22 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Op verzoek van de fractie van 50PLUS benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken de heer Van Otterloo tot lid in de bestaande vacature en mevrouw Sazias tot plaatsvervangend lid in plaats van de heer Van Otterloo;

  • -in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid mevrouw Van Brenk tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 35267-10; 35300-XII-23; 35200-XII-13; 33652-68; 32861-49; 31936-569; 31936-563; 31936-562; 29984-840; 29862-40; 29453-508; 29398-720; 28089-143; 23645-699; 25295-53; 32813-474; 31066-554; 29538-318; 34682-42.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 25295-351; 35420-34; 35420-18; 2020Z07960; 21501-20-1537; 35300-VIII-157; 33845-38; 33845-39; 35420-5; 35300-IV-49; 35420-6; 35420-29; 2020Z07403; 35438-3; 32637-416; 35420-31; 35420-20; 35420-33; 29697-86; 29697-84; 22112-2853; 22112-2874; 35153-25; 32813-484; 2020Z07888; 2020Z04510; 30952-356; 22112-2873; 21109-243; 21501-32-1228; 28807-225; 33910-29; 2020Z04019; 21501-28-201; 27925-707; 27925-705; 27925-709; 35300-XVII-56; 31066-633; 32730-19; 32757-169; 33340-20;32847-642; 29453-514; 2020Z04494;21501-02-2153; 21501-04-229; 21501-02-2142; 34952-111; 26234-238; 34952-110; 34588-86; 32156-105; 35300-VII-116; 35300-VII-118; 34581-4; 31475-24; 28325-211;35300-VII-111; 35261-6;35218-11; 28479-82; 2020Z04571; 22112-2872; 31865-169; 25295-315; 26234-240; 31066-634; 34245-7; 35300-IX-18; 32623-267; 35000-V-55; 25422-265; 31066-629; 31289-418; 30952-358; 29861-49; 29861-48; 29861-47; 35359-3; 24724-170; 34700-71; 35300-VIII-178; 25295-318.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik zie de heer Van Weyenberg staan, terwijl op mijn lijst de heer De Groot staat. Gaat u hem vervangen? Dan is het woord aan de heer Van Weyenberg namens D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Mijn collega De Groot wil graag een debat met de minister van LNV over het nieuwe onderzoek over COVID-19 bij nertsen. Want als we één ding hebben geleerd van toen het misging bij Q-koorts, is dat je als een dierziekte overdraagbaar is naar de mens — nertsen kunnen mensen aansteken, is helaas gebleken — snel de meest vergaande maatregelen moet nemen. Dit debat vraag ik mede aan namens de Partij voor de Dieren en de PVV.

De voorzitter:

Ik zie de heer Futselaar, mevrouw Tellegen, de heer Van der Lee, mevrouw Kuiken, mevrouw Van Toorenburg en de heer Öztürk. Eerst de heer Futselaar.

De heer Futselaar (SP):

Steun voor dit verzoek, voorzitter, en wat ons betreft wordt het gecombineerd met het verzoek van mevrouw Ouwehand voor een ander debat over nertsenhouderij, dat ook nog staat volgens mij.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Mijn fractie zou het graag betrekken bij een groot debat over corona en landbouw en dat pas inplannen zodra de antwoorden op de feitelijke vragen binnen zijn.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat? Dan de heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor dit verzoek en ik sluit me aan bij de opmerking van de heer Futselaar. Het volgende verzoek zouden wij graag willen betrekken bij dit debat.

De voorzitter:

Oké. Dan mevrouw Kuiken namens de PvdA en daarna mevrouw Van Toorenburg en de heer Öztürk.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Volgens mij is het goed om een debat te voeren over corona en de landbouw. Dat zouden we graag willen voeren na ommekomst van de antwoorden op de vragen uit de schriftelijke ronde, zoals mevrouw Tellegen van de VVD al zei.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat. Dan de heer Öztürk namens DENK.

De heer Öztürk (DENK):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber namens de ChristenUnie en dan mevrouw Agema en mevrouw Van Kooten-Arissen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Dan mevrouw Agema namens de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

O, het verzoek was mede namens de PVV, dat is ook zo. Dat was ik vergeten. Dan mevrouw Van Kooten-Arissen.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (GKVK):

Voorzitter, van harte steun.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid, meneer Van Weyenberg. Er is ook een suggestie gedaan om het volgende verzoek te betrekken bij dat debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat komt dan zo, voorzitter. Ik kijk even hoe dat gaat.

De voorzitter:

Dat is goed.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, dan mijn tweede verzoek. Op 2 juni spreekt de Kamer met Commissaris Timmermans over de Europese Green Deal. Wij zouden graag het al op de lijst staande debat over de Europese Green Deal zo spoedig mogelijk daarna inplannen.

De voorzitter:

Ja. Mevrouw Tellegen namens de VVD.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun.

De voorzitter:

Allemaal steun? Dat is het geval, zie ik. Oké, geregeld. Dank u wel.

Mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. De heer Futselaar zei zojuist dat er al een debat staat over de nertsenfokkerij, waar we het zojuist aangevraagde debat misschien mee kunnen combineren. Dan vraagt de Partij voor de Dieren een ander debat aan over het enorme probleem dat slachthuizen een brandhaard voor corona blijken te zijn. De Kamer heeft het hier, in elk geval vanuit mijn fractie, al heel vaak over gehad. Er is een aangenomen motie dat de RIVM-richtlijnen daar moeten worden afgedwongen. De situatie die iedereen zag aankomen, is nu dus gebeurd. Er zijn ontzettend veel mensen ziek. Wij moeten daar dringend een debat over voeren met de minister van LNV wat ons betreft.

De voorzitter:

Dan heb ik mevrouw Van Toorenburg, de heer Futselaar, de heer Van der Lee, de heer Van Weyenberg en mevrouw Agema.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Geen steun, voorzitter.

De heer Futselaar (SP):

Steun voor dit debat. Ik vind zelf eigenlijk dat de minister of staatssecretaris van Sociale Zaken er ook bij zou moeten zijn, omdat dit ook heel erg de situatie van arbeidsmigranten betreft.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Zeker.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun, inclusief de suggestie van de heer Futselaar.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Hier hebben wij het gisteren ook uitgebreid over gehad in het notaoverleg Arbeidsmigratie. Daarin is ook een motie van GroenLinks ingediend en ik heb een actie gezien, dus voor het moment geen steun. Maar laten we wel even kijken of de strenge acties die gisteren zijn aangekondigd, vanavond tot gevolgen leiden als blijkt dat de veiligheid niet gegarandeerd is.

De voorzitter:

Dus geen steun. Mevrouw Agema namens de PVV, dan mevrouw Tellegen en dan mevrouw Kuiken.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ja. En ook namens de Groep Krol/Van Kooten-Arissen steun voor het debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun voor het verzoek. Ik kan me aansluiten bij de woorden van de collega van D66.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, wel steun voor dit debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Net niet genoeg, zie ik.

De voorzitter:

Nee.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Nee. Nou dan heb ik goed nieuws. Ik had nog een debataanvraag, maar die heb ik ingetrokken. Zo houden we het zo efficiënt mogelijk, maar wat mij betreft moeten we hier wel over spreken, dan maar in een commissiezaal. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Dat klinkt dreigend, maar dat is niet zo bedoeld.

Dan mevrouw Kuiken namens de PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik sta hier namens mevrouw Van den Hul. Ik wil een debat met de minister van Justitie en Veiligheid over het zoveelste incident met antihomogeweld, in dit geval in Amsterdam. Het is het vijfde incident op rij. Ik denk dat dit om een debat vraagt.

De voorzitter:

Dan heb ik mevrouw Agema, de heer Van der Lee, mevrouw Tellegen.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Heel belangrijk onderwerp, waar wij graag over debatteren, maar voeg het dan toe aan een reeds gepland veiligheidsdebat. Dan kunnen we er eerder over praten dan in een apart debat, dus geen steun voor het verzoek.

De heer Futselaar (SP):

Steun.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter, steun. Als het eerder kan, liever eerder, maar vooralsnog steun.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, steun voor het debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

De heer Van Weyenberg geeft iedereen het woord! Mevrouw Van Kooten-Arissen.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (GKVK):

Voorzitter, van harte steun.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, zeker steun. We hebben namelijk ook nog niet gedebatteerd over het rapport van het WODC.

De voorzitter:

Dan heeft u een meerderheid.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Fijn. Dan kunnen we dat toevoegen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Ik doe dit verzoek namens mijn collega Ellemeet. We verwachten nog een aantal besluiten in de routekaart voor de hele corona-aanpak begin volgende week. Dat betekent dat er volgende week donderdag weer een regulier coronadebat is. Maar we zouden willen voorstellen om vanaf de week daarna over te gaan tot een debat om de week met de ministers van VWS over de corona-aanpak.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. De ministers van VWS zijn altijd van harte welkom. Op het briefje dat rond is gegaan, stond nog wat, namelijk: zonder de minister-president. Dat spreekt de collega nu niet uit. Als dat betekent dat hij bedoelt dat de minister-president er nog wel bij is, dan steunen wij het. Dan verandert er niets. Maar als het zijn bedoeling is om de minister-president dan niet meer uit te nodigen, ben ik het daar zeer mee oneens. Zolang miljoenen Nederlanders nog in hun vrijheid worden beknot, kan het niet te veel zijn voor de minister-president om iedere twee weken hier in de Kamer te verschijnen.

De voorzitter:

De heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Nou, het voorstel is dat de minister-president er volgende week donderdag bij is, zoals we gewend zijn te doen. Maar in de weken daarna prefereren wij om het debat met de bewindslieden van VWS te voeren, tenzij er zich hele bijzondere nieuwe ontwikkelingen voordoen. Maar het is niet ons voorstel om hem elke keer nadrukkelijk uit te nodigen. Daarbij geldt natuurlijk dat het kabinet ook gaat over zijn eigen aanwezigheid.

De voorzitter:

Oké. Dan ga ik naar mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, volgens mij zijn er nog voortdurend bijzondere ontwikkelingen en daarom geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter, u kent mij: ik wil eigenlijk nooit van tevoren aangeven welke bewindspersoon ergens bij is. Maar als de vraag is "kunnen we voortaan het debat voeren met de woordvoerders die over de zorg en over corona gaan?", dan is mijn antwoord ja.

De voorzitter:

De heer Futselaar namens de SP. O, mevrouw Tellegen stond er ook. Het maakt niet uit. Gaat u verder.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. Ook fracties gaan zelf over wie zij afvaardigen bij een debat. Maar mijn fractie hecht er voorlopig toch aan om de minister-president erbij te hebben. Corona beheerst de hele samenleving en dan wil je het ook over de hele samenleving kunnen hebben, en niet alleen over de portefeuille van de minister van VWS.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Mevrouw Van Toorenburg zei het volgens mij goed en herformuleerde eigenlijk het verzoek van de heer Van der Lee, namelijk dat we over twee weken een debat gaan hebben dat zuiver toeziet op VWS, met de woordvoerders van VWS. Dus dan steun ik dat verzoek.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, steun. Als er ontwikkelingen zijn, dan weet deze Kamer volgens mij altijd aan te geven dat de aanwezigheid van de minister-president wel op prijs wordt gesteld.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Het is een zeldzaam compliment voor de minister-president als zijn aanwezigheid niet meer gewenst is bij debatten over belangrijke onderwerpen. Maar wat mijn fractie betreft vinden wij het op dit moment nog heel waardevol dat ook de minister-president erbij aanwezig blijft.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (GKVK):

Voorzitter, daar sluit ik mij ook van harte bij aan. Wij vinden ook ... Dit is zo'n ongekende crisis. In de woorden van de minister-president: we varen vooral op zicht en er worden fouten gemaakt. Dus daarbij is de aanwezigheid van de minister-president toch wel heel erg noodzakelijk.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, mijn fractie steunt het verzoek, zoals nader gepreciseerd door mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Ik vind het heel bijzonder dat GroenLinks dit voorstel doet, maar wat ons betreft hechten wij waarde aan de minister-president bij coronadebatten.

De heer Öztürk (DENK):

Het is heel bijzonder dat GroenLinks vanuit de oppositie zo'n voorstel doet. Geen steun. Ik denk dat het goed is voor het land dat de minister-president hier voor deze belangrijke zaak ook verantwoording aflegt. En dat hij niet aanwezig zou zijn ... Ik weet niet wat de meerwaarde is voor GroenLinks. Ik begrijp dat niet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, ik begrijp het verzoek wel. In het afgelopen debat had ik bijvoorbeeld allemaal vragen op het terrein van de slachthuizen en dan is het toch handiger als bijvoorbeeld de minister van LNV even was aangeschoven in plaats van de minister-president, die een briefje voorleest. Maar ik snap ook de collega's die zeggen: het is nog te vroeg. Ik zou zeggen: laten we kijken wanneer het kan, want ik snap op zich de gedachte wel dat je het op een gegeven moment met de woordvoerders van VWS en de minister van VWS af moet kunnen.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter, een punt van orde.

De voorzitter:

Een punt van orde van de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Ik vind het onbegrijpelijk dat GroenLinks nog het predicaat "oppositie" durft te hanteren. Los daarvan vind ik dit een principieel punt. We zijn hier volgende week dinsdag toch. Voordat u concludeert, zou ik hier een hoofdelijke stemming over willen aanvragen.

De voorzitter:

Over een procedurevoorstel?

De heer Wilders (PVV):

Maak hiervan een procedurevoorstel om hier volgende week dinsdag hoofdelijk over te stemmen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Volgens mij is het goed als ik nog even hierop reageer. Ik zie de reactie van de Kamer. Ik denk dat het goed is dat we kiezen voor debatten met de woordvoerders van VWS in de week na volgende week.

De voorzitter:

Daar gaan de fracties over, niet de Kamer. Goed. Ik denk dat iedereen daarop heeft gereageerd en heeft gezegd wat daarover te zeggen valt. Ik zie u twijfelen. U wilt wat zeggen.

Ik schors de vergadering.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder. Collega Van der Lee is onwel geworden. Hij wordt gelukkig goed verzorgd. Hij loopt weer en heeft een slokje water genomen, dus het komt allemaal wel goed. We gaan nu verder met een verzoek van de heer Omtzigt. Mag daar ook, hoor. Dat is prima.

De heer Omtzigt (CDA):

Dank u wel, voorzitter. We zouden graag alle uitstaande vragen beantwoord zien voor het debat over het stopzetten van de kinderopvangtoeslag. Dat zijn vragen over de zwarte lijsten en over de ADR. We zouden willen vragen om de spreektijden vast te stellen op zes minuten in de eerste termijn van de Kamer.

De voorzitter:

Wie is tegen uitbreiding van de spreektijden? Niemand. Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet en de spreektijden op zes minuten vast te stellen. Voor nu schors ik even de vergadering. Dank voor jullie aanwezigheid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven