3 Studievoorschotvouchers en toezeggingen AO 16 oktober 2019 over DUO

Aan de orde is het VSO Studievoorschotvouchers en toezeggingen AO 16 oktober 2019 over DUO (24724, nr. 169).

De voorzitter:

Dan gaan we naar het volgende onderwerp. Dat is het VSO Studievoorschotvouchers en toezeggingen van het algemeen overleg van 16 oktober 2019 over DUO (24724, nr. 169). Ik geef mevrouw Westerveld namens GroenLinks het woord.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Bij de invoering van het leenstelsel is afgesproken dat studenten een studievoucher zouden krijgen die ze later zouden kunnen inzetten om verder te studeren. Maar deze regeling werkt, om het zacht uit te drukken, niet optimaal. Vorig jaar juni heb ik samen met collega Van der Molen het voorstel gedaan om de voucher ook te kunnen inzetten direct na het behalen van de studie. Dat is immers veel logischer: veel studenten die aan het studeren zijn, willen daar graag nog een volgende studie aan vastplakken, helemaal in een tijd waarin het moeilijk is om een baan te krijgen.

De reactie die we toen kregen, verbaasde ons al. Ik weet niet of de minister de Britse comedyserie Little Britain kent, maar daar heb je receptioniste Carol, die op allerlei heel logische vragen zegt: computer says no. Dat is ook ongeveer de reactie die wij kregen, namelijk dat de motie niet uitgevoerd kon worden. De minister schreef toen dat het niet lukte om op tijd de systemen van DUO aan te passen. Daarom dienden we tijdens de begrotingsbehandeling samen met het CDA en de SP een andere motie in met een best wel simpel verzoek. Het geld daarvoor staat gereserveerd, dus wij vroegen: keer dat nu uit aan studenten, bijvoorbeeld door vermindering van de studieschuld. Ook toen zei de minister dat het lastig was om dit uit te voeren. Later, tijdens een schriftelijk overleg, bleek dat er best wel wat mogelijkheden waren, maar dat daarvoor een kasschuif noodzakelijk was. Daar zou de minister bij de Voorjaarsnota op terugkomen. Toen de reactie kwam lazen we: "De benodigde kasschuif kon echter niet ingepast worden in het rijksbrede beeld. Dit betekent dat de aangehouden motie-Rog die zich richt op het uitkeren van de voucher, niet kan worden uitgevoerd." Dat is ambtenarentaal voor: geen idee waarom het niet kan.

Maar deze compensatie is wat ons betreft actueler dan ooit, want we hebben te maken met studenten die door corona financiële problemen krijgen. Het is moeilijk om een plek te vinden op de arbeidsmarkt. Daarom hopen wij toch dat er goed wordt gekeken naar wat er mogelijk is voor studenten. Wij sluiten ons straks aan bij een motie die de heer Van der Molen gaat indienen, maar ik wil de minister ook vragen om uit te leggen wat er aan de hand is met de vorige verzoeken die wij hebben gedaan. Is het echt: computer says no? Wil de minister van Financiën het niet? Of is er een andere reden?

De heer Paternotte (D66):

Die computer zijn wij natuurlijk allemaal, hè. Wij als Tweede Kamer zijn uiteindelijk de baas over de rijksbegroting. U zegt eigenlijk: de minister van Financiën ziet de ruimte niet om te schuiven met het geld. Ziet u die wel en waar ziet u die dan?

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Volgens mij lag er een heel helder verzoek van de Kamer — dat was de motie die we vorig jaar indienden — om te onderzoeken of studenten na het behalen van de eerste studie, de voucher meteen konden inzetten voor een vervolgstudie. Dat was de vraag. Daarop kwam de reactie dat de systemen van DUO niet goed, niet op tijd, aangepast konden worden, terwijl er op dat moment wel gewerkt werd aan herziening van de systemen van DUO om die motie uit te voeren. Daarom hebben we een tweede motie ingediend. Het verzoek van de Kamer is helder. We horen alleen van de minister dat het niet uitgevoerd kan worden. Daarom vraag ik nu: wat is daar precies de reden voor?

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Paternotte (D66):

Ik heb het nu niet over de systemen bij DUO, maar over het idee dat er een kasschuif nodig zou zijn om dat geld naar voren te halen en eerder te kunnen inzetten, zodat studenten het kunnen gebruiken, wat ik ook graag zou willen. Maar we krijgen terug dat het ministerie van Financiën aangeeft dat het gewoon niet uitvoerbaar is, niet zozeer door de systemen maar omdat het dat geld niet heeft. Dan is de vraag: ziet u dat wel en waar ziet u dat dan?

De voorzitter:

Eigenlijk dezelfde vraag.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Misschien geef ik dan wel hetzelfde antwoord. Dit is geld dat in de toekomst gereserveerd is en bedoeld is voor studenten, geld dat ze kunnen gebruiken om later hun studie te betalen. Dat geld is er dus voor die studenten. Wij vragen in die motie om dat geld naar voren te halen en er dus voor te zorgen dat studenten dat nu kunnen gebruiken, omdat gewoon blijkt dat die regeling voor studievouchers, ingevoerd met de beste bedoelingen, niet werkt zoals toen was verwacht. We vinden wel dat je voor die studenten die de pech hebben dat ze onvoldoende te maken kregen met de voorinvesteringen, maar die wel te maken kregen met het leenstelsel, best wel wat terug mag doen. Daarom was het concrete verzoek om dat voorstel om dat geld in te zetten naar voren te halen, zodat deze studenten daar nu gebruik van kunnen maken.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Westerveld. Dan geef ik nu het woord aan de heer Paternotte namens D66.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter, dank u wel. Goed om elkaar weer te zien. Ik stond hier afgelopen dinsdag ook over vouchers, met minister Van Nieuwenhuizen. Want tegenwoordig hebben heel veel Nederlanders vouchers. Wij vinden het wel fijn als mensen een vrije keuze hebben wat ze daarmee doen. Daarom heb ik de oproep gesteund die eerder is gedaan om te zeggen: geef studenten nou de keuze om dat eventueel in te zetten voor verlaging van de studieschuld. Daarvoor is natuurlijk wel nodig dat dat geld dat is gereserveerd voor veel later, een heel stuk naar voren wordt gehaald. Wat de minister eigenlijk zegt is: ja, ik ben daarvoor op de onderwijsbegroting gaan kijken, maar dan zou je moeten bezuinigen. Ik hoop dat we dat met z'n allen niet willen. Het alternatief is dat je het bij een andere begroting haalt, waar dan uitgaven uitgesteld kunnen worden. Daarvan geeft de minister van Financiën op dit moment aan dat dat niet kan. De rijksbegroting zal de komende tijd wel volatiel zijn. Het is niet ondenkbaar dat er projecten getemporiseerd zullen gaan worden. Ik hoop trouwens niet bij onderwijs, maar mogelijk wel bij andere departementen. Kan de minister ons toezeggen dat zij deze wens van volgens mij een breed deel van de Tweede Kamer bovenaan de agenda wil houden, om ervoor te zorgen dat als die gelegenheid zich voordoet door temporisering van projecten, die studievouchers alsnog aan studenten kunnen worden gegeven?

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Paternotte. Dan de heer Van der Molen namens het CDA.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Ik denk dat collega Paternotte van D66 het niet beter had kunnen zeggen: in deze Kamer leeft al wel veel langer een wens om wat collega Futselaar eerder als een soort veredelde VVV-bon heeft omschreven, de studievoucher — waarvan minstens 99% van de studenten niet weet dat ze die later ooit zou kunnen krijgen — veel nuttiger te besteden door dat bedrag af te trekken van de studieschuld. We hebben van de minister al in een eerder debat daarop een reactie gekregen, met een perfecte uitwerking hoe dat zou kunnen. Ik wil de minister daar nog voor danken, want dat was echt een compleet antwoord. Maar nog ligt de vraag van een heel aantal partijen in dit huis op tafel: bij de Voorjaarsnota kon het niet. De heer Paternotte zegt dat we dat moeten blijven proberen. Ik heb samen met GroenLinks, SP en ChristenUnie ook een motie om de minister op te roepen om bij de begroting daar opnieuw naar te kijken. Want de minister antwoordt: in het totale uitgavenpatroon van het Rijk kon ik het bij de Voorjaarsnota niet voor elkaar krijgen. Dat klopt: je moet schuiven met de uitgaven. Maar wellicht kan dat wel bij de volgende begroting. Want bij een begroting is dat altijd in dat opzicht makkelijker dan bij een Voorjaarsnota. Vandaar dat ik die motie nogmaals wil herhalen, in het volle besef van wat de heer Paternotte ook aangaf, namelijk dat dit best een knap lastige begroting zal worden.

De heer Paternotte (D66):

Zoals ik net zei, voel ik natuurlijk een heel eind mee met de heer Van der Molen. Het enige is wel: als het binnen het ministerie van Onderwijs zou moeten worden opgelost, heeft dat gevolgen voor het onderwijs in Nederland. Ik hoop dat wij samen delen dat dat niet zou moeten, dat u de mogelijkheid bij andere ministeries ziet en dat uw oproep daarmee ook een oproep is aan de minister van Financiën om rijksbreed daarnaar te gaan kijken.

De heer Van der Molen (CDA):

Ik neem aan dat iedereen oplet bij dit debat. Dit is inderdaad de wens die wij al op een aantal momenten hebben genoemd. Het zou heel gek zijn als we die wens niet opnieuw naar voren zouden brengen als we er in de Kamer opnieuw over spreken. De motie past ook bij uw pleidooi, dus we wachten de stemmingen gerust af.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister de Kamer heeft geïnformeerd over de onmogelijkheid om in het kader van de Voorjaarsnota middelen voor de studievoorschotvoucher terug te geven aan de studenten in de vorm van een vermindering van schuld of contante uitbetaling;

van mening dat het belangrijk is dat studenten hun studieschuld zo snel mogelijk aflossen;

verzoekt de regering om in het kader van Prinsjesdag 2020 opnieuw de mogelijkheid te verkennen dat studenten die al aanspraak konden maken op een voucher geen voucher ontvangen, maar dat in plaats daarvan vijf jaar na afstuderen hun schuld verminderd wordt met €1.835 en er, indien oud-studenten geen schuld van €1.835 hebben, wordt overgegaan tot contante uitbetaling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen, Westerveld, Futselaar en Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 172 (24724).

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Van Engelshoven:

Voorzitter, dank u wel. Ik wil graag even op twee punten reageren, namelijk het punt van mevrouw Westerveld over DUO en de uitvoering, en het punt van de kasschuif, want daar gaat het hier over. Ik hecht eraan om hier het beeld recht te zetten dat mevrouw Westerveld schetst over de uitvoerbaarheid bij DUO. Wij hebben eerder aangegeven dat wij de wensen van de Kamer steeds moeten bekijken tegenover de uitvoerbaarheid voor de uitvoeringsdiensten. We hebben breder bij het Rijk gezien — we hebben niet voor niks ook een breed project Werk in uitvoering — dat we echt problemen hebben gekregen omdat er soms te makkelijk bij allerlei wensen wordt gezegd "dat regelen we wel in de uitvoering" en systemen daardoor vastlopen. Juist vanuit de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat zo'n uitvoeringsdienst kan blijven functioneren, zodat alle studenten en scholen hun geld krijgen en we daarin niet vastlopen, moet ik ook enigszins prudent zijn in wat ik daarbij wel en niet kan toezeggen. Ik vind dat u de uitvoeringsdiensten onrecht doet als u dat wegzet als: dat is een receptionist die zegt "computer says no". Dat vind ik echt onrecht doen aan al die mensen bij de uitvoering die dag in, dag uit snoeihard werken, zeker nu ook, om al die dingen uit te voeren. Dat is ook wat er bij DUO gebeurt. We kijken iedere keer heel goed wat de politieke wensen zijn en hoe we die uitvoeren. En ja, als er iets mogelijk is, dan doen we dat. Maar soms lopen wij ook gewoon aan tegen de grenzen van de uitvoering. Dan zijn die reëel. Ik hoop dat u daar niet dit soort badinerende teksten over wilt uitslaan.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ik waardeer het dat de minister het opneemt voor haar mensen. Het was ook allerminst een verwijt aan de mensen bij DUO die hard werken. Dat weet ik wel. Maar het is natuurlijk wel een uitvoeringskwestie, zoals de minister ook zegt. De Kamer wil iets, en dat kan niet omdat de systemen niet werken. Daar ging mijn opmerking over, en niet over de hardwerkende mensen bij DUO of welke andere uitvoeringsorganisatie dan ook.

Minister Van Engelshoven:

Het komt niet doordat de systemen niet werken. Die systemen werken juist wel, maar om die blijvend te laten werken, moet je prudent zijn met wat voor tussentijdse aanpassingen je iedere keer in regelingen doet, ook op het punt van de vouchers, waar GroenLinks destijds ook mee heeft ingestemd. Ik sta open voor elke verandering van inzicht van de Kamer en ik kan deze ook nog heel goed volgen in de redenering, maar dan vraag ik u ook om er oog voor te hebben dat je niet iedere keer ingewikkelde systemen overnight kunt aanpassen.

Voorzitter. Dan de vraag over de kasschuif. Zeker nu deel ik de wens van de Kamer om te kijken naar het naar voren halen van de studievouchers en naar het eventueel aftrekken daarvan van de studieschuld. U hoeft mij niet meer verder te motiveren om daarnaar te kijken. Alleen snappen wij ook dat de meest minimale variant die ik u heb laten zien, een kasschuif van 190 miljoen betekent. Dat is een kasschuif die ik niet op mijn eigen begroting kan realiseren, zoals de heer Paternotte terecht zegt. Ik kan niet 190 miljoen naar achteren schuiven. Want hoe werkt de rijksbegroting? We hebben een afgesproken uitgavenplafond. Als ik 190 miljoen eerder wil uitgeven, betekent dit dat in dezelfde mate en in hetzelfde ritme elders 190 miljoen naar achteren moet worden geschoven. Daarover heb ik uitvoerig gesproken met de minister van Financiën. Bij de Voorjaarsnota zagen wij daar geen ruimte voor. Ik kan u ook al eerlijk zeggen dat uw wens bij de begroting ... U heeft ook enig zicht op wat er de laatste tijd met de uitgaven is gebeurd. Dus nu nog extra ruimte onder het plafond vinden? Ik denk dat u wel kunt raden welke kant dat opgaat. Als de Kamer mij vraagt om dit te verkennen, zou ik het ook prettig vinden als de Kamer zelf zegt waar zij die ruimte ziet. Want het is één ding om te zeggen "wij willen in meerderheid dat geld graag naar voren halen", maar het is de vraag of er ook een meerderheid te vinden is die in dezelfde mate bereid is projecten elders te temporiseren. Want daar lopen we dan natuurlijk ook tegen aan, want dit betekent dat op een andere begroting grote projecten — dan weten we allemaal wel ongeveer waar het zit — naar achteren worden geschoven. Ik vind de motie in die zin echt overbodig. Wij doen die verkenning continu. Dus ik ontraad de motie, maar ik ben wel continu aan het kijken of het kan.

De heer Van der Molen (CDA):

Maar die twee dingen sluiten elkaar in ieder geval niet uit. In ieder geval de partijen die de motie hebben ingediend, doen dan ook hetzelfde als de minister. De minister zegt: vertel mij dan even bij welke andere begroting ik dat moet schuiven. Dat delen we ook met elkaar; dat kunt u moeilijk voor uw collega beslissen en wij kunnen dat moeilijk voor onze andere collega's beslissen. Ik snap die patstelling dus ook. Het is ook niet om u een mes op de keel te zetten en te zeggen: u zal dat moeten en u zal dat doen. Ik vond het wel wat te gemakkelijk om, als we het geprobeerd hebben bij de Voorjaarsnota, nu bij de begroting ineens te zeggen: nou, laat het dan maar even liggen. Maar dat begrijp ik ook van de minister. Ik snap dus de context en ik snap ook helemaal de moeite die de minister erin moet steken.

De voorzitter:

En uw vraag?

De heer Van der Molen (CDA):

Maar ik zou van de minister dan inderdaad wel het commitment willen hebben dat zij, als die gelegenheid er straks is in de begroting, die wij nog niet helemaal kunnen overzien, die gelegenheid ook pakt.

Minister Van Engelshoven:

Ja, dat commitment heb ik ook eerder hier uitgesproken. In die zin vind ik de motie echt overbodig. We hebben met elkaar ook echt afgesproken dat echt overbodige moties hier worden ontraden.

De voorzitter:

Ja. Dank u wel. Volgens mij was u klaar. Dat klopt.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven