7 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Nijboer namens de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Ik ben met wat ambachtelijk parlementair werk bezig. Ik heb een gewijzigde motie die ik nog weer nader wil wijzigen. Daarom vraag ik u de stemming onder punt 18, over het debat over de Najaarsnota 2019, aan te houden tot volgende week. Dan dien ik een gewijzigde motie in en dan is het helemaal klaar.

De voorzitter:

Dan gaat ook de stemverklaring van mevrouw Beckerman niet door, neem ik aan. Nee? Oké. Dan gaan wij daar niet over stemmen.

Mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou de motie op stuk nr. 508 onder punt 9, moties ingediend bij het VAO Woningcorporaties, ook graag aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (29453, nr. 508) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan gaan we nu stemmen.

Naar boven