32 Transportraad 4 juni 2020

Aan de orde is het VSO Transportraad 4 juni 2020 (21501-33, nr. 815).

De voorzitter:

Dan is het woord aan mevrouw Postma van het CDA.

Mevrouw Postma (CDA):

Voorzitter. Ik wilde het over vakantie hebben. Er is geen volk ter wereld dat zo veel op vakantie gaat als de Nederlanders. Landen als Frankrijk, Italië, Spanje en Duitsland zijn in de zomervakantie vaak populair. Ook in deze zomer zullen veel Nederlanders met de auto op vakantie gaan. Alle landen hebben coronamaatregelen genomen voor de bestemming. Alleen, ik kan nergens goed informatie vinden over de autoreis zelf. Het is alsof we verwachten dat we de lange files bij de tankstations in Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland over kunnen slaan. Alsof we geteleporteerd worden naar de vakantiebestemming. Dat is niet zo. Als we weer met z'n allen in die file staan op zwarte zaterdag of andere drukke reisdagen, dan treffen we overvolle tankstations en toiletten aan waarvan je het liefst uit de buurt wil blijven. En met corona worden deze plekken een ideaal coronadoorgeefstation of brandhaard, met het risico dat er naast mooie vakantieherinneringen ook een tweede coronagolf wordt meegenomen naar Nederland.

Voorzitter, een gewaarschuwd mens telt voor twee en een goede voorbereiding is het halve werk; vandaar deze motie over autoreizen en vakantie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel Nederlanders met de auto op pad gaan naar hun vakantiebestemming in het buitenland, waarbij er nog weinig advies en informatie beschikbaar is over hoe je de autoreis naar je vakantiebestemming zo coronaproof mogelijk kan maken;

overwegende dat coronaproof reizen met de auto naar het buitenland extra voorbereiding vraagt, omdat er onderweg gestopt moet worden om te tanken, te rusten en te eten;

overwegende dat er velen op vakantie gaan met de auto en het bij rustplaatsen en tankstations erg druk zal zijn;

verzoekt de regering de autovakantielidstaten aan te sporen te zorgen voor extra goede hygiënemaatregelen tijdens de drukke zomermaanden op verzorgingsplaatsen (inclusief tankstations langs snelwegen) én met organisaties zoals de ANWB samen te werken aan goede informatievoorziening en advies hoe de Nederlandse vakantieganger zich het best kan voorbereiden op vakantie met de auto naar het buitenland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Postma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 819 (21501-33).

Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Remco Dijkstra.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik vraag me af of dit iets is voor de rijksoverheid of meer voor de ANWB, of voor mensen zelf. Wees verstandig, ga wijs op reis en neem gewoon je broodtrommel mee.

Mevrouw Postma (CDA):

Ik heb hier ook over zitten nadenken. Hoe zou ik dit nou doen als ik op vakantie ga met mijn gezin met de auto naar het buitenland? Er is op dit moment heel weinig informatie. Ik ben ook eens gaan zoeken hoe ik die informatie kan vinden. Die organisaties geven aan: wij hebben dit gewoon niet. Ik heb ook aan mijn Europese collega's gevraagd: "Goh, is dit al bekend? Hoe gaat die reis?" Ik zie heel veel voorbereiding over vliegreizen en over wat je moet doen in het land zelf, maar ik zie nauwelijks iets over de autoreis. Ik denk dat we daar niet naïef in moeten zijn als we nadenken over hoeveel mensen altijd op vakantie gaan. Er gaan gemiddeld elke zomer 1,2 miljoen mensen naar Frankrijk, 1 miljoen mensen naar Spanje en 900.000 mensen naar Italië. Dat zullen er dit jaar niet zo veel zijn als normaal, maar als je die grote verkeersstromen in gedachten hebt en je nog even denkt aan zwarte zaterdag — die waarschijnlijk minder druk zal worden dan vorig jaar, maar nog steeds druk — dan moet je je wel realiseren dat we hierop beter goed voorbereid kunnen zijn. En dat kan nu niet.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan ... O, de heer Van Aalst heeft ook nog een interruptie.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik probeer het toch even in het kader van de Transportraad te plaatsen. Wat wil mevrouw Postma precies? We hebben hier nog een week te gaan en dan gaat volgens mij het eerste deel van Nederland al met vakantie. Hoe ziet mevrouw Postma dat voor zich? Moeten we nu nog op korte termijn aan de minister vragen om met alle Europese landen een flyer uit te gaan delen? Hoe moet ik dat voor mij zien?

Mevrouw Postma (CDA):

Op de agenda van de Transportraad staan de maatregelen die per land worden genomen om op vakantie te kunnen gaan en om het land weer open te stellen voor toeristen. Nederlanders gaan graag naar een aantal landen en er zijn ook een aantal doorreislanden. Het enige wat nodig is, is even contact opnemen met een land om te vragen: "Goh, hoe zijn de maatregelen? Zijn jullie goed voorbereid en hebben jullie ook extra maatregelen genomen?" Op dit moment zie ik gewoon helemaal niets. In het verslag van de Transportraad lees ik dat er heel veel gekeken wordt naar de voorbereidingen voor het luchtverkeer, maar ik zie dit niet terugkomen. In die zin wil ik een aansporing doen om te kijken wat we hier kunnen doen om die reis wel zo veel mogelijk voor te bereiden.

De voorzitter:

De heer Van Aalst tot slot.

De heer Van Aalst (PVV):

Enerzijds begrijp ik dat. Anderzijds zou mijn advies zijn: laten we dit jaar gewoon lekker onze lokale ondernemers in Nederland ondersteunen; dat lijkt me op dit moment het meest veilige.

Mevrouw Postma (CDA):

Daar ben ik het helemaal mee eens. Er is niets mooier dan op vakantie gaan in Nederland. Ik ga zelf naar Zandvoort dit jaar en ik heb daar ontzettend veel zin in. Maar we moeten ook realistisch zijn, want mensen boeken hun vakantie vaak al in januari. Sommigen boeken hun vakantie zelfs al in september, nadat ze zijn teruggekomen. Dat doen ze omdat het hoogseizoen nu eenmaal prijzig is. De mensen die al een vakantie hebben geboekt in Italië of in Frankrijk krijgen hun geld niet terug. Zij hebben geen geld om hier dan nog een vakantiehuisje te boeken.

De heer Paternotte (D66):

Dat waren goede teksten van mevrouw De Pater-Postma, maar ik zoek toch een klein beetje de integraliteit in het verhaal van het CDA. Uw collega Van Dam meldde vorige week in een debat namelijk dat hij binnen zijn fractie bekendstaat als de "Vakantieman", omdat hij een oproep heeft gedaan om niet binnen Europa op vakantie te gaan, maar om exclusief op vakantie te gaan naar Curaçao, Aruba en Sint-Maarten. Kunt u deze twee verhalen misschien even bij elkaar brengen?

Mevrouw Postma (CDA):

Ik had geen idee dat wij in de CDA-fractie een Vakantieman in ons midden hadden, maar bij dezen. Zoals ik net ook al zei, is er een verschil tussen wat je wilt en wat de werkelijkheid is. Heel veel mensen hebben hun vakantie al geboekt. Heel veel mensen zijn aan vakantie toe. Ik verwacht dus dat heel veel mensen gewoon in die auto stappen en naar hun vakantiebestemming gaan. Dat is de realiteit waarmee we te maken hebben. Ik wil dat het kabinet op basis daarvan gaat kijken hoe het ervoor kan zorgen dat de inrichting daar optimaal is, want ik denk dat we met z'n allen willen voorkomen dat wij hier straks naast mooie vakantieherinneringen een tweede golf van corona krijgen in september.

De heer Paternotte (D66):

Ik vraag toch even door, want dit is volgens mij geen antwoord op de vraag die ik heb gesteld. De heer Van Dam heeft namelijk echt aan staatssecretaris Keijzer, in haar hoedanigheid van staatssecretaris voor toerisme, gevraagd om ervoor te zorgen dat Nederlanders zo veel als mogelijk op vakantie gaan naar de Koninkrijksgenoten die nu mede van onze steun afhankelijk zijn. Zijn oproep was echt: probeer mensen nou niet naar Frankrijk te laten gaan, maar naar Curaçao.

Mevrouw Postma (CDA):

Ik weet niet precies wat voor oproep hij heeft gedaan, maar het zijn prachtige landen, dus ik kan me zo voorstellen dat dat misschien een mooie optie is als je nog geen vakantie hebt geboekt. Maar veel mensen hebben hun vakantie in januari of vorig jaar september al geboekt. Daar ben ik reëel in. Zij hebben een aanbetaling gedaan en zij willen daar graag gebruik van maken.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Remco Dijkstra van de VVD.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Je hoopt inderdaad dat ze ook de benzinepompen en dergelijke onderweg naar Frankrijk zo poetsen als je op vakantie gaat.

Ik vond het een interessante discussie zonet, maar ik vind het echt geen taak voor de rijksoverheid om mensen erop te wijzen. Ik wil ook geen rijksoverheid op m'n achterbank op het moment dat ik naar het zuiden rijd. Je kunt trouwens ook prachtig in Nederland blijven. Iedereen heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid en laten we dat alsjeblieft zo houden. Ik kan me nog herinneren dat we zelf naar Frankrijk gingen, met een aanhangwagentje, en ik achter in de kever lag. Mijn moeder had dan zo'n doosje meegenomen met zes van die hardgekookte eieren waarvan de binnenkant helemaal blauw uitgeslagen was. Dat was een hele belevenis. Toen hadden we geen corona, maar we wisten wel heel goed hoe we er moesten komen destijds, ook met een kevertje. Volgens mij kunnen de mensen dat nu ook zelf bedenken. Daar hebben ze echt geen overheid voor nodig.

Waar de overheid wel voor nodig is — en daar gaat deze Transportraad ook over — is de logistiek. Heel veel goederen gaan namelijk ook de grens over, of het nou cava is of kazen of andere verse producten. Die moeten zo snel mogelijk door Europa kunnen blijven rijden. Die green lanes die zijn ingesteld, die groene lanen waarover je als vrachtwagenchauffeur gewoon kan doorrijden zonder al die formaliteiten bij de grens, zijn dus een hele goede zaak. Maar ik ben wel benieuwd of dat ook bestendig is en of het niet ineens inklapt op het moment dat er ergens weer een uitbraak is en een land op slot gaat. Wat kan de minister daarover zeggen? Hoe blijven we dat op Europees niveau monitoren? Hoe zorgen we dat het vrije verkeer van goederen, met name dat met vrachtwagens, goed blijft gaan? Daar gaat het volgens mij om en daar ben ik wel benieuwd naar, ook voor deze zomer.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Twee luchtvaartgerelateerde onderwerpen voor mij vandaag. In de eerste plaats is er de afzwakking van de klimaatmaatmaatregelen voor de luchtvaart, die op dit moment gaande is. De luchtvaartlobby wil het referentiejaar voor CORSIA aanpassen en Nederland lijkt hier stilzwijgend mee in te hebben gestemd, terwijl wij als Kamer keer op keer hebben aangegeven betrokken te willen worden bij de besluitvorming rond CORSIA. Voor het einde van deze week moet Nederland aangeven of het voor of tegen de verandering van de baseline gaat stemmen. Gezien de grote impact van en de onzekerheden rond deze verandering van de baseline wil ik de minister vragen om in te zetten op uitstel van dat besluit en de Nederlandse positie eerst aan deze Kamer voor te leggen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voorstellen om de baseline voor CORSIA vast te stellen op uitsluitend 2019 negatieve gevolgen kan hebben voor de effectiviteit van CORSIA;

overwegende dat de Raad van ICAO niet bevoegd is om eenzijdig deze baseline aan te passen; dit is voorbehouden aan de Assembly;

overwegende dat experts adviseren om CORSIA zoals afgesproken te implementeren en bij de eerste evaluatie in 2022 met mogelijke aanpassingsvoorstellen te komen, waarna de ICAO Assembly op reguliere wijze tot een andere systematiek zou kunnen besluiten;

verzoekt de regering om zich in de ICAO-Raad in te zetten voor uitstel van een besluit over de baseline van CORSIA;

verzoekt het kabinet om zijn standpunt ten aanzien van CORSIA vooraf aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Van Raan en Paternotte. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 820 (21501-33).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Iedereen met een beetje gezond verstand is zich wild geschrokken van de beelden van Schiphol van afgelopen vrijdag. We zagen een volgepakte vertrekhal. Dit is op geen enkele manier in lijn met de EASA-voorschriften, die stellen dat social distancing te allen tijde moet worden bewaakt, vooral tijdens inchecken en boarden. We hebben het hier vorige week uitgebreid over gehad. Ik wil de minister nogmaals vragen of zij kan garanderen dat die 1,5 meter wordt gehandhaafd op Schiphol. Het is een geldkwestie: te weinig personeel inzetten, waardoor er lange rijen ontstaan. Dit hoeft echt niet. Die uitzonderingspositie van de luchtvaart ondermijnt het draagvlak voor al die coronamaatregelen in het theater en de horeca, waar al die ondernemers hard geraakt worden. Dat is echt onacceptabel.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Paternotte van D66.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter, dank. Omdat ik meestal niet bij AO's over mobiliteit ben, vind ik het mooi om een stukje nostalgie over de autoreizen naar het zuiden mee te krijgen.

Mijn bijdrage gaat uiteraard over de luchtvaart, en dan specifiek CORSIA. Afgelopen maart schreef The Economist dat de huidige crisis een fantastische kans biedt voor een stuk vergroening. Er werden heel veel terreinen genoemd en natuurlijk ook de luchtvaart, omdat het idee is dat er in 2019 en 2020 een basislijn getrokken wordt: dat is de CO2-uitstoot en alles daarboven gaan we compenseren. En omdat 2020 natuurlijk een tegenvallend jaar wordt voor de luchtvaart, wordt nu dus de suggestie op tafel gelegd om 2020 maar even weg te denken. Maar omdat de luchtvaart voorlopig gaat krimpen, zou dat betekenen dat de luchtvaart de komende jaren helemaal niets hoeft te compenseren en dat we pas over een jaar of acht gaan beginnen met überhaupt iets te doen aan de CO2-uitstoot van de luchtvaart. Dat is niet goed, want alle sectoren moeten bijdragen. Dit is een opgave voor ons samen. Daarom zou ik de minister willen vragen of zij er op dit moment voor wil zorgen dat de ICAO-council niet het besluit neemt om de baseline inderdaad op 2019 te zetten en de komende jaren weg te gooien als het gaat om de klimaatcompensatie van de luchtvaart.

Voorzitter. Daarnaast zou ik nog twee vragen willen stellen. Mijn eerste vraag gaat over het onderzoek naar de werking van filter- en ventilatiesystemen in vliegtuigen. Ik denk dat het hard nodig is dat er duidelijk wetenschappelijk bewijs ligt dat mensen veilig in een vliegtuig kunnen stappen. Dat is belangrijk voor het vertrouwen in de luchtvaart, maar het is ook een signaal naar al die andere sectoren die hele strenge maatregelen moesten nemen ten aanzien van afstand die nu niet gelden in het vliegtuig. De minister had gezegd dat zij ging uitzoeken wanneer het RAGIDA-onderzoek klaar zou zijn. Weet zij inmiddels wanneer dat is? We hebben vandaag een motie aangehouden in afwachting van nieuws en duidelijkheid daarover. Ik hoop dus dat de minister daar iets over kan zeggen.

Ten slotte. Ik ben inderdaad ook benieuwd met welke bril de minister heeft gekeken naar de beelden van Schiphol van afgelopen vrijdag. Schiphol is een binnenruimte. Binnenruimten met heel veel mensen zijn de plekken waar het virus zich kan verspreiden, dus de rijen op Schiphol lijken me absoluut niet de bedoeling.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we gekomen aan het einde van deze termijn van de Kamer.

De vergadering wordt van 18.14 uur tot 18.22 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. Er zijn een paar moties en een paar vragen. Ik begin maar even met de motie op stuk nr. 819 van de hand van mevrouw Postma. Die verzoekt de regering om de autovakantielidstaten aan te sporen te zorgen voor extra goede hygiëne en om met organisaties samen te werken aan goede informatievoorziening. Nou wil het geval dat ik juist vanmiddag overleg heb gehad met ... Roept dit al reacties op?

De voorzitter:

Nee, er is wat verwarring bij de Kamerleden, omdat er nog geen moties rondgedeeld zijn. Ik kijk even naar de bodes.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

O, heeft de Kamer de moties nog niet?

De voorzitter:

Ze komen eraan.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Nou, laat ik dan in ieder geval alvast vertellen dat ik vanmiddag toevalligerwijs samen met de staatssecretaris overleg heb gehad met een heleboel van de hier bedoelde organisaties, waaronder de ANWB, HISWA-RECRON, VVV, eigenlijk het hele veld van de toeristische sector, om over de mobiliteit in coronatijd te spreken. Daar is dit niet specifiek aan de orde geweest, maar we hebben wel met elkaar afgesproken om gezamenlijk op te willen trekken in het kader van de informatievoorziening aan mensen. Dat was niet zozeer gericht op het buitenland, maar ik ben best bereid om dit aspect in het belang van de Nederlandse reizigers voor het voetlicht te brengen in de club die toch al naar communicatie kijkt. Als ik de motie zo mag interpreteren, kan die oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 819 krijgt oordeel Kamer. Dan gaan we over naar de motie op stuk nr. 820.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De heer Dijkstra heeft vragen gesteld over de green lanes. Ik ga maar even door met de vragen als u toch nog niet alle moties hebt. Ik ben het zeer eens met de heer Dijkstra dat die green lanes goed functioneren en dat we dat ook moeten vasthouden. Ik zal me er dus graag voor inzetten om dat mee te nemen in de herziening van de TEN-T-verordening die er aankomt. Die is voorzien voor volgend jaar. De publicatie zal dan waarschijnlijk ergens in het voorjaar of de zomer komen. Ik heb overigens al van de Duitse collega begrepen dat hij dit ook een belangrijk onderwerp vindt, dus ook tijdens het Duitse voorzitterschap. Dus ik zal me er graag voor inzetten om dat zo verwerkt te krijgen.

Dan ga ik toch eerst nog even verder met de vragen, zoals de vraag van onder anderen de heer Paternotte over dat RAGIDA, de club die onderzoek doet naar de verspreiding van virussen. Ik heb u bij het AO van vorige week toegezegd dat ik nog voor de zomer een brief daarover zal sturen. We zijn dat aan het inventariseren. De eerste contacten zijn inmiddels gelegd. Maar het is echt nu nog te snel, dus uiterlijk volgende week krijgt u daar het antwoord op.

De heer Paternotte (D66):

Laat ik dan toch maar even scherp zijn, voorzitter. Vorige week hadden we afgesproken dat wij in ieder geval uiterlijk volgende week dinsdag met de stemmingen eventueel een andere motie in stemming zouden kunnen laten brengen, die aanzet tot onderzoek dat we dan als Nederland zelf initiëren — wat we liever niet doen, mits dat RAGIDA-onderzoek snel genoeg klaar is. Het enige wat we nu moeten weten, is wat het tijdpad is. Dus ik hoop dat u dat in ieder geval voor de stemmingen van volgende week aan ons kan doen toekomen. En ik ben benieuwd waarom het in kaart brengen van een tijdpad ingewikkeld is, want als dat al lang duurt, maak ik me wat zorgen over het onderzoek zelf.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Nou ja, kijk ... U hebt gelijk. U hebt aangegeven dat u dat vóór de stemmingen wilde weten, maar ik heb toen ook aangegeven dat ik weet dat ze onderzoek doen naar virussen, maar niet weet of ze nu specifiek een onderzoek naar COVID-19 hebben lopen. Dat zou ik nagaan, en dat zou ik u ook laten weten. Daarbij heeft u toen ook aangegeven: stel dat ze het niet doen en ook niet van plan zijn om het te gaan doen, dan zou u een Nederlands alternatief willen. Maar we zijn nu dus nog aan het nagaan of ze met dit onderzoek bezig zijn, en dan kan ik dus ook nog niet zeggen wanneer dat onderzoek klaar is. Maar we gaan de aan u gedane toezegging echt nakomen vóór de steming.

Dan hebben de heer Paternotte en mevrouw Kröger ook nog vragen gesteld over de handhaving op Schiphol. Het is primair aan Schiphol en aan de veiligheidsregio om dat te handhaven. Zij hebben ook kennis ervan. Uiteraard heeft Schiphol deze protocollen ook, samen, opgesteld, en de veiligheidsregio heeft ook aangegeven dat zij handhaven.

De voorzitter:

Een interruptie van mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. De vraag is dan: gaat er gehandhaafd worden? Want we hebben op donderdag een heel debat gehad. De VVD heeft volgens mij heel letterlijk gevraagd: die 1,5 meter, gaat die gehandhaafd worden, in de rij, bij de check-in, bij het boarden, bij de security? En toen was het antwoord: ja, we gaan daarvoor zorgen. Vervolgens, op vrijdag, gaat het helemaal mis. En Schiphol zegt: ja, die 1,5 meter, die kunnen we niet handhaven; de mensen moeten maar een mondkapje dragen. Is de minister het met mij eens dat die 1,5 meter gewoon gehandhaafd moet worden?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Er is heel duidelijk afgesproken dat ook op Schiphol de 1,5 meter gehandhaafd wordt, behalve op die plekken waar het vanwege drukte niet kan, en dat is bij het inchecken, bij de securityfilters en bij het boarden. En daarom moet daar ook verplicht een mondkapje worden gedragen, en moet er dus ook op dat dragen van het mondkapje worden gehandhaafd. Dat is de aanwijzing zoals die vanuit VWS ook naar de veiligheidsregio is gegaan, en daarop wordt ook gehandhaafd door de marechaussee enzovoort.

De voorzitter:

Nog een korte vraag van mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Maar erkent de minister dat het afhangt van hoeveel personeel Schiphol inzet of er lange rijen ontstaan bij de security, bij het inchecken, bij het boarden, dus dat zij daar invloed op hebben? Dan moeten we er dus toch echt voor zorgen dat Schiphol gewoon de portemonnee trekt, en nu niet "zunig" gaat zitten zijn, waardoor er ongelofelijke opstoppingen ontstaan? Dit kunt u toch niet gewoon laten gebeuren? Dit is toch onacceptabel en niet te verteren voor al die sectoren die nu ongelofelijk verlies lijden omdat ze wél die 1,5 meter handhaven?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik ben het met mevrouw Kröger eens dat Schiphol daar niet vanwege bezuinigingsdrift situaties kan laten ontstaan die het op een andere manier kan voorkomen. Maar uiteindelijk kom ik natuurlijk toch weer bij het antwoord: het is de verantwoordelijkheid van Schiphol en van de veiligheidsregio om te handhaven wat wij met elkaar hebben afgesproken.

De heer Paternotte (D66):

Er wordt ontzettend kritisch naar Schiphol gekeken, zeker in deze tijd. Ergens vind ik dat ook heel vervelend voor alle mensen die werken op Schiphol, die keihard hun best doen om ervoor te zorgen dat ze zich aan de regels kunnen houden. Maar ik snap het ook wel. Dat heeft te maken met wat mevrouw Kröger net ook noemde, namelijk dat op heel veel plekken mensen zich aan regels moeten houden en ze het gevoel hebben dat die op sommige plekken in Nederland niet gelden. Dan denken ze vooral aan Schiphol. In maart zagen we de beelden van de bagagebanden. Alle bagage naar één band …

De voorzitter:

Meneer Paternotte, uw vraag aan de minister is? Want u heeft net ook al aangegeven wat u …

De heer Paternotte (D66):

… alle bagage naar één band, waardoor er drukte ontstond, en nu weer in de hal. "Vermijd drukte" is een heel belangrijk adagium dat de overheid communiceert. Dat geldt ook in zo'n grote hal, waar heel veel mensen in de rij staan. Door dat te spreiden kun je drukte vermijden. Mijn vraag is of u, als systeemverantwoordelijke, Schiphol hierop wilt aanspreken en of u kunt nagaan of de implicatie of suggestie van mevrouw Kröger klopt, namelijk dat het ligt aan de inzet van middelen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Uiteraard mogen de heer Paternotte en de Kamer van mij verwachten dat ik Schiphol hier ook regelmatig aan herinner, indien nodig. Ik heb dit weekend ook contact gehad. Dan vraag je ook wat er aan de hand is. Ik heb ook contact gehad met de veiligheidsregio. Ik heb contact gehad met collega Grapperhaus. Natuurlijk doen we dat, maar uiteindelijk zijn zij verantwoordelijk voor die handhaving. Ik zal ze daar zeker op aanspreken, indien nodig.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is er volgens mij nog de motie op stuk nr. 815. Of zijn er nog openstaande vragen?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja, de motie op stuk nr. 815. Ik was maar even met de vragen doorgegaan, omdat ik merkte dat de leden de moties nog niet hadden. Deze motie is van de hand van mevrouw Kröger. Die verzoekt de regering om zich in de ICAO-raad in te zetten voor uitstel van een besluit over de baseline van CORSIA en verzoekt het kabinet om het standpunt ten aanzien van CORSIA vooraf aan de Kamer voor te leggen. Nu zou ik ten aanzien van het tweede verzoek oordeel Kamer willen geven, maar ik kan niet oordeel Kamer geven aan het totaal, omdat wij in de ICAO-raad namens zeven landen spreken en Nederland het enige land is van die zeven landen dat voor uitstel is. Dus wij kunnen dat simpelweg niet doen, omdat wij zeven landen vertegenwoordigen. Wij hebben dat wel te kennen gegeven, maar je zit er nu eenmaal niet alleen. Je zit er ook namens die andere landen.

De voorzitter:

Dus de motie op stuk nr. 815 wordt ontraden?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, kort nog.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het was ook bevreemdend geweest als het tweede deel van de motie was ontraden, want er liggen al twee aangenomen Kamermoties die de minister hebben verzocht om voordat zij een ICAO-standpunt inneemt het aan de Kamer voor te leggen. Nu gaat de minister stilzwijgend akkoord met een verslapping van de klimaatafspraken, doordat ze eigenlijk zegt dat die 2019-baseline kan, terwijl we ook kunnen zeggen dat we gewoon een ordentelijk proces moeten volgen, dat we het besluit uitstellen en dat we het dan netjes voorleggen aan de Kamer. Dan volgen we ook wat de experts adviseren. Waarom wil de minister niet die route volgen?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Nogmaals, onze inzet blijft gelijk. Daar verandert helemaal niets aan. Maar uw specifieke verzoek gaat om uitstel. Dat kunnen wij niet alleen, want je spreekt namens zeven landen. Die andere landen willen geen uitstel, dus kan ik aan dat verzoek niet voldoen. Dat de Nederlandse inzet gericht is op het niet-verzwakken van de inzet, daar kunt u van overtuigd zijn. Dat blijft zo.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, tot slot.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Wat betekent dit dan voor wat Nederland eind deze week gaat stemmen? Stemt het in met die verzwakking naar de baseline van 2019?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan zal de afweging moeten zijn wat het risico is dat anders heel CORSIA sneuvelt. Dan moet je denk ik kiezen voor het minst kwade. Dan zult u ook denken "beter iets dan niets", lijkt mij. Maar dat is ongeveer de keuze waarvoor we dan kunnen komen te staan.

De heer Paternotte (D66):

Het is voor mij moeilijk om te zien wat het motief kan zijn van landen om te zeggen dat ze zelfs uitstel onacceptabel zouden vinden, want er is eerst nog een pilotfase. Daarna moet er pas een definitief besluit genomen worden. In die pilotfase kan een land besluiten om een andere baseline te kiezen dan die van 2020. Dus mijn vraag is: wat is nou de enorm zwaarwegende reden waarom landen hier bezwaar tegen hebben?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De heer Paternotte overvraagt mij met zijn vraag wat nou precies de redenen zijn van die individuele landen om dit te willen, maar ik ben best bereid om te kijken wat de landen daarover in het openbaar willen prijsgeven en om te kijken of ik een en ander nog voor u in een briefje op een rijtje kan zetten. Maar dat is het enige wat ik u hierin kan bieden. Aan onze inzet zal het niet liggen; die is onverminderd.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van dit VSO Transportraad.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor vijf minuten. Dan beginnen we met de octrooiwet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven