18 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor de volgende debatten van de agenda af te voeren:

  • -het debat over het aankopen van lichaamsdelen door ziekenhuizen;

  • -het dertigledendebat over de behandeling van melanoompatiënten met het geneesmiddel Nivolumab.

Op verzoek van de fractie van het CDA benoem ik in de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven het lid Van Dam tot lid in plaats van het lid Bruins Slot.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 31936-564; 31409-212; 31409-210; 31305-277; 30175-331; 29984-803; 29398-651; 29398-650; 21501-08-750; 28089-118; 21501-08-754; 30175-332; 30175-330; 25295-53; 26407-122; 25295-58; 29664-178; 29628-770; 21501-32-1097; 34775-X-129.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Handelsbevordering, met als eerste spreker de heer Amhaouch namens het CDA;

  • -het VSO Voorhang ontwerpbesluit houdende regels over het experiment met een gesloten coffeeshopketen, met als eerste spreker de heer Van Nispen namens de SP;

  • -het VSO Advies kwartiermaker transgenderzorg, met als eerste spreker mevrouw Bergkamp namens D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Gijs van Dijk namens de PvdA.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Voorzitter. Het zijn spannende dagen. Het gaat over onze pensioenen, hier in de politiek, vooral nog binnen het kabinet. Men loopt in en uit bij de minister-president. Er zijn heel veel zorgen bij heel veel Nederlanders over mogelijke kortingen, over hoe ons nieuwe contract eruit gaat zien en bovenal over de vraag of we komend jaar de AOW-leeftijd gaan bevriezen. Dat moet juist ook hier in de Tweede Kamer onderwerp van debat zijn. Ik zou dus graag volgende week een debat willen met de minister-president en de minister van Sociale Zaken over ons pensioenstelsel en de toekomst daarvan.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Steun van GroenLinks.

De heer Van der Linde (VVD):

Voorzitter. Ik hoop dat er de komende dagen iets moois tot stand komt. Het zou heel goed zijn om daar volgende week over te spreken.

De voorzitter:

Dus?

De heer Van der Linde (VVD):

Steun.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Het zou heel mooi zijn als er na negen jaar praten eindelijk een pensioenakkoord komt dat tot betere pensioenen leidt en tot oplossingen voor zware beroepen. De heer Gijs van Dijk is er vroeg bij, maar ik hou van optimisme, want het mag inderdaad niet mislukken. Volle steun.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik hou van het optimisme van de heer Van Dijk. Steun voor zijn debataanvraag.

De heer Van Kent (SP):

We moeten het allemaal eerst nog maar eens zien. Volgens mij is het verstandig om alvast een debat in te plannen, dus steun daarvoor.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. We hopen met z'n allen dat dit debat zal gebeuren na ommekomst van een goede pensioenafspraak, dus graag steun voor dit debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter, ook de SGP steunt het optimisme.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Terwijl mijn collega's op dit moment aan het spreken zijn met de minister van SZW over een mogelijk pensioenakkoord, steunt ook deze fractie het verzoek van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Gijs van Dijk, de hele Kamer steunt uw verzoek en ook het verzoek om het volgende week op de agenda te zetten.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dus daar gaan we rekening mee houden. Dank u wel.

De heer De Roon namens de PVV.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Dit weekend trok de minister-president van Maleisië het justitieel onderzoek naar de aanslag op vlucht MH17 ernstig in twijfel. Hij vond dat het specifiek gericht tegen Rusland en eenzijdig was. Dat is een hele ernstige beschuldiging. Het is kwalijk voor de reputatie van het justitieel team van indirect ook Nederland. Het is natuurlijk ook heel nadelig voor de nabestaanden, want die raken weer opgeschrikt door deze zaak. Het is goed dat de regering om opheldering heeft gevraagd bij Maleisië, maar ik wil over deze ontstane situatie in ieder geval een brief van de regering en ook een debat. In die brief wil ik een aantal punten in ieder geval beantwoord zien. In de eerste plaats: wat is nou eigenlijk de reactie van Maleisië hierop en wat vindt onze regering daarvan? Ten tweede: klopt het dat Maleisië, zoals de minister-president van dat land beweerde, niet mocht deelnemen aan een onderzoek van de black box? Waarom was dat zo en kan dat alsnog?

De voorzitter:

Hoeveel vragen heeft u, meneer De Roon?

De heer De Roon (PVV):

Nog een paar, voorzitter. Ik stel ze zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Ja, maar het is misschien wel goed om die vragen gewoon in commissieverband in te dienen. Anders wordt de regeling een soort moment waarop de schriftelijke vragenronde wordt voorgelezen.

De heer De Roon (PVV):

Mag ik er dan misschien nog één noemen? Dan zal ik de rest via de commissie doen.

De voorzitter:

Vooruit.

De heer De Roon (PVV):

Ik wil in ieder geval weten of onze regering kan uitsluiten dat de Buk waarmee dat vliegtuig is neergeschoten uit het arsenaal van Oekraïne kwam, zoals de minister-president van Maleisië ook suggereert.

Op 17 juli vindt de herdenking plaats. Het is dan alweer vijf jaar geleden dat dat vliegtuig werd neergeschoten. Ik vind dat deze kwestie voor die tijd uit de lucht moet. Daarom wil ik graag de brief al eind volgende week hebben. Ik zou graag een debat met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie willen hebben, als het kan voor het zomerreces. Dat is mijn voorstel.

De heer Koopmans (VVD):

Voorzitter. Dit is natuurlijk een buitengewoon ernstige en buitengewoon pijnlijke zaak. Die moeten we zo grondig en serieus mogelijk nemen als het maar kan. Daarom steun ik zeker het verzoek om een brief. Maar ik zou zeggen: laten we dit niet voorshands politiseren. Laten we het dus voorshands bij een brief houden. Dank u wel.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een debat. Begrijp ik dat goed?

De heer Koopmans (VVD):

Steun voor een brief, niet voor een debat op dit moment.

De voorzitter:

Oké. Een brief heeft geen steun nodig. Maar goed, u mag het zeggen.

De heer Van Dam (CDA):

Geen steun voor het debat. Er zijn continu dit soort verhalen. Alleen rust kan ons redden. Dus een brief is prima, maar geen debat.

De heer Sjoerdsma (D66):

Het is heel erg belangrijk dat we dit ophelderen en dat de positie van Maleisië duidelijk wordt. Hopelijk nemen ze ook de oude positie weer in. Daarom van harte steun voor de brief. Als de brief er is, kunnen we kijken of er nog een debat nodig is.

De voorzitter:

Voorlopig geen steun.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik steun het verzoek om een brief en wellicht kunnen we via de commissie later nog een aantal vragen toevoegen.

De voorzitter:

Geen steun dus voor een apart debat.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Nee, niet voor een debat. Excuus, voorzitter.

De voorzitter:

Wie was eerder? De heer Van Nispen.

De heer Van Nispen (SP):

Ik steun ook het verzoek om een brief.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik ook. Niet. Ik steun het verzoek ook niet.

De heer Drost (ChristenUnie):

Wat meneer Van Ojik zegt.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP wil ook opheldering van Maleisië. Het is goed dat daar een brief over komt. Maar we steunen niet op voorhand een debat.

De voorzitter:

Goed. Meneer De Roon, er is geen steun voor het houden van een meerderheidsdebat. Maar ik weet — dat heb ik begrepen — dat er wel een algemeen overleg zou moeten worden gepland over MH17. Misschien dat u daar uw punten kwijt kan.

De heer De Roon (PVV):

Dank voor uw suggestie. Het is jammer dat de Kamer dat debat niet in deze zaal wil voeren. Dat zal er toch van komen, voorspel ik. Maar we zullen eerst de brief afwachten en dan zien we verder. Dank u zeer.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer De Roon. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Peters van het CDA.

De heer Peters (CDA):

Voorzitter. Agressieve marketing, dependances op scholen en miljoenen aan winst: dyslexie betreft niet alleen zorg, het is vooral gouden handel. Dat schrijft Follow the Money. Commerciële bedrijven screenen op scholen, stellen zelf de diagnoses, behandelen zelf en controleren via een op papier onafhankelijk instituut ook zelf hun kwaliteit. Hoe groot moet deze door de gemeente betaalde WC-eend — van jeugdzorggeld betaald — eigenlijk worden? Daarom wil ik daarover in debat met de minister.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik zat opeens in dikkebleekmetaforen. Ik steun wel een verzoek om een brief, maar eigenlijk vind ik het handig om dit óf morgen bij het plenaire debat te betrekken óf op 13 juni bij het AO Jeugdhulp. Want dan hebben we de snelheid te pakken. Als u nog voorafgaand een brief wilt, laat ik dat aan u; wat u het liefste wilt.

De voorzitter:

Er staan inderdaad twee debatten. Een debat gaat over de brief van de Kinderombudsman. Dat gaat ook over jeugd en kwetsbare kinderen, begrijp ik. En er is op 13 juni een algemeen overleg Jeugdhulp van de commissie voor VWS.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, ik kan me voorstellen dat een brief wel handig is. Dus misschien is het overleg van 13 juni het meest handig. Maar dat laat ik aan de heer Peters.

De heer Raemakers (D66):

Ik steun het verzoek niet om de twee redenen die genoemd zijn en omdat er ook nog een debataanvraag van collega Westerveld over de jeugd-ggz staat. Daar zou je dit ook nog bij kunnen betrekken. Dus geen steun.

De heer Hijink (SP):

Ik steun het debat wel. Ik zou graag ook minister Slob erbij willen hebben, omdat het ook nogal het onderwijs raakt. Het is dan een beetje gek om het alleen met de minister van VWS te bespreken.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Steun voor dit debat.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ook steun voor dit debat. En goed om minister Slob ook te vragen aanwezig te zijn.

Mevrouw Tielen (VVD):

Ik zou meneer Peters willen zeggen wat ik ook vaak tegen anderen zeg: er zijn in de komende tijd genoeg debatten over jeugd, dus betrek het er volgende week bij. Maar dat het ook over onderwijs gaat, maakt het wel interessant. Wat mij betreft dus steun voor ook meneer Slob erbij.

Mevrouw Agema (PVV):

Dit onderwerp sluit in ieder geval niet aan bij de brandbrief van de Ombudsman, die gaat over allerhande misstanden en dingen die faliekant misgaan in de jeugdhulpverlening. Dan moet het maar bij een ander AO, hoewel ik niet zou weten welk. Tot die tijd dus maar steun voor dit verzoek. Maar ik word wel een beetje moe van het voortdurend verzoeken afschuiven naar AO's of debatten waarbij ze totaal kant noch wal raken, voorzitter.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Steun voor dit verzoek, voorzitter.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid, meneer Peters. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Fritsma namens de PVV.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Er zijn de afgelopen jaren ongeveer 1.600 minderjarigen verdwenen uit de asielopvang. Dat komt onder meer omdat asielzoekerscentra schakels blijken te zijn in netwerken van criminelen en mensensmokkelaars. Ik wil daar graag een debat over met de minister van Justitie en Veiligheid, die nu ook over asiel en immigratie gaat.

Mevrouw Becker (VVD):

Voorzitter. Een zorgelijk bericht. We hebben volgende week een AO Vreemdelingen- en asielbeleid. Ik zou willen voorstellen om het daarbij te betrekken. Wij gaan hier nog schriftelijke vragen over stellen, die hopelijk voor die tijd beantwoord kunnen worden. Dan is een plenair debat wat mij betreft niet nodig.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Het lijkt me een heel goed idee om het, als we het snel willen bespreken, inderdaad volgende week te doen bij het AO, en dit is daar ernstig genoeg voor. Het zou dan goed zijn als de minister voor het AO een brief schrijft, om op te helderen wat er nou eigenlijk gebeurd is.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ga mee met de voorgaande twee sprekers, dus eerst een brief en het dan betrekken bij het algemeen overleg.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik ga mee met het voorstel van mevrouw Kuiken.

De voorzitter:

Met wie gaat u mee, meneer Groothuizen?

De heer Groothuizen (D66):

Met de heer Van Dijk, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

En de heer Voordewind, ChristenUnie?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dan ga ik weer met de heer Groothuizen mee.

De voorzitter:

En mevrouw Van Toorenburg?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik sluit me volledig aan bij de heer Voordewind.

De voorzitter:

En de heer Van der Staaij?

De heer Van der Staaij (SGP):

Voor de verandering steun ik de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter, het is duidelijk. Ik vind het alleen wel jammer dat alles op de grote hoop van verzamel-AO's wordt geschoven, want dan verandert er niet vaak wat. Maar goed, het is duidelijk.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.

De heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik wil een vooraankondiging doen voor een eventueel VSO. We moeten de schriftelijke vragen nog indienen en ze moeten natuurlijk ook nog beantwoord worden, maar ik wil graag de mogelijkheid openhouden om een VSO erover te houden, voordat, in dit geval, de minister in Brussel de Raad over asiel en migratie heeft.

De voorzitter:

En dat is inclusief de stemmingen?

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ja, want als wij de minister nog iets willen meegeven, dan zal duidelijk moeten zijn of de Kamer dat steunt. Nou heb ik begrepen, voorzitter, dat in Brussel pas op vrijdag asiel en migratie op de agenda staan, dus dat geeft wellicht de mogelijkheid om donderdag nog iets in te plannen.

De voorzitter:

Dat is goed om te weten; daar kunnen we misschien rekening mee houden.

De heer Smeulders namens GroenLinks.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We hebben het net tijdens het vragenuurtje gehad over opnieuw problemen bij het UWV. De minister heeft aangegeven dat hij binnen een maand met informatie daarover naar de Kamer komt. Mijn fractie hecht er heel grote waarde aan om daar nog voor het zomerreces een plenair debat over te voeren. Ik hoop dat mijn collega's steunen dat dit ingepland wordt, en ook dat de informatie van de minister voor dat debat beschikbaar is.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Na de WW-fraude hebben we nu de detentiefraude. Volledige steun voor het verzoek om het debat voor de zomer te houden. Dus als er nog een brief komt, prima, maar het belangrijkste is dat het debat nog voor de zomer wordt gehouden.

De heer Wiersma (VVD):

Voorzitter. Steun om dat debat voor de zomer te houden. Ik zou willen vragen om haast te maken met die brief. Verder doe ik bij dezen het verzoek, waarvan ik denk dat de heer Smeulders dat ook graag doet, om de stukken waarnaar Nieuwsuur verwezen heeft, openbaar te maken. Wat mij betreft kan dat dan wel wat sneller dan die brief eind juni. Dus ik zou zeggen: deze week. Kom op.

De heer Groothuizen (D66):

Ik sluit mij aan bij de heer Wiersma.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Steun voor dit verzoek.

De heer Peters (CDA):

Ook steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik heb dienst inderdaad, mevrouw de voorzitter. Steun.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ja, ik heb ook dienst. Wij steunen dit ook.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid om een debat te houden voor het zomerreces, meneer Smeulders.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Fijn. Dank u wel.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Markuszower namens de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter. Die Volkert van der Graaf, die moordenaar van Pim Fortuyn, blijft Nederland maar tarten. Het OM kan, nu blijkt dat die moordenaar niet gaat emigreren, Volkert van der Graaf weer vastzetten of ten minste de meldplicht weer opleggen, maar dat doet het OM niet. En daarom vraag ik graag een debat aan.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Het lijkt een beetje op hetzelfde verhaal als vorige week. Ik begrijp ook wel dat het een soap, een bedrijf is met vele facetten, maar volgens mij kunnen we dit het beste behandelen bij het wetsvoorstel dat binnenkort op de agenda staat over de voorwaardelijke invrijheidstelling. Dus geen steun voor dit aparte debat.

De heer Groothuizen (D66):

Voorzitter, geen steun voor dit debat.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Geen steun voor dit debat. Het kan bij dat wetsvoorstel.

De heer Drost (ChristenUnie):

Ook geen steun, voorzitter.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik ben even in verwarring over wat er vorige week is afgesproken, maar volgens mij komt er wel een brief over deze zaak. Zo niet, dan zou ik dat in ieder geval wel graag willen, maar ik heb geen behoefte aan een debat.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik zou mij graag aan willen sluiten bij mevrouw Buitenweg; ik weet het ook even niet, maar ik wil wel een brief. Dus geen debat.

De heer Drost (ChristenUnie):

Ik weet het wel ongeveer. We hebben vorige week precies hetzelfde verzoek behandeld en toen hebben we inderdaad afgesproken om een brief te krijgen. Volgens mij moeten we die even afwachten en dan kunnen we daarna kijken of we er een debat over willen voeren.

De heer Markuszower (PVV):

Het is toch weer anders dan vorige week, voorzitter, want nu is naar buiten gekomen dat het OM gewoon weigert de meldplicht weer in te stellen. Dat was vorige week nog niet bekend. Ik weet wel wie er lacht vandaag, en dat is Volkert van der Graaf, want niemand wil praten.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Geleijnse namens 50PLUS.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Dank u wel. De behandeling met psychotherapie kan bij mensen met psychoses effectief zijn en overlast voor de samenleving verminderen, maar uit onderzoek is gebleken dat driekwart van die patiënten die therapie niet krijgt. Daarom zou ik graag een debat willen met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voorafgegaan door een brief met een reactie.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Zo komt het kabinet natuurlijk wel aan de miljarden die het over heeft op zorg. Driekwart van de mensen met psychoses wordt niet behandeld. Dat is werkelijk waar verbijsterend. Ik zou het debat dan ook willen steunen. Ik zou het ook graag willen houden voor het zomerreces, want anders komen we pas ergens in het nieuwe jaar aan nieuw beleid.

De heer De Lange (VVD):

Het lijkt mij goed om hier snel helderheid over te krijgen. Daarom steun voor een snelle brief. Geen steun voor een debat.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. We hebben periodiek overleg over de ggz. Ik zou dus zeggen: een brief en dan kunnen we heel snel weer zo'n debat inplannen. Maar nu geen steun voor een plenair debat.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Graag een brief maar geen steun voor een debat.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Graag een verhelderende brief en dan kunnen we die, zoals mevrouw Kuiken zei, bij het volgende overleg over de ggz meenemen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sluit mij daarbij aan. Alleen steun voor de brief.

De heer Renkema (GroenLinks):

Daar sluit ik mij ook bij aan.

De voorzitter:

Meneer Geleijnse, u heeft geen meerderheid. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Duidelijk, voorzitter. We wachten de brief af en dan kijken we wanneer we het erbij gaan betrekken. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Laçin namens de SP.

De heer Laçin (SP):

Voorzitter. Asbest eist jaarlijks zo'n 1.000 dodelijke slachtoffers. De SP is altijd voorloper geweest in de strijd tegen asbest en de blootstelling aan deze gevaarlijke stof. Daarom waren wij blij dat de Tweede Kamer eind oktober 2018 bijna unaniem het wetsvoorstel voor een asbestdakenverbod heeft aangenomen. Maar vandaag is het voorstel in de Eerste Kamer gesneuveld. Dat is wat ons betreft een slechte zaak, en daarom wil ik een brief van de staatssecretaris en een debat over hoe nu verder met de strijd tegen asbest.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. D66 is ook zwaar teleurgesteld dat een groot deel van de Eerste Kamer niet heeft gekozen voor de volksgezondheid en de veiligheid van mensen. Het lijkt me het beste als de politieke partijen ook meer naar zichzelf kijken. Wat dat betreft lijkt het me goed om het daar morgen bij het AO Externe veiligheid over te hebben, maar ik zie niet heel veel meerwaarde in een brief, want de staatssecretaris heeft al heel veel toezeggingen en handreikingen gedaan aan een aantal partijen.

De voorzitter:

De brief is een individueel recht van Kamerleden, maar steunt u het verzoek om een debat te houden? Want daar ging het eigenlijk om, begreep ik.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Nee, ik wil het er graag morgen bij het AO Externe veiligheid meteen over hebben.

De voorzitter:

Prima.

De heer Ziengs (VVD):

Wij zitten er als fractie hetzelfde in. Morgen is er een algemeen overleg Externe veiligheid. Daar kunnen we het in ieder geval even ter sprake brengen.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter, steun voor het debat, maar de snelste manier is waarschijnlijk morgen bij het AO Externe veiligheid.

De heer Von Martels (CDA):

Geen steun, voorzitter. We wachten nieuwe initiatieven van de staatssecretaris af.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Geen steun.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Graag morgen meenemen in het debat.

De voorzitter:

Oké. Meneer Laçin?

De heer Laçin (SP):

Voorzitter, ik heb wel 30 leden, maar ik ga het niet agenderen. Ik probeer het er morgen gewoon bij te betrekken, maar dan wil ik wel dat de brief die ik heb gevraagd morgen vóór dat debat komt.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Deze Kamer heeft jaren geleden al moties aangenomen die zeggen: gevaarlijke pesticiden voor bijen moeten van de markt. Het kabinet zei toen: we benutten alle mogelijkheden om in te grijpen, en daar hoort ook het EU-proces bij. Eind vorig jaar werd duidelijk dat achter de schermen de Nederlandse regering een heel andere inzet had in Europa. We voeren daar nu al een paar maanden schriftelijk overleg over met de minister van Landbouw. De antwoorden die we eind vorige week hebben gekregen, bevestigen eigenlijk dat de Kamer verkeerd is geïnformeerd en dat de minister die handelswijze ook nog goed vindt. En recent door de Kamer aangenomen moties worden ook nog eens niet uitgevoerd.

De voorzitter:

Dus?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dus ik stel voor om een kort, maar snel in te plannen debat met de minister van LNV daarover te voeren, want de Kamer moet er wel van op aan kunnen dat ze goed wordt geïnformeerd en dat moties worden uitgevoerd, voordat we donderdagavond het debat met het kabinet gaan voeren over hoe verder met het beleid op het gebied van bestrijdingsmiddelen.

De voorzitter:

Dus u wilt eigenlijk dit debat deze week voeren?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja. We hebben donderdagavond dat debat. Dus als het uiterlijk dondermiddag is, dan denk ik dat dat de meest zuivere weg is.

De voorzitter:

Oké, dan is dat ook helder.

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Ik heb mevrouw Ouwehand altijd gesteund met die bijenmoties, omdat bijen, die aan het begin staan van onze voedselcyclus, zeer belangrijk zijn. Maar er is donderdagavond al een AO gepland dat ik nota bene ook nog zal voorzitten, dus ik zal ervoor zorgen dat mevrouw Ouwehand daar alle gelegenheid krijgt om het ter sprake te brengen.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer De Groot (D66):

Daar sluit ik me bij aan, voorzitter.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. Ik heb hier even over moeten nadenken. Ik vind dat het AO van donderdag een logische plek is om over gewasbeschermingsmiddelen te praten, maar eigenlijk gaat dit ook over de vraag of de Kamer wel of niet goed wordt geïnformeerd over het informatieproces binnen Europa. Zeker gezien de vertrouwensvraag die mevrouw Ouwehand daar toch een beetje achter legt, vind ik het wel de moeite waard om het te steunen. Dus daarom steun.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Mevrouw Ouwehand trekt allerlei conclusies die ik eigenlijk eerst even zou willen voorleggen aan de minister. Volgens mij kan dat heel goed op donderdag en hoeft dat niet daarvoor.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter, geen steun voor het debat. Mevrouw Ouwehand trekt inderdaad vaker dit soort conclusies. Het komt iedere keer oppoppen. Donderdagavond is er ruimschoots de gelegenheid voor.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Geen steun. We hebben het algemeen overleg donderdagavond.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter. Ik zie mevrouw Ouwehand graag donderdagavond tijdens het AO Gewasbescherming.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u heeft geen steun.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Nee, ik kijk heel even naar u, voorzitter. Volgens mij stel ik hier de meest zuivere procedure voor. Er is onlangs een staatssecretaris voor minder afgetreden. Ik vind het niet zuiver om een algemeen overleg over de toekomst van een bepaald beleid te beginnen als er onduidelijkheid is over de vraag of we ervan op aan kunnen dat we goed geïnformeerd worden door de minister. Ik hoor dat veel woordvoerders zeggen: doe het maar gewoon in dat AO. Maar zo horen we dat eigenlijk niet te doen, als de vertrouwensvraag zo nadrukkelijk en al zo lang op tafel ligt.

De voorzitter:

Ja, maar ik kan een Kamermeerderheid niet naast mij neerleggen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat begrijp ik, voorzitter, maar erkent u dat het het meest zuiver is om een vertrouwensvraag eventjes in een kort debat uit te discussiëren met de minister voordat ...

De voorzitter:

Ook dat is aan de Kamer. Als een meerderheid dat wil, dan doen we dat, maar dat is dus niet het geval.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik begrijp dat u dat zegt.

De voorzitter:

Ja, dat is echt zo. U bent net geweest, mevrouw Lodders.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ja, toch nog even een reactie. Ik gaf al aan dat mevrouw Ouwehand deze conclusie wel vaker trekt en dan met een vage motie komt. We hebben hier niet zo heel lang geleden ook over gediscussieerd met elkaar. Ik denk dat zij haar gelegenheid heeft gehad. Als het iedere keer op deze manier op komt poppen, dan blijven we hier bezig.

De voorzitter:

Meneer De Groot, voor u geldt hetzelfde. Wilt u hetzelfde zeggen wat mevrouw Lodders heeft gezegd?

De heer De Groot (D66):

Mevrouw Ouwehand hecht aan zorgvuldige procedures. Mevrouw Ouwehand is nu al een maand bezig om elke keer "motie van wantrouwen" te roepen, maar dan moet ze die ook indienen, want anders gaat het nergens over. Want alleen maar suggereren en theater ...

De voorzitter:

Dat is precies wat mevrouw Ouwehand wil, maar daar heeft ze geen meerderheid voor.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Precies, voorzitter, dus ik wil hier heel even kort op reageren. Het lijkt me niet goed als we hier in dit huis, als het gaat om landbouw, de gebruiken en de mores vergeten. Ik vraag juist om het debat om die vertrouwensvraag uit te kunnen discussiëren, om een motie van wantrouwen in te kunnen dienen als dat nodig is, zodat dat uit de weg is voordat we verdergaan.

De voorzitter:

Daar is geen meerderheid voor, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, voorzitter, maar ik vind dat D66 en de VVD hier echt ...

De voorzitter:

Nee, mevrouw Ouwehand, zo is het mooi geweest, dank u wel.

Dan ga ik naar mevrouw Van Toorenburg, namens het CDA.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Ik verwacht minder commotie. Ik vraag namelijk een debat aan namens de VVD, D66, de ChristenUnie en onszelf. Wij willen graag een debat over het rapport dat vandaag is verschenen van de Commissie Langdurig Verblijvende Vreemdelingen, ook wel de commissie-Van Zwol genoemd. Zij heeft, zoals gezegd, vandaag haar rapport gepubliceerd en wij zouden daar graag een debat over willen.

De voorzitter:

Er ligt een brief van de minister van Justitie waarin staat dat hij na het zomerreces een uitgebreide beleidsreactie op het rapport zal geven. Het rapport is vandaag verschenen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Absoluut, daarom sta ik hier. Ik kan me zomaar voorstellen dat we dit debat niet voor de zomer zullen voeren, als ik naar de agenda kijk, maar ik vind het wel belangrijk om het te agenderen. Als we dan de kabinetsreactie hebben, kunnen we het debat daadwerkelijk voeren. Maar iemand moet het aanvragen en dat ben ik vandaag.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter, logisch dat er een debat komt. Dat steunt de PVV-fractie ook, maar het punt dat u aanstipt, is wel relevant, want die kabinetsreactie staat op het programma voor september en dat is natuurlijk veel te laat. Om daarna een debat te voeren ergens in oktober, in het najaar, is echt veel te laat, want er moeten urgente problemen worden opgelost. Die kabinetsreactie moet dus echt voor de zomer komen. Ik denk dat iedereen het daar wel mee eens kan zijn, want dit kan niet langer weggeschoven worden.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Voor mij is ook even de vraag wanneer we dan die kabinetsreactie kunnen verwachten. We hadden dit namelijk ook via de commissie kunnen doen, omdat het destijds een commissiebreed verzoek was. Komt er nu heel snel een kabinetsreactie? Gaan we dan meteen in september van start? Ik ben een beetje zoekende. Ik wil eigenlijk wel dat die kabinetsreactie sneller komt en dat we daar een deadline op zetten. Als we die reactie voor de zomer krijgen, kunnen we het debat meteen de eerste of tweede week van september inplannen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter, ook ik zie de snelle stap van mevrouw Van Toorenburg als een uitdrukking van grote urgentie. Daar past een snelle kabinetsreactie bij, met daarna een debat. Dus steun daarvoor.

Mevrouw Becker (VVD):

Voorzitter. Het verzoek is ook namens de VVD gedaan, maar ik wil even benadrukken dat het wat ons betreft wel van belang is dat er een zorgvuldige kabinetsreactie komt. We hebben al een aantal maanden op dit rapport gewacht. Het is vandaag gepubliceerd. Dus wat de VVD betreft, kunnen we wachten tot de reactie er is en dan het debat inplannen.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Steun om het kabinet om een reactie te vragen voor de zomer en dan inplannen begin september.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, u heeft een meerderheid. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Tot slot de heer Drost namens de ChristenUnie.

De heer Drost (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Dit weekend kwam uit onderzoek van onder andere het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel naar buiten dat op de zogenoemde proana-sites op behoorlijke schaal mannen aanwezig zijn die meisjes die daar feitelijk om hulp komen vragen, misbruiken door hen te dwingen tot het versturen van naaktfoto's en zelfs tot seks. Dat is schokkend. Het feit dat het wellicht heden ten dage nog steeds plaatsvindt, maakt het ook urgent. Daarom verzoek ik om een debat met de minister van Justitie en Veiligheid.

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter. Steun.

Mevrouw Kuik (CDA):

Steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Steun, maar het gaat wel even om de timing. Er loopt ook nog een heel justitieonderzoek. Dus op welke termijn zou dat dan moeten?

De heer Hijink (SP):

Ja, steun. Daarbij zou ik hierover graag eerst een brief van de regering willen, want ik vond de eerste reactie redelijk slap. Die luidde namelijk dat voorlichting dit probleem wel zou gaan oplossen. En nu we het er toch over hebben: misschien is het ook verstandig als de minister van VWS daar dan bij is.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek, maar het zou mijn brede oproep zijn of we het niet sneller kunnen doen in een binnenkort te houden overleg. Volgens mij moet dat nog gepland worden. Maar dat laat ik even aan de ChristenUnie.

De heer Groothuizen (D66):

Ik sluit me aan bij de suggestie van mevrouw Kuiken. Volgens mij heeft de heer Van der Staaij recent ook een debat aangevraagd dat hieraan raakt. Misschien zijn er wel een aantal dingen die te combineren zijn.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Steun, voorzitter.

De voorzitter:

Meneer Drost, u heeft een meerderheid. Ik zit alleen even te kijken hoeveel debatten we intussen hebben.

De heer Drost (ChristenUnie):

Gezien het feit dat het wellicht heden ten dage nog plaatsvindt, lijkt het mij een urgente zaak waarover we snel met de minister van gedachten moeten wisselen. Als het kan voor het zomerreces.

De voorzitter:

Van 2019 of van 2020?

De heer Drost (ChristenUnie):

Van 2019.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Juist gelet op het feit dat er nog een heel justitieonderzoek loopt waar ook allerlei nieuwe feiten uit voort kunnen komen, is er ook wat voor te zeggen om het na het zomerreces te doen. Dan is er meer duidelijkheid.

De heer Drost (ChristenUnie):

Ik ben het met meneer Van Wijngaarden eens dat we goed moeten kijken naar de vraag of die sites überhaupt wenselijk zijn, maar het is, denk ik, wel urgent om nu in te grijpen op dat wat er al gebeurt.

De voorzitter:

Maar ik zie geen meerderheid om het voor het zomerreces te agenderen.

De heer Hijink (SP):

Ik denk dat het heel lastig wordt om het voor het reces in te plannen. Wat wel zou kunnen, is dat we een reactie van de minister voor het zomerreces krijgen. Daarin kan hij dan in ieder geval de stappen beschrijven die hij nu gaat nemen, want er is natuurlijk ook gewoon een acuut risico. En als dan uit die brief blijkt dat daar dringend over gesproken moet worden, dan kunnen we dat alsnog doen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik zie wel het belang van een snelle behandeling. Een bijkomend voordeel zou kunnen zijn dat de aanvrager dan nog Kamerlid is.

De voorzitter:

Oké, daar moeten we ook rekening mee houden in de planning. Dank u wel, meneer Drost. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Intussen hebben wij al 216 debatten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven