6 Afscheid van het lid Thieme (PvdD)

Aan de orde is het afscheid van het lid Thieme (PvdD).

De voorzitter:

Aan de orde is het afscheid van mevrouw Thieme. Waar is mevrouw Thieme? Ze mag niet zomaar weg. Welkom, mevrouw Thieme! Aan de orde is dus het afscheid van mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren. Ik begin met haar afscheidsbrief. Ik waarschuw jullie: het is een brief van mevrouw Thieme, niet van mij.

"Geachte Voorzitter, beste Khadija,

22 november 2006 was een historische dag; voor het eerst in de politieke geschiedenis werd er een partij voor de dieren verkozen in een nationaal parlement. Niemand had het verwacht, toch gebeurde het: de Partij voor de Dieren kwam met twee zetels de Kamer in. Esther Ouwehand en ik kregen bij de installatie te horen dat we zouden worden begeleid door griffier Linda Kipp. Dat verwachtten wij dan weer niet.

Onze beslissing om de Partij voor de Dieren op te richten was ingegeven door de verharding van het klimaat voor dieren onder Balkenende I. Dat kabinet veegde in drie maanden tijd bijna alle dierenwelzijns- en milieumaatregelen waar de groene beweging zo hard voor had gestreden, van tafel. Zonder noemenswaardig protest van de zich diervriendelijk noemende partijen. Het was de spreekwoordelijke druppel.

Ik ben er trots op dat we de bescherming van dieren, natuur en milieu veel hoger op de politieke agenda hebben gekregen. Dat we in 2007 de eerste Nederlandse klimaatdocumentaire in première konden laten gaan: Meat the Truth. Dat de minister van Landbouw ons verweet dat de film één grote leugen was, onderzoek door Wageningen Universiteit naar onze beweringen gelastte en bakzeil moest halen omdat alles klopte. Dat het nu algemeen bekend is dat de veehouderij een van de grootste veroorzakers van klimaatverandering is. Dat we in 2013 de veiling van natuurgebieden door het kabinet hebben weten stil te leggen, door kiezers en leden op te roepen geld te storten om zo natuur vrij te kopen. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Na dertien jaar Kamerlidmaatschap kan ik zeggen dat vrijwel alle Kamerleden die ik heb leren kennen, hardwerkende en gedreven vrouwen en mannen zijn. Zonder betrokkenheid bij het publieke belang — hoe ook ingevuld — is het onmogelijk om de inzet op te brengen die het Kamerlidmaatschap vereist. Wel hebben mensen gelijk als zij de Kamer verwijten zich te veel bezig te houden met technische detailkwesties en incidenten. Ook was het soms pijnlijk om de ideologische lenigheid te zien van partijen die van oppositie naar regering gingen en weer terug. In de oppositie pleiten voor minder megastallen en als regeringspartij het tegendeel doen. En dat gebeurde net zo makkelijk met referenda, vrijhandelsverdragen of het leenstelsel.

Maar ik heb de Kamer ook zeer inhoudelijk meegemaakt. Als een plaats waar politici de moed hebben om zich te laten overtuigen door het betere argument. Ik doel op de plenaire behandeling van ons initiatiewetsvoorstel over onverdoofd slachten. Toen we het in 2008 indienden, gaf niemand het een kans. In 2011 was er een meerderheid in de Kamer die vond dat de vrijheid van godsdienst niet absoluut is en begrensd moet worden als het ten koste gaat van dieren. Martijn van Dam, destijds PvdA-woordvoerder, zei dat hij zelden zo'n inhoudelijk Kamerdebat had meegemaakt. Ik kan dat alleen maar beamen; het was een van de hoogtepunten van mijn Kamerlidmaatschap.

Ook de afgelopen Algemene Politieke Beschouwingen hebben mij aangenaam verrast: zoveel fractievoorzitters die bereid waren buiten de smalle grenzen van het haalbare te denken. Ik hoop dat dertien jaar systeemkritiek van de Partij voor de Dieren daar mede aan bijgedragen heeft.

Hoe mooi zou het zijn als volksvertegenwoordigers het juk van de technocratie afwerpen en zich vaker de vraag stellen waarom de dingen zijn zoals ze zijn, en of ze niet anders kunnen worden. Wij doen kiezers ernstig tekort als we mondialisering, economische groei en schaalvergroting als natuurverschijnselen zien en niet als uitkomsten van politieke keuzes die we kunnen veranderen.

Als fractievoorzitter heb ik politiek willen bedrijven die uitgaat van het mogelijke, in plaats van het haalbare. Politiek die zich niet neerlegt bij de bandbreedte die het Centraal Planbureau bepaalt en kabinet en pers te vaak klakkeloos overnemen. Politiek met een eigen agenda, met eigen probleemdefinities en oplossingen. Politiek die niet uit is op het binnenhalen van kortstondige succesjes, maar die vanuit een voldragen wereldbeschouwing alle politieke instrumenten gebruikt om de idealen te realiseren. En dan heb ik het niet over zetelaantallen, moties en kabinetsdeelname, maar over agenderen, overtuigen en mobiliseren.

Politiek succes draait wat mij betreft niet zozeer om macht, maar vooral om invloed, om aandacht te vragen voor de misstanden die je bestrijdt en om een inspiratiebron te zijn voor anderen.

Dertien jaar heb ik dat vol overgave in de Kamer gedaan. Anderhalf jaar voor de volgende verkiezingen is het tijd om het stokje over te dragen.

Aan mijn strijd tegen het grote onrecht dat dieren wordt aangedaan komt geen einde. Die ga ik elders voortzetten.

Ik sluit af. In het jaar dat we een eeuw vrouwenkiesrecht vieren, wil ik een dringend appel aan alle partijen doen om bij de volgende verkiezingen meer vrouwen hoog op de lijst te zetten.

Ik wil alle medewerkers van de Tweede Kamer die mij met raad en daad terzijde hebben gestaan hartelijk danken.

Tot slot wens ik alle Kamerleden veel verbeeldingskracht en mogelijkheidszin toe. De toekomst van onze planeet hangt af van de beslissingen die jullie nemen. Idealisme is het nieuwe realisme.

En voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

Met hartelijke groet,

Marianne Thieme."

(Applaus)

De voorzitter:

Geachte mevrouw Thieme, beste Marianne,

Vorige week dinsdag stond op de website van De Speld het volgende bericht:

"Honderden tractoren zorgden vandaag voor files en ongeregeldheden rond Den Haag. Ze waren onderweg naar het afscheid van Marianne Thieme. De fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren zwaait af en werd door de boeren nog één keer in het zonnetje gezet. De festiviteiten begonnen nog met enige ongeregeldheden. De belangstelling voor het afscheid bleek groter dan verwacht."

Dit bericht maakt duidelijk dat jouw afscheid niet onopgemerkt is gebleven. Nadat je je vertrek aankondigde, vorige week tijdens het partijcongres, zijn er veel artikelen over jouw tijd als fractievoorzitter verschenen. Ik las mooie verhalen over de aanloop naar het Kamerlidmaatschap en je eerste tijd. Je vertelde erover bij de presentatie van je boek Groeiend verzet, eerder dit jaar.

In 2003 was er gedoe over de vraag of Maarten 't Hart wel als lijstduwer op de kieslijst mocht. Daarom stapte de Partij voor de Dieren naar de Raad van State. Opeens werd je gebeld door Harry Mulisch. "Mag Maarten niet op de lijst?", vroeg hij. "Belachelijk! Mag ik dan?" Formeel was dat te laat, maar Harry Mulisch wilde graag mee naar de zitting van de Raad van State. En zo zat je opeens in je Nissan Primera met op de achterbank Maarten 't Hart en Harry Mulisch. Terwijl de een tegen de ander zei "Goh, zijn jouw boeken ook al in het Noors vertaald?", dacht jij "Waar ben ik in godsnaam in beland? Het lijkt wel of ik in een film zit!"

Op 22 november 2006 kwam de Partij voor de Dieren, vanuit het niets, met twee zetels in de Tweede Kamer. Jullie werden rondgeleid door — ze zit naast mij — Linda Kipp van de Griffie; dat heb je ook in je brief genoemd. In een interview zei je dat je dacht dat dat speciaal voor jullie zo was geregeld. Dat was niet zo.

Je stapte blanco de Kamer in, zonder politieke ervaring, maar met grote idealen. Mededogen en duurzaamheid, dát moesten in jouw ogen de leidende beginselen zijn van iedereen individueel, van de samenleving als geheel en hier in onze plenaire vergaderzaal. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de Verklaring van de Rechten van het Dier en het Handvest van de Aarde zijn, in jouw woorden, de brondocumenten voor je politieke optreden. Die zijn bewust zo gekozen, omdat ze mensen met uiteenlopende achtergronden met elkaar verbinden.

Je maidenspeech in 2006 ging over verblijfsvergunningen voor vluchtelingen. Je begon je betoog met: "Na de kille periode waarin veel zwakkeren in de samenleving, mensen én dieren, onnodig in de knel zijn gekomen, is er behoefte aan warmte." Je eindigde met de befaamde woorden waarmee je net ook je laatste brief afsloot, vrij naar de Romeinse senator en schrijver Cato, die iedere redevoering op dezelfde manier afsloot: "Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden." De strekking daarvan is dat je belangrijke dingen moet herhalen, omdat dat je verhaal steeds sterker maakt. Dat heb je ook steeds volgehouden.

In de Kamer vond je direct een bondgenoot in Dion Graus, maar door veel anderen werd er aanvankelijk met een beetje dedain naar de Partij voor de Dieren gekeken. Zelf zei je daarover: "Als er bijvoorbeeld een debat over de Walrusonderzeeërs was, zei er altijd wel iemand: nu moeten de dierenmeisjes even opletten."

Ik denk dat we kunnen zeggen dat we als parlement nog nooit zó veel over klimaat, milieu, natuur en dier hebben gedebatteerd als tegenwoordig. Daar heb jij, samen met je collega's, een grote rol in gespeeld. Van vleesconsumptie tot landbouwgif, van plastic verpakkingen tot een verbod op de vissenkom: jullie zetten het op de agenda. Als een van de hoogtepunten van je tijd als Kamerlid noem je je initiatiefwetsvoorstel en het debat over de onverdoofde rituele slacht, waar uiteindelijk 116 Tweede Kamerleden vóór stemden, en dat nu opnieuw actueel is.

Een andere bekende uitspraak van Cato — je zult die vast kennen, Marianne — was: "Beheers het onderwerp, de woorden komen vanzelf." Je wist altijd waar je over sprak, kende alle cijfers en statistieken, en het maakte niet uit wie je tegenover je had.

Maar je was ook duidelijk in waar je níét over sprak. Op Prinsjesdag vertelde je je verhaal zonder woorden. We hebben een jagerstenue gezien, een jurk met daarop alle namen van vegetarische en veganistische vleesvervangers, een hoge hoed met "man-man-man" erop, en een munitieriem van zomerwortels. Afgelopen jaar, je laatste Prinsjesdag als Kamerlid, droeg je een insectenjurk. Je combineerde de rol van actievoerder met die van politica. Gedreven, vastberaden, gepassioneerd en vurig, en soms ook een beetje verbeten, zeg ik erbij.

Dertien jaar en 24 verkiezingscampagnes lang was jij het gezicht van de Partij voor de Dieren. Nu laat je het aan anderen om het geluid van de partij te laten horen. Tenminste, hier in het parlement. Want, zoals je zelf in je brief ook aangeeft, jouw strijd vóór dierenrechten en tégen globalisering en economische groei gaat door.

Ik vind het jammer om opnieuw een ervaren Kamerlid tussentijds te zien vertrekken, en dan ook nog eens een van de twee vrouwelijke fractievoorzitters. Maar namens de Kamer wil ik je ontzettend bedanken voor je inzet in de afgelopen jaren.

En we zijn niet de enigen die je op gepaste wijze willen bedanken. Het heeft Zijne Majesteit de Koning behaagd om je te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ik wil je verzoeken om naar voren te komen, zodat ik de versierselen die bij deze benoeming horen, kan opspelden.

Nogmaals, heel veel dank namens de hele Kamer. Dank je wel. En veel succes.

(Applaus)

(Mevrouw Thieme krijgt de versierselen behorend bij de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau opgespeld.)

(Applaus)

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven