4 RBZ/Handel

Aan de orde is het VAO RBZ/Handel (AO d.d. 21/5).

De voorzitter:

We gaan nu het verslag van het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken over het onderwerp Handel voeren. Als eerste spreker hebben we mevrouw Ouwehand van de PvdD.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Onder de wijze lessen dat je niet scherp genoeg kunt zijn, heb ik een motie over de lening die MHP, de grootste kippenfabrikant van Oekraïne, heeft ingediend bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. We hebben gemerkt dat de druk toeneemt, want de stemmingen zouden vandaag plaatsvinden, maar die zijn uitgesteld. Dat geeft hoop, want totaalafstel kan zomaar binnen handbereik liggen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer in 2015 een motie heeft aangenomen waarin de regering wordt opgeroepen namens Nederland niet in te stemmen met nieuwe leningen van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) aan de grootste kippenproducent van Oekraïne, MHP;

constaterende dat Nederland zich naar aanleiding van deze motie steeds onthouden heeft van stemmingen over nieuwe kredietaanvragen door MHP, wat echter geen verschil heeft gemaakt voor de uitslag over die stemmingen;

constaterende dat MHP een nieuwe aanvraag voor een lening van maar liefst 100 miljoen euro heeft ingediend bij de EBRD;

overwegende dat gezien de stemverhoudingen in de EBRD de positie van de Nederlandse bewindvoerder waarschijnlijk doorslaggevend is;

verzoekt de regering de bewindvoerder van Nederland bij de EBRD te instrueren altijd aan te sturen op formele stemmingen bij kredietaanvragen van MHP, bij die stemmingen tegen kredietaanvragen van MHP te stemmen en voor die positie ook steun bij andere aandeelhouders te verwerven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2013 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de onderhandelingen over een EU-handelsverdrag met de Mercosur-landen in een stroomversnelling zijn gekomen en dat mogelijk voor oktober al een definitief akkoord afgesloten wordt;

constaterende dat op dit moment in Nederlandse schappen producten liggen die in Brazilië onder veel minder strenge voorwaarden zijn geproduceerd, en waar bovendien chemicaliën aan te pas zijn gekomen die in Nederland en de EU verboden zijn;

constaterende dat Brazilië in 2018 ruim 300 miljoen kilo kippenvlees naar de Europese Unie exporteerde, bijna drie keer zo veel als Oekraïne;

overwegende dat een handelsakkoord met de Mercosur-landen zal leiden tot nog veel grotere import van onder meer goedkoop rundvlees, kippenvlees, eieren en soja uit die landen;

verzoekt de regering, zich in de diverse Raden te verzetten tegen een handelsverdrag met de Mercosur-landen waarvan de landbouw niet is uitgezonderd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2014 (21501-02).

Dan de heer Van Haga.

De heer Van Haga (VVD):

Voorzitter. Dit VAO is aangevraagd door collega Ouwehand van de PvdD, omdat zij bedenkingen heeft bij handelsverdragen, zoals we die onder andere met Oekraïne hebben gesloten, en bij het handelsverdrag dat de EU aan het sluiten is met onder andere de Mercosur-landen. Nederland is een klein land dat economisch in de eredivisie meespeelt. Een derde van ons inkomen wordt in het buitenland verdiend. Het is voor Nederland dus van groot belang dat er handelsverdragen worden afgesloten in de EU. Natuurlijk erkent de VVD dat dit niet altijd iedere bedrijfstak goed uitkomt, maar het gemiddelde van zo'n handelsverdrag is uiteindelijk ontzettend positief voor ons. Natuurlijk erkennen wij ook dat er soms fouten worden gemaakt, zoals met het kippenvlees in Oekraïne, maar dat moet dan worden rechtgezet. Dat heeft uiteindelijk niets te maken met een lening van de EBRD aan MHP voor de overname van een Sloveens pluimveebedrijf. Mijn collega Amhaouch heeft het ook al eerder gezegd tijdens het AO hierover: laten we ervoor waken dat we niet een ontzettend negatief beeld schetsen over het sluiten van handelsverdragen, want die handelsverdragen zijn voor Nederland uiteindelijk van levensbelang. Wat betreft de beide moties van collega Ouwehand: die zal de VVD niet steunen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan vraag ik me af waarom de VVD in de media en in vragen aan het kabinet wel voortdurend kritisch is over de deal met Oekraïne, over de import van goedkoop kippenvlees in de EU vanuit Oekraïne, over Mercosur en over wat dat betekent voor de Nederlandse landbouw. Ik dacht: de VVD stelt zich kritisch op en is dus ook bereid — de VVD zit in het kabinet — om daaraan te verbinden dat de Nederlandse landbouw echt moet worden beschermd tegen de import van goedkoop vlees en goedkope eieren uit derde landen. Waarom stelt u kritische vragen, als u niet bereid bent om daar dan ook de consequentie aan te verbinden die u daaraan als regeringspartij gewoon makkelijk kunt verbinden? Bescherm de boeren!

De heer Van Haga (VVD):

De rol van ons, van u en van mij als Kamerlid, is om kritische vragen te stellen. Wij moeten het kabinet controleren. Dat doen we ook, dus we hebben kritische vragen gesteld, ook over het handelsverdrag met Oekraïne. Waar wij elkaar opnieuw vinden, is dat het daarmee inderdaad fout is gegaan. Er is een toename van kippenvlees, door een of ander raar trucje. Daar zijn we kritisch op. Wij vinden ook dat dit gecorrigeerd moet worden. Wij vinden ook niet dat er een enorme verhoging van het quotum moet plaatsvinden. Dat laat onverlet dat mijn betoog hier erover gaat dat in zijn totaliteit handelsverdragen gewoon goed zijn voor Nederland.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan kunnen we toch niet anders dan concluderen dat het praatjes zijn voor de boerenbühne? Wel in de richting van de boeren uitstralen dat je er kritisch over bent, maar op het moment dat er keuzes gemaakt kunnen worden, houdt de VVD de boeren een beetje voor de gek, terwijl ze niet opletten. Zij zijn namelijk hard aan het werk terwijl wij hier staan te debatteren, en zij kijken echt niet naar dit debat. Het is mooi dat de VVD nu ook kritisch is over die deal met Oekraïne, maar op de momenten dat we het konden tegenhouden, was de VVD daartegen. Nu ligt er een akkoord en zegt de VVD: o ja, we zijn toch niet zo blij. Eerder besluiten! Dat geldt voor Mercosur en dat geldt voor die eventuele lening aan MHP. Doe nou op tijd wat gewoon in de handen van de VVD ligt. U bent een regeringspartij. U kunt dit stoppen als u ons steunt.

De heer Van Haga (VVD):

Nee. Het punt is: wij willen juist meer handelsverdragen, maar ze moeten wel goed worden uitgevoerd. Ze moeten ook goed worden uitonderhandeld. Op dit kleine puntje in dit grote verdrag is inderdaad een fout gemaakt. Daarvan hebben we de gevolgen gemerkt en die gaan we corrigeren. Daarover zijn brieven gestuurd naar de Eurocommissaris. Dus we hebben er alle vertrouwen in dat het goed wordt opgelost. In zijn algemeenheid zijn handelsverdragen prima; dat steunt de VVD. Als er iets misgaat, gaan we dat oplossen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dit is natuurlijk allemaal het terrein van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Niettemin zit in vak-K de minister van Defensie, omdat de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vandaag in het buitenland verkeert. De minister van Defensie gaat even nadenken over de beantwoording van de gestelde vragen. Ik schors de vergadering voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 12.44 uur tot 12.49 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister de gelegenheid om inderdaad de moties van commentaar te voorzien. Het woord is aan de minister.

Minister Bijleveld-Schouten:

Dank u wel, voorzitter. Ik zal mij inderdaad beperken tot het van commentaar voorzien van de moties, omdat ik hier inderdaad aanwezig ben als vervanger, zoals u zelf ook al hebt gezegd.

Ik begin met de motie op stuk nr. 2013 van mevrouw Ouwehand. Die gaat over MHP. Waar zit mevrouw Ouwehand in de zaal? Ik zoek haar even. Ik moet even wennen aan de posities van de Kamerleden, want ik zie nu natuurlijk andere Kamerleden dan de leden met wie ik normaal debatteer.

Ik kan een aantal dingen zeggen over deze motie. Wij zijn het eigenlijk grotendeels eens met de manier waarop mevrouw Ouwehand deze problematiek benadert. Wij zijn ook nog steeds voornemens om de bewindvoerder te instrueren om tegen het huidige voorstel voor de lening aan MHP te stemmen, zeker als het voorstel ongewijzigd zou blijven. Mevrouw Ouwehand heeft gelijk: de aangekondigde stemming van vandaag ging niet door. Dit is allemaal in de aanloop naar de Handelsraad, die aanstaande maandag wordt gehouden. Daarom is het belangrijk dat we hier bij elkaar zijn. De reden dat Nederland voornemens is om tegen te stemmen, heeft vooral te maken met de gebrekkige additionaliteit. MHP is eigenlijk een groot bedrijf dat goed loopt en snel uit te breiden is. We zijn er niet van overtuigd dat een bedrijf hiervoor geen geld zou kunnen ophalen in de markt. En daarnaast heeft Nederland al meerdere malen een kritisch signaal afgegeven. Natuurlijk is het altijd ook van de stemmen van andere landen afhankelijk of de lening wel of niet wordt verstrekt.

In het dictum van de motie staat: "verzoekt de regering de bewindvoerder van Nederland bij de EBRD per ommegaande te instrueren." Dat kan altijd. In het dictum staat verder: "altijd aan te sturen op formele stemmingen". Aangezien wij vinden dat er tegengestemd moet worden, moet er een formele stemming zijn, dus ook dit deel van het dictum is geen probleem. Het dictum gaat verder: "bij die stemmingen tegen kredietaanvragen van MHP te stemmen". Dat kan ook. Tot slot staat er in het dictum: "en voor die positie ook steun bij andere aandeelhouders te verwerven". Mag ik dat laatste opvatten als een inspanningsverplichting? Als het een resultaatverplichting is, is het ingewikkeld en behoort het volgens mij niet tot de mogelijkheden. Maar als ik het mag opvatten als een inspanningsverplichting, kan ik het oordeel over de motie aan de Kamer laten. Wij hebben dat natuurlijk ook keurig afgestemd met het departement van Financiën, dat hier natuurlijk ook een rol in speelt. Ik lees het laatste dan dus wel als een inspanningsverplichting, zeg ik tegen mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Prima. Ik ben heel blij met de verduidelijking die de minister geeft. Ik snap dat het verwerven van steun bij andere aandeelhouders een inspanningsverplichting moet zijn, want die steun kunnen we niet afdwingen. Maar de minister zegt hier eigenlijk toe dat er wordt aangestuurd op formele stemmingen en dat Nederland dan ook daadwerkelijk zelf tegen zal stemmen.

Minister Bijleveld-Schouten:

Ja.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank voor die uitleg. We zijn het eens.

De voorzitter:

Dat betekent dat het oordeel van de minister luidt?

Minister Bijleveld-Schouten:

Ik heb de motie oordeel Kamer gegeven, voorzitter.

De voorzitter:

Oordeel Kamer. Goed.

Minister Bijleveld-Schouten:

Ik heb dat net gezegd.

Dan de motie op stuk nr. 2014, over Mercosur-landen. Daar heeft de heer Van Haga overigens ook iets over gezegd in zijn betoog. Ik zal niet op dat betoog ingaan, maar ik wil wel kort iets zeggen over de positie van het kabinet daarbij. Zoals de Kamer weet, wordt er al twintig jaar over een associatieakkoord onderhandeld. Daar heeft de heer Van Haga ook iets over gezegd. In dat akkoord zouden ook een aantal afspraken moeten staan over politieke zaken, internationale samenwerking en een handelsakkoord. Het kabinet ziet een associatieakkoord met Mercosur-landen juist als een heel belangrijk akkoord, zowel economisch als politiek. Met het akkoord kunnen de landen volgens het kabinet ook een strategische partner zijn. Wij denken dat het akkoord juist de kans biedt om ook op andere beleidsterreinen, zoals klimaat en dierenwelzijn, een structurele dialoog te voeren. Nederland vraagt ook om blijvende aandacht voor zaken als dierenwelzijn, klimaat, duurzame ontwikkeling en arbeidsrechten. Nederland vindt dat die zaken op een robuuste wijze een plek moeten worden gegeven in het akkoord. Wij vinden het belangrijk dat er een gebalanceerd akkoord komt waarin óók rekening wordt gehouden met de door mevrouw Ouwehand aangehaalde gevoelige sectoren, zoals de pluimveesector. Dat doet de Commissie naar onze overtuiging ook. Kortom, Nederland is van plan om het akkoord te steunen. Maar wij gaan het pas beoordelen als het eindresultaat er is. Dat heeft de heer Van Haga ook in zijn betoog ingebracht, dus deze motie zou ik willen ontraden namens het kabinet.

De voorzitter:

De minister ontraadt de motie op stuk nr. 2014.

De heer Van Haga (VVD):

Toch nog even over de eerste motie: die geeft u oordeel Kamer. Ik begrijp dat niet helemaal, want er staat: "bij de stemmingen tegen kredietaanvragen". Moet ik de motie zo lezen dat u een inspanningsverplichting aangaat die tot in het oneindige doorgaat en dat het kabinet dus ook bij toekomstige kredietaanvragen tegen zal stemmen?

Minister Bijleveld-Schouten:

Van MHP, zo staat er.

De heer Van Haga (VVD):

Van MHP. Dus bij alle kredietaanvragen in de toekomst — we weten nog niet of die er komen — gaat de minister tegenstemmen?

Minister Bijleveld-Schouten:

De minister stemt niet tegen in dit geval. Ik denk dat het goed is om het proces voor ogen te houden. Voorlopig gaat het over deze kredietaanvraag, waar mevrouw Ouwehand over heeft gesproken. Maar ik heb wel een duiding gegeven van hoe het kabinet dit bedrijf benadert. Ten aanzien van dit bedrijf heeft mijn collega al meerdere keren een kritisch signaal afgegeven en hebben wij ons van stemming onthouden. Er ligt nu voor de vijfde keer een transactie voor met MHP. Naar onze mening is het beleid onvoldoende veranderd, dus voorlopig blijven we er op deze manier naar kijken. We zullen nu tegenstemmen en we zullen kritisch naar dit bedrijf blijven kijken.

De heer Van Haga (VVD):

Het is mij toch niet helemaal duidelijk. U geeft de motie oordeel Kamer, dus dat betekent dat de instructie bij kredietaanvragen in de toekomst zal zijn om tegen te stemmen.

Minister Bijleveld-Schouten:

Ik weet niet of er nog meer kredietaanvragen komen, maar het gaat in eerste instantie om deze aanvraag. We benaderen het bedrijf op de manier die ik heb toegelicht. Daarin wordt niet zo snel iets gewijzigd, dus dan zal dat ook zo zijn. Ik heb alleen gezegd dat ik het tweede deel niet als een resultaatverplichting beschouw, want dat kunnen wij als kabinet nooit waarmaken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Misschien even voor de helderheid voor de collega's: dit gaat een klein stapje verder dan de motie die de Kamer al eerder heeft aangenomen en die zich ook uitsprak over toekomstige kredietaanvragen en toekomstige leningen. Het verzoek daarin, dat door de Kamer werd gesteund, was: stem daar niet mee in. Maar dat blijkt niet zo veel uit te maken, dus je moet aandringen op een formele stemming. Deze motie zegt: doe dat dan ook en stem daar tegen. Het ligt dus in lijn met een eerdere Kameruitspraak.

Minister Bijleveld-Schouten:

Daar heb ik niks aan toe te voegen.

De voorzitter:

Nou, dat is dan ook duidelijk. Ik dank de minister voor haar reactie op de moties.

Minister Bijleveld-Schouten:

Graag gedaan.

De voorzitter:

Ik geloof niet dat er verder nog vragen openstaan, dus dan kunnen we dit VAO nu afronden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We zullen vandaag om 13.25 uur over deze moties gaan stemmen.

De vergadering wordt van 12.55 uur tot 13.29 uur geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven