7 Toezicht en handhaving

Aan de orde is het VAO Toezicht en handhaving (AO d.d. 16/01).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Toezicht en handhaving. Ik geef graag het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Een tweetal moties naar aanleiding van ons algemeen overleg Toezicht en handhaving, over twee domeinen binnen het takenpakket van de ILT waarop volgens mijn fractie meer gedaan kan worden en waarop we het verschil kunnen maken.

De eerste motie gaat over emissiereductie door de inzet van de beste beschikbare technieken.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de stikstofuitstoot van de industrie verder kan worden teruggedrongen door de inzet van beste beschikbare technieken (BBT);

overwegende dat uit de IBRA 2019-rapportage van de ILT blijkt dat door een ILT-interventie van 2012 tot 2015 in totaal 26% meer stikstofreductie bereikt had kunnen worden bij de 700 bedrijven uit scenario 2;

verzoekt de regering om met de ILT en bevoegde gezagen te onderzoeken hoe de inzet van beste beschikbare technieken bij het verlenen en reviseren van vergunningen de stikstofuitstoot van de industrie verder valt te reduceren, en hierover binnen twee maanden te rapporteren aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Postma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 289 (22343).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

De volgende motie gaat over de inspecties in de luchtvaart.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de luchtvaart voor een grote uitdaging staat om de impact op de leefomgeving te verminderen en dat toezicht en handhaving hierbij cruciaal zijn;

overwegende dat ook de veiligheid verhoogde aandacht behoeft, gezien de aanbevelingen van de OVV, de ongelukken met de Boeing 737 MAX en de recente informatie over het ongeluk uit 2009 met het toestel van Turkish Airlines;

overwegende dat de ILT vanuit de risicogestuurde aanpak meer flexibel personeel aanneemt, maar dat voor de handhaving en inspecties omtrent luchtvaart specifieke kennis nodig is;

verzoekt de regering jaarlijks aan de Kamer specifiek te rapporteren hoe de toezichthoudende taken van de ILT op het gebied van luchtvaart worden vormgegeven en welke capaciteit hiervoor noodzakelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Paternotte. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 290 (22343).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. De heer Laçin, SP.

De heer Laçin (SP):

Dank, voorzitter. Ik heb tijdens het AO aandacht gevraagd voor twee elementen van de inspectiedienst. Nogmaals, ik vind dat de ILT bij de grote chemische industrie een belangrijkere rol moet gaan spelen. Als het lokaal bevoegd gezag eigenlijk niet toereikend is, moet de ILT naar voren stappen. Daarover ga ik nu geen motie indienen, want over het VTH-stelsel, het stelsel voor vergunning, toezicht en handhaving, gaan we nog een uitgebreider debat voeren, dus die motie bewaar ik daarvoor.

Ik heb ook aandacht gevraagd voor de onderlinge samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten, landelijk. We hebben bijvoorbeeld bij de stint gezien dat verschillende inspectiediensten daarin een rol hadden. Wat mij betreft kan die samenwerking wat beter. Ik hoop dat de minister door deze motie het initiatief gaat nemen om dat samen met andere collega's op poten te zetten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er casussen zijn waarbij verschillende inspectiediensten een rol spelen;

overwegende dat de samenwerking tussen verschillende inspectiediensten geïntensiveerd en verbeterd kan worden;

overwegende dat een betere samenwerking de kwaliteit van het inspectiewerk ten goede komt;

overwegende dat hierbij de rollen en verantwoordelijkheden vanuit verschillende inspectiediensten gewaarborgd kunnen blijven;

verzoekt de regering voor één of meerdere opdrachten, waaronder het toezicht op nieuwe, lichte (elektrische) voertuigen, verschillende inspectiediensten binnen één team onder te brengen en samen te laten werken, en de resultaten en verbeterpunten van deze samenwerking met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 291 (22343).

De heer Laçin (SP):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Tot slot is het woord aan de heer Dijkstra van de VVD.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een goed debat gehad over toezicht en handhaving. Mijn eerste zin, toen en nu: toezicht en handhaving zijn onmisbaar in onze samenleving, want risicoloos bestaat niet, maar je wilt wel dat de dingen goed geregeld zijn. Twee punten wil ik nu nog benadrukken. Dat is met name de flexibiliteit die we nodig hebben in een organisatie om te kunnen afwijken als dat moet en om risicogestuurd te kunnen gaan werken. Er zijn 160 beleidsvelden, maar altijd duikt er weer iets op, ergens in de media of waar dan ook, waar we op moeten kunnen sturen. Die ruimte om flexibel te zijn, moeten we kunnen blijven houden.

Twee. Ik wil graag toch wel dat deze minister kijkt naar het personeelsbeleid van de Inspectie Leefomgeving en Transport, wetende dat er een vergrijzingsgolf aan zit te komen, wetende dat de kennis en kunde van mensen essentieel is en dat de mensen in die organisatie het belangrijkste aandeel erin hebben om dat toezicht en die handhaving goed te doen. Hoe gaat de minister grip houden op dat onderdeel, zeker op dat personeelsbeleid? Is zij bereid de Kamer daarover te informeren? Is zij bereid om in ieder geval met de ILT te spreken over deze grote uitdaging, over hoe je de mensen vasthoudt, hoe je mensen op het goede niveau krijgt en houdt, ook als er zo meteen heel veel mensen vertrekken vanwege vergrijzing? Graag een reactie.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk naar de minister. Kan zij direct overgaan tot beantwoording? Dat is het geval. Het woord is aan de minister.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Voorzitter, dank u wel. Eerst maar even de vraag die nog gesteld is door de heer Dijkstra, om voldoende flexibiliteit te borgen. Het past ook binnen de IBRA-systematiek om in te kunnen spelen op nieuwe risico's. Het past ook bij de signaleringsmethodiek die de ILT toepast dat als ze ergens iets nieuws signaleren, dat ze dat ook gelijk op die manier rapporteren aan ons ministerie.

Dan de personeelsagenda. Hoe borgen we dat we, ondanks de uitstroom die door de vergrijzing plaatsvindt, op tijd voldoende goede mensen terug hebben? Daar wordt voortvarend aan gewerkt, ook door de ILT. Er wordt ook samengewerkt met Rijkswaterstaat, want u weet ook dat dit een breed maatschappelijk probleem is, dat er overal heel veel mensen uitstromen. Daar wordt heel breed voortdurend naar gekeken, ook in het kader van de extra financiële middelen die wij ook met steun van uw Kamer voor de ILT hebben, waardoor je ook wat extra mensen kunt toevoegen aan het bestand. Wij zullen daar echt bovenop blijven zitten. Wanneer daar nieuws over te melden is, zal ik uw Kamer uiteraard op de hoogte houden van de human capital agenda.

De heer Laçin (SP):

Korte vraag. Ik heb ook aandacht gevraagd voor dit punt in het AO. Ik zou graag aan de minister willen vragen of zij een verzoek bij de ILT kan doen, ook naar aanleiding van de cijfers die zij in het AO heeft genoemd van de in- en uitstroom, of de ILT schriftelijk met ons zou kunnen delen hoe ze dit denken te kunnen uitvoeren, met de cijfers die de minister noemde. Ik zou hier graag schriftelijk wat nader over geïnformeerd willen worden, als dat kan.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dat is prima. Laat ik maar gewoon zeggen dat we daarover iets op papier zullen zetten om u zo veel mogelijk gevoel te geven bij wat daar nu gebeurt. Dat kunt u tegemoet zien.

Voorzitter. Dan is er een heel bijzonder moment aangebroken waar ik lang naar uitgekeken heb. Ik denk dat sommige Kamerleden het al aan voelen komen. Ik heb altijd gedacht dat eens een keer het moment zou gaan komen dat ik in één keer op alle moties die ingediend zijn, kan zeggen: oordeel Kamer. Het helpt dat het er vandaag maar drie zijn, maar vandaag is het zover. Ik kan op alle drie de ingediende moties aangeven dat ik ze oordeel Kamer geef. Ik denk dat het niet heel veel zou toevoegen om ze nu opnieuw te gaan benoemen, maar de beide moties van de hand van mevrouw Kröger en de motie van de hand van de heer Laçin kan ik dus oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Nou, dat is een heel heugelijk moment, waarvoor dank.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja, dat ik dat ooit mocht meemaken!

De voorzitter:

Dan zijn wij hiermee op een heel positieve manier aan het einde van dit VAO gekomen. Dank voor uw komst naar de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven