3 Vragenuur: Vragen Becker

Vragen van het lid Becker aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het besnijden van meisjes in het land van herkomst.

De voorzitter:

De volgende vraag is van mevrouw Becker namens de VVD en gaat over het besnijden van meisjes in het land van herkomst. Het woord is aan mevrouw Becker.

Mevrouw Becker (VVD):

Voorzitter. Het is bijna zomervakantie. Ondanks corona is dat een periode om te genieten van het mooie weer, om af te spreken met vrienden, om vrij te zijn. Maar dat geldt niet voor tientallen meisjes die dreigen te worden meegenomen naar een land als Somalië, om daar te worden besneden met een ongesteriliseerd mesje of een schaar. Hun clitoris of zelfs de hele vagina wordt dan verwijderd. Waarom? Omdat het traditie is. In Nederland wonen bijna 41.000 besneden vrouwen en 4.200 meisjes die het risico daarop lopen. Alleen al in de stad Den Haag komen er jaarlijks 50 besneden meisjes bij. Hun ouders hebben het achterlijke idee dat hun dochter alleen een toekomst zou hebben zonder clitoris. Vrouwen die besneden zijn hebben vaak moeite met plassen, met hun menstruatie en met seks, om nog maar niet te spreken van de grote geestelijke schade.

Voorzitter. Het mag duidelijk zijn: dit moet stoppen. De VVD diende vorig jaar een initiatiefnota in tegen culturele onderdrukking en ook vrouwenbesnijdenis. Wij willen voorkomen dat meisjes worden meegenomen door middel van controles bij risicovluchten op Schiphol, met informatie ter plekke over wat te doen bij signalen van vrouwenbesnijdenis. Ik las dat het kabinet dat wil gaan doen. Dat is mooi, maar hoe snel is dit geregeld? Kan de minister toezeggen: voor de zomer? Ook willen we dat daders harder aangepakt worden. Maar het is lastig straffen, omdat dat alleen maar zou kunnen bij een Nederlandse nationaliteit of bij een vaste verblijfsplaats hier. Als de besnijdenis op vakantie gebeurt, is dat dus moeilijk. Daarom heb ik voorgesteld de medeplichtigen strenger te straffen, niet alleen degene die besnijdt maar ook de familie die er vanuit de cultuur toe aanzet en toekijkt. Kan de minister dit regelen? En wil de minister meer doen tegen imams en moskeeën die vrouwenbesnijdenis aanbevelen? Het dappere Femmes for Freedom heeft vorige week een taakstaf voor een moskeedocent afgedwongen. Maar deze docent gaat in hoger beroep. En de moskee zegt nu doodleuk dat de aanbeveling tot vrouwenbesnijdenis onder de godsdienstvrijheid valt. Waar blijft de overheid? Kan de minister gemeenten erop aanspreken dat zij gaan handhaven? Kan hij in gesprek gaan met de islamitische gemeenschap om afstand te nemen van vrouwenbesnijdenis? Kunnen dit soort imams een gebiedsverbod krijgen? Ik heb hierover ook samen met de SP vragen gesteld en ik hoop daar vandaag alvast een reactie op te kunnen krijgen.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Koolmees:

Dank, mevrouw de voorzitter en dank, mevrouw Becker. In Nederland ben je baas over je eigen lichaam. Vrouwelijke genitale verminking is een mensonterende culturele praktijk. Het is zeer terecht dat mevrouw Becker hier in haar initiatiefnota aandacht voor heeft gevraagd. Sterker nog, er is ook in een amendement geregeld dat er komend jaar een bedrag beschikbaar is om handen en voeten te geven aan beleid dat dit voorkomt.

Het recht op zelfbeschikking is verankerd in onze wet- en regelgeving en in onze Nederlandse cultuur, en moet te allen tijde worden gewaarborgd. Daar zijn mevrouw Becker en ik het over eens. Dat vergt dat dit constant aandacht krijgt en ook verdedigd wordt. Daarom hebben we maatregelen genomen, al in het verleden maar ook recent, zoals de inzet van sleutelpersonen om deze schadelijke praktijk terug te dringen. Vooral vanwege de grote gezondheidsrisico's en de psychische schade die vrouwelijke genitale verminking kan veroorzaken, is het strafbaar in Nederland. En terecht.

Op dit terrein wordt samengewerkt door het ministerie van VWS, het ministerie van JenV en het ministerie van Sociale Zaken. Vanuit mijn ministerie wordt door de Expertise-unit Sociale Stabiliteit samen met de verschillende gemeenschappen gewerkt aan de versterking van de weerbaarheid en de veerkracht binnen de gemeenschappen, ook tegen dit soort schadelijke, traditionele praktijken.

In het artikel uit het Algemeen Dagblad dat mevrouw Becker aanhaalt, kloppen de cijfers overigens niet. Er wordt gesproken over 50 in de regio Den Haag, maar in het meest recente inzicht uit 2005 gaat het over 50 meisjes in heel Nederland. Los daarvan: elk meisje is er een te veel. Maar ook dit onderzoek is inmiddels achterhaald door het prevalentieonderzoek van Pharos, dat in juni vorig jaar verscheen. Daarin wordt gesteld dat 4.200 meisjes de komende twintig jaar het risico lopen om besneden te worden. In Nederland is het echt strafbaar en verboden, maar dat risico wordt reëel op het moment dat ze het land van herkomst bezoeken. Daarom hebben we ook heel veel aandacht voor Schiphol en voor het feit dat mensen hun thuisland bezoeken. Er worden extra maatregelen genomen. Op 18 februari van dit jaar is de Actieagenda Schadelijke Praktijken aan de Kamer aangeboden. In deze actieagenda zijn ook maatregelen genomen die bijdragen aan het voorkomen van vrouwelijke genitale verminking. Het ministerie van VWS, van de heer De Jonge, is het coördinerend departement. Maar nogmaals, er wordt wel samengewerkt met JenV, SZW en de VNG op het programma Geweld hoort nergens thuis.

Dan de concrete vraag van mevrouw Becker over het voorbeeld op Schiphol. De uitvoering van de actieagenda is helaas door corona vertraagd, maar er wordt nu wel door alle partijen hard gewerkt om dat bij te benen. Helaas is dat nog niet gereed voor de zomer. Ik zou willen dat ik dat zou kunnen toezeggen, maar dat kan ik niet waarmaken. Maar dat betekent niet dat er niks gebeurt. Er wordt hard gewerkt aan de uitrol van de maatregelen die we in de brief van 18 februari hebben aangekondigd.

De voorzitter:

Mevrouw Becker. Of was u nog niet klaar?

Minister Koolmees:

Mevrouw Becker stelde nog meer vragen, over het straffen van daders. Dan kijk ik ook even naar mijn collega die hier aanwezig is. Vrijdag was er inderdaad een gerechtelijke uitspraak over het voorbeeld van de As-Soennah moskee in Den Haag. Ik vind het ook ongelukkig dat er hoger beroep is aangetekend vanwege de vrijheid van godsdienst. Het blijft een schadelijke praktijk die we met z'n allen moeten veroordelen en die we tegen moeten gaan in Nederland.

Mevrouw Becker (VVD):

Dank aan de minister. Ik twijfel niet aan zijn intenties, maar tegelijkertijd blijft het heel moeilijk om te zien dat er vorderingen op dit dossier worden gemaakt. De minister verwijst naar heel veel verschillende ministeries die zich ermee bezighouden en naar maatregelen die al genomen zouden zijn, maar het feit is dat er ook afgelopen zaterdag weer in de krant te lezen viel dat verpleegkundigen zich grote zorgen maken over het gebrek aan preventief beleid en dat mensen zich grote zorgen maken over wat er nog steeds gebeurt in Nederlandse moskeeën. Daarom heb ik juist deze minister van Integratie hierop aangesproken, want ik wil een minister die hier de regie op neemt. Ik hoor de minister gepassioneerd over pensioenen praten, maar ik zou willen dat hij ook zo gepassioneerd is als het gaat over het verdedigen van de vrijheden in Nederland en het beslissen over je eigen lichaam. Dus even concreet: als het deze zomer niet lukt om al te gaan controleren op risicovluchten, wat gaan we dan doen? Kunnen we er dan bijvoorbeeld in Nederland voor gaan zorgen dat we gaan voorkomen dat hier vrouwenbesnijdenis kan plaatsvinden, nu mensen ook vanwege corona moeilijker kunnen uitreizen?

Er blijkt bijvoorbeeld slecht te worden samengewerkt door hulpinstanties. Deskundigen zeggen: eigenlijk zou vanuit het onderwijs en vanuit de hulpverlening veel sneller moeten worden gemeld dat er een vermoeden is van besnijdenis. Dan kan een meisje onder toezicht worden geplaatst en dan kan er aangifte worden gedaan tegen de ouders. Dat gebeurt op dit moment niet. Dat is de ketenaanpak, en daar moet de minister gemeenten op aanspreken. Gaat hij dat dan ook daadwerkelijk doen? Ik hoop ook op een steviger antwoord over de handhaving richting de moskeeën en imams. Als de minister daar vandaag geen antwoord op kan geven, hoop ik dat antwoord alsnog schriftelijk te krijgen. Hier is het immers ook van belang dat we niet zeggen: ja, dat is nou eenmaal godsdienstvrijheid. Nee, dit is verminking en dit moet stoppen.

Tot slot, nu ik nog een klein beetje tijd over heb. Er zou ook een einde komen aan maagdenvliesherstel in Nederland; ook genitale verminking. Minister Hugo de Jonge heeft dit nu echter vertraagd, ook vanwege corona, naar 1 september. Kan de minister toezeggen dat er echt op 1 september een richtlijn ligt om te stoppen met maagdenvliesherstel en, zo niet, dat het kabinet dan met een wettelijk verbod komt? Mocht hij dat niet willen doen, dan overweeg ik zelf zo'n verbod voor te stellen.

Minister Koolmees:

Om met dat laatste te beginnen: dat weet ik gewoon oprecht niet. Ik kan dat voor u navragen en vragen aan minister De Jonge of hij uw Kamer daarover informeert. Ik begrijp heel goed de frustratie van mevrouw Becker op dit punt, maar meerdere departementen zijn hiervoor verantwoordelijk. Dat betekent altijd coördinatie en verschillende invalshoeken. Soms botsen die invalshoeken met elkaar. Bovenal geldt dat het hele kabinet deze praktijk schandelijk vindt. Deze is niet voor niks strafbaar. Het is ook niet voor niks dat we met z'n allen — de heren De Jonge en Grapperhaus en ikzelf — de actieagenda hebben ondertekend, want we willen een einde aan deze praktijken.

Er gebeurt ondertussen wel heel veel. Laat ik twee voorbeelden geven. Het eerste is dat de minister van VWS de Federatie van Somalische Associaties in Nederland ondersteunt bij een landelijke inrichting van de sleutelpersonen. Waarom? Het is zo ontzettend belangrijk om de informatie uit de groep zelf te krijgen en om de informatie te kunnen hebben om te kunnen ingrijpen. Als je de informatie niet hebt, loop je inderdaad achter de feiten aan, is het al gebeurd en ben je te laat. Dat is één. Het tweede is dat alle kinderen van 0 tot 19 jaar door de jeugdgezondheidszorg worden gezien. Het hoort ook bij de basistaken van de jeugdgezondheidszorg om bij meisjes met ouders uit een zogeheten prevalentieland — er zijn een aantal risicolanden voor vrouwelijke genitale verminking — zo'n risico-inschatting te maken en, zo nodig, vervolgstappen te nemen, zodat er zicht is op het risico dat een meisje loopt. Er zijn dus wel degelijk concrete stappen, maar die zijn inderdaad verspreid over verschillende departementen. Het is deels gezondheidszorg, het is deels de strafrechtketen en Justitie en Veiligheid en het is deels preventie en de gemeente in staat stellen om in te grijpen als er zorgelijke signalen zijn. Dat laatste is aan mijn departement. We werken wel heel veel met elkaar samen.

Mevrouw Becker (VVD):

Ik heb nog 30 seconden, zie ik. Ik snap op zich wat de minister zegt, maar dit is het lastige. Gemeenten hebben dus ook met vier, vijf ministeries te maken. Daarom heb ik een actieplan zelfbeschikking ingediend, waar ik graag een regieminister op zou willen zien, namelijk de minister van Integratie.

De voorzitter:

Mevrouw Becker?

Mevrouw Becker (VVD):

Ja?

De voorzitter:

Die 30 seconden waren niet voor u bedoeld maar voor een aanvullende vraag. Maar maak uw vraag even af.

Mevrouw Becker (VVD):

In één zin ga ik die proberen af te maken.

De voorzitter:

Dat is goed. Het was een misverstand.

Mevrouw Becker (VVD):

Zou de minister concreet nog eens gemeenten extra willen aanspreken op hun taak om de ketenaanpak echt goed voor elkaar te krijgen en is hij bereid om met de islamitische gemeenschap om tafel te gaan opdat hier echt afstand van wordt genomen?

Minister Koolmees:

Drie antwoorden. Het eerste is dat we niet voor niks de Taskforce Problematisch Gedrag hebben opgericht. Het doel daarvan is juist om beter samen te werken binnen die departementen en om dit soort signalen sneller met elkaar te kunnen delen. Het punt van mevrouw Becker deel ik. Daar proberen we nu handen en voeten aan te geven door middel van de taskforce. Het tweede punt is dat de heer De Jonge de actieagenda beheert vanuit het ministerie van VWS. Wel werken we daarin goed samen. Over het derde ga ik even nadenken. Ik ga u schriftelijk laten weten hoe we dat gaan doen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Becker. Dan ga ik naar mevrouw Agema namens de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Vrouwelijke genitale verminking, meisjesbesnijdenis, is weerzinwekkend. Dat is iedere keer hier weer aan de orde in de Tweede Kamer. Maar als ik namens mijn partij moties indien als het gaat om tipgeld, als het gaat om verhoging van de strafmaat, als het gaat om het uitzetten van de daders na het uitzitten van hun straf, dan is het altijd "ontraden" en stemt de VVD altijd tegen. Dus mijn vraag aan de minister is: wanneer houdt het op met loze woorden? Het gebeurt natuurlijk niet alleen op vakantie in het buitenland, maar ook gewoon hier in Den Haag. Meisjes worden op de keukentafel gelegd en worden besneden in óns land.

Minister Koolmees:

Zoals ik net al zei, is het een zeer schadelijke praktijk. Het kabinet neemt daar fors afstand van. Het is niet voor niks dat het strafbaar is in Nederland. Ik ga het even opnemen voor mevrouw Becker. Zij heeft een paar maanden geleden een hele goede initiatiefnota ingediend, die aandacht heeft gevraagd voor dit … In reactie op wat mevrouw Agema buiten de microfoon zegt: ik kan niet beoordelen om welke moties dit gaat. Mevrouw Becker heeft een paar maanden geleden een initiatiefnota ingediend waarin hier concreet handen en voeten aan wordt gegeven, inclusief geld, om dit punt te adresseren. Mevrouw Becker verdient alle lof op dit terrein.

De voorzitter:

Nee, mevrouw Agema, u heeft ... Een punt van orde. Maar iedereen heeft de mogelijkheid om twee vragen te stellen, en dat heeft de PVV ook al gedaan. Maar een punt van orde.

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, voorzitter. Ons aanvalsplan, met vijftien punten, daar is door de VVD gewoon tegen gestemd. Ik vind dat het wel zo netjes is om dat in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Dan heeft u uw punt gemaakt.

Minister Koolmees:

Voorzitter, ik kan dat niet beoordelen.

De voorzitter:

Dan heeft u dat ook gezegd. Ik ga naar mevrouw Özütok, namens GroenLinks.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Genitale verminking bij meisjes is afschuwelijk. Het verminkt deze meisjes voor de rest van hun leven. GroenLinks vindt dat we veel meer moeten inzetten op preventie en bewustwording in de gemeenschappen. Maar dat blijkt niet genoeg te zijn om verminking in het buitenland te kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld in Engeland en Wales zijn er speciale wetten om de slachtoffers te beschermen als er reden is om te denken dat het kind naar een land afreist waar het zal worden besneden. De rechter kan dan bijvoorbeeld een paspoort van het kind en de ouders innemen, om te voorkomen dat meisjes worden meegenomen naar landen waar ze besneden worden. Is het kabinet bereid om te kijken wat het van deze aanpak kan leren?

Minister Koolmees:

Het Verenigd Koninkrijk zei u toch?

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Ja.

Minister Koolmees:

Dat is ook een onderdeel van de aanpak, klopt. Daar kijken we inderdaad ook naar bij de uitrol van de actieagenda die we in de brief van 18 februari naar uw Kamer hebben gestuurd. Dus de aanpak in het Verenigd Koninkrijk dient als inspiratie voor ons om te kijken wat we daarvan kunnen leren en wat we over zouden kunnen nemen. Maar vraag me niet door op de details, want dat is net weer ...

De voorzitter:

Zeg dat nou niet, want anders ... Dank u wel.

Minister Koolmees:

Alstublieft.

Naar boven