9 Regio Deals

Aan de orde is het VAO Regio Deals (AO d.d. 22/01).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO, het voortgezet algemeen overleg, over regiodeals. Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid van harte welkom, net als de Kamerleden en de kijkers thuis. Een VAO is een kort debat. Alle leden hebben twee minuten spreektijd. Ik geef allereerst het woord aan de heer Schonis van D66. Gaat uw gang.

De heer Schonis (D66):

Dank, voorzitter. Ik denk dat we een aardig AO hebben gehad, waarin de regiodeals als instrument goed zijn toegelicht. Ik heb gezegd: wat D66 betreft is er een toekomst voor de regiodeals. Vandaar een motie om dat te markeren. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verschillende regio's zijn versterkt door middel van de regio-envelop en de afgesloten regiodeals;

overwegende dat de regiodeals succesvol zijn in het versterken van de regio's, innovatie en verdere ontwikkeling stimuleren;

van mening dat de regiodeals een vervolg dienen te krijgen;

verzoekt de regering om bij de reeds door de minister aangekondigde tussentijdse evaluatie in dit najaar, ook aandachtspunten mee te nemen over net al dan niet voorzetten van de regiodeals,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schonis en Geurts. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 75 (29697).

De heer Schonis (D66):

Ik dien nog een motie in, omdat ik ook heb aangegeven dat wij wat objectieve criteria zouden willen voor het toekennen van de deals. Daarom deze tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat deze kabinetsperiode is ingezet op versterking van de regio's door middel van het beschikbaar stellen van 950 miljoen euro voor het sluiten van deals;

overwegende dat bij het selecteren van projecten die voor een regiodeal in aanmerking komen tot op heden geen heldere criteria zijn gehanteerd;

verzoekt de regering om bij de reeds door de minister aangekondigde tussentijdse evaluatie in dit najaar, ook aandachtspunten mee te nemen over criteria waarop toekomstige projecten kunnen worden geselecteerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schonis en Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 76 (29697).

De heer Schonis (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Geurts van het CDA.

De heer Geurts (CDA):

Dank, voorzitter. Een sterke samenleving wordt niet vanuit Den Haag opgebouwd, maar in de regio, in de stad en in de eigen buurt. In het regeerakkoord hebben wij daarom nadrukkelijk ingezet op de regio, met de aanpak van regionale knelpunten. We zien dat het samenwerken in de regio bevorderd is bij het indienen van aanvragen voor regiodeals. Vooral dit onverwacht samenwerken in de regio blijkt al een groot succes te zijn: er ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden tussen bedrijfsleven, scholen en overheid. Samen met D66 hebben wij een motie ingediend, die net werd voorgelezen. En de VVD zal zo meteen mede namens ons ook een motie indienen, waarin we trachten richting te geven aan het voortbestaan van de regiodeals, om juist dat onverwacht samenwerken te bevorderen. Daarom heb ik zelf, namens de CDA-fractie, geen moties.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Weverling van de VVD.

De heer Weverling (VVD):

Dank u, voorzitter. Ik ga meteen een motie indienen, zoals al was aangekondigd door mijn CDA-collega.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat deze kabinetsperiode is ingezet op versterking van de regio's door middel van het beschikbaar stellen van 950 miljoen euro voor regiodeals, maar dat van de ruim 100 aanvragen voor regiodeals slechts een gedeelte kon worden toegewezen;

overwegende dat een evaluatie van de systematiek van aanvraag, beoordeling en uitkering reeds is toegezegd;

overwegende dat veel kennis en ervaring is opgedaan met het oplossen van regionale maatschappelijke en economische knelpunten en het bevorderen van gemeentegrensoverschrijdende samenwerking;

verzoekt de regering in overleg met de betrokken stakeholders, zoals gemeenten en provincies, een conferentie te organiseren om best practices, do's en don'ts en kennis over deze onderwerpen uit te wisselen, zodat alle regio's kunnen meeprofiteren van de succesvolle inzet op regionale samenwerking,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Weverling, Geurts, Schonis en Van der Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 77 (29697).

Dank u wel. Ik schors de vergadering voor een kort moment, zodat de minister de tijd heeft ... O, de minister is in staat om meteen een appreciatie te geven. Ik zie de heer Moorlag nog binnenkomen. Wilt u ook nog een bijdrage leveren? Excuus, minister. De heer Moorlag, last minute, van de PvdA.

De heer Moorlag (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Excuus dat ik nu eerst binnenval. Ik had het oude schema nog voor ogen, dus ik was druk bezig om mijn appartement schoon te maken.

Maar, voorzitter, ik ben blij dat ik nog de gelegenheid heb om een motie in te dienen. In de eerste termijn heb ik een bijdrage geleverd aan het algemeen overleg over de regiodeals. Daarin heb ik benadrukt dat de toegang tot voorzieningen en het welvaartsniveau in de perifere regio's en in de krimpgebieden voor de PvdA het meest urgent is. Daar doen zich grote knelpunten voor. Ik heb een aantal voorbeelden gegeven. Daarom wilde ik graag de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vooral in de perifeer gelegen grensregio's de ontwikkeling van welvaart achterblijft en de toegang tot voorzieningen onder druk staat;

overwegende dat artikel 20 van de Grondwet bepaalt dat spreiding van welvaart een voorwerp van zorg der overheid is;

verzoekt de regering bij de toekenning van middelen voor de regiodeals het wegnemen van welvaartsverschillen en het verbeteren van toegang tot voorzieningen leidende principes te laten zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Moorlag.

Zij krijgt nr. 78 (29697).

De heer Moorlag (PvdA):

Overigens, voor de tweede overweging heb ik de Grondwet er even op nageslagen.

Nog een korte toelichting. Er is een afwegingskader. Dit staat daarin niet als leidend principe verwoord, maar aan de andere kant is het met dit afwegingskader wel zo dat het heel ruim geformuleerd is. In het verleden zijn er door meerdere fracties zorgen geuit over de groeiende verschillen tussen stad en platteland. Ik hoop dus dat deze motie op de welwillende steun van de minister en van de collega's mag rekenen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Moorlag van de PvdA.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van de motie voldoende ondersteund.

De minister heeft aangegeven dat ze meteen haar appreciaties kan geven. Het woord is aan de minister.

Minister Schouten:

De laatste motie heb ik nog niet op papier, maar ik ga vast op de andere twee moties in. Ik begin bij de eerste motie, op stuk nr. 75. Ik ben blij dat de indieners het nut en de meerwaarde van de regiodeals zien. Die zie ik ook. Daarom zijn we er nu ook hard mee bezig. In de motie wordt gevraagd om bij de tussentijdse evaluatie ook aandachtspunten mee te nemen voor het al dan niet voortzetten van de regiodeals. Uiteraard is dat aan een volgend kabinet, want dit kabinet heeft geen geld meer voor nieuwe tranches. We gaan eerst evalueren; deze motie kan ik daarin meenemen. Zonder vooruit te lopen op de evaluatie, kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De eerste motie krijgt dus oordeel Kamer.

Minister Schouten:

Ja. Bij de tweede motie heb ik een tussenopmerking. In de overweging staat dat er nu geen heldere criteria zijn gehanteerd. Ik denk dat wij een vrij helder afwegingskader hebben gemaakt, waarin we vooraf voor alle partijen de criteria hebben aangegeven om die deals in te richten, op te stellen en aan ons te doen toekomen. Die overweging deel ik dus niet, want er zijn gewoon heldere criteria. In de motie wordt gevraagd om te kijken naar die criteria en daar aandachtspunten voor mee te nemen. Dat kan ik dan wel doen. In die zin kan ik de motie dus oordeel Kamer geven, maar ik zou de heer Schonis in overweging willen geven om, als hij oordeel Kamer wil krijgen voor zijn motie, de motie zo aan te passen dat het geen overweging, maar een mening van hem is. Want het is echt geen feit dat er geen heldere criteria zijn.

De heer Schonis (D66):

Ik zou zeggen: het is een soort aanmoediging aan de minister om tot die evaluatie te komen en die criteria misschien wat meer uit te werken. Ik kan me voorstellen dat we nog even kijken naar de formulering van de overweging.

Minister Schouten:

Als dat zo is en als in de motie inderdaad gevraagd wordt om in de evaluatie even goed naar de criteria te kijken, dan is dat prima. Dat wil ik doen. Dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. Dan ga ik ervan uit dat de heer Schonis de overweging op dat punt aanpast.

De voorzitter:

Mocht dat niet zo zijn, wat is uw appreciatie dan?

Minister Schouten:

Ik heb gehoord dat het gaat gebeuren, dus ik ga er gewoon van uit dat dat zo is.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Schonis knikt, dus we gaan ervan uit dat de motie op stuk nr. 76 oordeel Kamer krijgt en later nog gewijzigd wordt.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 77 is de motie die ik wist dat zou komen, want dit voorstel dropte de heer Weverling tijdens het AO al, in de allerlaatste minuut. Ik heb hem toen ook aangemoedigd om dat even te bekrachtigen. Normaal doe ik dat niet, maar ik vond het zo'n mooi voorstel uit de koker van de heer Weverling. Ik kan deze motie dan ook oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 77 krijgt oordeel Kamer.

Minister Schouten:

Dan de motie op stuk nr. 78. Ik zoek een beetje naar waar deze motie precies op ziet. We zijn nu natuurlijk bezig met de toekenning van de derde tranche. Voor die tranche zijn gewoon criteria opgesteld. Als ik de criteria nu moet gaan beperken, ga ik de regels veranderen terwijl het spel gaande is, en dat vind ik niet zo fair tegenover degenen die die deals hebben ingediend. Als de heer Moorlag mij vraagt — ik probeer het even — om, naar analogie van de motie van de heer Schonis, aandachtspunten bij de evaluatie te betrekken en te kijken hoe deze twee punten uitwerken en wat de meerwaarde daarvan is, kan ik dat meenemen. Maar als dit op de derde tranche is gericht, zou ik de motie willen ontraden, want dat vind ik niet eerlijk tegenover de mensen die die deals hebben ingediend.

De heer Moorlag (PvdA):

De minister is welwillend naar de toekomst toe; dat proef ik. Zij heeft het over het huidige afwegingskader en de criteria. Dat wil ik ook respecteren. Ik ben er niet op uit om tijdens het spel de spelregels te wijzigen. Maar zoals ik bij de indiening al zei, is er natuurlijk afwegingsruimte voor de minister. Zij hoeft daar nu verder geen oordeel over te geven, maar ik zou het zeer waarderen als ze binnen de afwegingsruimte en binnen de spelregels oog heeft voor de positie van met name de perifere regio's. Ik vraag daar geen toezegging op. Het is meer een boodschap die ik de minister wil meegeven. Voor het overige heb ik waardering voor de uitleg die de minister aan de motie geeft. Zo mag die worden verstaan.

De voorzitter:

U bent het dus eens met de interpretatie. Daarmee krijgt de motie op stuk nr. 78 oordeel Kamer.

Minister Schouten:

Maar dan vraag ik de heer Moorlag wel even om de motie aan te passen. Ik was nog niet klaar met mijn appreciatie. Het blijft nu echt een beetje open. Ik kan mij voorstellen dat dat naar de buitenwacht toe verwarring oproept. Dat zou ik niet goedvinden. Ik wil de heer Moorlag vragen of hij de motie dan echt wil richten op de tussentijdse evaluatie die eraan komt en dat wij daarbij ook kijken naar het wegnemen van welvaartsverschillen en het verbeteren van toegang tot voorzieningen. Dat moet echt een aandachtspunt in de evaluatie zijn. Als hij de motie zo zou willen aanpassen, kan ik haar oordeel Kamer geven. Zo is de motie echt te onduidelijk voor degenen die straks in de rats schieten over die derde tranche.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Moorlag, bent u bereid om de motie dusdanig aan te passen?

De heer Moorlag (PvdA):

Ja, ik zal de motie wijzigen. Dan kan zij opnieuw worden rondgedeeld.

Minister Schouten:

Prima. Dan doen we het zo.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Stemmingen over de ingediende moties vinden volgende dinsdag plaats.

Het lijkt mij goed om meteen over te gaan naar het volgende debat.

Naar boven