5 Klimaat en energie

Aan de orde is het VAO Klimaat en energie (AO d.d. 06/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Klimaat en energie. Het AO is geweest op 6 juni jongstleden. Ik geef als eerste spreker van de zijde van de Kamer de heer Moorlag het woord. Hij spreekt namens de Partij van de Arbeid.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter. Een drietal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de energietransitie van essentieel belang is voor toekomstige generaties;

overwegende dat jongerenorganisaties als Jonge Klimaatbeweging en Youth for Climate bereid en in staat zijn een betekenisvolle bijdrage te leveren aan het opstellen en uitwerken van het klimaatakkoord en de Regionale Energiestrategieën;

verzoekt de regering te faciliteren dat zij hier een plek aan tafel krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Moorlag, Van der Lee, Sienot, Agnes Mulder, Wassenberg en Dik-Faber.

Zij krijgt nr. 652 (30196).

De heer Moorlag (PvdA):

Mijn tweede motie, voorzitter. Een zevental politieke jongerenorganisaties, over het hele politieke spectrum, heeft de oproep gedaan om de Grondwet aan te passen, gelet op de urgentie van de klimaatopgave en de beschikbare milieuruimte voor toekomstige generaties. Dat verzoek zou gehonoreerd moeten worden. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat politieke jongerenorganisaties verbonden aan CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren en VVD in een manifest oproepen het recht op een gezond leefmilieu en de zorg voor de bewoonbaarheid van Nederland en de bescherming en verbetering van het milieu ook voor toekomstige generaties beter te borgen in de Grondwet;

verzoekt de regering een daartoe strekkende wijziging van de Grondwet voor te bereiden en aan de Kamer te presenteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Moorlag, Van der Lee en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 653 (30196).

De heer Moorlag (PvdA):

De derde motie, voorzitter. Het is van belang dat problemen en belemmeringen in de regio's snel worden opgelost met de medeoverheden. Tijdens het AO zijn allerlei voorbeelden genoemd, onder meer een knelpunt in Emmen. Maar die spelen op meer plekken. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de energietransitie en de ontwikkeling en uitvoering van de Regionale Energiestrategieën zijn gebaat bij het tijdig identificeren en wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving en het oplossen van problemen en knelpunten in de regio's;

verzoekt de regering in overleg met de medeoverheden een krachtige aanpak te ontwikkelen voor het tijdig identificeren en wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving en het oplossen van knelpunten, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Moorlag en Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 654 (30196).

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Ik heb ook drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de SDE+-regeling wordt omgezet naar een SDE++-regeling, maar dat de afkorting blijft staan voor Stimulering Duurzame Energieproductie;

constaterende dat met het opvangen en opslaan van CO2 geen duurzame energie wordt opgewekt, maar juist de fossiele industrie de mogelijkheid wordt geboden om nog lang fossiele brandstoffen te blijven stoken;

overwegende dat het blijven stoken van fossiele brandstoffen geen duurzame energie oplevert, ongeacht het aantal plussen dat achter SDE wordt geplakt;

verzoekt de regering om het opvangen en opslaan van CO2 uit te sluiten van toekomstige SDE-regelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 655 (30196).

De heer Wassenberg (PvdD):

Mijn tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de energieopbrengsten van mestvergisting uiterst gering zijn en dat de energie die op deze wijze verkregen wordt buitenproportioneel wordt gesubsidieerd middels de SDE+-regeling;

constaterende dat het Openbaar Ministerie daarnaast bericht over grootschalige, langjarige en structurele fraude met mestvergisters, waarbij slachtafval, chemisch afval en verf op grote schaal zijn bijgemengd met mest;

overwegende dat het onaanvaardbaar is de rijksoverheid de mestvergistingsmaffia subsidieert middels de SDE+-regeling;

verzoekt de regering per direct mestvergisters uit te sluiten van de projecten die met SDE+-gelden worden gesubsidieerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 656 (30196).

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Mijn laatste motie gaat over houtstook.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in een visiedocument stelt dat het klimaat niet gebaat is bij biobrandstof en dat deze visie gedeeld wordt door 190 bos- en klimaatwetenschappers, die in een brief aan de Europese Commissie stellen dat het verbranden van hout slechter voor het klimaat is dan fossiele brandstoffen;

verzoekt de regering een moratorium op de bouw van nieuwe houtstookcentrales in te stellen;

verzoekt de regering voorts om de subsidiëring van houtstook via de SDE te staken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 657 (30196).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Beckerman namens de SP-fractie.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. De energiemarkt is geliberaliseerd. Het moge duidelijk zijn wat de fractie van de Socialistische Partij daarvan vindt. Voor de minister is het duidelijk. Maar het heeft ook negatieve gevolgen voor mensen. Energiebedrijven en leveranciers kunnen failliet gaan en gedupeerden kunnen daardoor heel veel voorschotten kwijtraken. Dat komt mede doordat er niet zulke strenge eisen zijn om toegelaten te worden op die markt. Ik vind dat eigenlijk heel erg wrang. De energierekening van mensen is al torenhoog — het moge ook duidelijk zijn wat de Socialistische Partij daarvan vindt — maar vervolgens betalen ze ook nog eens iets voor niets. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat iedereen recht heeft op de levering van energie;

constaterende dat het afgelopen jaar meerdere energieleveranciers failliet zijn gegaan, waarbij tienduizenden consumenten gedupeerd zijn geraakt;

constaterende dat het onzeker is of consumenten bij faillissement hun geld uit voorschotnota's en borgsommen terugkrijgen en dat deze bedragen flink kunnen oplopen;

constaterende dat de eisen om leverancier te zijn te zwak zijn, waardoor faillissementen in de hand worden gewerkt;

verzoekt de regering om de bescherming van consumenten voorop te stellen en te onderzoeken of en hoe strengere eisen kunnen worden gesteld aan energieleveranciers, hoe faillissementen kunnen worden voorkomen en hoe gedupeerden kunnen worden geholpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Van der Lee en Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 658 (30196).

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Beckerman (SP):

Daar wilde ik het inderdaad bij laten.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Sienot.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. We hebben het tijdens het AO vrij uitgebreid gehad over mkb'ers, die nu te maken krijgen met de informatieplicht energiebesparing. Daarover heb ik vragen aan de minister. Kan de minister een brief sturen over hoe er wordt omgegaan met de informatieplicht energiebesparing voor mkb'ers? Hoe wordt het mkb begeleid? Op welke wijze en op welke termijn zal er worden gehandhaafd? We krijgen daarover veel vragen. We zijn heel benieuwd en we hopen dat de minister heldere antwoorden kan geven.

Voorzitter. We hopen ook dat we zo snel mogelijk een definitief klimaatakkoord kunnen ontvangen. Wij kijken ernaar uit. De vraag die we daarover hebben, is: is de minister, samen met de uitvoeringsorganen, al begonnen met de voorbereiding van bijbehorende wet- en regelgeving bij het klimaatakkoord?

Mevrouw de voorzitter. Ik heb ook nog twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zonne-energie op water kansen biedt voor het halen van de hernieuwbare energiedoelen;

verzoekt de regering om samen met decentrale overheden, het bedrijfsleven en natuurorganisaties een routekaart op te stellen met kansen en risico's van zonne-energie op water in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot en Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 659 (30196).

De heer Sienot (D66):

De tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de komende jaren steeds meer huishoudens zullen worden aangesloten op een warmtenet;

overwegende dat de markt voor warmte in het buitenland beter functioneert, met veel meer aanbieders, een transparant aanbod en lagere prijzen;

verzoekt de regering te onderzoeken wat Nederland kan leren van de aanpak in andere Europese landen voor de marktordening in ons land, en de Tweede Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling van 2019 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot, Dik-Faber, Yeşilgöz-Zegerius en Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 660 (30196).

De begrotingsbehandeling is in november.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Alstublieft. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We hebben het uitvoerig gehad over alle uitdagingen rond warmte, warmtenetten en de nieuwe Warmtewet, die we graag tegemoet zouden willen zien. Ik heb hierover een specifiek punt, ook omdat de coalitie aangeeft te willen leren op dit terrein. We hebben ook proeftuinwijken, en ik wil op één punt heel graag dat we daar ook dingen gaan doen waar we van kunnen leren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat publieke netwerkbedrijven geen rol kunnen spelen bij het aanleggen en beheren van integrale warmtenetten, terwijl het voor publieke drinkwaterbedrijven en afvalverwerkers wel mogelijk is om een integraal aanbod te doen bij het aanleggen en beheren van warmtenetten;

overwegende dat de bestaande, reeds toegewezen en nog aan te wijzen proeftuinwijken inzicht kunnen geven in de kansen voor de energietransitie in de praktijk;

overwegende dat het regelmatig een wens is van medeoverheden dat netwerkbedrijven wel een rol kunnen spelen bij het aanleggen en beheren van integrale warmtenetten;

verzoekt de regering om het mogelijk te maken voor publieke netwerkbedrijven om in huidige en aankomende proeftuinwijken zonder beperkingen warmtenetten aan te leggen en te beheren, al dan niet in samenwerking met andere partijen, indien de proeftuinwijk een publiek warmtenet wenst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 661 (30196).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Dan heb ik nog een andere motie. Die gaat over een specifiek issue waar de NVDE, maar ook partijen uit de hele zonnepanelensector tegen aanlopen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat wanneer het dak door een andere partij dan de eigenaar van het gebouw wordt gebruikt voor zonnepanelen, deze zonnepanelen niet meetellen voor het energielabel van het betreffende gebouw;

overwegende dat gebouweigenaren daarom vaak liever wachten en zelf eigen zonnepanelen op hun dak leggen en dit voor vertraging zorgt met betrekking tot de energietransitie;

verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat zonnepanelen op een dak altijd mee mogen tellen bij het energielabel van het gebouw waar de zonnepanelen op liggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Moorlag en Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 662 (30196).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik naar mevrouw Mulder van het CDA. Zij is de laatste spreker van de zijde van de Kamer.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Het is inderdaad veel over warmtegebruik in woningen en alles gegaan. Daarover heb ik ook een motie, omdat het toch wel begint te nijpen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het belang van de wijziging van de Warmtewet, onder andere ten aanzien van het niet-meer-dan-andersprincipe en transparantie, en de samenhang met investeringen in de gasinfrastructuur;

overwegende dat er al jaren wordt gesproken over de noodzaak van deze wijziging en er al onderzoek is gedaan, en daarom inwerkingtreding in 2022 wel erg lang op zich laat wachten;

verzoekt de regering het wetgevingstraject van de wijziging van de Warmtewet te versnellen en het wetswijzigingsvoorstel begin 2020 aan de Kamer aan te bieden zodat inwerkingtreding op 1 januari 2021 mogelijk wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 663 (30196).

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Wij vinden dit van belang omdat warmte in de Regionale Energiestrategieën een ontzettend groot punt is. Als je zo lang wacht, zetten we dat eigenlijk allemaal in de vertraging.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even of de minister meteen kan antwoorden. Hij geeft aan behoefte te hebben aan een schorsing van vijf minuten. Oké. Ik schors de vergadering voor vijf minuten. Ik stel aan de Kamer voor dat we héél erg korte interrupties plegen — eventueel, liever niet, want de andere sprekers zijn er al en we lopen uit op de tijd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Zoals ik al zei, sta ik louter een hele korte, verduidelijkende vraag toe en geen heroverweging om de minister op een andere gedachte te brengen. Dat mag u doen in het debat dat 3 juli geagendeerd staat.

Ik geef het woord aan de minister.

Minister Wiebes:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 652 gaat over de plek aan tafel van jongerenorganisaties. Ik kan ervoor zorgen dat ze een rol spelen in die programmaraad van de regionale energiestrategieën, maar de regio's gaan over waar de regio's over gaan. Ik heb dat dus niet helemaal in de hand. Maar binnen die randvoorwaarden laat ik deze motie aan het oordeel van de Kamer.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 653 en het wijzigen van de Grondwet. De heer Moorlag gaat daar wel erg ver in het verbreden van mijn portefeuille. Ik heb aan den lijve ondervonden dat die nogal breed is, maar we hebben het hier hoofdzakelijk over de inhoudelijke portefeuille van de staatssecretaris van IenW en de Grondwet is de bevoegdheid van de minister van BZK. Hier heb ik dus echt weinig te bieden. Mijn voorstel zou zijn dat hij deze motie voorlegt aan de minister van BZK. De motie is hier echt totaal verkeerd geadresseerd. Ik kan haar doorgeven, maar als hij haar aan mij voorlegt, moet ik haar ontraden, terwijl er vanuit de democratische verantwoordelijkheid van de minister van BZK misschien een heel goed gesprek over te voeren zou zijn. Maar ik kom niet verder dan dat ik hier niet over ga, dat het nauwelijks mijn terrein is en dat ik haar ontraad.

De voorzitter:

De heer Moorlag, verduidelijkend.

De heer Moorlag (PvdA):

Het initiatief van de politieke jongerenorganisaties is met name gedreven door de urgentie van de energietransitie en de klimaatverandering. Vandaar dat ik de motie hier adresseer. Mijn vraag aan de minister is of hij zich wil verstaan met zijn collega van Binnenlandse Zaken en dat er dan een regeringsstandpunt kan komen. Dan ben ik bereid om de motie aan te houden.

Minister Wiebes:

Vanuit de één-loketgedachte wil ik deze motie doorspelen naar mijn collega Ollongren, maar ik ga niet vooruitlopen op de vraag of zij hier wel of niet een standpunt over gaat hebben en wat dat standpunt zou zijn. Dan helpt het misschien als we het zo doen dat de heer Moorlag de motie intrekt, maar dat ik het verzoek desondanks neerleg bij de collega van BZK.

De voorzitter:

Een concrete vraag, meneer Moorlag. Nee, dat doet u niet. Prima. Daarmee is de motie ontraden.

Minister Wiebes:

Dan zal ik haar helaas moeten ontraden.

De voorzitter:

Gaat u naar de derde motie.

Minister Wiebes:

Voorzitter.

De heer Moorlag vraagt in de motie op stuk nr. 654 om een krachtige aanpak voor het tijdig identificeren van belemmeringen. Ik denk dat de heer Moorlag daarmee in het voetspoor treedt van mevrouw Yeşilgöz, die hier eerder een motie over aangenomen heeft gekregen. Het weghalen van knelpunten vinden wij allemaal belangrijk, maar in dat voetspoor laat ik deze motie aan het oordeel van de Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius, verduidelijkend.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Ik heb namens de VVD in het begin van het proces over het klimaatakkoord inderdaad een motie ingediend. Daarmee heb ik gevraagd of al die tafels ook een overzicht zouden kunnen maken van belemmerende regels en belemmerende wetgeving. Die motie is volgens mij overgenomen en men is daarmee ook aan de slag geweest.

Minister Wiebes:

Dat klopt.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Ik wil eigenlijk van de minister weten of dat straks ook in het uiteindelijke pakket van maatregelen ten behoeve van het klimaat terugkomt, zodat we dat daar kunnen zien. Wellicht kan de motie van de heer Moorlag, die dat ondersteunt, daarbij betrokken worden. Maar volgens mij lagen er al een toezegging en een uitvoering daarvan. Wanneer zien we dat eigenlijk terug? Dat is mijn vraag.

Minister Wiebes:

Het wegnemen van belemmerende regelgeving maakt onderdeel uit van het klimaatakkoord. De lijst met de belemmerende regelgeving vormt zich in de uitwerking.

De heer Wassenberg drukt met de motie op stuk nr. 655 uit dat hij van opvatting is dat opslag van CO2 moet worden uitgesloten van SDE-regelingen. De naam is volgens mij veranderd in "Energietransitie". Daar past CCS zonder meer in. Ik verwijt de heer Wassenberg stiekem een beetje dat hij wel erg selectief winkelt in de IPCC-rapporten, waaruit inderdaad blijkt dat er opwarming van de aarde dreigt maar waaruit ook blijkt dat je alleen met alle opties, waaronder CCS, het probleem tijdig kunt oplossen. Ik ontraad daarom deze motie.

Als de motie op stuk nr. 656 over de mestvergisters een oproep is tegen fraude of voor een intensievere aanpak van de NVWA, dan heeft de heer Wassenberg de regering geheel aan zijn zijde, maar dat is nog geen aanleiding om mestvergisting uit te sluiten van projecten van de SDE. Ook deze motie moet ik ontraden.

In de motie op stuk nr. 657 vraagt de heer Wassenberg een moratorium op het bouwen van houtstookinstallaties. Daar betreedt hij het terrein van BZK. Daar is een brief over met een kabinetsstandpunt. Dat maakt dat ik deze motie moet ontraden.

De motie op stuk nr. 658 van mevrouw Beckerman over de eisen ligt eigenlijk voldoende in lijn met wat we in het debat hebben besproken. Ik zie daar niet zo veel in fondsvorming, omdat die juist de verkeerde prikkels geeft. Dat staat hier ook niet, maar het werken aan die eisen lijkt mij toch gewoon een zinvolle oproep. Dat wil ik doen in de voorbereiding van de Energiewet, ook in overleg met de toezichthouder van de ACM, maar ik laat deze motie aan het oordeel van de Kamer, omdat ik het wel degelijk zinvol vind om hier aandacht voor te hebben.

De heer Sienot wil een brief hebben over alles rondom het mkb, wat hij zeer veel nauwkeuriger wil. Dat gaat over de energierekening. Die kan ik na de zomer sturen. Uiteraard is er ook begonnen met de voorbereiding van wet- en regelgeving, al is het maar de Warmtewet, waarvoor de voorbereidingen zeer intensief zijn; dat weet hij ook.

Zijn motie op stuk nr. 659 gaat over een routekaart voor zon op water. Dat wilde ik, als ik het verzoek zo mag interpreteren, doen met een soort roadmap uit het onderdeel over zon op water uit het innovatieprogramma hernieuwbare elektriciteitsopwekking. In dat kader laat ik deze motie aan het oordeel van de Kamer.

Ook dat wij lessen zullen leren uit het buitenland heb ik hem al toegezegd, maar hij wil dat graag per motie bekrachtigd hebben. Zijn motie op stuk nr. 660 laat ik daarom aan het oordeel van de Kamer. De heer Sienot vindt blijkbaar dat ik dat nog wat te zuinig heb gedaan, maar ik geef de motie bij dezen oordeel Kamer. Dan kan er ook dit kalenderjaar een brief liggen met die lessen. Die zullen dan ook in de wet een plek krijgen; dat moet blijken uit de memorie van toelichting.

De motie-Van der Lee op stuk nr. 661 gaat wel erg hard. Wat betreft de warmtenetten zijn wij nog over de ordening aan het praten. Deze motie maakt van de achterdeur eigenlijk de voordeur. Er staat: zonder uitzondering. Met die absoluutheid — het kwam tijdens dit debat al eerder langs — moet ik de motie ontraden.

Het verzoek in de motie-Van der Lee c.s. op stuk nr. 662 is zeer ingewikkeld. Ook dat gaat in tegen kabinetsbeleid over energielabels. Ook dat ligt in de Kamer. Deze motie moet ik dus ontraden.

De motie-Agnes Mulder op stuk nr. 663 vraagt om een versnelling van het wetstraject. Mevrouw Mulder constateert terecht dat hier een grote wens ligt om zo snel mogelijk helderheid te hebben over de warmtenetten. Maar dit wetstraject op deze manier gaat mij gewoon niet lukken. Daar moet ik heel realistisch over zijn. De wens die er is, ziet zij heel scherp en die zie ik ook. Vaart is geboden, maar deze motie moet ik ontraden, omdat ik denk dat die onrealistisch is.

De voorzitter:

De heer Van der Lee heeft nog een korte vraag over de motie op stuk nr. 661.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, ik vond dat de minister wat ver ging door te suggereren dat mijn motie heel erg ver ging, want die gaat alleen maar over de proeftuinwijken. De minister noemde expliciet de zinsnede "zonder beperkingen" uit het dictum. Ik wil best de aanpassing doen dat netbeheerders onder bepaalde condities in die proeftuinwijken misschien wél die rol zouden kunnen spelen. Zo kunnen we daarmee wat ervaring opdoen en kunnen we daarna de meer principiële beslissingen voor de toekomst nemen.

Minister Wiebes:

Nu wordt het heel subtiel. We hebben eerder gesproken over die proeftuinwijken, ook in relatie tot dit onderwerp. Ik heb toen geschetst hoever ik daarin wil gaan. En om dan nu hier even precies, tussen twee microfoons in, af te tasten hoe de zinnen dan moeten lopen ... Met deze formulering ontraad ik de motie. Laat ik zeggen dat ik in elk geval de oproep van de heer Van der Lee om van de proeftuinwijken ook echt proeftuinen te maken, goed heb gehoord, ook in relatie tot de rol die de netwerkbedrijven kunnen spelen in warmtenetten. Maar daarvan heb ik in een eerder debat met de heer Van der Lee — ik denk een AO — geschetst hoe ik dat zie. Daar hou ik het bij. Dat is tegelijkertijd een toezegging geweest, maar dat is niet overeenkomstig de tekst in deze motie.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik hou de motie even aan, want ik ga hier in het volgende AO nog even op door.

De voorzitter:

Prima, dank u wel.

Minister Wiebes:

Daar vertrouw ik op.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Lee stel ik voor zijn motie (30196, nr. 661) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor vijf minuten. Om 11.45 uur beginnen wij met het debat over de Wet straffen en beschermen.

De vergadering wordt van 11.39 uur tot 11.46 uur geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven