hebben die? Ik denk dat het goed is voor het plenaire en publieke debat om die zorgen met elkaar te delen, en nog eens in te gaan op hoe de minister hiertegen aankijkt en op de gesprekken die ze heeft gevoerd met partijen die normaal gesproken exitpolls rondom verkiezingen uitvoeren. Ik denk dat dat belangrijk is.
Een derde punt is dat stemmen niet mogelijk is zonder voldoende stemlokalen en zonder voldoende vrijwilligers. Eerst even over de stemlokalen. Amsterdam is al druk bezig om te kijken waar zij stemlokalen kunnen inrichten. Dat zal ook voor andere gemeenten gelden. Zij hebben bijvoorbeeld nadrukkelijk de oproep gedaan om dat ook in scholen mogelijk te maken, maar lopen nu een beetje tegen de covidmaatregelen aan. De minister heeft deze brief vast ook gezien. Ik zou graag een reactie willen over hoe we hieraan niet voorbijgaan, zodat er op zo veel mogelijk locaties gestemd kan worden.
Dan over het punt van de vrijwilligers. Ik mag graag af en toe een beetje mopperen, maar ik vind het echt heel goed dat er nu al actief campagne wordt gevoerd om zo veel mogelijk vrijwilligers te werven. Hebben we al zicht op het aantal mensen dat zich heeft aangemeld? Is het niet slim om ons daarvan een klein beetje op de hoogte te houden? Wellicht kunnen we daar, indien nodig, nog wat werk in vervullen, alhoewel ik snap dat ik daar een bescheiden rol in heb. Ik vond het bericht vanochtend heel mooi dat ook mbo-studenten actief gaan helpen in het democratisch proces. Ik word daar blij van en ik hoop dat dat tot voldoende vrijwilligers gaat leiden. Misschien is het ook een mooie manier om al op een wat jongere leeftijd actief betrokken te worden bij onze democratie. Dat ten aanzien van de vrijwilligers. Ik hoop dat dat goed gaat werken.
Mijn laatste vraag daarover is of de minister en haar collega-ministers in het kabinet actief een oproep zullen doen richting al hun eigen ambtenaren, want als elke afdeling één vrijwilliger werft, zijn we een heel eind om ook daaraan tegemoet te komen. Democratie is het belangrijkste goed dat we hebben. Er moet dus heel wat gebeuren wil het niet doorgaan. Toch vind ik het wel mijn plicht en ook een noodzaak om even in te gaan op het scenario dat we in een zware lockdown blijven. Kan het proces dan op dezelfde wijze worden vormgegeven als we nu voor ogen hebben en, zo ja, hoe? Zijn er extra maatregelen nodig?
Voorzitter. Ik ben vast een vraag vergeten, maar die komt dan wel per interruptie of op een later moment.
Hartelijk dank.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kuiken. Dan geef ik nu het woord aan de heer Öztürk namens DENK.
De heer Öztürk (DENK):
Voorzitter. Het zijn bijzondere tijden. Al negen maanden heeft het coronavirus effect op ons leven. We weten nog steeds niet hoelang dit allemaal gaat duren. Ook na het begin van de massavaccinatie zal het virus helaas nog steeds onder ons zijn. Maar het leven gaat door en de Tweede Kamerverkiezingen zijn al op 17 maart. Dan zitten we dus nog midden in de coronatijd. Het recht om te stemmen, het kiesrecht, is van fundamenteel belang in een democratische rechtsstaat. Iedereen moet in staat worden gesteld om zijn of haar stem uit te brengen. Op die manier kan iedereen meebeslissen over hoe ons land wordt bestuurd. Maar het stemmen moet wel veilig gebeuren. Het stemproces moet voor oudere en kwetsbare kiezers geen gevaar voor hun gezondheid opleveren. Het is van belang dat het verkiezingsproces betrouwbaar en legitiem is en blijft. Dit betekent wat de fractie van DENK betreft dat er gestreefd moet worden naar een opkomst die vergelijkbaar is met de Tweede Kamerverkiezingen van vier jaar geleden. Ik denk aan een opkomst van meer dan 80%. Vier jaar geleden was het 81,9%. Ziet de minister dat ook zo? Zal zij er alles aan doen om de opkomst hoog te houden?
Het coronavirus mag het verkiezingsproces niet benadelen. De fractie van DENK steunt daarom dat het kabinet een aantal stappen zet om de opkomst te bevorderen. Dit is belangrijk, want een deel van de bevolking zal uit angst voor het virus misschien niet naar het stembureau gaan, en dat kan niet. Toch is het belangrijk dat ook deze groep gehoord wordt. Mijn fractie heeft een aantal vragen over hoe deze wet in de praktijk gaat werken. De leeftijd waarop iemand per brief mag stemmen, is 70 jaar. Heel veel mensen vragen waarom dat 70 is. Waarom is het niet 65 of 75? Waarom komen we met een leeftijdsgrens en kijken we niet naar de kwetsbare groepen? Die vraag is net ook gesteld. Klopt het dat er 2,4 miljoen mensen per post kunnen stemmen? Klopt het dat iedere gemeente zelf bepaalt hoeveel poststembureaus zij gaat inrichten? Zijn een paar poststembureaus in Amsterdam en Rotterdam wel genoeg? Het verschil tussen stemmen via een stembus en stemmen via een brievenbus is dat de kiezer niet meer kan zien wat er met zijn stembiljet gebeurt nadat het in de brievenbus is gedaan. De postbezorger is verantwoordelijk voor een veilig transport van de stembiljetten naar het poststembureau. Helaas zijn er regelmatig berichten in de media over brieven en poststukken die zoekraken. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat er geen stembiljetten tijdens het postvervoer kwijtraken?
Wat opvalt, is dat in artikel 11c is vastgelegd dat het transport, de opslag en de overdracht van briefstemmen nog nader moeten worden uitgewerkt en in een ministeriële regeling moet komen. Wanneer komt deze ministeriële regeling en hoe wordt de Kamer daarbij betrokken? Kan de minister regelen dat er op elke retourenvelop een tracking-and-tracingcode komt? Als je tegenwoordig iets bestelt, weet je precies waar het product is. Hoe kan het dan dat je van jouw belangrijke stem niet weet of die terecht is gekomen?
Stel dat er van de 2,4 miljoen stemmen 500.000 stemmen niet terechtkomen. Dan kan de PVV — die zoekt dan een reden om de discussie op te rakelen — zeggen dat er 500.000 stemmen zoek zijn en dat de verkiezingen dus niet geldig zijn. Moeten wij dit soort zaken niet voorkomen? Moeten we alle zaken niet van tevoren goed bestuderen, zodat de verkiezingsuitslag voor iedereen rechtmatig en rechtsgeldig is? Het kan niet zo zijn dat de kiezer niet weet of zijn stem wel of niet goed terecht is gekomen. Ik overweeg op dit punt dus ook een motie.
Een andere vraag van mijn fractie is of briefstemmen ook bij volmacht kunnen worden uitgebracht. Hoe gaat dat in zijn werk? Normaal kun je drie volmachten meenemen. Kunnen mensen met briefstemmen ook drie volmachten in eenzelfde brief stoppen? En hoe gaat dat dan allemaal?
Voorzitter. Daarnaast moet je bij briefstemmen zelf tekenen. Als je naar een stembureau gaat, hoef je niet te tekenen. Als mensen vergeten te tekenen, is de stem dan ongeldig?
Voorzitter. Klopt het dat een briefstem vanaf zeven dagen voor de verkiezingen ook persoonlijk kan worden gebracht naar een afgiftepunt, zoals in artikel 11d staat? Hoe ziet zo'n afgiftepunt eruit? Is dit een briefstembureau, of een speciale stembus? Of is dit bijvoorbeeld op het stadhuis? Hoelang van tevoren mag een briefstem worden ingestuurd? Wat gebeurt er als iemand thuis helemaal geen brief ontvangt, of als iemand anders zijn brief heeft meegenomen?
Voorzitter. Dan kom ik bij het punt van early voting. De minister heeft het terecht mogelijk gemaakt om gedurende drie dagen te stemmen. Van ons hadden mensen ook vrijdag, zaterdag en zondag mogen stemmen, maar goed, het zijn helaas de werkdagen maandag, dinsdag en woensdag geworden. Maar het is een uitbreiding. Op die manier wordt het risico van besmetting met het coronavirus beperkt.
In artikel 2g wordt geregeld dat de gemeente het aantal vroege stembureaus kan bepalen, met een bepaald minimum per gemeente. Voor gemeenten tussen 100.000 en 350.000 kiesgerechtigden zijn dit ten minste tien vroege stembureaus. Voor gemeenten met meer dan 350.000 kiesgerechtigden zijn dit ten minste twintig vroege stembureaus. Is dat in Amsterdam en Rotterdam wel genoeg? Ik wil de minister toch vragen om de in de grote steden meer stembureaus in te richten om de verkeersstromen en daarmee het virus weg te houden.
Voorzitter. Dan kom ik op het punt van de exitpolls. Op maandag kunnen er exitpolls komen. Dat kan effect hebben op de verkiezingsuitslag. Meestal zorgt de media ervoor dat er een race is tussen twee partijen. In 2012 ging die race tussen de VVD en de PvdA. Toen hebben heel veel mensen die op het CDA en de SP zouden stemmen, op de PvdA en de VVD gestemd. Dat was de strategische stem. Op het hele exitpollverhaal wil ik de minister dus toch vragen om met de media in gesprek te gaan en, waar nodig, maatregelen te nemen, zodat wij geen strategische stemrace krijgen en mensen op een andere partij stemmen dan waarop ze hadden willen stemmen. Op dat punt heb ik een motie in voorbereiding.
Artikel 4a maakt mobiele stembureaus mogelijk, die gemeentes kunnen instellen om vroeg te kunnen stemmen. Kunnen daar ook briefstemmen worden afgegeven? Hoeveel van die mobiele stembureaus zullen er naar verwachting komen? Met name in de grote steden is dat belangrijk. Komen die mobiele stembureaus ook op plekken waar kwetsbare burgers wonen, zodat zij niet lang hoeven te reizen?
Voorzitter, tot slot. Is door de minister overwogen om onlinestemmen mogelijk te maken, bijvoorbeeld via de DigiD? Heel veel zaken worden tegenwoordig via de DigiD geregeld. Waarom zou je dan in deze tijden geen experiment kunnen doen met de DigiD, voor kwetsbare mensen die het huis niet uit kunnen? Heeft de minister dit overwogen en heeft zij daar onderzoek naar gedaan? Uiteraard zijn er ook risico's. Ik vraag de minister om daar uitgebreid op in te gaan.
Voorzitter. Dan de brief van Amsterdam. Ik vraag de minister om met de minister van Onderwijs in gesprek te gaan over het geven van ruimte op scholen, zodat er meer stembureaus kunnen worden ingericht.
Tot slot noem ik het werven van stembureauleden. Heel veel jongeren zouden stembureaulid kunnen worden. Daar moeten we hun de mogelijkheid toe geven. Ook moeten we de vergoeding van de stembureauleden misschien verhogen, want we hebben heel veel stembureauleden nodig. Ik denk dat de campagne groter mag zijn dan de huidige campagne op Facebook en nog een paar plekken. Met een grotere campagne zouden we nog meer jongeren kunnen betrekken bij onze democratie. Jongeren kunnen ons in deze moeilijke tijd ondersteunen. Ik overweeg ook op dit punt een motie in te dienen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Öztürk. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Özütok namens GroenLinks.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. De coronamaatregelen treffen ons allemaal. Ze hebben ook impact op veel vitale processen in ons land, zo ook op de democratie. Sinds deze week de lockdown is ingegaan, vergaderen wij als Kamer ook in afgeschaalde vorm. We weten allemaal dat hoe groot de crisis in ons land ook is, de democratie moet doorgaan. Dat betekent dus dat de noodzakelijke debatten in dit huis moeten doorgaan. Dat geldt ook voor de noodzakelijke debatten van de lokale bestuurders en volksvertegenwoordigers in het land. We moeten kunnen doorwerken, zij het in aangepaste vorm. Dat verwachten de burgers terecht van ons.
Democratie betekent ook dat kiezers hun stem kunnen laten horen. Het is een van onze verworvenheden. Stemrecht is een belangrijk recht van burgers. Op 17 maart aanstaande staan de Tweede Kamerverkiezingen gepland. De kans is heel erg groot dat er dan helaas nog steeds beperkende maatregelen gelden. Maar de democratie is een van onze belangrijkste bezittingen. Dat betekent dus ook dat de verkiezingen moeten kunnen doorgaan en dat alle kiezers op een veilige manier hun stem moeten kunnen uitbrengen. Veilig in de zin van dat het coronaproof moet gebeuren, dat het stemgeheim wordt gewaarborgd en dat de wil van de kiezers in de uitslag zal doorklinken.
Voorzitter. De minister is, mede op verzoek van de Kamer, met een wetsvoorstel gekomen om de verkiezingen zo te laten organiseren dat iedereen zo goed mogelijk zijn of haar stem kan uitbrengen. In grote lijnen kan GroenLinks instemmen met de voorstellen die de minister heeft gedaan. Toch zijn er nog een paar punten waar mijn fractie vragen over heeft.
Allereerst het feit dat het mogelijk moet worden dat mensen van 70 jaar en ouder per brief kunnen stemmen. Hier heeft mijn fractie enige moeite mee. Er zijn immers ook kiezers die jonger zijn dan 70 jaar maar tot een kwetsbare groep behoren. Waarom mogen zij geen gebruikmaken van deze mogelijkheid? We hebben hier in de schriftelijke ronde ook vragen over gesteld, maar de antwoorden zijn nog niet overtuigend. Daarom verzoek ik de minister om dit nogmaals goed uit te leggen. Op dit punt heeft ook de Kiesraad zijn zorgen geuit. De Kiesraad vraagt zich af of er voldoende wordt gedaan om fraude met briefstemmen te voorkomen. Kan de minister daar nog eens goed op ingaan? Kan zij toezeggen dat er extra aandacht is voor de opsporing van stemfraude met briefstemmen?
Voorzitter. Dan de mogelijkheid voor, in goed Nederlands, early voting. Als deze wet wordt aangenomen, wordt het mogelijk dat mensen ook op maandag en dinsdag in een beperkt aantal stemlokalen per gemeente terechtkunnen om te stemmen. Onder deze omstandigheden is dit een te begrijpen voorstel. De Kamer heeft zich hier ook eerder over uitgesproken. Het is wat GroenLinks betreft van groot belang dat de verkiezingen niet tussentijds worden beïnvloed. Dat risico is er wel degelijk. Als mensen op maandag of dinsdag gaan stemmen, is de verkiezingscampagne nog volop bezig. Een deel van de mensen kan dan nog alle informatie uit de laatste campagnedagen meewegen in hun stem.
Het is daarom van groot belang dat er tijdens de laatste dagen, terwijl de stemming al is geopend, geen peilingen of exitpolls verschijnen die de kiezers kunnen beïnvloeden. De minister deelt dit uitgangspunt, maar gaat slechts praten met de peilers. Wij vragen ons af of dit voldoende is. De afspraken mogen niet vrijblijvend zijn. We vragen ons ook af of er niet een wettelijk verbod nodig is, net als in sommige andere landen. Ik ben dan ook benieuwd naar de reactie van de minister op het amendement van collega Van Raak.
De heer Martin Bosma (PVV):
Hè, wat nou? Gaat GroenLinks, de voormalige communistische partij van Nederland, voorstellen om geen peilingen te publiceren in de laatste dagen voor de verkiezingen? Dat is in een volwassen democratie toch gewoon informatie die je moet kunnen krijgen, waarover je moet kunnen beschikken? Dat is toch gewoon een fundamenteel mensenrecht? Waarom is GroenLinks weer tegenstander van het recht op informatie?
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Nee, uiteraard is het een recht om te peilen, maar onder deze omstandigheden kunnen mensen ook op maandag en dinsdag stemmen. Als er al tussentijds uitslagen van die stemmen bekend gemaakt worden, terwijl de campagne nog voortduurt, dan kan dat tot beïnvloeding leiden. Het zou beter zijn als de peilingbureaus daar rekening mee houden. Dat is eigenlijk wat ik hier zeg.
De heer Martin Bosma (PVV):
We moeten toch niet toe naar een situatie waarin de overheid dat gaat verbieden? In Frankrijk moet je, wat altijd potsierlijk is, de laatste dagen voor de verkiezingen de krant in Genève in de gaten houden, omdat die die informatie toch wel publiceert. Ik neem toch aan dat GroenLinks er tegenstander van is om de opiniepeilers te verbieden die informatie naar buiten te brengen.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Zeker. Als u dat zo zou stellen, zou dat een verdraaiing van mijn woorden zijn. Ik ben benieuwd hoe we ervoor kunnen zorgen dat er ook onder deze omstandigheden op een juiste manier peilingen worden gehouden.
De heer Martin Bosma (PVV):
De collega van GroenLinks zegt dat de gesprekken van de minister met de opiniepeilers niet vrijblijvend moeten zijn. Mevrouw Özütok zegt letterlijk: niet vrijblijvend. Dan denk ik dat dat betekent dat er toch enige druk moet worden uitgeoefend op die peilers, op de Maurice de Honden van deze wereld. Het is toch niet aan een minister van Binnenlandse Zaken om onafhankelijke peilingbureaus te gaan beïnvloeden, het mes op de keel te zetten en te zeggen: zorg dat je niet publiceert? Dat is toch niet aan een minister van Binnenlandse Zaken?
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Kom nou. Er wordt nergens een mes op de keel gezet. Die peilers zijn allemaal professionele mensen. Zij weten ook heel erg goed dat wij onder deze speciale omstandigheden toch verkiezingen houden. Ik ga er dus van uit dat zij daar ook rekening mee houden. Het gaat erom dat zij bewust afspraken kunnen maken met de minister. Ik wil ruimte geven aan de minister, zodat er afspraken komen waarin de peilers aangeven dat zij onder deze omstandigheden rekening houden met de situatie waarin er niet op één dag, maar ook op maandag en dinsdag, stemmen worden uitgebracht.
De heer Öztürk (DENK):
Het is goed dat GroenLinks dit punt ook aankaart, want het is toch een bijzondere situatie dat we ook op maandag en dinsdag gaan stemmen. Dat is eigenlijk voor het eerst in onze geschiedenis. We moeten dus ook van tevoren de consequenties daarvan voorzien. Ik begrijp dat de PVV dat niet wil. Alleen, is GroenLinks bereid om, als de minister afspraken heeft gemaakt die niet ver genoeg gaan, de burgemeesters op te roepen om wat betreft exitpolls met een gemeentelijke verordening te vragen om de mensen bij de stembureaus met rust te laten en niet te vragen waarop ze gestemd hebben? Gaat GroenLinks zover, om te zorgen dat we op maandag en dinsdag geen exitpolls krijgen?
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Ik wil graag eerst de antwoorden van de minister op dit punt afwachten en van de minister horen welke mogelijkheden zij naar aanleiding van die afspraken ziet.
De heer Öztürk (DENK):
Dat is zo'n antwoord dat ik meestal van de coalitie hoor: ik heb van tevoren met de PA gesproken, maar ik wacht even af hoe de minister antwoordt. U zit echter in de oppositie en bent van een partij die toch een eigen mening zou moeten hebben, zonder het antwoord van de minister. Mevrouw Özütok, u bent ervaren genoeg. U bent wethouder geweest en er is lokaal heel veel ervaring. Vandaar mijn vraag of de GroenLinksfractie bereid is om een nog verder gaande stap te nemen, om te kijken hoe we kunnen zorgen dat er geen race ontstaat via de media.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Dat er geen race zou moeten zijn tussen de media, daar kan ik me iets bij voorstellen. Ik wil daarover nadenken. We hebben nog een tweede termijn. Dan kan ik er nog op terugkomen.
De heer Bisschop (SGP):
Toch even een vraag, want dit is wel een aangelegen punt. Ik hoor mevrouw Özütok iets zeggen waar collega Bosma ook de vinger bij legt, namelijk dat het geen vrijblijvende gesprekken mogen zijn. Daar ligt de crux. Pleit mevrouw Özütok impliciet voor desnoods een verbod op het publiceren van de resultaten van opiniepeilingen gedurende die early voting?
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Tussen "vrijblijvend" en "verbod" zit nog een heel scala aan mogelijkheden. Ik zal te allen tijde een verbod willen voorkomen. Ik wil wel vaste afspraken waarin ook een stukje commitment kan zijn of afspraken gemaakt kunnen worden. Daar zou ik voorstander van zijn, niet van een verbod.
De heer Bisschop (SGP):
Maar het is voor opiniepeilers interessant om juist wel te publiceren. Stel dat zij niet tot afspraken bereid zijn, wat houdt dan de uitdrukking "het mag niet vrijblijvend zijn" in? Stel dat er geen bereidheid is om tot een gentlemen's agreement te komen — want dat is eigenlijk wat u bepleit — wat dan? Blijft er dan ruimte voor die opiniepeilers, of moeten er dan in de lijn van het amendement van de heer Van Raak, waar ik overigens enige sympathie voor heb, verdergaande maatregelen genomen worden? Waar ligt de grens van GroenLinks? Daar zijn wij een beetje naar op zoek.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Volgens mij heb ik al duidelijk gezegd dat de grens is dat er geen verbod is. Het moeten geen gezellige, vrijblijvende gesprekken zijn. Daar doel ik op. Daarin moeten de peilers ook hun verantwoordelijkheid nemen. Dat is wat ik aan het zoeken ben. Ik wil graag van de minister horen hoe die gesprekken gaan, en of de opiniepeilers deze situatie herkennen en daaraan willen meewerken. Dat is het enige wat ik hier zeg.
De heer Bisschop (SGP):
Ter afronding, voorzitter. Ja, ze moeten hun verantwoordelijkheid nemen, maar wat als ze dat niet doen? Want daar gaat het even om.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Ik ga ervan uit dat ze dat wel doen.
De heer Bisschop (SGP):
Ja, maar u kent de wereld ook wel een beetje beter. Dat ze hun verantwoordelijkheid nemen, is een vrome wens. Niet ieder doet dat altijd. Wat voor maatregelen wilt u als overheid nemen om vrijblijvendheid te voorkomen? Die grenzen zoeken wij.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Ik heb de deskundigheid en de professionaliteit van de opiniepeilers echt hoog zitten. Ik ga ervan uit dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. Zo ken ik ze ook.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Voorzitter. De minister schrijft dat het de bedoeling is dat kiezers zich gedurende het gehele stemproces, dus van maandagochtend tot woensdagochtend, zo goed mogelijk verspreiden om drukte te voorkomen. Helemaal mee eens. Nergens lezen we evenwel hoe dit proces precies gestimuleerd of gereguleerd wordt. Kan de minister hier nader op ingaan?
Tot slot, voorzitter, nog twee andere punten. Allereerst, kan de minister zeggen hoe het staat met het aantal stembureaus en stembureauleden dat beschikbaar is? Zijn er in alle gemeenten voldoende locaties beschikbaar en hebben gemeenten voldoende middelen en menskracht beschikbaar?
Ten tweede krijg ik graag van de minister de toezegging dat het tellen en de vaststelling zo transparant en toegankelijk mogelijk geschieden. Kiezers moeten de mogelijkheid hebben om het tellen te zien gebeuren. Zij moeten ook aanwezig kunnen zijn bij de vaststelling van de uitslagen door de stembureaus en het centraal stembureau.
Voorzitter, helemaal tot slot. Zeker nu veel meer digitale uitwisseling plaatsvindt, is het heel erg belangrijk dat alle informatie en uitslagen tijdig online vindbaar zijn. De ervaringen van de afgelopen verkiezingen leren ons dat sommige gemeenten niet tijdig de uitslagen op een vindbare plek op hun website publiceren, dat bijvoorbeeld de proces-verbalen en het aantal stemmen op personen alleen in het stadhuis ter inzage worden gelegd en dat daar soms zelfs geen foto's van mogen worden gemaakt. Dit keer moet het echt zo tijdig en transparant mogelijk gebeuren. Ik krijg heel graag de toezegging van de minister dat zij alle gemeenten hier nogmaals nadrukkelijk op wijst.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Özütok. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Otterloo namens 50PLUS.
De heer Van Otterloo (50PLUS):
Dank u wel, voorzitter.
Het zijn bijzondere tijden en het is dan ook een bijzondere verkiezing in tijden van corona, van COVID-19. Dat dwingt ons om nog een keer te kijken naar ons systeem van verkiezingen. We hebben daarover al een overleg gehad. We hebben ook al een eerste wetsvoorstel gehad, maar helaas moet ik toch terugkomen op wat ik ook bij die behandeling heb voorgesteld ten aanzien van het testen van de leden van het stembureau. Toen bleek een tweede golf nog ver weg, maar inmiddels zitten we in die tweede golf. Dat heeft ons geleerd dat we moeilijk de toekomst kunnen voorspellen over hoe het zal zijn op 17 maart. Eén ding weten we zeker: de hoeveelheid vaccinaties die beschikbaar zal zijn, zal niet genoeg zijn om alle leden van het stembureau een vaccinatie te geven, want zij behoren niet tot degenen die voorrang behoeven.
In dat opzicht moeten we zorgvuldig kijken en herhaal ik het pleidooi dat ik toen ook bij motie en amendement heb gedaan, namelijk om goed te kijken naar een check op de gezondheid. Inmiddels worden de sneltesten op een hele grote schaal gebruikt, ook in het reguliere testsysteem, om een eerste check te hebben op besmetting. Vandaar een herhaling van het pleidooi om in ieder geval zeker te stellen dat de leden van het stembureau niet besmet zijn en dat een eenvoudige zelfverklaring dat je geen last hebt van een neusverkoudheid of iets dergelijks, niet voldoende is. Wat dat betreft is er ook een link met het bestaande aantal 70-plussers dat al op het stembureau aanwezig is. Veel stembureaus draaien voornamelijk op mensen van wat hogere leeftijd. Ik weet niet of je ze per definitie kwetsbaar moet noemen. Ik behoor ook tot de categorie die op basis van kalenderleeftijd tot de kwetsbaren behoort, maar zo kijken heel veel mensen niet tegen zichzelf aan. Dat doe ik ook niet. Tegelijkertijd zijn er ook mensen die juist wel kwetsbaar zijn maar niet tot die leeftijdscategorie behoren.
Ten eerste zou ik willen zeggen dat we ons grote zorgen moeten maken over de bemensing van het stembureau. Er moeten heel veel nieuwe mensen bij komen omdat er veel meer stembureaus opengaan. Er is behoefte aan enige kennis van hoe het normaal gaat. Dat is dringend noodzakelijk. Het is prachtig dat mbo-leerlingen zullen helpen met het tellen van de stemmen, maar het bemensen van een stembureau is iets anders dan het tellen van de stemmen. Vandaar ook de vraag die al eerder aan de orde is geweest en waar we natuurlijk allemaal mee worstelen: kun je andere kwetsbare mensen niet ook de mogelijkheid bieden dat ze niet naar het stembureau hoeven?
In dat opzicht zou ik het volgende willen vragen. Ik begrijp dat de argumenten van de Kiesraad om mensen uit te nodigen niet opgaan voor 70-plussers, want dat zijn er veel te veel. Maar zou het voor de andere groep kwetsbare mensen niet mogelijk moeten zijn om een aanvraag voor briefstemmen te doen? Dat gaat over minder mensen, zo is ons idee, en dat maakt het ook makkelijker. Want ook early voting levert niet echt die mogelijkheid op. Het levert wel een spreiding op, maar het is de vraag of de echt kwetsbare mensen naar dat ene stembureau in de kieskring gaan waar ze wel kunnen stemmen, want wat betekent dat ze moeten reizen. Je zou het iets makkelijker moeten maken. Wij zijn hier natuurlijk met een aantal politieke junkies bij elkaar, die ook allemaal hebben gekeken hoe het in de Verenigde Staten is gegaan met de stemmingen, hoewel ik begrijp dat de heer Van der Molen zijn nachtrust ergens anders aan heeft besteed. Het is duidelijk dat het een ingewikkeld proces is, maar wij zijn steeds voorstander geweest van de early voting en van het briefstemmen.
Bij dat early voting is nog wel onze vraag aan de orde over het tellen van de stemmen. Het tellen van de stemmen van de eerste twee dagen begint om 19.30 uur op die dag, begrijp ik. Het tellen van de stemmen is een openbare aangelegenheid. Iedereen heeft toegang daartoe. Daarnet was daar een hele discussie over. Die ga ik niet overdoen, maar ik voel veel voor het amendement van de heer Van Raak over de opiniepeilingen. En ik moet zeggen dat wij ons er toch ook zorgen over maken dat het tellen van de stemmen van maandag en dinsdag leidt tot eerdere informatie. Wij zouden daarvoor dus eigenlijk dezelfde geheimhouding willen hebben die geldt voor de opiniepeilingen. Die mogen pas naar buiten komen als de stembussen echt dicht zijn. En wat betreft de opiniepeilingen: ach, de naaikransjes met de debatwatchers zullen altijd nog wel kijken naar peilingen van de avond voor de verkiezingen. Maar dit gaat over het daadwerkelijk uitbrengen van de stemmen.
Tot slot, voorzitter, hebben wij een aantal vragen over de afhandeling van het briefstemmen. We hebben begrepen dat er een systeem is met twee enveloppen, zodat duidelijk wordt dat de brief is binnengekomen, maar het blijft toch nog een wat kwetsbaar proces. Alles wat met de post gaat, heeft namelijk geen garantie dat het werkelijk aankomt. En dan maakt het niet uit of het binnen een gemeente is of niet. Mijn fractiegenoten krijgen de spullen die in Den Haag zijn verstuurd altijd veel eerder dan ik, terwijl ik in Den Haag woon. Vraag me niet hoe het kan, maar er zit altijd een weekend tussen. Dat zegt ook iets over de wijze waarop de post zijn systeem van het afhandelen van de post inricht. Wij zouden graag zien dat er vergelijkbare afspraken worden gemaakt als met de rouwkaarten. Maar ook dan hebben we nog niet de garantie dat het goed gaat. Ik hoor dus graag van de minister nog meer in detail wat zij kan zeggen over dat geheel, en of de verzendtheorie ook hier waterdicht zou kunnen zijn, zodat ook de stemmen nog meegenomen kunnen worden die zijn uitgebracht op de laatste dag dat het mogelijk is om te stemmen.
Voorzitter, dat waren mijn opmerkingen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Otterloo. Dan wachten we even.
Het woord is nu aan de heer Sneller namens D66.
De heer Sneller (D66):
We hebben publiek buiten, voorzitter.
De voorzitter:
Ja, inderdaad. Waarschijnlijk de laatste demonstratie van dit jaar.
De heer Sneller (D66):
Ze scanderen "sneller, sneller", hè? Ik zal proberen op te schieten!
Voorzitter. Vraag niet wat de democratie voor jou kan doen, maar vraag jezelf af wat jij kan doen voor de democratie, zeg ik om die andere JFK te parafraseren. Het lijkt erop dat heel veel mensen zich precies die vraag hebben gesteld: gemeentebestuurders, gepensioneerden en studenten.
In de eerste dagen meldden zich al 20.000 vrijwilligers en vanochtend was er het prachtige nieuws — mevrouw Kuiken haalde het al aan — dat duizenden mbo-studenten ook gaan helpen bij het organiseren van de verkiezingen. Dat is nodig ook, want het feest van de democratie duurt deze keer maar liefst een week. Het wordt op meer dan 9.000 locaties gevierd en het moet het grootste coronaproof evenement van Nederland worden. Twee maanden geleden behandelde de Kamer al de eerste aanpassingswet om deze verkiezingen coronaveilig te organiseren. Toen ging het over de hygiënevoorschriften en de veilige afstandsnorm. Het is volgens mij goed dat we dat toen met spoed hebben gedaan, omdat de evaluatie van de herindelingsverkiezingen ook nuttige inzichten oplevert voor hoe de Tweede Kamerverkiezingen georganiseerd kunnen worden. De verkiezingen in november zijn goed verlopen. Toch zijn er een aantal verbeterpunten naar voren gekomen, zoals meer dwingende looproutes en het feit dat het tellen van de stemmen en het daarbij bewaren van 1,5 meter afstand soms lastig was. Dat wordt met die grote stembiljetten nog ingewikkelder.
Bij het debat dat we erover hadden, stonden voor alle sprekers twee doelen voorop. Een zeldzame eensgezindheid van deze Kamer: de verkiezingen moeten doorgaan als het ook maar enigszins kan en de opkomst moet zo hoog mogelijk zijn. Om dat laatste doel te bereiken, had een zeer ruime Kamermeerderheid nog twee verzoeken: vroegstemmen mogelijk maken en briefstemmen mogelijk maken. De regering heeft daarna samen met de gemeenten alles op alles gezet om die wensen mogelijk te maken.
Met deze opeenstapeling van nieuwe maatregelen ten aanzien van de verkiezingen staan gemeenten letterlijk en figuurlijk voor een ongekende opgave. Denk aan extra mensen werven, meer en veilige stembureaus vinden, stembureaus langer openhouden en langer bemensen, extra beveiliging, extra opslag, grotere orders bij drukkerijen en noem maar op. Wat dat betreft waren de nota naar aanleiding van het verslag en de technische briefings die we hebben gehad een interessant proces. Het maakte heel fysiek tastbaar, in ieder geval voor mij, welke ingewikkeldheid er achter dat mooie, soort van cerebrale ideaal van de democratie vandaan komt. Dat loopt tot en met de verschillende vouwwijzen van de stembiljetten, de briefstembiljetten en de beperkte vouwcapaciteit. Ik had daar nog nooit van gehoord.
Het is goed dat de regering na de 30 miljoen die al eerder was beloofd voor gemeenten om dit te organiseren nog 22 miljoen heeft uitgetrokken, want geld mag geen probleem zijn voor de gemeenten bij het organiseren van deze megaoperatie. De minister schrijft dat zij geen signalen heeft dat dit een knelpunt zou zijn. Ik heb die wel gekregen. Ik denk dat gemeenten nu vooral bezig zijn om alles op alles te zetten om het te regelen en te organiseren. Het lijkt me goed als de minister ook na de verkiezingen nog eens met de gemeenten bespreekt of er nou inderdaad kostendekkend gecompenseerd is.
Voorzitter. Dan het vroegstemmen. Op initiatief van de PvdA en D66 zijn de stembureaus voor het eerst een aantal dagen eerder open. In de wet staat het minimumaantal stembureaus dat open moet zijn. Mijn vraag aan de minister is of het alle gemeenten lukt om dat minimum te bereiken. Tegelijkertijd is een minimum precies wat het is, namelijk een minimum. Meer is volgens mij beter. Ik zie in ieder geval in veel gemeenten dat ze ruim boven dat minimum uit gaan komen. Tegelijkertijd hebben ze ook problemen met het vinden van voldoende stemlokalen. Er werd al gezegd dat de scholen door de coronamaatregelen extra problemen hebben.
Mijn vraag aan de minister is wat nou de bevindingen van het ondersteuningsteam stemlokalen tot nu toe zijn. Het is goed om te horen dat zowel publieke als private instellingen helpen. Dat loopt van de Unie van Waterschappen, die op prachtige locaties zitten, tot en met MKB en VNO, die willen helpen. Maar hoe gaat het met de scholen? Die hebben natuurlijk ook al veel te verhapstukken met de huidige lockdown. Zomaar een extra studiedag van bovenaf afkondigen is ook niet een aanlokkelijk perspectief. Mijn vraag is dus hoe dat overleg met haar collega-minister hierover loopt.
Dan las ik dus dat de werving van stembureauleden beter gaat dan verwacht. Tegelijkertijd leren de herverdelingsverkiezingen dat er ook uitval is en dat er dus ongeveer 10% extra zal moeten worden geworven. Klopt dit goede nieuws? Ik hoor graag of de minister die inschatting van de reservecapaciteit deelt. Ik denk dat het goed zou zijn als wij begin februari nog een keer van de minister horen wat de laatste stand van zaken is met de voorbereiding. Mevrouw Kuiken hintte hier ook al op. Dan kunnen we nog een keer gezamenlijk als Kamer aan de bel trekken als we denken dat het niet de goede kant op gaat, ook al heb ik daar op dit moment geen enkel signaal voor.
Dan briefstemmen, voorzitter. Onder normale omstandigheden zijn wij nogal huiverig voor dat briefstemmen, want het stemgeheim is toch maar matig geborgd. Dat is het best geborgd in het stemhokje. Toch zal het deze keer een uitkomst moeten bieden voor mensen met een zwakke gezondheid. Als dit een sprookjeswereld was en daar in vak-K een toverstaf zou liggen waarmee de minister ervoor kon zorgen dat iedereen met een zwakke gezondheid op aanvraag per brief kon stemmen, dan zou ik daar meteen voor tekenen. Maar helaas — ik noemde die fysieke realiteit al — leven we in de echte wereld, waarin een ingewikkelde afweging gemaakt moet worden tussen uitvoerbaarheid, veiligheid, stemgeheim, opkomst en, niet onbelangrijk, het feit dat er een wettelijke grondslag moet zijn voor hoe deze verkiezingen worden georganiseerd. Ik ben er dan van overtuigd dat dit de beste balans is om te zorgen dat die generiek kwetsbare groep van 70-plussers, ook al is — ik zie meneer Van Otterloo daar staan — niet iedereen boven de 70 per se even kwetsbaar … Maar het is toch een objectiveerbare grond en daarmee komt het tegemoet aan de noodzaak om die uitzondering te maken.
Tegelijkertijd zijn er voor dat briefstemmen wel de nodige waarborgen nodig, zoals dat dedicated proces, waar PostNL mee bezig is, en ook de audit die ze laten doen op dat proces, waar volgens mij de heer Öztürk terecht naar verwees. Het zou goed zijn om dat bij de laatste stand van zaken van de minister te krijgen, want er moet vertrouwen zijn in de integriteit van dit proces.
Voorzitter. Ten slotte nog vier heel korte punten. In de wet wordt een bevoegdheid gecreëerd om de telling te schorsen. Gemeenten hebben in het voortraject gevraagd of de stembureaus dan twee uur eerder dicht kunnen. Dat leek mij geen goed idee. Ik ben blij dat de minister daar ook niet voor heeft gekozen. Ik vraag haar te bevestigen dat de stembusgang niet onnodig vroeg wordt afgebroken om die schorsing te voorkomen.
Dan de centrale stemopneming. Dit experiment loopt nog. Mijn vraag aan de minister is wat de precieze status is van dit experiment. Het was al eerder afgesproken en het loopt nu door dit proces heen. Hoeveel gemeenten doen hieraan mee? En ook daarna: wanneer zal dit tot wet worden verheven?
We hebben bij de Amerikaanse verkiezingen gezien dat er ook buitenlandse verkiezingswaarnemers aanwezig waren. Ook uit de gesprekken die ik bij vorige verkiezingen mocht hebben met de OVSE, bleek dat het heel nuttig is dat er met vreemde ogen wordt gekeken naar hoe wij de verkiezingen organiseren. Zo maken wij ons in dat opzicht ook controleerbaar. Dus mijn vraag aan de minister is: hebben zich al buitenlandse verkiezingswaarnemers aangemeld? Zijn die eventueel al uitgenodigd?
Dit is natuurlijk een noodgedwongen experiment, met een aantal nieuwe maatregelen. Mijn vraag aan de minister is: wanneer kunnen wij de evaluatie van deze verkiezingen krijgen? Als er na de verkiezingen van maart in het jaar erop gemeenteraadsverkiezingen zijn, zou het volgens mij goed zijn om de lessen daarbij te betrekken. Dan kunnen we eventueel in iets kalmere contemplatie tot een nieuw wetsvoorstel komen. Dan kunnen we hopelijk ook besluiten om wat meer vroegstemmen mogelijk te maken en wat minder volmachten. Maar laten we daarvoor de evaluatie afwachten.
Verder kijk ik uit naar de operatie "elke stem telt en tel elke stem".
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Sneller. Ik zie daar een jonge gast staan, in de opening. Welkom. Als ik het goed zie, is dat de dochter van de heer Jasper van Dijk. Klopt dat? Welkom, leuk. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Esch namens de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Wat leuk inderdaad, welkom. Het gaat over verkiezingen, en het is altijd leuk als ook kinderen meeluisteren. Uiteraard. De verkiezingen zijn namelijk de kern van onze democratie, zoals anderen ook al aangaven. Tot die kern behoort uiteraard ook de vrije toegang tot de stembus voor alle stemgerechtigden. Voor mijn partij is dat echt een hoog goed. Wij maken ons daar op dit moment toch nog wel een beetje zorgen over. We moeten echt alles op alles zetten om die vrije toegang voor iedereen mogelijk te maken. Het stemrecht geldt niet alleen voor de gezonde stemmer, voor de moedige stemmer of voor de stemmer die maling aan de regels heeft. Het geldt natuurlijk ook voor de kwetsbare stemmer, voor de voorzichtige stemmer en voor de stemmer die uit angst voor het virus al maanden grotendeels thuisblijft. Het stemrecht geldt echt ook voor hen. We moeten niet alleen verkiezingen organiseren voor de massa, voor wie het tot dit moment redelijk goed gaat, maar ook voor die kwetsbaren, voor degenen voor wie het minder vanzelfsprekend is.
Als straks blijkt dat een deel van die kiesgerechtigden vanwege het virus niet is gaan stemmen, heeft dat een weerslag op de waarde van de verkiezingsuitslag. Dan hebben we hen in ieder geval niet voldoende geholpen om hun democratische recht te gebruiken. Als gevolg daarvan hebben we dan de komende vier jaar, wat ons betreft, een niet volledig representatieve democratie. Wij willen dat natuurlijk ten zeerste voorkomen. Ik ben benieuwd hoe de minister dat ziet. Hoe gaan we dat voorkomen, om op die manier de komende vier jaar weer hier een Tweede Kamer te hebben? Daarom vragen we hier nogmaals, net als andere partijen dat zojuist ook al deden, wat er nog meer mogelijk is. Zijn er nog meer opties? Hoe gaan we zorgen dat iedereen die mag stemmen en wil stemmen, dat ook echt kan doen op 17 maart?
Ook wij lezen de zorgen van bijvoorbeeld de VNG over de uitvoerbaarheid als er extra maatregelen komen. Wij snappen die zorgen zeker, maar we snappen ook de zorgen van de mensen die op deze manier niet durven, niet willen of dus niet kunnen stemmen. Dus nogmaals de vraag: zijn echt alle mogelijkheden onderzocht? We lezen bijvoorbeeld dat er wel gekeken wordt naar drive-throughstembureaus. Maar wordt er bijvoorbeeld ook gekeken naar stembureaus die buiten zitting nemen? Is dat eventueel te organiseren? Wat zijn de mogelijkheden daarvoor? We weten dat er wat betreft het virus minder mogelijkheden buiten zijn dan binnen.
In de beantwoording van onze vragen las ik dat het kabinet het briefstemmen voor al die kiezers niet als optie heeft overwogen. Het gaf als reden dat er de weinig tijd voor is — dat snappen we — en ook dat het stemgeheim minder goed te waarborgen zou zijn. Dat laatste snap ik aan de ene kant wel, maar ik ben toch wel benieuwd waar de minister dit precies op baseert. In vergelijking waarmee is dat stemgeheim dan minder gewaarborgd? Bij het reguliere stemmen snap ik dat, maar als je kijkt naar het stemmen bij machtiging en het stemgeheim, dan vind ik daar nog wel iets op af te dingen. Dus ik ben benieuwd naar de reactie van de minister daarop. Stemmen per machtiging of briefstemmen en het stemgeheim daarbij vind ik nog wel iets om verder op in te gaan.
Als tijdsdruk de reden is dat briefstemmen voor iedereen onuitvoerbaar is, dan wil ik toch in ieder geval de vraag aan deze minister hebben gesteld of zij überhaupt heeft overwogen om meer tijd te nemen. Was dat een optie die voorbij is gekomen? Ik ben wel benieuwd naar de achtergrond daarvan.
Tot slot. De minister, haar ambtenaren en gemeenten door het hele land zijn hartstikke hard aan het werk om dit voor elkaar te krijgen. Wij willen hun bij dezen alvast danken. Wij proberen met z'n allen volgens mij die 17de maart tot in ieder geval een goed democratisch proces te leiden. Maar wij blijven nog wel zorgen hebben en de vragen die ik net stelde blijven liggen. Doen we echt alles wat we nu kunnen en is dat genoeg voor die kwetsbare stemmer?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Esch. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Raak namens de SP.
De heer Van Raak (SP):
Dank je wel, voorzitter. Stel, het is 17 maart in de ochtend en ik heb een verkoudheid of andere coronaverschijnselen. Dan kan ik wel naar een teststraat om te laten testen, op de fiets of met de auto, maar kan ik niet naar een stembureau om mijn grondwettelijk recht uit te oefenen en te stemmen. Dat vind ik opmerkelijk. Daar zit volgens mij iets wat nog niet goed is opgelost.
Ik dank de minister wel voor de wet en voor alle maatregelen die zij genomen heeft. Ik noem bijvoorbeeld het briefstemmen. Zoals veel anderen vraag ik mij wel af of dat niet breder kan. Het is nu voor mensen van 70-plus, maar waarom kan dat niet voor alle kwetsbare groepen?
Met dat briefstemmen maak ik mij toch ook wel zorgen over de postbezorging die we zo mooi hebben geliberaliseerd. Want als vrijdag hier een pakketje op de post wordt gedaan, hebben sommigen van mijn collega-Kamerleden dat op zaterdag en moet ik niet zelden wachten tot woensdag. Hoe zit dat eigenlijk? Is dat een Amsterdamse kwestie? Kunnen mensen in Amsterdam dan nog wel briefstemmen? Misschien weet de minister daar wat opheldering over te bieden.
Dan hebben we het vroegstemmen. We kunnen dit jaar niet alleen op de 17de, maar ook op de 15de en de 16de stemmen. Daar zijn ook stembureaus voor ingericht. Ik heb ook mooie tabellen gezien van hoeveel van die vroegstembureaus er moeten zijn per aantal inwoners. Maar het gaat natuurlijk ook om de grootte. Súdwest-Fryslân heeft meer dan 80 kernen. Ja, dan zou het toch logisch zijn dat er in elke kern in ieder geval de mogelijkheid is vroeg te stemmen, terwijl ik mij ernstig afvraag of er überhaupt wel in elke kern een stembureau is. Hoe zit dat? Gaan we zo niet plekken waar een grote bevolkingsdichtheid is, bevoordelen boven landelijke gebieden, waar de bevolkingsdichtheid wat minder groot is?
Nou wil de minister het aantal volmachten verhogen van twee naar drie. Daar hebben wij wel bedenkingen bij. Bij dat briefstemmen is het stemgeheim al heel moeilijk te handhaven, of eigenlijk niet te handhaven. Maar bij die volmachten ligt dat heel ingewikkeld. Wij hebben elke keer bij de verkiezingen waarnemers, onder andere van de Raad van Europa. In die rapporten van de Raad van Europa, van GRECO, wordt eigenlijk elke keer gezegd: dat volmachtstemmen is eigenlijk buitengewoon kwetsbaar. In sommige delen van het land, Saba, Statia, Bonaire, gebeurt het ook niet.
Maar nu zegt de minister: we gaan het uitbreiden. Wij zien daar wel echt een probleem, wel echt een gevaar. Ik vraag de minister, als we dat briefstemmen mogelijk gaan maken en als we dat vroegstemmen mogelijk gaan maken, waarom dan ook nog die volmachten. Mij helpt het niet als ik op 17 maart 's ochtends met coronaverschijnselen wakker word, want ja, dat briefstemmen kan dan niet meer, vroegstemmen is al geweest, en een volmacht is volgens mij dan ook niet meer praktisch uitvoerbaar. Dus wat moet er nou gebeuren op het moment dat ik op 17 maart 's ochtends met verkoudheid wakker word? Hoe kan ik dan gaan stemmen? En nogmaals, waarom kan ik wel naar de teststraat maar niet naar het stembureau?
Een aantal gemeentes heeft gezegd: we gaan daarmee experimenteren en we gaan in de openlucht of drive-through een stemstraat maken, waar je met de auto, of met de fiets in mijn geval, naartoe kan om alsnog te stemmen. Dat is geloof ik in Vught gebeurd bij de herindelingsverkiezingen. Waarom gebeurt dat niet overal? Waarom gaan we dan zeggen: op een paar plekken is het straks wel mogelijk maar op andere niet? Ik wil ook even de minister voorhouden dat ik daar vragen over heb gesteld in de schriftelijke behandeling. Dan stellen veel fracties vragen en zijn er hele lange antwoorden, maar op de vraag die ik heb gesteld, is er ineens een heel kort antwoord. Het lijkt wel of daar een heel groot stuk tekst is weggevallen. Ik vroeg waarom de regering er niet voor kiest om op zijn minst één coronaproof stemlocatie per gemeente in te richten, een stemstraat. Dan is er een heel kort antwoord: het algemene coronabeleid is dat mensen met klachten thuis moeten blijven en niet naar buiten moeten gaan.
Ja, maar het grondrecht om te kunnen stemmen kun je toch niet inperken? Soms gebeurt dat weleens, bijvoorbeeld bij een terrorist die veroordeeld is door de rechter. Die kan als extra straf opgelegd krijgen dat hij niet mag stemmen. Maar je kan toch niet tegen mensen die corona hebben zeggen: jammer dat je corona hebt, maar dan mag je niet stemmen? Ik zou de minister willen vragen: wat moet ik nou doen als ik op 17 maart 's ochtends met een verkoudheid of met coronaverschijnselen wakker word? Hoe kan ik dan gaan stemmen? Kan de minister mij hier geruststellen? Op dit punt, en overigens ook op het punt van de volmachten, overwegen wij een motie.
Een motie hebben we al ingediend over het aantal stembureaus. Ik ben blij dat de minister het uitgezocht heeft. In meer dan 50 gemeenten komen er minder stembureaus in plaats van meer. De argumenten daarachter vind ik slecht. Ik hoor te vaak van gemeentes die zeggen: in bepaalde buurten verwachten we een lage opkomst, dus doen we minder stembureaus. Nee, het omgekeerde zou het geval moeten zijn. Juist in buurten waarvan we verwachten dat mensen minder snel geneigd zijn om te gaan stemmen, zou je het zo makkelijk mogelijk moeten maken. Ook het op grotere locaties concentreren van stembureaus heeft in ieder geval als nadeel dat mensen weer een stuk verder weg moeten. Kan de minister hier toezeggen dat ze daar regie neemt en ervoor zorgt dat er in elke gemeente, zoals deze Kamer heeft uitgesproken, meer stembureaus komen en niet minder?
Ten slotte nog een punt over de exitpolls. We hebben nu niet één maar drie dagen om te stemmen. Normaal gesproken gaat dat zo: dan kunnen er de hele dag exitpolls worden gehouden en nadat de stembureaus gesloten zijn, wordt dat gepubliceerd. Dat is de ongeschreven regel. Dat is nu wel problematischer, of moeilijker, omdat er drie dagen kan worden gestemd. Nu heeft de minister toegezegd dat ze met die peilbureaus gaat praten. Ik ben benieuwd of daar al een uitkomst is. Als dat niet zo is, heb ik een amendement gemaakt om die ongeschreven regel te codificeren en te zeggen: u mag de héle dag exitpolls houden, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, maar zoals gebruikelijk, zoals we ook gewend zijn, mag u dat publiceren als de stembussen zijn gesloten. Graag ook daarover een reactie van de minister.
De heer Martin Bosma (PVV):
Ik heb dat amendement net even snel doorgelezen. In het amendement wordt gesproken over opiniepeilingen, terwijl de heer Van Raak nu spreekt over exitpolls. Dat zijn twee verschillende dingen. Waarom wil hij iets anders aanpakken dan de exitpolls waar hij het over heeft, namelijk opiniepeilingen?
De heer Van Raak (SP):
Die opiniepeilingen zijn in het algemeen de dag voor de verkiezingen. Op de verkiezingsdag zelf heb je exitpolls. Je gaat geen opiniepeiling houden op de dag van de verkiezing zelf, want dat is automatisch een exitpoll. Het probleem is dat we nu niet één dag maar drie dagen hebben. Als de heer Bosma een rondje in de buurt doet of op internet vraagt wat mensen hebben gestemd, of als mensen selfies maken, dan is dat eigenlijk allemaal geen probleem. Het gaat erom dat de officiële peilingbureaus dit keer eigenlijk gaan doen wat ze altijd doen, namelijk het publiceren van een exitpoll nadat de stembussen zijn gesloten om oneigenlijke beïnvloeding van de verkiezingen te voorkomen.
Dank je, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. O, nog niet. De heer Van Gent heeft een vraag. Ik dacht dat u aan de beurt was.
De heer Van Gent (VVD):
Ik heb ook nog een vraag over dat amendement. Ik zag dat gisteravond in mijn mailbox verschijnen. Wij zullen daar dus ook goed naar kijken. Ik lees in ieder geval in de toelichting dat "een vroegtijdige publicatie van verkiezingsuitslagen zou moeten worden voorkomen", maar volgens mij kan dat helemaal niet.
De heer Van Raak (SP):
Nee, dat is precies de reden waarom dat niet moet gebeuren. Zo'n exitpoll heeft de suggestie van een uitslag, terwijl de verkiezingen nog niet klaar zijn.
De heer Van Gent (VVD):
"Het vroegtijdig publiceren van verkiezingsuitslagen moet worden voorkomen". Maar nogmaals, volgens mij zijn er geen vroegtijdige verkiezingsuitslagen. Er zijn mogelijk wel vroegtijdige exitpolls, maar er zijn geen vroegtijdige verkiezingsuitslagen.
De heer Van Raak (SP):
O, op die manier.
De heer Van Gent (VVD):
Misschien moet u daar nog even goed naar kijken.
De heer Van Raak (SP):
Nou, dat wil ik graag aanpassen. Als ik daardoor de steun krijg van de VVD, pas ik dat graag aan. Anders trouwens ook.
De heer Van Gent (VVD):
Ik beloofde al dat we het goed zouden bestuderen en bij dezen ziet u dat we daar al mee bezig zijn.
De heer Van Raak (SP):
Is goed. Het staat genoteerd. Dank voor de tekstsuggestie.
De voorzitter:
Dan is dat ook opgehelderd. Dank u wel, meneer Van Raak. Dan geef ik nu het woord aan de heer Bisschop namens de SGP.
De heer Bisschop (SGP):
Mevrouw de voorzitter, ik dank u zeer. Ik zit even naar de tijdklok te kijken. Heb ik nou twee uur en één minuut beschikbaar?
De voorzitter:
Nou, er wordt hier een beetje ... Het wordt alleen maar meer, zie ik.
De heer Bisschop (SGP):
Ik heb mij eerlijk gezegd niet helemaal op die filippica voorbereid, maar ik wil het wel proberen, hoor.
De voorzitter:
Gaat uw gang. Het komt goed.
De heer Bisschop (SGP):
Mevrouw de voorzitter. Een van de charmes van de Grondwet is zijn eenvoud. Je zet in artikel 4: "Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht om volksvertegenwoordigers te kiezen". Je voegt daar in artikel 53 aan toe: "De verkiezingen worden gehouden bij geheime stemming". Je denkt dan: dat is helder en duidelijk. Maar vervolgens rijst de vraag: hoe werk je dat nou uit in de complexe tijd van een pandemie? Dat is waar wij ons hier over buigen. Hoe wegen wij dan belangrijke voorwaarden, zoals veiligheid, zorgvuldigheid en gelijkheid tegen elkaar af? Dan moeten we eerlijk erkennen dat het in tijden van pandemie duidelijk is dat je niet aan alle voorwaarden volledig kunt voldoen als overheid. De SGP vindt het totaalplaatje dat de regering nu voorlegt in ieder geval zorgvuldig. Ik spreek graag mijn waardering uit voor de inzet van de regering en de gemeenten om de verkiezingen zo goed mogelijk te organiseren.
De SGP neemt daarbij de noodkreet van gemeenten, die zeggen dat ze aan de grens van uitvoerbaarheid zitten, serieus. We hebben niet de luxe om allerlei nieuwe wensen in te dienen. De gemaakte keuzes verdienen wel een duidelijke afweging en toelichting. Ik stel een paar punten aan de orde. Waarom heeft de regering er bijvoorbeeld niet voor gekozen om in plaats van het produceren en verspreiden van 2,4 miljoen stempluspassen voor 70-plussers een aanvraagprocedure via de huisarts te laten verlopen? Er zullen namelijk heel veel 70-plussers zijn, onder wie collega Van Otterloo, voor wie stempluspassen vanwege de vele alternatieven helemaal niet nodig zijn.
De SGP vraagt ook speciale aandacht voor kwetsbare kiezers onder de 70. We horen van mensen die al sinds maart binnen zitten en een beperkt netwerk hebben. Niet voor iedereen is stemmen bij volmacht of een gang naar een briefstembureau een optie. Nu schrijft de regering terecht dat gemeenten niet weten welke burgers kwetsbaar zijn. Op zich is dat maar goed ook, want je moet er niet aan denken dat een overheid dat wel allemaal in de peiling zou hebben. Maar wat te denken van de suggestie om bij een aanvraag een verklaring van de arts te verplichten? Om fraude te voorkomen zou je dan de huisartsen kunnen verplichten of vragen om tot een bepaalde datum de namen door te geven van degenen voor wie een verklaring is afgegeven om per brief te willen stemmen. Met alle alternatieven die er zijn, zal het niet stormlopen om van deze mogelijkheid gebruik te maken, zo verwachten wij. Ik vraag de minister om hier eens concreet op te reflecteren. Is ten minste overwogen om gemeenten die het willen en die er voor 1 februari in slagen om het te organiseren, de mogelijkheid daartoe te bieden en daarmee ervaring op te laten doen? Daarmee is de rechtsgelijkheid inderdaad niet gegarandeerd, maar dat is ook niet het geval met de leeftijdsgrens van 70 jaar. Het is wel winst dat zo veel mogelijk burgers veilig kunnen stemmen.
Voorzitter. Er is een onderzoek gedaan naar de doorlooptijd van procedures om kiezers toe te laten tot de stemming. Het controleren van de stempassen en het register van ongeldige stempassen door twee leden van het stembureau gebeurt na elkaar, maar dat kan ook gelijktijdig gebeuren. Gelijktijdig controleren blijkt tijdwinst op te kunnen leveren. De SGP hoort graag welke keuze hierin gemaakt is. Kan het parallel controleren het risico op drukte vermijden? Weegt dat op tegen eventuele andere risico's? Ik hoor graag de reflectie van de minister. In hoeverre hebben stembureaus de ruimte om zelf te bepalen welk proces in de gegeven omstandigheden het verstandigst is?
Bij een beperkt percentage van de kiezers bleek het nodig om de toegang tot de stemming te weigeren, omdat men niet aan de regels wilde voldoen. Dat zijn vervelende situaties, die zo snel mogelijk opgelost moeten worden. De regering geeft aan dat een stembureau bijvoorbeeld bijstand van boa's kan vragen. Mijn concrete vraag is: zijn er afspraken gemaakt over de tijdige beschikbaarheid van handhavers voor problemen in stemlokalen?
Uit de praktijk blijkt dat de openingstijden van bijzondere stembureaus in zorglocaties niet ruim hoeven te zijn om iedereen te kunnen bedienen. Dat kan de SGP zich goed voorstellen, mits de voorlichting voldoende is. Is sprake van duidelijke afstemming tussen gemeenten en zorglocaties over openstellingen en openingstijden van bijzondere stembureaus, zodat alle bewoners voldoende gelegenheid hebben om te stemmen?
Voorzitter. Ik had nog een vraag over de opiniepeilingen, maar die laat ik liggen, want daar is al per interruptie op gereageerd.
Tot slot wenst de SGP de gemeenten veel succes bij de uitvoering. We hopen dat de positieve ervaringen bij de herindelingsverkiezingen ook na 17 maart te horen zijn.
Dank u zeer.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bisschop. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van der Graaf namens de ChristenUnie. Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Verkiezingen en het kiesrecht, het recht voor Nederlanders om hun volksvertegenwoordiging te kiezen, is een van de belangrijkste fundamenten en grondrechten in onze democratische rechtsstaat. Zoals heel veel in deze tijd en onwerkelijke periode ziet de uitoefening van het kiesrecht er dit jaar anders uit. Om de gezondheid te beschermen is het van belang om waakzaam te zijn, ook in het stemlokaal. Bij de vorige wetsbehandeling hebben we al maatregelen getroffen om in het stemlokaal de afstand van 1,5 meter te kunnen waarborgen en de hygiënemaatregelen te kunnen treffen. De herindelingsverkiezingen en ook de verkiezingen op Sint-Eustatius laten zien dat het kan: op een veilige manier je stem uitbrengen in het stembureau tijdens corona.
Voorzitter. Mijn vraag sluit aan op wat de heer Van Raak zei: wat nou als ik op de dag van de verkiezing toch een verkoudheid heb of andere verschijnselen van corona? Kan de minister uitleggen hoe de verkiezingsdag er op die dag voor mij uit zou zien en op welke manier ik op die dag alsnog mijn stemrecht kan uitoefenen?
Voorzitter. Ik heb ongelofelijk veel waardering, en mijn fractie heeft veel waardering, voor de minister, voor de ambtenaren en voor de gemeenten, die in relatief korte tijd heel zorgvuldig hebben gekeken hoe we de verkiezingen in maart op een goede manier kunnen laten plaatsvinden. Wij willen onze waardering daarvoor uitspreken.
De minister stelt met dit wetsvoorstel een aantal extra maatregelen voor om onze stem uit te kunnen brengen. Zo is voor mensen van 70-plus de mogelijkheid van briefstemmen in het leven geroepen. Ik wil de minister danken voor haar uitgebreide beantwoording van onze vragen in de schriftelijke ronde bij deze wet over hoe dat hele proces eruitziet, hoe minutieus dat is toegelegd. Dat heeft heel veel duidelijkheid bij ons teweeggebracht. Ik zou de minister willen vragen om dit proces ook voor het publiek zo duidelijk mogelijk toegankelijk te maken.
Ik ben ook erg blij met de verduidelijking over mensen van 70-plus die zo'n stempluspas hebben ontvangen en hun briefstem zouden willen uitbrengen, wat iets anders is dan anders. Als zij die briefstem toch bij het stembureau brengen, dan zal die stem in vertrouwde handen terechtkomen en zijn. Daar ben ik erg blij mee. Ik vraag de minister of er een telefonische hulplijn kan komen voor mensen die vragen hebben over wat ze nou precies moeten met die stempluspas. Nogmaals, dit is iets nieuws. Ook voor de mensen van 70-plus — ze kunnen ook op hele hoge leeftijd zijn — is dat een hele verandering vergeleken met wat zij in hun hele leven tot nu toe hebben meegemaakt vanaf hun kiesgerechtigde leeftijd.
Wat de post betreft is het advies van de minister nu om je stem op vrijdag alvast op de bus te doen om er zeker van te zijn dat die op tijd binnenkomt. Wij zouden daar wat extra aandacht voor willen hebben. Kan de minister met de post afspraken maken dat de brievenbus geleegd wordt op alle dagen vanaf de week voor de verkiezingsdag, zodat de brieven ook op het laatste moment nog opgehaald en meegeteld kunnen worden? Dan hoef je de brief niet per se op vrijdag op de bus te doen, maar kan dat ook op maandag, en eventueel kan de bus zelfs in het weekend geleegd worden. Graag een reactie welke mogelijkheden we hebben om de ophaaltijden van de post uit te kunnen breiden op alle plekken in het land, niet alleen in de steden maar ook in de dorpen.
Voorzitter. Dan het vervroegd stemmen. De ChristenUnie vraagt zich af voor wie dat het meest bedoeld is. De Kiesraad heeft gezegd dat we er rekening mee moeten houden dat het op die dagen, maandag en dinsdag, extra druk kan worden bij de stembureaus. Ik heb de minister deze week in een talkshow horen zeggen dat het voornamelijk bedoeld is voor mensen met een kwetsbare gezondheid. Kan de minister daarover vandaag duidelijkheid geven?
Dat brengt mij op de mogelijkheid voor mensen met een kwetsbare gezondheid om hun stem uit te brengen. De ChristenUnie vond het een aantrekkelijk voorstel van de Kiesraad om het briefstemmen niet alleen mogelijk te maken voor mensen van 70-plus maar, op aanvraag, ook voor degene die het zou willen en voor wie dat een uitkomst zou zijn. Maar we zien, en zijn ook overtuigd geraakt door de uitleg van de minister en de reacties van de gemeenten, dat dat op deze termijn niet meer haalbaar is. Is onze veronderstelling juist dat dit, als we eerder waren begonnen met de voorbereidingen van deze verkiezingen, wel mogelijk zou zijn geweest? Kan de minister daar nog op ingaan?
Voorzitter. Dan is de ChristenUnie er voorstander van om de mogelijkheden van een bijzonder stembureau of een bijzondere locatie volledig te benutten en uit te breiden. De drive-throughstembureaus kwamen al langs, maar ook de openluchtstembureaus. Wij willen heel graag dat de minister daar volop de ruimte voor gaat bieden, ook om mensen met een kwetsbare gezondheid of mensen die op de ochtend van de verkiezingsdag met een verkoudheid worden geconfronteerd, toch in de gelegenheid te stellen om hun stem uit te brengen. Kan de minister daarop reageren?
Voorzitter. Bij de vorige wetsbehandeling is al de mogelijkheid voor een derde volmachtstem in het leven geroepen. De ChristenUnie is altijd kritisch geweest op die volmachtstem. Niet alleen is de volmachtstem niet altijd een volwaardig alternatief voor mensen omdat je je stemgeheim moet prijsgeven, maar het is ook kwetsbaar. De Kiesraad en ook de OVSE wijzen daar al jaren op. Mijn fractie vindt de keuze om het aantal volmachtstemmen uit te breiden naar drie dan ook zeker geen vanzelfsprekende. We hebben nog de aangehouden motie-Bruins/Van der Graaf liggen, waarin wordt verzocht om na de herindelingsverkiezingen een heroverweging te doen op dit punt. De reactie van de minister daarop was dat de volmachtstem bij de herindelingsverkiezingen nog niet van toepassing was. We hebben de motie om die reden aangehouden. Maar de vraag doemt wel op of het, met alle extra mogelijkheden die we nu in het leven roepen, nog wel nodig om die extra volmachtstem in stand te houden. Want we kennen de kwetsbaarheden daarvan. Graag een reactie daarop van de minister.
Voorzitter. In relatie tot het vervroegd stemmen vraag ik, net als collega's, hoe we de risico's van het beïnvloeden van de stembusgang kunnen beperken. Hoe wil de minister omgaan met eventuele exitpolls? Ik stel de vraag maar even zo. Collega's hebben de vraag anders gesteld en gevraagd naar een nadere invulling, maar ik wil daar graag een toelichting op van de minister.
Voorzitter. De evaluatie van de herindelingsverkiezingen laat zien dat het in de praktijk lastig is om in het stembureau afstand te houden van mensen die bijstand nodig hebben bij het uitbrengen van hun stem. Niet altijd werden het mondneusmasker en de handschoenen gedragen. Ik steun de minister op het moment dat zij de gemeenten erop wil wijzen om dit als extra instructie mee te geven richting de stembureauleden, ter bescherming van de leden van het stembureau en ter bescherming van de kwetsbare kiezer die bijstand nodig heeft, maar vooral ook om de kwetsbare kiezer die bijstand nodig heeft toch in de gelegenheid te stellen om zijn of haar stem uit te brengen.
De evaluatie laat ook zien dat vooral de afstand bij het tellen van de stemmen moeilijk is. Daarom is de mogelijkheid in het leven geroepen om de stemmen te tellen op een andere locatie. Ik vraag de minister om dit nog wat nader te duiden. Hoe ver zou die locatie van het stembureau af mogen zijn? Hoe moeten we dat zien? We moeten toch voorkomen dat we met al die mensen en al die stemmen door de stad of door de wijk moeten lopen? Hoe ziet de minister dit precies voor zich?
Ik sluit me aan bij collega's die aangeven dat scholen misschien een interessante optie zijn. Ik weet dat al veel scholen als stembureaulocatie fungeren. In deze tijd zijn verzorgingshuizen en verpleeghuizen misschien moeilijker om als locatie te hanteren. Een school zou misschien een interessante optie kunnen zijn, waarbij je ook de ingang en uitgang nog zou kunnen spreiden.
Deze vragen zou ik graag in de eerste termijn willen stellen aan de minister. Ik ben erg benieuwd naar haar reactie erop.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Graaf. Dan geef ik nu het woord aan de heer Martin Bosma namens de PVV.
De heer Martin Bosma (PVV):
Voorzitter. De Amsterdamse cultuurfilosoof Johan Cruijff zei: elk nadeel heb se voordeel. Het voordeel van het feit dat deze week zo'n beetje alle plenaire debatten zijn geschrapt, is dat dit debat wél plenair behandeld kan worden. Dat is een goeie zaak, denk ik, want het gaat over iets zeer principieels in onze Nederlandse democratie. Fijn dus dat we op deze plaats mogen staan.
Om maar met de deur in huis te vallen: het allerbelangrijkste is dat er veel stembureaus zijn. Mensen moeten kunnen stemmen. Er moeten genoeg mensen zijn om die stembureaus allemaal te bemannen. Er moeten genoeg voorzieningen zijn, zodat elke stem telt. Het is toch wat dat de minister zegt dat er in 50 gemeenten minder stembureaus zullen zijn. Dat kan niet. Zeker in landelijke gebieden is dat niet te verteren.
Schokkend is dat in dit debat collega's met totalitaire fantasieën op de proppen komen. Ik schrik van GroenLinks, dat stelt dat er door deze minister "niet-vrijblijvend" gesproken moet worden met opiniepeilers. Ik citeer ook het woord "afspraken" en de woorden "stukje commitment". Dit moeten we toch gewoon allemaal niet doen? We moeten dit gladde pad toch niet opgaan?
Het is recht op informatie om opiniepeilingen tot je te nemen. Er bestaat in de politicologie overigens geen enkel bewijs voor een soort bandwagoneffect. Er bestaat wel zoiets als het recht op informatie. Ik wijs even op de Grondwet. Niemand heeft vooraf toestemming nodig. Ik wijs ook even op artikel 10 van het EVRM, dat gaat over vrijheid van informatie. Die gesprekken moeten niet plaatsvinden, al was het alleen maar omdat de minister een vertegenwoordiger is van de overheid, die met grote budgetten wellicht ook zakendoet met dit soort bureaus. Hoor ik van de minister dat we deze enge kant niet opgaan?
Voorzitter. Dan briefstemmen. Ik ben er in principe een voorstander van. Ik ben aan alle kanten huiverig, maar gezien de omstandigheden zeg ik: laten we het doen. De heer Öztürk zei bij de technische briefing iets slims; daarom heb ik het onthouden. Hij zei: hoe je het ook wendt of keert, je stemt vanaf huis, en dan is die stem uit je handen en je weet niet wat ermee gebeurt. Je bent overgeleverd aan de grillen van de postbode en van de verwerking door Tante Pos. Je weet verder niet wat ermee gebeurt. Elk pakketje waarin je nieuwe usb-drive of je nieuwe Zalandoschoenen zitten die je hebt besteld, kun je inderdaad via track and trace volgen, en dan weet je dat je bij de buren moet zijn om het op te halen. Maar hier is daar in de verste verte geen sprake van. Dit is dus een hele rare en eigenlijk ook verontrustende zaak. Je moet er niet aan denken dat er in de maanden na de verkiezingen ineens nog allemaal stemmen tevoorschijn komen.
Voorzitter. Een principiëlere vraag aan de minister is deze: kan het briefstemmen de uitslag van de verkiezingen beïnvloeden? Wij politici denken allemaal dat heel Nederland vier jaar lang aan onze lippen gekluisterd zit en dat iedereen een mooie beslissing neemt, maar in de praktijk blijkt dat de beslissing wat iemand gaat stemmen vaak in de laatste 24 uur voor de verkiezingen wordt genomen. Dat blijkt ook uit het verkiezingsverloop de afgelopen jaren. Denk aan de komeetachtige opkomst van Diederik Samsom twee verkiezingen geleden, die werkelijk waar in de laatste dagen voor de verkiezingen ineens op 38 zetels terechtkwam. Daar heeft ook de heer Öztürk zijn carrière aan te danken. Ik zeg dit in alle neutraliteit. Denk ook aan de Turkse minister die bij de verkiezingen in Rotterdam aanwezig was. Ook dat had invloed op de verkiezingen. Dat speelde zich allemaal af op, ik dacht, de zondag voor de verkiezingen. Denk ook aan de commotie die de heer Timmermans destijds maakte rondom de sticker van mijn fractieleider, inzake de Koran en de islam. Er zouden grote problemen ontstaan met Saudi-Arabië. Dat speelde zich ook af in de laatste dagen voor de verkiezingen. Kortom, de laatste dagen voor de verkiezingen zijn cruciaal. Die bepalen de verkiezingsuitslagen.
Bij briefstemmen moet je stem op woensdag binnen zijn. Als 2,4 miljoen mensen daar in principe gebruik van kunnen maken, dan kan het over enorme aantallen gaan. Ouderen zijn vaak plichtsbewust, dus zij laten het niet op de dinsdagavond aankomen. Zij nemen het zekere voor het onzekere en doen in het weekend, of misschien nog wel eerder, hun stem op de bus. Al die dingen, zoals Diederik Samsom, de Turkse ambassadeur en het stickertje, missen ze dan. Ik denk dat je dan wellicht een andere verkiezingsuitslag krijgt. Ik hoor graag van de minister of zij dat met mij eens is.
Veel van deze ouderen zouden kunnen denken: woensdag zijn de verkiezingen, dus dan ga ik woensdag gewoon naar de postbus om mijn stem weg te brengen. Die stem arriveert dan vrijdag. Telt die stem dan als niet-uitgebracht? Als ik de stukken lees, is dit het geval. Dit zou best om heel veel mensen kunnen gaan.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, geef ik het woord aan de heer Öztürk.
De heer Öztürk (DENK):
Ik dank de PVV voor haar steun aan onze vraag om track and trace toch voor de verkiezingen te regelen. Het klopt dat de laatste dagen belangrijk zijn. Daarom hebben wij het volgende gezegd. Het kan zijn dat uit een eventuele exitpoll op maandag komt dat de VVD en de PVV gaan racen. De media houdt wel een beetje van een verkiezingsrace in de laatste paar dagen. Dit kan in het voordeel zijn van de PVV of van de VVD. Juist daarom hebben wij gezegd dat er wel exitpolls moeten komen, maar dat deze pas op woensdagavond om 20.00 uur of 21.00 uur mogen worden gepubliceerd. Daar kunt u toch niet tegen zijn?
De heer Martin Bosma (PVV):
Nou, ik ben daar wel tegen. Ik wil het ook wel toelichten hoor.
De heer Öztürk (DENK):
Hier komt het hypocriete van de heer Bosma naar voren, want het komt hem nu goed uit. Net maakte hij allerlei opmerkingen over de laatste dagen, bijvoorbeeld over Samsom, maar nu komt het hem goed uit. Als het gaat om een race tussen de VVD en de PVV, waarbij hij door de exitpolls een aantal extra zeteltjes kan binnenhalen en de PVV eindelijk eens een keer Rutte kan inhalen, dan zegt hij: het komt mij wel goed uit. Ik denk dat het goed is als de heer Bosma met argumenten komt. Waarom houdt hij net een heel verhaal dat best redelijk te volgen was, maar geeft hij nu een hypocriet antwoord?
De heer Martin Bosma (PVV):
Ho ho ho. Het is de laatste dag van het jaar. Laten we proberen om een beetje in de kerstsfeer te komen.
De voorzitter:
Ja, een beetje aardig zijn.
De heer Martin Bosma (PVV):
Ja, kom op zeg!
De voorzitter:
Maar dat geldt ook voor u.
De heer Martin Bosma (PVV):
Ja, voor mij geldt dat altijd. De heer Öztürk stelt nu dat de komende Kamerverkiezingen een tweestrijd worden tussen de Partij voor de Vrijheid, mijn partij, en de VVD. Dat laat ik voor zijn rekening. Maar als hij dat zo ziet opdoemen, wie ben ik dan om hem tegen te spreken? Ik heb net al aangegeven waarom ik tegen een verbod op het publiceren van exitpolls c.q. opiniepeilingen ben en zelfs tegen het beïnvloeden van publicatie ben. Eén. Er is überhaupt geen politiek en logisch bewijs dat een bandwagoneffect verkiezingen beïnvloedt. Dus welk probleem ga je dan oplossen? En principieel gezien — dan kijk ik ook even naar deze minister van liberale huize — betreft het gewoon het recht op informatie. Mensen moeten dit weten. Als de ene partij het goed doet, dan kun je zeggen: "Oké, die partij doet het goed. Weet je wat? Ik hoef er dan niet meer op te stemmen". Of vice versa. Het hoort gewoon bij het hele palet op grond waarvan mensen hun stem bepalen. Ik geloof in de volwassenheid van kiezers en burgers. Ik geloof dat mensen volwassen zijn, maar u gelooft dat jammer genoeg niet.
De heer Öztürk (DENK):
Met andere woorden, de heer Bosma vindt het dus goed als de media op maandagavond zeggen: "Mensen stemmen massaal op de PVV. Stem dus op de VVD, als u geen PVV wilt"? U vindt het dus goed als de media, opiniemakers of exitpolls invloed hebben, waardoor mensen op een andere partij gaan stemmen? In principe zegt u dus dat strategisch stemmen u op dit moment goed uitkomt: laat maar gaan.
De heer Martin Bosma (PVV):
Dat heet gewoon persvrijheid en u heeft nog steeds moeite om daaraan te wennen. Het zou een stukje integratie kunnen zijn als u dat gewoon accepteert. We hebben media en die publiceren zaken. Soms staan er leuke dingen in en soms staan er geen leuke dingen in. In de Grondwet staat gewoon dat niemand vooraf toestemming nodig heeft. We hebben ook nog artikel 10 van het EVRM. Zo simpel is het. Ik vind dat burgers recht hebben op informatie. Al die informatie telt mee in een zeer volwassen beslissing om ergens wel of niet op te stemmen.
De voorzitter:
Is dat een persoonlijk feit?
De heer Öztürk (DENK):
U heeft gevraagd om aardig te blijven. Ik heb me ingehouden en dan komt Bosma met dit soort verhalen. Ik denk dat het goed is als hij dat aan het einde van het jaar op een goede manier rechtzet. Dan is de discussie afgelopen.
De heer Martin Bosma (PVV):
Ik heb het niet verstaan, voorzitter, maar ik ben het niet met hem eens.
Voorzitter. Een ander punt is dat het toch ingewikkeld is dat ...
De voorzitter:
Ik heb de neiging om jullie alsmaar de ruimte te geven, want misschien is dit het laatste debat. Dat is dan wel weer zo.
De heer Martin Bosma (PVV):
Briefstemmen kan door een hoop mensen — het gaat om ouderen — gepercipieerd worden als ingewikkeld. Je krijgt namelijk twee keer post, zo'n pas et cetera. Dat kan toch heel vervelend uitpakken voor heel veel mensen. Wat nou als mensen met zo'n briefstemformulier naar het stembureau gaan, omdat ze denken dat dat is wat ze moeten doen? Telt dat dan ook gewoon netjes mee? We lezen dat dit in een ministeriële regeling terechtkomt. Ik ben daar erg benieuwd naar.
Voorzitter. Principieel gezien is mijn fractie altijd bijzonder huiverig geweest wat betreft dit soort onderwerpen. Het zet namelijk de deuren open voor allerlei onoverzichtelijke zaken die haaks staan op het principe van het stemgeheim. De afgelopen keren meldden hele families zich bij stembureaus. Zeer terecht is daarop door onder anderen meneer Aboutaleb ingegrepen. Er hangen tegenwoordig ook allemaal bordjes in de stembureaus, want we willen geen clubjes. Nu kun je krijgen dat er in familieverband, of in koffiehuis- of moskeeverband, dit soort zaken worden uitgewisseld. Dat is toch heel gevaarlijk? Dat is een absoluut nadeel van deze zaak.
Stel dat je weigert om een mondkapje te gebruiken en je toch meldt bij een stembureau. Word je dan geweigerd? Het is toch een grondwettelijk recht om te stemmen. Stel dat je je ziek voelt en denkt: ik heb vanochtend mijn ontbijt niet geproefd, maar het is toch woensdag 17 maart. Je gaat naar het stembureau en meldt dit bij de baas van het stembureau. Kan er dan gezegd worden dat je niet mag stemmen? Nogmaals, het gaat om een grondwettelijk recht.
Er is iets heel raars aan de hand. Voorzitter, ik kijk met een schuin oog naar u. Het is niet dat ik u wil betrekken in het debat, want dat hoort niet. Maar de minister stelt voor — zo staat dat er letterlijk — dat de Tweede Kamer vijf dagen later wordt beëdigd dan normaal het geval is. Normaal wordt de nieuwe Kamer acht dagen na de verkiezingen beëdigd. De minister stelt nu dertien dagen voor. Wellicht is dat om de tijd te kunnen nemen. Ik vind dat raar. Misschien zit ik iets te lang in het Presidium en ben ik er wat gevoelig voor geworden, maar het is toch raar dat een minister van Binnenlandse Zaken iets dergelijks vraagt aan de Tweede Kamer? Misschien zijn er praktische redenen voor, maar een minister gaat daar niet over. Wij gaan daarover. Het is een verzoek. Ik weet niet wat ik ervan moet vinden, maar ik vind het op z'n minst op het randje.
De voorzitter:
Op het randje klinkt heel dramatisch maar wat u aansnijdt, is inderdaad wel een punt. Ik wist trouwens niet dat u dit ging inbrengen, maar het is wel alert dat u dit aan de orde stelt. Dit heeft inderdaad gevolgen voor de Kamer. Aan het eind, als iedereen is geweest, ga ik daar iets op zeggen. Ik wil ook namens jullie een vraag aan de minister stellen. Dat is een beetje ongebruikelijk, maar dit is wel belangrijk voor de Kamer als geheel.
De heer Martin Bosma (PVV):
Dat is niet "een beetje" ongebruikelijk.
De voorzitter:
Dat is helemaal ongebruikelijk.
De heer Martin Bosma (PVV):
Dat is nog een cliffhanger. Het wordt interessant, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Sneller denkt: nu is het mijn kans om iets te zeggen. Meneer Sneller, wilt u dat weten?
De heer Sneller (D66):
Ik houd wel van een cliffhanger, dus ik wacht even tot het einde van het debat. Ik ben zelf in het verleden inderdaad bezig geweest om te kijken of we die vijf dagen juist konden verkorten. Het is namelijk voor de kiezer die heeft gestemd ook fijn om zo snel mogelijk het resultaat daarvan te zien. De formatie kan dan ook afgezegend beginnen. Richting de heer Bosma wil ik het volgende zeggen. Dit is toch gewoon een hele normale procedure? Het staat ook al in een ander wetsvoorstel en nu wordt het tijdelijk geregeld. Het wordt beargumenteerd. Wij zijn medewetgever en het kabinet komt met een voorstel. Daar is verder toch niks geks aan?
De heer Martin Bosma (PVV):
Ja, er is wel iets geks aan. Het schuurt op z'n minst. Wij als Tweede Kamer zijn gewoon het hoogste lichaam in Zijner Majesteits democratie. Wij controleren de regering, en nu zegt de regering iets over ons. Dat is niet zoals het moet zijn in principe. Dat is gewoon het staatsrechtelijk uitgangspunt. Ik vind het op z'n minst raar. Ik vind het wel begrijpelijk, maar het staat haaks op de staatsrechtelijke verhoudingen.
De heer Sneller (D66):
Volgens mij komen er wel meer wetsvoorstellen van het kabinet. Vervolgens bespreken wij die hier. In dat opzicht is het helemaal in lijn met de staatsrechtelijke verhoudingen en hebben wij inderdaad vooralsnog het laatste woord, dus laten we dat gebruiken. Maar ik ben blij dat de heer Bosma ook zegt dat hij het begrijpelijk vindt.
De heer Van Raak (SP):
Ik wil de heer Bosma en de voorzitter wel even bijvallen. Inhoudelijk snap ik de overwegingen van de minister heel goed, maar de parlementaire weg was geweest dat er een verzoek komt vanuit het kabinet aan de Kamer en dat de Kamer besluit om dat wel of niet te doen. Ik ben het helemaal met de heer Bosma eens dat dat niet hoort via de achterdeur van een wet.
De heer Martin Bosma (PVV):
Nee, want het staat ook in, uit mijn hoofd, artikel 5.6 van de memorie van toelichting en ik vind het nogal een principieel ding. Nogmaals, qua omstandigheden is het misschien wel te begrijpen, maar nu komt de regering met iets inzake de Tweede Kamer. Alles leuk en aardig, maar de regering gaat niet over ons. Wij staan mijlenver boven het kabinet. Niet waar, meneer Van Otterloo?
De heer Van Otterloo (50PLUS):
Ik wou de heer Bosma op dit punt bijvallen in die zin dat wij hier de wetgever zijn. Maar ik wil ook even in herinnering brengen dat, toen ik in '94 de Kamer uitging, het ook twaalf dagen later was. Het is dus geen wet van Meden en Perzen dat het acht dagen is. Het is ook een hele tijd twaalf dagen geweest na de verkiezingen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Otterloo. Ik stel voor dat u verdergaat.
De heer Martin Bosma (PVV):
Nou, goed dat we in de Kamer iemand hebben met een geheugen dat zo lang teruggaat.
Voorzitter. Een ander punt is de verkiezingssoftware. Waarom wordt het softwarepakket OSV2020 gebruikt in dit stemproces? Waarom worden totalen niet met de hand of met een rekenmachine opgeteld? Als er meer gebeurt met OSV2020 dan alleen optellen, wat natuurlijk ook gewoon met een rekenmachine kan, zoals verzenden van gegevens, dan kan het toch niet anders dan dat de computer waarop OSV2020 draait, met het internet is verbonden? Dat maakt de zaak op z'n minst gevoelig voor inbraken et cetera. We zien hoe dat in Amerika gaat. Dat is op z'n minst omstreden; laat ik het heel neutraal formuleren. De VVD heeft hier ooit voorgesteld om de verkiezingssoftware te gebruiken van hetzelfde bedrijf dat nu in Amerika zo onder vuur ligt: Dominion. Dus er is aan alle kanten reden om voorzichtig te zijn.
De volmachten worden vaker gebruikt. Hoe gaat de minister verder misbruik voorkomen als er straks steeds meer volmachten gebruikt worden? Hoe wordt misbruik bij het elektronisch verschaffen van volmachten voorkomen? In de memorie van toelichting worden wat maatregelen besproken waarmee vervalsing van uitgeprinte exemplaren een beetje moeilijker wordt gemaakt. Maar hoe wordt het ronselen van stemmen voorkomen? Is de minister het verder eens met mijn standpunt dat het ronselen van stemmen nu eenvoudiger gemaakt is? Dat moeten we met z'n allen niet willen.
Voorzitter. Ten slotte over grondrechten. Klopt het dat de minister carte blanche krijgt om de dag voor de verkiezingen te bepalen wat voor maatregelen er worden getroffen? Waarom is dit? Had dat niet gewoon in het wetsvoorstel geregeld moeten worden? Vindt de minister dit na nadere bestudering ook geen kwalijke zaak? In antwoord op de vraag van GroenLinks geeft de minister aan tot twee dagen voor de verkiezingen nog per ministeriële regeling aanvullende regels te kunnen maken. Dat kan de minister toch niet menen? Wat doen wij hier vandaag als de minister zichzelf eigenlijk carte blanche geeft om, als wij deze wet hebben aangenomen, vlak voor de verkiezingen met allerlei andere maatregelen te komen? Kan de minister de verkiezingen ook nog even afgelasten op de laatste dag? Wij hebben van het weekend gezien hoe corona nog eens even door het dak gaat. Stel — stel, stel, stel, hè — dat het nog erger wordt met corona, kan de minister dan gewoon op dinsdag zeggen: jongens, het gaat allemaal niet door; we hebben geen verkiezingen?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bosma. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Gent namens de VVD.
De heer Van Gent (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag over precies drie maanden hebben we weer het feest van de democratie. Voor al dit soort heuglijke momenten geldt: hoe meer feestgangers, hoe beter. En voor verkiezingen geldt: hoe meer stemmers, hoe meer vreugd. Het is belangrijk dat er zelfs in deze zware coronatijd wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke opkomst. Gelukkig zijn de ervaringen die uit de evaluatie van de herindelingsverkiezingen bleken, bemoedigend. Het leidde in ieder geval niet tot een lagere opkomst dan bij andere herindelingsverkiezingen. Maar voor de verkiezingen in maart worden enkele bijzondere maatregelen voorgesteld. Ze zijn al genoemd: meer volmachten, briefstemmen en het langer openhouden van stemlokalen. De VVD is doorgaans nogal terughoudend en voorzichtig met dergelijke vergaande stappen, maar in dit geval kan ik eindelijk een keer Machiavelli citeren in de Kamer: het doel heiligt de middelen. Wij kunnen dus instemmen met het voorstel, maar wij hebben wel enkele vragen en opmerkingen over de randvoorwaarden die worden gesteld.
Ik noem het twee dagen langer openhouden van een klein aantal stemlokalen. Wat de VVD betreft zijn die toch vooral bestemd voor de kwetsbare groepen, die ertegen opzien om op een drukke woensdag naar een vol stemlokaal te gaan. Ik begrijp dat de minister nog een uitvoerig communicatietraject gaat inzetten. Ze heeft zelfs gemeld dat het steviger wordt dan normaal. Wij willen dan ook vragen of zij gaat communiceren dat die twee dagen toch echt bestemd zijn voor de kwetsbare groepen, die zo letterlijk en figuurlijk de ruimte krijgen om rustig te gaan stemmen.
Als ik het dan toch over kwetsbare groepen heb: ik heb in het verleden al eens aandacht gevraagd voor de blinden en slechtzienden. Dat wil ik nu ook weer doen. Je praat dan over 350.000 Nederlanders. Maar ik wil het ook hebben over de 1,5 miljoen laaggeletterden. In het verleden hebben we weleens geëxperimenteerd met hulpmiddelen, zoals een mal of een koptelefoon. Hoewel dat natuurlijk niet specifiek coronagerelateerd is, wil ik de minister vragen om hierop te reageren. Wat gaan we ondernemen zodat deze groep ook aan het feest van de democratie kan deelnemen?
Een punt van zorg in onze fractie zijn de mogelijke exitpolls. Dat is ook door een aantal anderen naar voren gebracht. De zorg van de VVD is niet zozeer wat de uitslag van deze exitpolls zou kunnen zijn, maar wel dat de kiezers daardoor misschien beïnvloed worden. We willen dan ook graag van de minister weten hoe onze zorg weggenomen zou kunnen worden. Die vraag is ook door andere partijen gesteld.
De VVD vindt het ook heel bemoedigend dat er aan alle kanten hulp wordt aangeboden. We hebben vandaag kunnen lezen over mbo-studenten. Daar hebben collega Smals en ik in het verleden overigens ook vragen over gesteld. Maar wij worden ook heel veel benaderd door verenigingen en evenementenorganisaties die ruimte en mensen beschikbaar hebben of beschikbaar zouden willen stellen. De vraag aan de minister is dan ook: waar kunnen deze mensen terecht? En hoe wordt dit volledige hulpaanbod gecoördineerd? Want nogmaals, ook gemeentes kampen natuurlijk met een gebrek aan menskracht en ruimte.
Wat voor ons ook nog een punt van aandacht is, is het volgende. We zijn in de Haagse politiek heel goed in het bedenken van regels en wetten, maar we vergeten weleens te luisteren naar degenen die het vervolgens in de praktijk moeten brengen. In het verkiezingsproces zijn het de gemeenten die de stemlokalen moeten organiseren en die deze moeten bemensen. Wat dat betreft hecht de VVD heel veel waarde aan het oordeel van de VNG, die een heel duidelijk signaal heeft afgegeven. Ze kan instemmen met het voorliggende voorstel, maar ze roept tegelijkertijd op om niet met verdergaande maatregelen te komen om de druk niet verder op te voeren en om niet het onmogelijke te vragen van gemeenten. Ik vond het jammer dat er prompt een brief uit Amsterdam verscheen waarin juist wel werd bepleit om het briefstemmen te verruimen. Het zou fijn zijn als de gemeenten in dezen met één stem spreken.
Rest mij om de minister en de gemeentes veel succes te wensen met het organiseren van de komende verkiezingen in maart. Ik hoop dat corona dan verder is weggeëbd. Ik blijf optimisme uitstralen, maar het is ongelofelijk belangrijk dat er veilig en ook laagdrempelig gestemd kan worden.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Gent. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Kooten-Arissen.
Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):
Voorzitter, dank u wel. Vandaag behandelen we het aanvullende spoedwetsvoorstel Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Eerder heb ik samen met een bijna voltallige Kamer ingestemd met de tijdelijke wet verkiezingen. Deze spoedaanvulling is mijns inziens nodig. Ik zal die dus eveneens ondersteunen. Maar zowel op het moment van de indiening van het oorspronkelijke tijdelijke wetsvoorstel als op het moment van de indiening van deze voorliggende aanvulling, leefden we toch in een andere coronawerkelijkheid dan die waarin wij sinds afgelopen maandagavond leven. We leven namelijk in een harde lockdown, omdat het aantal besmettingen gevaarlijk snel oploopt en de zorg de toestroom van nog meer COVID-19-patiënten moeilijk aankan.
De minister liet bij de indiening van deze aanvullende spoedwet weten dat wij leven in bijzondere tijden en wij te maken krijgen met bijzondere verkiezingen, en dat het van groot belang is dat de verkiezingen door kunnen gaan en kiezers straks hun stem kunnen uitbrengen. Ik ondersteun dat van harte. Dit virus mag niet de kans krijgen om onze democratie te ondermijnen, en het grondwettelijk recht om te kunnen stemmen.
Het is echter erg jammer dat de minister enkel kiezers van 70 jaar en ouder de mogelijkheid biedt om per brief hun stem uit te brengen bij de Tweede Kamerverkiezingen, en niet alleen omdat de mensen uit de risicogroepen zich in alle leeftijdscategorieën bevinden. Naarmate we meer te weten komen over het coronavirus wordt ook steeds duidelijker dat het virus ook heel gevaarlijk kan zijn voor jonge mensen, en dat de ic's niet bepaald alleen vol liggen met 70-plussers. Want iedereen kent inmiddels wel voorbeelden van leeftijdgenoten, in mijn geval van eind 30, begin 40, die ernstig ziek worden, al dan niet met longschade, en maanden later nog steeds de hele dag doodmoe zijn. Daarom vind ik het onverstandig en in strijd met het gelijkheidsbeginsel om alleen 70-plussers de mogelijkheid te bieden om per post hun stem uit te brengen. Mensen die het risico niet willen lopen om besmet te raken door fysiek bij het stemlokaal te gaan stemmen, zijn aangewezen op anderen die voor hen bij volmacht willen stemmen. Over het democratisch recht om te stemmen kan en mag niet lichtvaardig gedacht worden. Je stem bij volmacht toevertrouwen aan een ander kan voor mensen een reële en zeer begrijpelijk drempel zijn.
De aanvullende mogelijkheid voor 70-plussers om per brief te stemmen zou uitvoering geven aan de motie-Terpstra van het CDA, die de regering verzocht om in aanvulling op de maatregelen die al zijn voorzien in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 de mogelijkheid te scheppen dat met name kwetsbare kiezers per post hun stem kunnen uitbrengen. De keuze van de minister om zich voor de aanvullende regeling te beperken tot briefstemmen voor 70-plussers vind ik gezien het dictum van de voornoemde motie niet goed te volgen. Het is zeker een gemiste kans in deze tijd van de harde lockdown, waarin niemand weet hoelang de strenge coronamaatregelen zullen voortduren. Niemand heeft immers een glazen bol, en ook tijdens het laatste coronadebat werd nog duidelijk dat we niet alleen nog steeds varen op zicht, maar ook nog eens in de dichte mist. Ik sluit me aan bij de vragen die de voorgaande sprekers over deze maatregel hebben gesteld.
Voorzitter. Het aanvullende voorstel om in iedere gemeente de mogelijkheid te bieden om de twee dagen voorafgaand aan 17 maart te stemmen in een of meer stemlokalen, afhankelijk van de grootte van de gemeente, lijkt mij prima. Daar heb ik geen op- of aanmerkingen op.
Ik sluit me wel aan bij de door de voorgaande sprekers geuite zorgen over genoeg mogelijkheden, met name buiten de Randstad, om vroeg te stemmen. Zijn er wel genoeg stembureaus?
Ik sluit me aan bij de vragen van de heer Van Raak van de SP, die zich zeer terecht en zeker niet als enige zorgen maakt over de mensen die rondom 17 maart wakker worden met verkoudheidsverschijnselen of zelfs bewezen corona hebben. Een zogenaamde coronastemstraat voor mensen met klachten, volledig coronaproof, is eigenlijk wel een prachtig idee van de heer Van Raak. Ik ben heel erg benieuwd naar de beantwoording van de minister daarover.
Voorzitter. We bevinden ons inmiddels in de zogenaamde harde lockdown ... Volgens mij sla ik een stuk over. Excuses.
Voorzitter. Dan het volgende probleem: het verzamelen van voldoende ondersteuningsverklaringen voor nieuwe politieke partijen. Even voor de kijkers thuis: een ondersteuningsverklaring is een schriftelijke verklaring van een kiesgerechtigde die deelname van een partij aan de verkiezingen ondersteunt. De termijn voor het verzamelen van ondersteuningsverklaringen is in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 al verruimd van twee naar vier weken voorafgaand aan de datum van kandidaatstelling. Dat is de datum voor het inleveren van de kandidatenlijsten, namelijk 1 februari 2021. Dat leek mij in eerste instantie een prima verruiming, die recht deed aan de coronasituatie waarin wij ons op dat moment bevonden. De ondersteuningsverklaringen die worden ingevuld, 30 per kiesdistrict voor in totaal 19 kiesdistricten, dus 570 exemplaren door heel Nederland en nog 10 op Bonaire, dienen door de ondersteuners fysiek op het gemeentehuis van hun gemeente ingevuld en ondertekend te worden, na controle van het identiteitsbewijs door een gemeenteambtenaar.
Maar we bevinden ons inmiddels in een zogenaamde harde lockdown, in ieder geval tot 19 januari. Hoe wenselijk is het om van nieuwe politieke partijen te verlangen om mensen te vragen hun huizen te verlaten en extra risico te nemen door fysiek naar het gemeentehuis te gaan om een ondersteuningsverklaring te tekenen? Dat is extra risico voor de ondersteuner en ook voor anderen. De regering draagt mensen immers op zo veel mogelijk thuis te blijven, thuis te werken en maximaal twee personen van buiten het gezin per dag te ontvangen met 1,5 meter afstand.
Voor de beeldvorming: op dit moment zijn er al bijna 51 nieuwe partijen geregistreerd bij de Kiesraad. Bij de vorige verkiezingen waren dat er zo'n 80. Als al deze partijen ondersteuningsverklaringen gaan verzamelen, waar we van uit zouden moeten gaan, dan moeten in totaal 30.600 unieke handtekeningen worden verzameld. 30.600 mensen moeten dan de straat op naar het gemeentehuis. Dat is eigenlijk in strijd met de maatregelen die ons zijn opgedragen. Naar mijn mening is het onder deze omstandigheden voor nieuwe politieke partijen ondoenlijk en onwenselijk om minstens 30.600 mensen te vragen om niet thuis te blijven.
De eis van fysieke aanwezigheid bij de invulling en ondertekening van ondersteuningsverklaringen op het gemeentehuis werpt een significante belemmering op voor het vergaren van voldoende steun. Deze eis handhaven in de huidige vorm is daarmee een beperking van de democratie en een haast onoverkomelijke drempel voor nieuwe politieke partijen. Ook is de verplichting om 580 mensen per nieuwe partij de straat op te laten gaan en in contact te laten komen met anderen in strijd met de ratio van de coronamaatregelen van het kabinet in deze harde lockdown. Is de minister het met mij eens dat nieuwe politieke partijen niet van hun ondersteuners kunnen vragen om extra risico te nemen en tegen de coronamaatregelen in te gaan?
Voorzitter. Ik wil de minister vragen om naar analogie van artikel 26 van de Tijdelijke wet COVID-19 voor het invullen en ondertekenen van ondersteuningsverklaringen en het laten controleren van het identiteitsbewijs gebruik te maken van tweezijdige audiovisuele communicatiemiddelen. Dit is in deze bijzondere tijden van corona in de Tijdelijke wet COVID-19 ook mogelijk gemaakt voor het verlijden van notariële akten. Denk bijvoorbeeld aan hypotheekakten, akten voor verenigingen en stichtingen of een testament. Normaal gesproken moet het verlijden van een notariële akte plaatsvinden in de fysieke aanwezigheid van een notaris. Zolang de Tijdelijke wet COVID-19 van kracht is, geldt daar dus een uitzondering voor. Een audiovisueel communicatiemiddel moet voldoen aan de eis dat het de notaris in staat stelt de identiteit van personen bij het verlijden van de akte vast te stellen. Ook moeten personen via dat communicatiemiddel direct met de notaris kunnen communiceren. Dat lijkt mij in deze harde lockdown ook een uitstekend alternatief voor fysieke aanwezigheid van de ondersteuner op het gemeentehuis in de aanwezigheid van de gemeenteambtenaar. Zowel de ondersteuner als de gemeenteambtenaar kunnen dan thuisblijven. Ik wil de minister vragen of zij hiertoe mogelijkheden ziet. Het kan bijvoorbeeld om een eenvoudige videobelverbinding gaan, waardoor het invullen, ondertekenen en checken van de ondersteuningsverklaringen op afstand en dus volledig coronaproof plaats kunnen vinden. Ik heb hiervoor een amendement in voorbereiding dat nog gedurende dit debat zal worden ingestuurd en rondgedeeld aan alle woordvoerders.
Daarmee ben ik door mijn vragen heen, voorzitter. Dank u wel. Ik heb zelfs nog vijf minuten over.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Kooten-Arissen. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Van der Molen namen het CDA.
De heer Van der Molen (CDA):
Dank u wel, voorzitter. In de week dat het woord "anderhalvemetersamenleving" tot woord van 2020 is uitgeroepen, hebben we het hier over de anderhalvemeterdemocratie. Dit is inderdaad al de tweede ronde. We hebben eerder al een tijdelijke wet aangenomen. Die blijkt in de praktijk goed te werken, althans, als we uitgaan van de ervaringen bij de herindelingsverkiezingen. Dat is goed om te weten, want we hadden toen in de Kamer ook wel zorgen. We leggen vandaag ook weer wat zorgen op tafel over de tweede stap, het spreiden van de verkiezingen aan de ene kant en aan de andere kant het introduceren van briefstemmen. Ik wil de minister in ieder geval ervoor bedanken dat de moties die op dit punt door de heer Sneller en door mijn collega de heer Terpstra zijn ingediend, vrij snel zijn omgezet in een voorstel, waar we het vandaag, op de valreep van dit jaar, nog over kunnen hebben.
Voorzitter. Wat de CDA-fractie betreft is het uitgangspunt dat we moeten zien te vermijden dat mensen in Nederland rond deze coronaomstandigheden op verkiezingsdag een soort afweging moeten maken tussen hun gezondheid aan de ene kant en hun elementaire recht als burger om hun stem uit te brengen. Ook al klinkt dat heel groot, dat zijn wel dilemma's die feitelijk nu spelen. We merken dat in een tijd van harde lockdown, maar dat zal ook in maart het geval kunnen zijn. Daarom is het verstandig dat wij de verkiezingen spreiden over drie dagen en die groep die als generiek kwetsbaar wordt gezien — mensen die 70 jaar of ouder zijn — in de gelegenheid stellen om naast al die andere mogelijkheden die zij hebben, ook per brief hun stem uit te brengen.
In navolging van wat andere collega's gevraagd hebben over dat punt van het spreiden van verkiezingen over drie dagen, heb ik de volgende vraag aan de minister. Hoe gaan wij het zo communiceren dat die andere twee dagen vooral ten gunste komen van mensen die zichzelf als kwetsbaar beschouwen of een kwetsbare gezondheid hebben? Want het zal vooral op die communicatie aankomen. Het is niet de bedoeling dat mensen denken: nou, ik weet het allang; we gaan massaal op maandag ernaartoe. Met een beperkt aantal stemlokalen kan ik me ook voorstellen dat dit de mensen die die stemlokalen bemensen, kan helpen om het op de goede manier te doen, zodat er geen lange wachtrijen voor komen te staan. Dus ik zou de minister willen vragen om in ieder geval duidelijk en praktisch uit te leggen hoe zij dat wil bevorderen.
Kan de minister ons ook bijpraten over die twee knelpunten die we eerder hebben besproken? De beschikbaarheid van voldoende, en voldoende grote stemlocaties, en de beschikbaarheid van voldoende leden van stembureaus.
Ik ben ook blij dat de minister aan de slag is gegaan met de oproep die ik een aantal weken terug heb gedaan met de Landelijke Kamer van Verenigingen, om studenten te mobiliseren. Vandaag komt daar het voorstel van de MBO Raad bij, om jonge mensen daarvoor beschikbaar te stellen. Heel goed, maar daaraan gekoppeld heb ik nog twee praktische vragen. Een. Is het juist dat je 18 jaar of ouder moet zijn, wil je in dit proces een rol kunnen spelen? Wat zijn daar de redenen voor? Want niet elke mbo'er heeft al de leeftijd van 18 jaar bereikt.
Ten tweede. Hoe gaan we eigenlijk na deze verkiezingen deze grote toestroom van extra vrijwilligers vasthouden? Gemeenten hopen daar al heel lang op, niet alleen vanwege corona, maar daarvoor ook al, want toen was er ook al een tekort. Kunnen we ervoor zorgen dat we die mensen erbij betrekken? Want het zou zomaar kunnen dat we na de volgende verkiezingen nog een keer verkiezingen gaan organiseren. Dat zien we al wel aankomen.
Voorzitter. De minister is ook aan de slag gegaan met een rapport van de Stichting Tegen Hackbare Verkiezingen. Die heeft een opmerking gemaakt over de mogelijkheid dat de stemsoftware handmatig nageteld wordt. Ik heb de minister horen zeggen dat dit op een aantal plekken in Nederland geprobeerd zal worden. Het CDA vindt dat een goede zaak. Kan de minister ook aangeven op hoeveel plekken dat zal zijn?
Voorzitter. Wij vallen als CDA een aantal collega's hier in de Kamer bij over het briefstemmen in relatie tot kwetsbare mensen. We hebben de minister daar ook al op bevraagd. Voor de CDA-fractie is wel helder geworden dat dit vooral op onuitvoerbaarheid stuit. Wij zouden heel graag mensen die al maanden niet het huis uitgaan, vanwege hun gezondheid of vanwege een transplantatie waar ze op wachten of om wat voor reden dan ook, op dit punt tegemoetkomen, maar de gemeenten hebben heel helder gezegd dat dit onuitvoerbaar is. De minister heeft gezegd dat ze dit niet uit een database kan plukken en dat we dit niet meer voor die tijd gaan regelen. Dat vind ik ontzettend spijtig. Ik zou de minister wel willen uitnodigen om er hier publiekelijk nog iets over te zeggen, omdat ik weet dat heel veel mensen met interesse willen horen waarom dat niet zou kunnen.
Voorzitter. Bij alle voorstellen die voorbijkomen, geldt wat het CDA betreft dat de uitvoerbaarheid gegarandeerd moet zijn. De gemeenten hebben echt de heldere oproep gedaan: verzin nou niet nieuwe dingen in deze Kamer, want dat trekken we gewoon niet, zeker niet op deze korte termijn. Dat geeft in ieder geval voor het CDA het argument dat wij deze wet kunnen steunen op die onderdelen en dat wij in ieder geval niet voornemens zijn om nieuwe zaken te introduceren, want je moet de mensen die het moeten uitvoeren niet met extra eisen lastigvallen.
Ik sluit mij aan bij de opmerkingen die zijn gemaakt zijn over dat proces vanaf de brievenbus tot aan het inleveren op het gemeentehuis. Ik denk dat het niet alleen een praktische maar ook een gevoelsmatige overweging van een kiezer kan zijn: ik stop die envelop met daarin mijn stem in die brievenbus, en wat gebeurt er dan mee? Ik zou de minister willen uitnodigen daar toch iets over te zeggen. Hoe garanderen wij nou dat dat allemaal veilig gaat en goed loopt, dat mensen weten wat er met die brief gebeurt?
Ik sluit mij ook aan bij de oproep van collega Van der Graaf; die telefonische hulplijn die de minister in haar schriftelijke antwoorden nog zegt te overwegen, zou er moeten komen. Je hebt een stempas en je hebt een stempluspas en je kunt die naar het stembureau meenemen en inleveren of je kunt die in de brievenbus doen. Dat is allemaal goed geregeld, maar misschien wel wat te onoverzichtelijk. Misschien hebben ook mensen die niet kwetsbaar zijn simpele vragen over hoe dat straks gaat in dat stemlokaal: moet ik daar bijvoorbeeld een mondkapje dragen? Net als we een coronahulplijn hebben voor het geval je een overweging hebt rond besmettingen, moeten we ook gewoon een lijn hebben van: ik ga morgen stemmen, hoe doe ik dat dan? Ik roep dus op om het vraagteken achter het idee om dat te gaan doen, weg te halen en er een uitroepteken achter te zetten.
Ik sluit mij verder aan bij de opmerkingen die de heren Bisschop en Van Gent hebben gemaakt: ik wens vooral al die 355 gemeenten in Nederland die dit allemaal maar weer waar moeten maken, ontzettend veel succes in dienst van onze democratie.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Molen. Voordat ik de eerste termijn afrond, wil ik toch nog iets opmerken over waar jullie met elkaar zo-even over discussieerden. Als Voorzitter van de Kamer wil ik ook richting de minister een opmerking maken over een bepaling in het voorliggende wetsvoorstel die het functioneren van de gehele Kamer betreft. Ik heb het tussendoor al gemeld maar ik denk dat het nu ook officieel moet namens jullie. In het wetsvoorstel is als eerste dag van samenkomst de dertiende dag vastgelegd, en dat is dus een dinsdag. Dit betekent ofwel dat de oude Kamer op maandag bijeen zou moeten komen voor het onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw aantredende leden ofwel dat op dinsdag zowel de Kamer in oude samenstelling als de Kamer in nieuwe samenstelling bijeen zou moeten komen. Nou, in tijden van corona lijkt mij dat niet zo verstandig, zeg ik alvast; dat is zeer onwenselijk. Op maandag kan het geloofsbrievenonderzoek nog niet zijn voltooid omdat er op zaterdag en zondag natuurlijk weinig kan worden gedaan. Dus een bijeenkomst op dinsdag van zowel de oude als de nieuwe Kamer is verwarrend en organisatorisch ook bijna niet te doen. Daarom wil ik eigenlijk namens jullie allemaal, namens de Kamer aan de minister voorstellen om bij nota van wijziging de dag van eerste samenkomst te bepalen op de veertiende dag. Dan kunnen we het wat betreft de oude Kamer en de nieuwe Kamer evenals de geloofsbrieven op een rustige en ordentelijke manier doen. Dus een extra dag. Zijn jullie het daarmee eens? Ja? Dan doen we het zo. Dank daarvoor.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Voor nu wil ik de vergadering schorsen tot 13.30 uur. Een aantal leden moet tussendoor naar de presentatie van het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, dat ik zelf ook in ontvangst zal nemen, dus schors ik wat langer, tot 13.30 uur. Dan heeft u ook alle tijd om u goed voor te bereiden, minister.
De vergadering wordt van 12.16 uur tot 13.32 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-39-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.