4 Beantwoording schriftelijke vragen inzake het bericht "Ruzie met de universiteit over een briljant idee"

Aan de orde is het VSO Beantwoording schriftelijke vragen inzake het bericht "Ruzie met de universiteit over een briljant idee" (31288, nr. 840).

De voorzitter:

Het volgende onderwerp is het VSO Beantwoording schriftelijke vragen inzake het bericht "Ruzie met de universiteit over een briljant idee" (31288, nr. 840). Ik ben benieuwd welk briljant idee u heeft, meneer Wiersma, en met wie u daarover ruzie heeft. De heer Wiersma namens de VVD.

De heer Wiersma (VVD):

Voorzitter. Oké, ik zal ruziemaken. Het zal je maar overkomen dat je een briljant idee hebt, maar dat je daar op voorhand al afstand van moet doen om überhaupt aan je studie te mogen beginnen en om op dat briljante idee te kunnen komen. En dat gebeurt. Ik sprak afgelopen vrijdag meerdere studenten die op voorhand al een afstandsverklaring moeten tekenen of soms gewoon minder interessante opdrachten krijgen. Als je afstand doet van je intellectueel eigendom, dan krijg je vijftien opdrachten. Als je dat niet doet, krijg je er nog maar drie. Dat moeten we stoppen. Daar hebben we eerder ook aandacht voor gevraagd in de begroting. We zien ook dat daar nu goede stappen op worden gezet. Het is nu tijd om dat ook in het toezicht nog wat steviger aan te zetten. Dus een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat studenten bij aanvang van hun studie soms een afstandsverklaring moeten tekenen, waarmee het intellectueel eigendomsrecht hun wordt ontnomen;

overwegende dat studenten met goede ideeën juist aanmoediging en geen ontmoediging verdienen;

constaterende dat studenten die op voorhand afstand doen van hun eigendom soms meer onderwijsmogelijkheden worden geboden en deze kwaliteitsverschillen onwenselijk zijn;

constaterende dat de VSNU, in samenwerking met de verschillende universiteiten, werkt aan een richtsnoer met eenduidige en transparante regels;

verzoekt de regering in haar toezichtkader te borgen dat de toegankelijkheid en de kwaliteit en het aanbod van het onderwijs niet mogen afhangen van het wel of niet afstaan van het intellectueel eigendom, en de Kamer voor de zomer 2020 te informeren op welke manier de regering dit gaat vormgeven;

verzoekt de regering tevens in overleg met de VSNU en DutchSE de eenduidige richtlijn al per september 2020 te borgen en daarnaast te overleggen op welke wijze studentondernemers onafhankelijk juridisch advies kan worden geboden over de beste manier waarop zij met hun eigendomsrecht kunnen omgaan, en hierover de Kamer in september 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiersma en Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 842 (31288).

De heer Futselaar (SP):

Het lijkt mij een prima motie. Ik vroeg me af of het niet zinvol is om de Vereniging Hogescholen toe te voegen aan de lijst van instanties waarmee afspraken moeten worden gemaakt. Ik zou de heer Wiersma dus willen vragen of hij bereid is de motie als zodanig aan te passen.

De heer Wiersma (VVD):

Ik vind dat een goede suggestie. Ik zou de minister bij dezen willen vragen om even te reflecteren op die suggestie. Kan dat? Er is namelijk een richtsnoer bij de VSNU met universiteiten in ontwikkeling. Hogescholen doen dat op dit moment niet. Dit is dus een aansporing om daar meer te doen dan er op dit moment ligt bij die hogescholen. Ik zou die van harte ondersteunen, maar ik wil wel dat de minister de motie daar dan ook met evenveel warmte overbreng als ik dat probeer te doen. Dus ik wil even checken of zij dat ook een goed idee vindt.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Wiersma. Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Van Engelshoven:

Voorzitter, dank u wel. Kort over de motie. Ik ben graag bereid uw Kamer voor de zomer schriftelijk te informeren over het punt van de toegankelijkheid van het onderwijs en de borging daarvan in het toezichtskader. De VSNU — dat zegt u terecht — stelt nu dat richtsnoer op. Vervolgens moeten de universiteiten hun werkwijze aanpassen aan dat richtsnoer. Ik zal in september dat richtsnoer naar de Kamer sturen.

De heer Futselaar vroeg: is het nou ook niet een goed idee om dit ook toe te passen bij de hogescholen? Daar wil ik graag naar kijken. Ik vind het een goede suggestie. Maar dan ga ik dit tijdpad niet halen, want men is bij de VSNU al een end op streek — dat werkt — maar ook bij de hogescholen kan hetzelfde vraagstuk spelen. Dus het lijkt mij goed om daarnaar te kijken, maar dan kiezen we daar even een passend tijdpad voor. Als ik u toch voor de zomer informeer, zal ik u dan ook informeren over in welk tempo dat gaat.

De motie krijgt dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven