Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 75, item 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 75, item 5 |
Vragen van het lid Belhaj aan de minister van Defensie over Afghaanse tolken die zich in de steek gelaten voelen door Nederland.
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Belhaj namens D66 voor haar vraag aan de minister van Defensie, die ik ook van harte welkom heet, over Afghaanse tolken die zich in de steek gelaten voelen door Nederland. Het woord is aan mevrouw Belhaj.
Mevrouw Belhaj (D66):
Voorzitter. Afghaanse tolken hebben met gevaar voor eigen leven, schouder aan schouder bijgedragen aan de veiligheid van onze militairen en daarmee aan het succes om de militaire missies veilig te kunnen uitvoeren. Deze mensen worden nu in de steek gelaten, terwijl zij steun en bescherming verdienen.
Voorzitter. D66 en anderen dringen al een aantal jaren aan op een transparante regeling voor de benarde positie van deze tolken. Er zou volgens Defensie een speciale regeling komen. Er zou een uitzondering kunnen worden gemaakt in de asielprocedure. In de praktijk blijkt hier niets van waar te zijn. In de praktijk blijkt geen tolk op de hoogte te zijn van deze regeling. Wanneer zij gevaarlopen en aankloppen bij de Nederlandse ambassade, worden zij weggestuurd met een formuliertje en wordt hen verteld dat hun werk erop zit.
Voorzitter. Dit is onacceptabel. Mensen die met gevaar voor eigen leven Nederland hebben gediend, hebben het recht op steun en bescherming van Nederland. Defensie heeft hier een actieve zorgplicht. We weten al — waarschijnlijk; dat gaat de minister straks beantwoorden — dat er sinds het vertrek van de Nederlanders vier van de vele tolken zijn vermoord, sommigen op klaarlichte dag, onder het toeziend oog van hun familieleden. Anderen vrezen voor hun leven en hebben dagelijks te maken met doodsbedreigingen van de Taliban en ISIS-aanhangers.
Voorzitter. Kan de minister aangeven hoeveel tolken er voor Nederland zijn ingezet? Hoeveel van hen is verteld dat zij gebruik kunnen maken van de bijzondere regeling als zij direct en persoonlijk gevaarlopen? Hoeveel van hen heeft hiervan gebruikgemaakt? Kan de minister aangeven of het klopt dat er vier tolken vermoord zijn?
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan de minister van Defensie.
Minister Bijleveld-Schouten:
Dank u wel, voorzitter. Ik begin allereerst met het feit dat Defensie, als we opereren in moeilijke omstandigheden in landen waar we de taal niet spreken, natuurlijk tolken nodig heeft om contact met mensen te hebben en dat zij ook bescherming verdienen. Dat is, zoals mevrouw Belhaj zei, helemaal waar. Er zijn verschillende tolken. Er zijn militairen die zelf tolken, er zijn reservisten die tolken en er zijn lokale mensen, die via tussenpersonen zijn aangesteld, die tolken. Dat wij verantwoordelijkheid dragen, daar is geen enkel misverstand over. Dat ben ik totaal eens met mevrouw Belhaj.
Zij veronderstelt dat er geen regeling is, maar naar aanleiding van een algemeen overleg dat in 2014 in uw Kamer is gehouden zijn er werkafspraken gemaakt tussen BZ, Defensie en de IND en is er inderdaad een tolkenregeling gemaakt.
Mevrouw Belhaj zei: er zijn mensen weggestuurd met een formulier en er zijn mogelijk vier mensen vermoord; dat laatste veronderstelt ze althans. Ten eerste het bericht dat er mensen mogelijk vermoord zijn. Het is verschrikkelijk tragisch als dat zo is. Wij weten dat op dit moment niet, dus ik kan dat niet bevestigen. Naar aanleiding van de berichten heb ik gisteren de opdracht gegeven om dat te verifiëren, om te kijken of we dat kunnen verifiëren. Daar wordt capaciteit voor vrijgemaakt, zodat we dat kunnen uitzoeken.
Er is dus wel een regeling. Mevrouw Belhaj vraagt hoeveel mensen er gebruik van hebben gemaakt. Het is een hele specifieke regeling, want normaal moet je natuurlijk asiel aanvragen in Nederland. Daarvoor moet je dus in Nederland zijn. Nu kun je dat in Kabul doen als je aan de criteria voldoet. Er is een vragenlijst die met de IND is afgestemd. Er zijn iets meer dan 200 tolken ingezet in Afghanistan. Een tiental heeft asiel gekregen op basis van de regeling. Hoewel het niet gevraagd is, heb ik geverifieerd of er iemand weggestuurd is bij de ambassade. Ik heb net zelf gepoogd de ambassadeur te bellen, maar ik kreeg hem niet aan de lijn. Ik begrijp dat BZ hem wel aan de lijn heeft gehad. Het bericht is daar niet bekend. Iedereen die zich daar meldt en die mogelijk van de regeling gebruik zou kunnen maken, moet daar gebruik van kunnen maken. Dan moet dat ook getoetst worden. Ik ben zelf ook weleens in Afghanistan geweest en ik sluit niet uit dat de beveiliging een punt is geweest. Ik wil het echt weten, niet alleen naar aanleiding van de vraag van mevrouw Belhaj, maar ook naar aanleiding van wat er in de publiciteit is geweest. Ik zal nog eens met de ambassade en met BZ goed checken hoe die situatie in elkaar zit. Dan kan ik u daarover informeren.
Mevrouw Belhaj (D66):
Ik neem hier geen genoegen mee. De minister zegt: we moeten het even uitzoeken, maar de mensen weten dat er een regeling is. Het blijkt dat mensen niet weten dat er een regeling is. In landen als Canada, Australië, Duitsland en Groot-Brittannië is het volstrekt helder en transparant wat die regel is. Waarom bent u nou niet bereid om die regel gewoon openbaar te maken, zodat iedere Afghaanse tolk die eventueel aanspraak wil maken op die regeling, ook weet wat de criteria zijn? Mensen die deze tolken bijstaan, moeten weten hoe ze kunnen voldoen aan de criteria. Ik zou u willen verzoeken een hoge mate van urgentie te betrachten. Ik geloof wat u zegt: ik ga zo snel mogelijk uitzoeken of deze mensen inderdaad vermoord zijn. Maar elke dag dat het langer duurt omdat u bezig bent met het onderzoek naar de vraag waarom die vorige mensen zijn vermoord, lopen mensen het gevaar vermoord te worden. Het zijn 200 tolken. Ik vind dat u na de eindeloze debatten, ook in deze Kamer, een actieve zorgplicht heeft. U moet uitzoeken waar die mensen nu zijn. U belt ze op en vraagt: voelt u zich veilig, bent u ondergedoken, loopt u het risico om vermoord te worden? Als die antwoorden allemaal "ja" zijn, dan zegt u: Nederland is u dankbaar voor het feit dat u onze militairen veilig hun werk hebt laten doen en we gaan u actief helpen met een regeling, we zorgen dat u veilig bent, we zorgen dat uw familieleden niet hoeven toe te zien hoe u vermoord wordt. Dat is waar het over gaat. Die urgentie mis ik bij de minister. Ik zou het heel prettig vinden als u niet alleen zou kijken naar de mensen die mogelijk vermoord zijn, maar ook iets zegt over wat u nu doet voor mensen die zich in gevaar wanen of gewoon letterlijk in gevaar zijn.
Minister Bijleveld-Schouten:
Voorzitter. Die urgentie is niet mis te verstaan, die is hoog voor de mensen die bij ons gewerkt hebben. Vanaf 2014 maken we nadrukkelijk foto's, zodat we mensen kunnen identificeren. Dat is nodig. Het is een procedure die uiteindelijk door JenV en niet door Defensie wordt uitgevoerd. Het is onze taak om aan te geven of de mensen daadwerkelijk bij ons gewerkt hebben. De IND gaat voor JenV over de afweging of mensen uiteindelijk hier mogen komen. Het is helemaal niet zoals mevrouw Belhaj zegt dat ieder land actief op zoek gaat. Het is zo dat er overal restricties zijn bij de regeling. Ik heb er nog even naar gekeken ter voorbereiding van vandaag. Wij hebben de taak om er goed voor te zorgen dat als mensen in gevaar zijn, zij van de regeling gebruik kunnen maken. Mensen worden er ook op gewezen dat die regeling er is. U veronderstelt nu dat 200 mensen hoog risico lopen, maar niet iedereen loopt hoog risico. Pas als ze hoog risico lopen, kunnen ze in de procedure om daadwerkelijk naar Nederland toe te komen. Ongeveer tien hebben daar in de afgelopen periode gebruik van gemaakt. De regeling gaat over: voelen mensen zich bedreigd? Dat moeten ze op een vragenlijst invullen. Ik kan er in de openbaarheid wel iets over zeggen. Ze moeten ter plekke bij de ambassade een vragenlijst invullen. Voelen ze zich bedreigd, door wie, wanneer? Hebben ze voor ons gewerkt? Dat wordt gecheckt. Wat voor soort werkzaamheden waren dat dan? Daar wordt naar gekeken. Is dat hoog profiel? Dat zijn allemaal zaken die ten grondslag liggen aan de afweging door de IND.
Ik wil er best nog wel eens even met collega Harbers over praten, want ik ga er niet over. Het is geen regeling van Defensie, maar van JenV. Ik wil er best met hem over praten of daar meer over openbaar gemaakt kan worden, maar dat is de regeling die ik hier net schetste. Daar kan iedereen gebruik van maken en dat vertellen wij ook aan de mensen die voor ons werken of die via tussenpersonen voor ons werken. Niet iedereen werkt rechtstreeks voor ons. Er werken ook mensen via tussenpersonen voor ons. Het is dus niet zo dat die 200 mensen allemaal gevaar lopen, zoals de veronderstelling is. Dat moet u echt niet zo zien. Daar wordt door ons kritisch naar gekeken.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Belhaj.
Mevrouw Belhaj (D66):
Dit is zo'n debat waarin ik me weer realiseer waarom ik de politiek in wilde. U heeft het over regelingen en een vorm van bureaucratie en ik heb het over de realiteit. Het Nederlands Dagblad en andere journalisten die hier actief mee bezig zijn, geven aan dat deze mensen zich melden. Die geven aan dat ze niet weten van het bestaan van de regeling. Die geven aan dat ze bang zijn om te worden vermoord. Dat is de realiteit. Ik wil dat u de realiteit adresseert en niet de bureaucratie op welk ministerie dan ook. Het debat na vandaag is dan ook zeker nog niet klaar. Ik zal vanmiddag nog een uitgebreider debat aanvragen, maar ik hoop van harte dat de minister in ieder geval bereid is om met die 200 tolken actief contact te zoeken en actief te vragen of deze mensen veilig zijn. Dat is het minste wat je zou kunnen doen.
De voorzitter:
Dank u wel. De minister, een korte reactie.
Minister Bijleveld-Schouten:
Ik denk ook niet dat het debat klaar is na vandaag, maar dat het beter is om eens even een aantal dingen op papier te zetten over wat we überhaupt doen, hoe het in elkaar zit, wat er sinds 2014 is gedaan en wat we tot op heden dagdagelijks daaraan doen. Dan kunnen we daar met elkaar verder over spreken. Voor mij is er nooit een misverstand. Voor mij gaat het eigenlijk nooit om regelingen. Ik ben nog langer geleden dan mevrouw Belhaj de politiek in gegaan, een beetje meer in de tijd van de Kamervoorzitter. Ik weet altijd dat het om mensen gaat, dus daar is bij mij geen misverstand over.
De voorzitter:
Dank u wel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-75-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.