Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 35, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 35, item 4 |
Aan de orde is het debat over de Europese top van 13 en 14 december 2018.
De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de Europese top van 13 en 14 december 2018. Ik heet de minister-president en de minister van Financiën van harte welkom en ik geef mevrouw Leijten namens de SP-fractie als eerste spreker het woord.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Het is nooit een saai moment als het gaat over de Europese Unie. Iedereen weet natuurlijk waar ik op doel. Er gaat geen minuut of geen uur voorbij, of er is weer breaking news uit het Verenigd Koninkrijk. Daar gaat natuurlijk de komende top over, maar niet alleen daarover. Want los van alle grote chaos die we daarover zien en de grote onzekerheid voor inwoners van het Verenigd Koninkrijk, en zeker ook voor inwoners van andere landen van de Europese Unie, staat er ontzettend veel op de agenda om besloten te worden, waarbij we zien dat de trein doordendert en doordendert en doordendert. Ik kan helaas niet over alle punten vragen stellen. Daarom beperk ik mij in eerste instantie tot de brexit. We hebben hier al gesproken over het terugtredingsakkoord. Toen heb ik aan de minister-president gevraagd waarom de Europese Unie tot deze onmogelijke deal is gekomen. We wisten eigenlijk op voorhand al dat die niet acceptabel zou zijn. De uiteindelijke uitkomst, als er geen handelsovereenstemming komt in de tussenperiode, is dat het Verenigd Koninkrijk de grens moet wijzigen. Moet dat nu de uitkomst zijn van de onderhandelingen in de Europese Unie, heb ik de minister-president gevraagd. Welke ruimte kan de EU nu nog aan premier May bieden om dit akkoord er toch door te halen? Iedereen zegt dat er geen ruimte is om de onderhandelingen te heropenen. Ik zeg dan bij mezelf: zeggen dat er geen onderhandelingen mogelijk zijn, is ook een vorm van onderhandelen. Ik heb vanochtend de persconferentie van premier May gezien. Zij zegt dat ze gisteren "progress" heeft gemaakt, dat ze vooruitgang heeft geboekt bij de bezoeken aan minister-president Rutte, bondskanselier Merkel en de heren in Europa. Maar wat ligt er precies voor als de overgebleven 27 landen van de EU straks gaan praten over wat er met het Verenigd Koninkrijk moet gebeuren? Ik zou dat graag willen weten van de minister-president, want de brief die wij daarover vanochtend hebben gekregen, geeft daar geen antwoord op.
En wat is er op 3 en 4 december in Brussel gebeurd? De minister van Financiën heeft de bokshandschoen opgepakt en hij heeft in Europa een coalitie gesloten. Heel goed. De Franse minister van Financiën was daar openlijk woedend over. Dan ben je toch wel iets aan het doen als het om de verhoudingen gaat. Ik heb gezegd dat ik het wel mooi vond om een minister van Financiën op de barricade te zien. Dat spreekt een SP'er natuurlijk wel aan, maar wat is er in die achttien uur boksen gebeurd tussen minister Hoekstra en de Franse minister van Financiën, Le Maire? Achteraf waren ze beiden namelijk supertevreden over de uitkomst, terwijl ze het vooraf niet met elkaar eens waren. De minister van Financiën van Nederland stelt dat er wel een huishoudpotje van de eurolanden komt, het zogenoemde eurozonebudget, maar dat het wel een heel klein huishoudpotje is en dat dat niet over stabilisatie gaat. Dat betekent dus dat wij vanuit dat huishoudpotje landen dus niet gaan redden op het moment dat het economisch slecht gaat. De stabilisatiefunctie mag er absoluut niet in en zou er uitonderhandeld zijn.
In het verslag van de Europese ministers van Financiën staat echter dat de regeringsleiders gaan beslissen over het huishoudpotje, over hoe dat gaat werken en over hoe groot dat gaat zijn. En de stabilisatiefunctie wordt zeker weer bediscussieerd. Moet ik hieruit concluderen dat de minister van Financiën de wedstrijd heeft verloren en een blauw oog heeft opgelopen bij die bokswedstrijd van achttien uur? Dat kan gebeuren, maar wees daar dan eerlijk over. Als de minister van Financiën hier zegt dat hij heeft gebokst en dat hij heeft gewonnen, al moet Rutte wel tekenen bij het kruisje, dan komt straks onze minister-president met een blauw oog terug, terwijl de minister van Financiën die heeft opgelopen. Of gaat de discussie helemaal opnieuw plaatsvinden tussen de regeringsleiders? Dan vraag ik minister Hoekstra of hij de minister-president heeft geleerd om een beetje beter te boksen dan hijzelf heeft gedaan in die achttien uur? Wij willen dat eurozonebudget niet, ook niet het onderdeel van de meerjarenbegroting waarover nu wordt onderhandeld.
Dat is het volgende onderwerp waarover ik aan de minister-president enige vragen wil stellen. De huidige voorzitter van de EU, Oostenrijk, heeft een onderhandelingsdocument gemaakt. Dat is nog geheim, dus daar mag ik niet uit citeren. Dat zal ik ook niet doen, maar ik heb wel een aantal vragen. Het is overigens een document van 50 pagina's. Hoe houd je dan nog overzicht over welke onderhandelingen er precies lopen en wat de stand is op welke schaakborden? Als je dat overzicht nog wel hebt, vind ik dat overigens knap. In het onderhandelingsdocument staat aangegeven over welke onderwerpen wordt onderhandeld en over welke onderwerpen eigenlijk niet meer wordt onderhandeld. Kan de minister-president toezeggen aan de Kamer dat er over het wegvallen van kortingen voor grote nettobetalers gewoon nog onderhandelingsruimte is? Als wij zeggen dat de toekomstige meerjarenbegroting eerlijk moet zijn voor alle landen, dan moet je toch een soort noodstop als kortingen behouden? Zegt de minister-president hier toe dat dit onderdeel blijft van de onderhandelingen over de meerjarenbegroting?
We weten dat de Europese Commissie graag wil dat er meer belastingen onderdeel worden van de meerjarenbegroting. "Eigen middelen" wordt dat dan genoemd. Hoezeer ik een transactietaks ook zie zitten, ik vind niet dat daarover per se daar moet worden besloten. Dat zou je dan wereldwijd moeten doen. Over die belastingen is duidelijk gezegd dat wij als Nederland er eigenlijk niet op zitten te wachten dat er meer belastingen vanuit Brussel worden opgelegd. Kan de minister-president mij toezeggen dat over nieuwe belastingen gewoon nog onderhandeld kan worden? Graag zou ik dat van hem horen.
Dan het laatste onderwerp waar ik het graag over zou willen hebben. Dat gaat over de vraag: wie mag regels maken en wie gaat er nou over beleid? Dat heet subsidiariteit, met een moeilijk woord. Met andere woorden: gaan we zelf over bepaalde beleidsterreinen of speelt Brussel daar altijd de baas? Procedureel hebben wij gezegd dat wij vinden dat we een voorstel uit Brussel moeten kunnen beoordelen en terugsturen. Daar staan nu acht weken voor en de inzet is dat dat twaalf weken wordt. Bij de discussie daarover, vorige keer met minister Blok, heb ik hem ook gevraagd: zouden we het eigenlijk niet moeten omkeren? Als er een voorstel komt uit Brussel, moet niet het Nederlandse parlement, of het Duitse parlement, of de Finse regering zeggen: hoho, hier mag Brussel niet de baas spelen, wij willen dit terugsturen. De Europese Commissie moet eigenlijk aantonen dat zij op dat terrein de baas mag spelen. Ik heb daar een motie over ingediend en ik wil die graag in stemming brengen. Ik wil namelijk dat de minister-president bij deze subsidiariteitsdiscussie de omgekeerde route bij het aantonen of Brussel de baas mag spelen in ons land op de agenda moet zetten.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Leijten. De heer Tony van Dijck heeft nog een vraag.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb een vraag over een motie van het lid Merkies, medeondertekend door de heer Van Bommel, de heer Slob en mevrouw Thieme. Daarin staat: verzoekt de regering niet in te stemmen met afspraken die kunnen leiden tot een begrotingscapaciteit voor de eurozone. Die motie heeft het gehaald. Vind mevrouw Leijten dat deze motie wordt uitgevoerd door het kabinet?
Mevrouw Leijten (SP):
Er is veel nepnieuws, en nepnieuws is natuurlijk heel erg kwalijk, zeker als het uit het buitenland komt en daarmee verkiezingen of landen worden gedestabiliseerd. Hier kan ook sprake zijn van nepnieuws van onze eigen minister van Financiën. Hij zegt dat hij de bokswedstrijd heeft gewonnen en dat het een heel klein eurozonebudget betreft, dat niet over stabilisatie zou gaan, terwijl er in de verslagen van de Raad van financiële ministers terugkomt dat dat wel op de agenda staat. Dan moet je de conclusie trekken dat de motie niet wordt uitgevoerd. Ik heb juist die vragen gesteld omdat ik in het ongewisse ben. Hoe kan deze minister nou zeggen: ik heb gebokst en ik heb gewonnen? Hoe kan de Franse minister van Financiën, Le Maire dat nou ook zeggen? Terwijl ze het zo diametraal oneens waren. Ik denk dat onze minister van Financiën zich een beetje in het ootje heeft laten nemen, maar ik hoor graag zijn uitleg daarover. Op het moment dat hij zich in het ootje heeft laten nemen, wordt de motie-Merkies c.s. inderdaad niet uitgevoerd.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Ojik namens GroenLinks.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. We zijn inderdaad nog nauwelijks bekomen van het nieuws dat de stemming in het Britse parlement niet doorging, nu we alweer het nieuws hebben gekregen dat wellicht de positie van de Britse premier zodanig onzeker is dat ze het einde van de dag niet haalt. Ondertussen is niet duidelijk — en dat is misschien wel het meest ernstige aan deze hele kwestie — waar de Britse regering nu eigenlijk op uit is. Tijd kopen, zodat er straks geen ruimte meer is om nee te zeggen? Stemmen kopen in het Lagerhuis, zodat er straks een meerderheid is voor het huidige akkoord? Of een serieuze poging tot heronderhandeling? Daarvan kan geen sprake zijn, zeiden eerst Juncker en Tusk, en inmiddels zegt het Nederlandse kabinet hen dat heel expliciet na. Mijn vraag aan de minister-president daarover is eigenlijk: wat is nou precies, of ongeveer — dat zou ook al heel mooi zijn — de ruimte die zit tussen heronderhandelen, wat we niet willen, verhelderen, wat wel kan, en de Britse premier helpen de deal door het Lagerhuis te krijgen, wat ik ook ergens hoorde? Ergens daartussen zal het dus moeten gaan gebeuren de komende tijd, en ik ben benieuwd of de minister-president op dat punt een tipje van de sluier kan oplichten.
Voorzitter. Ondertussen komt wat we altijd maar een harde brexit noemen natuurlijk wel steeds dreigender dichterbij, en daarmee ook de vraag wat dit voor Nederland betekent. Het vorige week verschenen rapport van de Algemene Rekenkamer ging onder andere over de gevolgen van een harde brexit. Voorziene extra directe kosten: 2,3 miljard. Dat komt niet geheel onverwacht, denk ik. De vraag is of de minister-president dat ook zo ziet. Ook de Douane is niet volledig klaar. Die constatering is op zichzelf terecht, zegt het kabinet in een reactie op het Rekenkamerrapport. En het is onduidelijk hoe de voorbereidingen bij het bedrijfsleven gaan. Ik las in het Rekenkamerrapport dat slechts 10% van de bedrijven die zakendoen met het Verenigd Koninkrijk zich actief voorbereidt op de gevolgen van een harde brexit. Dat is wel heel weinig. Ziet de minister-president dat ook zo? En wat kan hij doen om die voorbereiding te verbeteren?
Op dat punt heb ik ook wel vragen bij de voorbereidingen van onze eigen departementen, want van collega's uit verschillende Kamercommissies hoor ik daar niet per se bemoedigende verhalen over. Bij het ene departement heeft de commissie vorige week aan de minister gevraagd om er eens naar te kijken. Bij een andere commissie, JenV, heeft mijn collega Buitenweg gisteren voorgesteld om ook eens te kijken naar de effecten van een brexit. Bij weer een ander departement schijnt er wel een noodplan te zijn, maar dat krijgt de Kamer niet te zien. Moet er niet een schepje bovenop, zou ik de minister-president willen vragen. En is er voldoende regie? Wil de minister-president de Kamer inzicht verschaffen in de stand van de voorbereidingen en de implicaties van een brexit, hard of zacht, voor de rijksoverheid?
Voorzitter. Dan kom ik bij onze relatie met Rusland, ook een onderwerp op de agenda van de Europese top. We hebben recentelijk al gesproken met de minister van Buitenlandse Zaken over de agressie van Rusland bij de Zee van Azov. Helaas is het nodig dat de sancties worden verlengd tot juli 2019. We lezen dat ook in de geannoteerde agenda. Is hier draagvlak voor bij alle lidstaten, zo vraag ik de minister-president. Mijn fractie is verheugd over het bericht dat de EU-lidstaten hebben ingestemd met het Nederlandse voorstel voor een Magnitskysanctieregime, al mag het waarschijnlijk niet zo heten. Er gaat nu gewerkt worden aan "verdere ontwikkeling van een blauwdruk". Kan de minister iets zeggen over het tijdpad? Het zou uiteraard goed zijn als dit allemaal niet al te lang duurt.
Voorzitter. In de relatie met Rusland blijft ook Nord Stream onverminderd actueel. We hebben daar vaak over gesproken. De minister-president heeft deze week bij CNN in een mooi optreden over klimaatverandering gezegd dat we voor onze energievoorziening minder afhankelijk moeten worden van dubieuze landen. Ik neem aan dat hij daarbij ook aan Rusland denkt. Is hij in dat kader bereid zijn houding ten opzichte van Nord Stream als zijnde een private onderneming te heroverwegen? Naar aanleiding van mijn aangenomen motie over Nord Stream heeft het kabinet in de zomer gezegd: we wachten eerst de gesprekken tussen Rusland en Oekraïne af. Ik neem aan dat het optimisme over het positief aflopen van die gesprekken er niet groter op is geworden. En de tijd van heroverweging lijkt mij wel gekomen. Er is door minister Blok beloofd dat er voor de kerst nog een brief zou komen, maar ik hoor graag alvast hoe de minister-president hiertegen aankijkt.
Ten slotte kom ik op de eurotop. Ik heb op dat vlak een aantal vragen aan met name de minister van Financiën over de eurzonebegroting. Daarover is een ingewikkeld compromis gesloten waarbij Frankrijk kan zeggen dat zo'n begroting er komt en Nederland het tegendeel kan beweren. Wat Nederland betreft kan er voor convergentie en concurrentie, niet voor stabilisatie, een instrument komen, als het maar binnen het Meerjarig Financieel Kader is. De vraag is dan natuurlijk hoe we denken dat ooit te gaan financieren, want de totale uitgaven binnen dat Meerjarig Financieel Kader moeten naar beneden en Nederland is geen voorstander van een nieuw eigen middel. Ik ken dat laatste standpunt, maar ik begrijp het eigenlijk niet. Waarom zijn we daar nou zo tegen? Is belastingheffing op EU-niveau niet juist een goed middel om ongewenste belastingconcurrentie tegen te gaan, vraag ik de minister. Ik snap natuurlijk dat je goed moet nadenken over wat je wel en niet wilt gaan belasten. En ik snap ook dat je alert moet zijn op het feit dat de belastingdruk niet ongeremd stijgt. Maar zo categorisch afwijzen van een nieuw eigen middel is misschien toch niet zo verstandig.
Maar misschien doet het kabinet dat ook wel helemaal niet. Mij viel in het verslag van de eurogroep van 3 december in ieder geval de volgende zin op. "Het kabinet is geen voorstander van een nieuw eigen middel en vindt dat er strikte conditionaliteiten voor dergelijke instrumenten moeten gelden." Dat is interessant, want je zou bijna zeggen: het is of het een, of het ander. Of je bent er gewoon tegen, of je zegt: het kan wel, mits het aan bepaalde conditionaliteiten voldoet. Ik zou het interessant vinden om daarover meer van de minister te horen.
Ik zie, voorzitter, dat ik moet afronden. Dat komt heel goed uit, want ik ben hiermee aan het einde van mijn betoog.
De voorzitter:
Dat is ook toevallig. Dank u wel, meneer Van Ojik. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. We hebben gehoord en gezien dat de stemming over brexit is uitgesteld. En we kregen vandaag het bericht dat er 48 stemmen zijn om een vote of confidence, een vertrouwensstemming over het leiderschap van de premier in Engeland, te houden. Het kan verkeren in een week.
De vraag die ons allen bezighoudt is natuurlijk: hoe nu verder of niet verder met de brexit? In de brief van de minister-president over zijn gesprek met premier May staat dat hij met zijn collega's wil bekijken hoe met verdere verduidelijking van het terugtrekkingsakkoord de goedkeuringsprocedure in het Britse parlement kan worden ondersteund. Hoe ziet de premier dat voor zich? Kan een verdere verduidelijking niet leiden tot nóg grotere ergernis in het Lagerhuis? Want het is toch duidelijk dat er in elk geval niet meer kan worden onderhandeld? Ik sluit mij aan bij de vraag van mevrouw Leijten hierover. De premier heeft gisteren gezegd dat er "some progress" was. Wat betekent dat?
Voorzitter. De Europese Raad sluit het jaar af met een forse agenda. Vanwege de beperkte spreektijd richt mijn fractie zich in hoofdzaak op twee punten, namelijk het Meerjarig Financieel Kader, kortheidshalve het MFK, en de eurotop.
Het onderhandelingsdocument over het MFK wordt nadrukkelijk als "dynamisch" aangemerkt. Gaat die dynamiek zo ver, zo vraag ik de premier, dat er in de Europese Raad nog ruimte is voor discussie? Of worden de uitkomsten van de Raad Algemene Zaken vastgesteld? En wat is de reactie op dit document? Waar liggen voor Nederland de pijnpunten? Hoe vaak wordt het onderhandelingsdocument geactualiseerd? Gebeurt dat in iedere Raad Algemene Zaken? En kan de Kamer daarover vooraf beter worden geïnformeerd dan in de nu ontvangen geannoteerde agenda voor de Europese Raad? Het was wel heel kort. In de publieke versie van het document staan geen bedragen. Maar is het juist dat in de onderhandelingen stukken worden gebruikt waarin die al wel staan?
Voorzitter. Ik ga dieper in op het MFK en de eurozonebegroting. De fractie van 50PLUS heeft een paar duidelijke uitgangspunten. Ten eerste: de begroting van de Europese Unie moet gelijk blijven aan 1% van het bbp. Ten tweede: als het toch meer moet worden, dan kan dat door een opslag op de afdracht van Frankrijk en Duitsland. Ik heb dat eerder gezegd: die willen zo graag. Ten derde: Nederland moet zich nu eens hard opstellen in deze onderhandelingen. Is het kabinet dat met 50PLUS eens? Graag een antwoord op deze drie punten.
De term "hard opstellen" vormt een mooi bruggetje naar de opmerking die ik namens 50PLUS wil maken over de eurotop. Minister Hoekstra heeft zich naar verluidt vorige week hard opgesteld in de vergadering van achttien uur van de eurogroep, met name als het gaat om de vermaledijde plannen van Frankrijk en Duitsland voor een eurozonebegroting. Maar wat heeft hij bereikt? Het persbericht geeft aan dat Nederland zich al op enigerlei wijze heeft gecommitteerd aan een eurozonebegroting voor zover die zich binnen het MFK richt op convergentie en concurrentie. Er wordt zelfs al gesproken over besluiten tijdens de komende twee dagen over de omvang van dat fonds. Indien ja, waarom is dit dan beter verdedigbaar dan een eurozonebudget voor stabilisatie? En wordt dat dan vervolgens geen opmaat voor een volledige eurobegroting? We kennen dat zo langzamerhand in Europa: het begint klein, maar voordat je het weet zit je vast aan een stelsel, een systeem of een agentschap waarvan je dacht dat het er nooit zou komen. Kunnen we erop rekenen dat de premier zijn collega's klip-en-klaar duidelijk zal maken dat Nederland onder geen voorwaarde akkoord gaat met een eurozonebegroting? Is de premier bereid daarvoor desnoods het middel van veto in te zetten? Als hij ter ondersteuning een motie nodig heeft, is dat wat ons betreft geen enkel probleem.
Voorzitter. De indruk bestaat dat op een aantal andere punten de uitkomsten van de eurogroep wel aansluiten op de uitgangspunten van het kabinet en de standpunten van mijn fractie. Kan de minister van Financiën aangeven hoe hijzelf terugkijkt op deze bijeenkomst? Het is al genoemd: de Franse minister van Financiën heeft zijn eigen uitleg en onze minister ook. De Franse minister van Financiën was woedend op de Hanzegroep. En dan te bedenken dat president Macron afgelopen maandag om acht uur een 10 miljard groter tekort heeft veroorzaakt, waardoor Frankrijk zeker boven de 3% komt. Graag een reactie van de minister van Financiën en eventueel ook de premier op hoe dat nou dadelijk weer moet.
Wat is er besloten over de nieuwe eigen middelen en/of extra afdrachten van de eurolanden via een zogenaamd Intergovernmental Agreement? Voor de goede orde: 50PLUS is tegen die twee financieringsmiddelen. Is het kabinet dat ook nog steeds van mening? Wat is er afgesproken over het Europees depositogarantiestelsel? Formeel niets, maar wij willen duidelijk weten of het kabinet het nog steeds met 50PLUS eens is dat dat er niet kan komen zonder dat aan de twee Nederlandse voorwaarden is voldaan, en met name die van een prudente waardering van de staatsobligaties. Onlangs heeft een Duitse bewindsman gezegd dat de huidige 100%-waardering van staatsobligaties "the biggest missincentive on the planet" is, een paranoia.
De voorzitter:
Gaat u afronden, meneer Van Rooijen?
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ja, voorzitter, dat ga ik zeker doen.
We hebben in de Europese Unie heldere afspraken gemaakt, die op papier uitstekend werken maar in de praktijk rampzalig hebben uitgepakt. Het waren en zijn de grootste voorstanders van een federale transferunie die meermaals verantwoordelijk zijn geweest voor het laten vieren van de teugels, en dat willen we niet meer.
Tot slot, voorzitter. De vraag is of de totale uitputting van de Franse en Italiaanse overheidsfinanciën geen reden is voor de premier om samen met 50PLUS de deur niet op een kier te zetten, omdat er anders een Frans team klaarstaat om die kier met breekijzers verder open te breken. Onze vraag aan de premier is of hij het lef heeft om spilziek Europa en met name enkele landen die ik genoemd heb, op de nullijn te zetten. Of durft hij dat alleen in eigen land?
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan geef ik nu het woord aan de heer Asscher namens de PvdA.
De heer Asscher (PvdA):
Voorzitter. De brexitchaos zorgt weliswaar voor veel politiek entertainment, maar mag niet het zicht doen verdwijnen op het feit dat heel veel Engelsen, maar ook heel veel Nederlanders, hun banen dreigen te verliezen als gevolg van dit geklungel en gerotzooi. Dat mag de Nederlandse voorstanders van een nexit tot denken aanzetten. Er zijn nog steeds partijen — de PVV en Forum voor Democratie — die denken dat het een geweldig idee zou zijn als ons veel kleinere land dezelfde stap zou gaan zetten. Die beweren nog steeds dat we alle voordelen zouden houden en dat de nadelen natuurlijk alleen maar de schuld zijn van Brussel. Trap er niet in, zou ik willen zeggen.
Voorzitter. Wij steunen de premier in zijn pogingen in deze situatie de schade te beperken, de Britten zo dicht mogelijk bij de Europese Unie te houden en het Nederlands belang daarbij te dienen. Nu kan er een situatie ontstaan dat er zonder een duidelijke koers, oplossing of deal wordt afgegaan op een no-dealbrexit. Dat scenario wordt helaas waarschijnlijker. Het lijkt me belangrijk dat de premier zich ervoor inzet om tijd te kopen, termijnen naar achter te duwen, te zorgen dat we niet met z'n allen van die klif afspringen en intussen na te blijven denken over wat we vanuit Europese kant kunnen doen aan de oorzaken die hebben geleid tot de stem voor brexit in het Verenigd Koninkrijk. Dan denk ik vooral aan andere en betere arrangementen voor arbeidsmigratie. Wat ons betreft heeft hij de ruimte om daarover na te denken in de komende maanden.
Ten aanzien van migratie wil ik opnieuw aandacht vragen voor de situatie in Griekenland. We hebben er hier vaker over gesproken. Het wordt daar nu kouder. In kamp Moria moeten 4.000 mensen gebruikmaken van 20 toiletten. Dat gebeurt op dit rijke continent! Dat is een aanfluiting waarvan we eerder hebben gezegd dat we het niet moeten accepteren. Ik vraag nu aan onze minister-president om, samen met andere Europese landen die het probleem niet ontkennen, het initiatief te nemen om er wat aan te doen en er afspraken over te maken. En ja, als dat ertoe zou leiden dat ook Nederland een deel van die mensen moet opvangen, dan zou ik dat steunen. Want het is zo langzamerhand niet meer uit te leggen dat we in een fatsoenlijk land, op een fatsoenlijk continent, blijven wegkijken. Ik weet wel: het is niet de schuld van Nederland. Het is complex, maar het gebeurt — onder onze ogen.
Voorzitter. De Europese Commissie heeft eind november een belangrijk rapport doen verschijnen over het klimaat waar ambitie uit spreekt. Eerder zagen we onze minister-president vanuit Katowice in een interview met CNN vertellen dat er geen tijd te verliezen is; een klemmende oproep. Vanochtend hoorde ik de leider van D66 ook vanuit Katowice een vergelijkbare oproep doen. Het is niet aan mij om de verschillen te recenseren tussen die politieke leiders, maar de boodschap was duidelijk: er is geen tijd te verliezen. En dat klopt. Het water in de Rijn heeft nog nooit zo laag gestaan en de ijskap in Groenland smelt sneller dan in de afgelopen 7.000 jaar is gemeten. Maar het leidt tot enorm rumoer als het aankomt op daden. Dat geldt hier in Nederland en dat geldt in Europa. Ik vraag de minister-president om zich uit te spreken voor een CO2-heffing op de industrie en de energiesector, zodat we de energierekening van heel veel mensen niet hoeven te verhogen en de vervuilers betalen. We weten intussen dat dit ook de weg is naar verstandig omgaan met dit probleem. Ik vraag hem zich in te zetten om dat ook op Europees niveau te regelen, want het is aan de orde en zijn collega's zouden diezelfde stap moeten zetten. Die urgentie die we hoorden vanuit Polen is in Den Haag verstomd. De werkgevers vinden dat er tijd zat is. Het is tijd dat de minister-president zich uitspreekt. Zou hij niet meteen duidelijk genoeg zijn, dan overweeg ik op dit punt een motie in te dienen.
Voorzitter, tot slot. Over de eurozone lezen we in het voorlopige onderhandelingsresultaat dat het na 2022 eenvoudiger zal worden om beleggers en investeerders aan te spreken. Dat lijkt me een goede zaak. Ik vraag de minister van Financiën om te bevestigen dat dit betekent dat de principiële keuze versterkt wordt dat we niet langer burgers/belastingbetalers blijven aanspreken op onverantwoord gedrag van banken, op de onverantwoorde schuldenpositie van banken en wat dat voor gevolgen kan hebben voor landen. Dus dat de Dijsselbloemdoctrine — eerst de beleggers en de investeerders aanspreken in plaats van de gewone mensen — wordt verankerd. Ik vraag hem ook uit te leggen hoe Nederland ervoor zal zorgen dat dit ook gebruikt zal worden, nu je toch weer het risico ziet ontstaan dat sommige landen in een soort omhelzing met hun grote banken met die banken ten onder gaan.
Voorzitter, dank u zeer.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Asscher. Dan geef ik nu het woord aan de heer Stoffer namens de SGP-fractie.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. We beleven roerige tijden. Opnieuw staan we aan de vooravond van een beladen Europese top. Europa staat op een kruispunt, niet alleen als het gaat over de brexit, maar ook als we kijken naar hete hangijzers als het Meerjarig Financieel Kader, de eurozone, subsidiariteit en migratie.
Voorzitter. De chaos rond de brexit wordt steeds groter. De stemming over de deal is uitgesteld. We hebben vanochtend, zoals velen hebben aangegeven, kunnen zien dat het leiderschap van de premier in het Verenigd Koninkrijk ter discussie staat. Een van de grootste struikelblokken voor veel Britse parlementariërs is de tijdelijkheid van de douane-unie en de backstopregeling. Mijn eerste vraag is dan ook: hebben Nederland en de Europese Unie voldoende oog voor de reële zorgen van het Verenigd Koninkrijk, zoals inzake de tijdelijkheid van de backstop en douaneregeling en, zo ja, waar blijkt dat uit? De SGP blijft beklemtonen dat een deal van het grootste belang is en dat Nederland zich voortvarend moet blijven voorbereiden op het cliff-edgescenario. Graag hoor ik hoe het kabinet uitvoering gaat geven aan de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer en, zoals dat staat in zijn recente brexitrapport, aan onder meer de extra douanecapaciteit.
Voorzitter. Een keuze voor de brexit leidt hopelijk tot een pas op de plaats voor de Europese Unie. Deze wens sprak de SGP tweeënhalf jaar geleden uit. Helaas zien we dat de Europese Unie niet voorzichtiger en verstandiger wordt, maar juist roekelozer. Zo worden voorstellen gedaan voor de forse uitbreiding van het Meerjarig Financieel Kader. De SGP herhaalt de oproep, conform de aangenomen motie-Bisschop/Leijten van februari dit jaar, om te komen tot een slankere begroting. Dat een politiek akkoord voorlopig uit lijkt te blijven, is een slechte zaak. Kijk bijvoorbeeld naar boeren. Ze moeten voedselzekerheid garanderen, innoveren en klimaatdoelstellingen halen. We vragen heel veel van ze, maar we laten ze in onzekerheid. Vindt de minister ook dat het streven moet zijn om voor mei 2019 tot een akkoord te komen?
Voorzitter. Ik complimenteer de regering, met name de minister van Financiën, met het verzet tegen de eurozonebegroting. Een zogenaamd stabilisatiemechanisme is voor de SGP echt drie bruggen te ver. Iedereen kan op zijn klompen aanvoelen dat dit leidt tot een indirecte vorm van transfers. Toch stelt het compromis ons niet gerust. Ik vraag dan ook of er nu wel of geen schokfonds komt. Het woord "stabilisatie" prijkt toch in de tekst van de EU-ministers. De olifant lijkt de muis in een kooitje geworden te zijn. Meestal vang je een muis om daarvan af te zijn, en niet om hem te vertroetelen. Onze vraag aan de premier is dan ook of hij zijn best gaat doen om dat voorstel definitief in de prullenbak te krijgen.
En dan, zoals mevrouw Leijten het daarstraks al aangaf: gaan we er zelf over of gaat Brussel erover? Subsidiariteit. Helaas zien we dat de Europese trein op tal van terreinen maar doordendert. Onderwijs, sociale zaken, je kunt het zo gek niet bedenken of de EU wurmt haar voet tussen de deur. Wij zijn dat zat. Heel veel Nederlanders zijn dat ook gewoon zat. De SGP wil daarom dat de termijn voor de subsidiariteitstoets twaalf weken wordt in plaats van de acht die we nu hebben. Ik vraag de minister-president om dit standpunt ook in Brussel te vertolken.
Om niet te veel overhoop te halen, pleit de SGP ervoor ... Excuses, voorzitter. Ik ga het hebben over migratie, maar dat moet ik natuurlijk wel eerder vertellen. Wat dat betreft zie je dat ik gelijk weer de aandacht heb. Dat is eigenlijk ook de bedoeling! Om niet te veel overhoop te halen, pleit de SGP ervoor om zo veel mogelijk uit te gaan van bestaande richtlijnen. Wij zitten niet te wachten op nieuwe verordeningen, maar de Europese Commissie suggereert nu dat voorstellen voor verordeningen zouden zijn omgebouwd in richtlijnen. De Kwalificatierichtlijn blijft bijvoorbeeld bestaan. Er komt geen kwalificatieverordening. Onze vraag is: klopt dat echt? Zet de regering erop in dat dit ook gebeurt bij de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn?
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Stoffer. Dan geef ik nu het woord aan de heer Tony van Dijck namens de PVV.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter, dank u wel. De eurofielen in Brussel rennen weer eens keihard de verkeerde kant op en onze bewindspersonen, hier in vak-K, rennen daar als lemmingen achteraan, in de richting van een federaal Europa, een politieke unie, een transferunie, want dat is het eindstation. Want een monetaire unie kan niet bestaan zonder transferunie, en een EU kan niet bestaan zonder politieke unie. Vandaar dat alle plannetjes, van een Europees leger tot en met Europese belastingen, er allemaal op zijn gebaseerd om daar stapje voor stapje te komen. In Brussel zijn ze losgezongen van de werkelijkheid. Veel burgers zijn de EU helemaal zat. Zij willen niet meer maar minder EU. Zij willen weer de baas zijn over hun eigen land, de baas over hun eigen immigratiebeleid, de baas over hun eigen geld, de baas over hun eigen beleid en niet meer naar de pijpen van Brussel moeten dansen. We zien het draagvlak voor de EU en de euro dan ook afkalven. In Italië, in Frankrijk, in Griekenland en in Oost-Europa snakken ze naar meer zelfbeschikkingsrecht, meer soevereiniteit en minder EU-bemoeienis.
Tijdens deze eurotop worden weer verdere stappen gezet in de richting van een transferunie. Neem het noodfonds, het ESM van 500 miljard, dat wordt hervormd. Dat is een grote pot met geld, 500 miljard, waar straks iedereen naar hartenlust uit kan graaien. Wat ooit begon als een vangnet voor noodgevallen, wordt nu een hangmat voor Club Med. Dat is lekker! De PVV heeft hiervoor gewaarschuwd. Als Italië straks in problemen komt — dat is een kwestie van tijd, bijvoorbeeld doordat ze niet meer kunnen lenen op de kapitaalmarkt — dan duiken ze met z'n allen in die hangmat van 500 miljard. Ook als Italiaanse banken dreigen om te vallen omdat ze zijn behangen met oninbare leningen en nationale junkbonds, staat deze pot met geld klaar om de banken te ondersteunen.
Voorzitter. En dan de eurozonebegroting, een Frans-Duits voorstel. Onze minister zegt in eerste instantie: over my dead body dat ik daarmee instem, want dat zou een keiharde transferunie betekenen. Dat heeft hij zelf gezegd. Hij trok ten strijde tegen dit voorstel en verzamelde zeven, acht of negen dwergen om zich heen — ik weet niet meer hoeveel — om dit voorstel te blokkeren. Le Maire was not amused, maar het heeft niet mogen baten. De eurozonebegroting komt er toch; alleen mag het niet zo heten. Het wordt een instrument voor convergentie en concurrentie. Maar de euro werd ons toch juist verkocht als middel om convergentie en concurrentie te bevorderen? We hebben kunnen zien dat het tegenovergestelde is gebeurd. De euro heeft ons geen welvaart gebracht, eerder het tegenovergestelde. Niet voor niets staat het reëel besteedbaar inkomen al zestien jaar stil, dankzij de euro. De euro heeft ons werkelijk niets gebracht, maar in plaats van de euro te ontmantelen en in te zien dat de euro ons geen welvaart brengt, wil men hem juist versterken. Hoe doet men dat? Door meer geld van Noord naar Zuid en van West naar Oost te laten vloeien. Denkt de minister-president nu echt dat de mensen dit zullen pikken?
En dus wordt er gepleit voor een eurozonebegroting, zodat miljarden beschikbaar komen voor lidstaten ter compensatie van de afwezigheid van monetair beleid en wisselkoersen. Je kunt namelijk ook een eigen munt teruggeven. Dat is veel goedkoper. Klopt het dat de minister van Financiën tegen alle afspraken in heeft ingestemd met een eurozonebegroting en dat de regeringsleiders alleen nog hun mandaat moeten geven en moeten beslissen over de hoogte van het bedrag? En klopt het dat deze eurozonebegroting moet worden gevoed met Europese belastingen, zoals de financiëletransactietaks, of extra afdrachten van eurolanden? Ik hoop het toch niet en ik hoop dat de minister-president hier vierkant voor gaat liggen: geen eurozonebegroting, geen transferunie, geen Europese belastingen, geen extra afdrachten, nu niet, nooit niet. Zegt de minister-president mij dit na?
Voorzitter. Dan het depositogarantiestelsel, het EDIS. Ook dat komt er, vroeger of later. Sommige banken zijn zo door en door verrot dat alles moet worden klaargezet zodat niet de lidstaat — en niet de belastingbetaler van die betreffende lidstaat — ervoor moet opdraaien, maar de andere banken uit andere lidstaten. Daarom wordt er snel een resolutiefonds opgericht van bijna 60 miljard, een achtervang gecreëerd vanuit het ESM, voor als er nog niet genoeg in dat resolutiefonds zit, en men wil liever vandaag dan morgen een Europees depositogarantiestelsel. Want als er dan een bank omvalt, kan de rekening worden doorgeschoven naar de andere gezonde banken in de andere lidstaten. Wat vinden de Nederlandse banken daar nu eigenlijk van?
Deze minister van Financiën stribbelt nog een beetje tegen door te roepen: eerst risicoreductie dan pas risicodeling. Maar wie wil er nu risico's delen met de zombiebanken uit Zuid-Europa? Deze banken zijn behangen met slechte leningen en overgewaardeerde staatsobligaties. Alleen al de Italiaanse bankbalansen bevatten voor 30% oninbare leningen en voor 2.500 miljard aan Italiaans papier. Daar ga je toch geen risico's mee delen? Je zou wel gek zijn.
Voorzitter. Als deze banken dan als gezond worden bestempeld zoals wij laatst hebben gezien bij de stresstest — al die banken waren zogenaamd gezond — kun je je afvragen wat die test doet. Klopt die test wel? Hoe lang zijn die banken gezond, want ook dat is een momentopname? Als ze nu even gezond zijn en wij tekenen voor een depositogarantiestelsel in Europees verband, dan zijn wij er over tien jaar ook aan gecommitteerd als die banken niet gezond zijn. Op dat kompas wil je dus niet varen.
Dan het MFK. De Europese Unie wil nu weer meer geld, veel meer geld. Dit jaar betalen wij bijna 9 miljard aan Brussel, ofwel meer dan €1.000 per huishouden. Daarmee is Nederland de grootste nettobetaler van de EU. Maar dat is niet genoeg: de Europese Commissie wil meer. Zij wil onze korting afpakken, zij wil onze inningskosten voor de douane halveren en zij wil nieuwe eigen middelen zoals Europese belastingen. Hoe gaat de minister-president bereiken dat Nederland geen dubbeltje extra kwijt is aan de Europese Unie? Gaat de minister-president hiervoor zijn veto inzetten of niet?
Voorzitter. De mensen willen minder Brussel en niet meer.
De heer Bruins (ChristenUnie):
De heer Van Dijck zegt dat de koopkracht al zestien jaar niet is gestegen als gevolg van de muntunie. Ik denk dat de euro daar niets mee te maken heeft. Is hij het met mij eens dat eigenlijk de belangrijkste oorzaak is dat wij sinds het midden van de jaren negentig leven op een groeiende schuldenberg, dat de banken dominant zijn, dat het beleid van de centrale bankiers dominant is, dat wij niet zozeer inzetten op reële productie en op reële innovatie, maar op meer en meer schulden en dat wij dat economische groei noemen? Is dat niet eigenlijk de hoofdoorzaak van het feit dat de welvaart en de rijkdom niet bij de gewone mensen terechtkomen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nee, want doordat ze het monetaire instrument uit handen hebben geslagen om te kunnen devalueren of met de rente te kunnen spelen, kun je als land nog maar één ding doen: de lonen verlagen of beperken om concurrerend te zijn. Vroeger kon bijvoorbeeld een land als Griekenland devalueren met de munt of de rente verlagen en daarmee de economie weer een impuls geven. Dat kan niet meer. Het enige wat de landen kunnen doen om concurrerend te zijn, is lonen en loonstijgingen beperken. Daardoor krijg je dus automatisch dat de lonen achterblijven en het reëel besteedbaar inkomen dus ook achterblijft.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik verwacht toch wel dat de heer Van Dijck het met mij eens is dat wij meer zouden moeten inzetten op reële productie en innovatie en dat de salarissen in Nederland wel degelijk kunnen meegroeien als wij een gezonde economie hebben en niet alleen maar drijven op meer en meer schulden bij de banken?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Natuurlijk, maar wij zien in Frankrijk, in Nederland, in heel Europa dat de mensen tegenwoordig zelfs de straat op gaan en hogere lonen eisen. De lonen zijn gigantisch achtergebleven en daardoor het besteedbaar inkomen van de mensen. Dat is niet vanaf 2002 maar al vanaf 1977 het geval. De euro heeft dit nog eens extra gevoed.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik wil toch nog even terug naar de brexit. U ziet nu wat de situatie is bij een brexit, voor een land dat uit de Europese Unie stapt. U bent een groot voorstander van een nexit. Heeft dit nu ook gevolgen voor uw standpunt over een nexit?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nee, wij zijn nog steeds groot voorstander van een nexit, want wij zien het helemaal fout gaan in de Europese Unie en met de euro. Ik begrijp ook niet dat partijen zoals de VVD elke keer maar weer tekenen en garant staan — ik zei het net al — voor al die banken die behangen zijn met slechte leningen en voor al die landen die omkomen van de schulden en niet weten hoe ze die allemaal terug moeten betalen. En daar gaat Nederland dan als welvarend land voor garant staan. Tot we een keer de rekening krijgen, en dan is het afgelopen met onze welvaart en dan zijn we er nog erger aan toe dan Griekenland. En dan lacht het Verenigd Koninkrijk ons keihard in ons gezicht uit, want dat heeft dan op tijd zijn hachje gered.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik vind dit wel een hele bijzondere reactie van de PVV. Ik denk dat burgers in het VK, maar ook Nederlanders die in het VK wonen, op dit moment helemaal niet lachen en dat ook bedrijven helemaal niet lachen. Ik denk dat niemand lacht op dit moment, want de situatie die er nu is, is natuurlijk vreselijk. Ik snap dan niet dat u daar niet realistisch naar wil kijken en zegt: "Ik wil dit niet. Ik zou dat de burgers en de bedrijven in de toekomst ook niet willen aandoen: die onzekerheid, die onduidelijkheid en een deal die er misschien helemaal niet komt." Ik snap niet dat de PVV dat wil. Ik wil graag dat de heer Van Dijck nog eens even uitlegt waarom hij dat wel zou willen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou, dat zeg ik: omdat de Europese Unie van ons verlangt dat we garant staan voor alle banken en voor alle landen die lid zijn van de Europese Unie. En daar passen wij voor. U hebt het over de toekomst. U zegt: voor de toekomst van de kinderen en de kleinkinderen. Die krijgen straks de rekening als Griekenland besluit om die 200 miljard die we daarnaartoe hebben gegooid, niet terug te betalen. Wie gaat dat straks betalen? U waarschijnlijk net niet meer, want ze beginnen pas met terugbetalen in 2050, maar uw kinderen of uw kleinkinderen krijgen de rekening. En het Verenigd Koninkrijk is dan de dans ontsprongen en lacht zich dan helemaal kapot.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
U kunt het nu wel weer naar de toekomst schuiven, maar volgens mij gaan we allemaal maatregelen nemen om dat soort dingen te voorkomen en die risico's te verminderen. Het gaat om de onzekerheid van de burgers nu. Het gaat om de zekerheid voor de bedrijven nu, om de economische schade die we oplopen. Als u voor een nexit zou zijn, is dat wel iets waarvan u de gevolgen zou moeten accepteren. Ik begrijp gewoon dat de PVV die gevolgen ook niet zou willen accepteren, want dat zou gewoon slecht zijn.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Jawel, want wij hebben duidelijk gezegd dat het in de eerste jaren van een nexit waarschijnlijk pijn zal doen. Dat geldt vooral nu wij zien hoe de Europese Unie zich gedraagt richting Engeland. Zij is er meer op uit om Engeland te straffen, om een voorbeeld te stellen voor andere lidstaten, zo van "haal het niet in je hoofd om eruit te treden, want we gaan je straffen; we gaan je helemaal kapotmaken". Dat is wat zij nu met het Verenigd Koninkrijk doet. Van een club die zo omgaat met ex-deelnemers wil je überhaupt geen lid zijn. Maar goed, wij zeggen: we moeten er snel uit, en hoe eerder hoe beter.
De heer Asscher (PvdA):
"Hoe eerder hoe beter." Een van de vragen die ik daarbij heb, is de volgende. U stelt voor dat Nederland zo snel mogelijk uit de Europese Unie gaat. Wilt u dan een harde nexit? Dat wil zeggen dat we eigenlijk stoppen met handeldrijven met de landen om ons heen onder de voorwaarden die we nu hebben. Of vindt u dat Nederland onderdeel moet blijven van de interne markt?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat laatste.
De heer Asscher (PvdA):
Is de PVV ervan op de hoogte dat dat ook betekent dat je je aan alle regels moet houden die de Europese Unie stelt zonder dat je daar dan over meepraat en dat je dan ook een douane-unie nodig hebt? Want anders kan het niet. Eigenlijk zijn dat regels die ook weer in Brussel gemaakt worden. Bent u het niet met mij eens dat u dan eigenlijk heel stoer doet — u zegt: we moeten er zo snel mogelijk uit — maar zich net zo schuldig maakt aan iets beloven wat niet klopt als de Britse collega's?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nee, dat is onzin, want wij kiezen voor het Zwitserse model: de Economische Europese Ruimte. Dat hebben we altijd gezegd. Dat dat onze keuze is, staat ook in al onze onderzoeken. U zegt dat je je dan overal aan moet houden, maar dat is niet waar, want dan hoeven we niet meer garant te staan voor Griekenland. Ik geloof niet dat Zwitserland meedoet aan het ESM. Ik geloof niet dat Zwitserland meedoet aan het kamikazebeleid dat de ECB voert door voor een bedrag van 2.500 miljard aan obligaties op te kopen dat hij nooit meer terugziet. Daar doet Zwitserland niet aan mee. En, inderdaad, Zwitserland heeft in meer of mindere mate ook een soort vrij verkeer van burgers geloof ik. Ze hebben er wel iets meer over te zeggen dan wij. Maar Zwitserland doet niet mee aan al die flauwekul waar u zo voor staat, om al die Afrikanen en al die mensen uit het Midden-Oosten hiernaartoe te halen. Daar doet Zwitserland dus ook niet aan mee. Dus Zwitserland heeft wat dat betreft zijn soevereiniteit goed gewaarborgd door lid te zijn van de EER.
De heer Asscher (PvdA):
De PVV heeft geen idee ... Er wordt makkelijk gepraat: we blijven in de interne markt, we gaan eruit. Ik vind Zwitserland ook een geweldig land, maar wat u doet, is onzin verkopen. U hebt altijd heel veel kritiek op anderen, op alle anderen, altijd, op alle regeringen en op alle partijen. Maar uw eigen voorstel om uit de Europese Unie te gaan, kost ongelooflijk veel banen, kost ongelooflijk veel geld. En u hebt geen idee hoe u het wil aanpakken. U bent slechter dan de slechtste brexiteer.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou, ik ben in ieder geval blij dat de heer Asscher Zwitserland een geweldig land vindt. Dat vinden wij namelijk ook. En Zwitserland heeft het geweldig voor elkaar door niet in de Europese Unie te zitten, door geen euro te hebben. En daarom is Zwitserland voor ons een voorbeeldland. Het zou de PvdA sieren als ze wat meer naar Zwitserland zouden kijken, en daar een voorbeeld aan zouden nemen in plaats van maar mee te gaan in die transferunie, wat de Europese Unie straks doet.
De heer Verhoeven (D66):
Ik wil de heer Van Dijck vragen naar het volgende. De PVV wijst altijd naar Brussel en Europa, maar ik zou graag eens willen kijken naar wat er gebeurt als soortgelijke partijen als de PVV dat doen in nationale regeringen van landen. De Italiaanse regering heeft een begroting ingediend waar veel meer geld uit gaat dan binnenkomt. In Hongarije wordt een universiteit het land uitgezet. En in het Verenigd Koninkrijk wordt er op basis van allerlei leugens besloten om uit de Europese Unie te stappen, met alle gevolgen van dien voor burgers. Dat zijn voorbeelden van nationale populistische acties die slecht zijn voor mensen. Zou de PVV dat in Nederland een goed idee vinden? Laten we eens kijken naar wat er op nationaal niveau gebeurt door vergelijkbare partijen als de uwe.
De heer Tony van Dijck (PVV):
"Nationale populistische acties"? Dat heet "democratie". Ik weet dat D66 niet zo'n voorstander is van democratie, want D66 weet het namelijk beter dan de bevolking en maakt allemaal keuzes waar de bevolking het helemaal niet over eens is. Ik denk even aan het referendum: daar was toen niemand voor, zelfs D66 niet, en toch schaffen ze het af. Maar wat ze doen in die landen, is in ieder geval hun goed recht, want het zijn soevereine landen. Soevereine landen moeten doen wat goed is voor hun land. Dat wil Nederland ook. En daarom wil Nederland uit de Europese Unie. Want het kan natuurlijk niet zo zijn dat Italië een wanbeleid voert en straks de rekening op het bordje legt van de Nederlandse belastingbetaler. Daarom zeggen wij: Italië en Nederland zouden beter af zijn uit de Europese Unie, dan kunnen ze allebei doen wat goed is voor hun land.
De heer Verhoeven (D66):
Ja, ik weet dat u voor soevereiniteit bent, en dat is uw goed recht. Maar ik doel op inhoudelijke voorstellen van regeringen die mensenrechten schenden, die vrije universiteitskeuze schenden, die begrotingen indienen die totaal niet kloppen en die hun bevolking in chaos en ellende storten door op basis van leugens uit de Europese Unie te stappen. Ik vraag aan de heer Van Dijck: zou de PVV dat soort beleid graag in Nederland zien? Want u wijst altijd naar wat er gebeurt in Brussel en in de Europese Unie, maar u kijkt nooit naar uw eigen broertjes en zusjes in landen in Europa waar de bevolking wordt getrakteerd op problemen door politiek zoals die ook door uw partij steeds wordt bedreven. Dus: ga daar eens op in. Dus niet weer al die retoriek over dingen die hier gebeurd zijn. Hier gaat het nog redelijk goed, omdat verantwoordelijke partijen hun verantwoordelijkheid nemen. Het gaat om wat er gebeurt in landen waar populisten aan de macht komen. Die zetten gewoon universiteiten buiten, die dienen begrotingen in die niet kloppen. Dat zijn partijen zoals uw partij. Ga daar eens op in. Kijk eens naar uzelf.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik zeg het nogmaals: elk land moet doen wat het vindt wat goed is voor het land. En wie beslist dat? Dat zijn de bevolkingen van die landen. Er zijn dan verkiezingen, waar wordt gestemd. In Italië staan er nu twee partijen aan het roer waar u het misschien niet mee eens bent, en dan zijn het opeens leugens. De Italiaanse bevolking heeft daarvoor gekozen. U kunt zich daar niks bij voorstellen. U bent zo losgezongen van de werkelijkheid ... In het Verenigd Koninkrijk hebben ze gekozen om de EU te verlaten. En omdat ze dat besloten hebben, is dat opeens op basis van leugens. Waarom? Het kan toch zijn dat die bevolking het hartstikke zat is met die Europese Unie? Dat ze zegt van: we zien ons land veranderen, ik heb te vaak het gevoel dat ik in Polen woon in plaats van in Engeland. Heel veel Engelsen hebben dat. Die zien hun dorp en stad hartstikke veranderen. En u zegt: op basis van leugens hebben ze daarvoor gekozen. Wat een onzin! U bent geen democraat.
De heer Verhoeven (D66):
Mijn laatste vraag, over Hongarije. Daar is een partij die op basis van uw democratische meerderheid, uw democratische walhalla, zegt: we gaan een universiteit uit het land zetten. Wat vindt de PVV daarvan? Is dat de democratie waar u de mond zo van vol heeft? Vindt u dat goed beleid? Zou de PVV ervoor zijn om een universiteit het land uit te zetten op basis van een politieke meerderheid, zoals in Hongarije gebeurt?
De heer Tony van Dijck (PVV):
We hebben net geconstateerd dat de "D" van D66 dus niet staat voor democratie. D66 moet zich eens wat drukker maken over zijn eigen mensen, over de Nederlanders. U bent altijd anderen de les aan het lezen. U zegt hoe ze het moeten doen in Afrika, Hongarije en noem maar op. Kijk eens naar de Nederlanders. De helft van de Nederlanders staat het water tot aan de lippen. Ze komen nauwelijks rond. Maar u maakt zich druk over wat er gebeurt in Hongarije, het Midden-Oosten, Afrika en noem maar op. Daar bent u mee bezig. Dat neemt de bevolking D66 kwalijk.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Verhoeven namens D66.
De heer Verhoeven (D66):
Voorzitter, dank. Sinds het Britse parlement de koning onthoofdde in 1649, was het niet zo in verwarring. Het Verenigd Koninkrijk bevindt zich gewoonweg in een politieke chaos. Een aantal collega's hebben het al gememoreerd: gisteren is de aangekondigde stemming over de brexitdeal niet doorgegaan. Vanavond is er een vertrouwensstemming over de positie van premier May. Dat leidt ook vandaag weer tot nieuwe onzekerheid bij alle mensen die zich afvragen hoe de komende weken, de kerst en daarna, eruit gaan zien.
Voorzitter. Als premier May die stemming niet overleeft, zal er een nieuwe Britse premier moeten komen. Misschien moet de artikel 50-procedure ook wel uitgesteld worden, die al ruim anderhalf jaar in gang is gezet. Maar dat verandert niets aan de bestaande meerderheden in het Britse parlement. Binnen het Britse parlement zijn ze het over één ding eens geworden, namelijk dat ze het niet eens zijn over de deal die Theresa May heeft gesloten met de Europese Unie. Maar dat was dan ook gelijk het enige waarover ze het eens zijn. Een meerderheid vormen tegen iets lukt meestal wel. Dat lukt hier in dit parlement ook vaak. Maar waar zijn ze dan wél voor? Zijn ze voor een hardere deal? Zijn ze voor een zachtere deal? Zijn ze voor nieuwe verkiezingen? Zijn ze voor een tweede referendum? De Britten komen er gewoon niet uit. Er is geen meerderheid voor deze deal, er is geen meerderheid voor no deal en er is ook geen meerderheid voor in de EU blijven. Dan heb je dus een politieke chaos. Helaas is het niet alleen maar een politieke chaos. Ik ben het eens met mensen als Lodewijk Asscher en Van Ojik die zeggen: het is op zich wel leuk om naar te kijken; het ziet er misschien wel aardig uit en de filmpjes leiden tot veel vermaak, maar het is natuurlijk gewoon slecht beleid, onverantwoordelijke politiek over de hoofden van mensen die hun baan verliezen en die niet weten of ze nog wel voor hun ouders kunnen zorgen als ze als Nederlander in het Verenigde Koninkrijk wonen. En zo zijn er nog allerlei andere voorbeelden van onzekerheid.
Voorzitter. De Britse parlementariërs moeten dus verantwoordelijkheid nemen en gaan samenwerken voor de toekomst van hun eigen land en de Europese Unie. Ze moeten voorkomen dat mensen de dupe worden van populisten, want dat is wat er gebeurt. Het klinkt allemaal heel goed. Als je naar het verhaal luistert van Nigel Farage en Boris Johnson, denk je: nou, dat klinkt best aannemelijk. Ze zetten iets in gang op basis van leugens. Dat deed me denken aan het betoog van de heer Van Dijck net. Vervolgens stappen ze opzij en laten ze andere mensen de problemen oplossen. Die zitten dan met de schade. De deal die nu gesloten is, is zeker niet perfect. Je kunt er veel op afdingen, maar hij is beter dan de chaos die er nu dreigt te komen. Want no deal is gewoon een nachtmerrie. Het is een doemscenario, een stap in de duisternis. Daarom hoop ik dat wij als Tweede Kamer, mocht deze deal worden afgestemd, in ieder geval het signaal aan de Britten afgeven dat ze zeer welkom blijven in de Europese Unie, want brexit is en blijft een tragedie. De brexit is slecht voor iedereen, slecht voor het pond, slecht voor banen, slecht voor bedrijven en slecht voor burgerrechten. Laten we die oproep vandaag doen.
Voorzitter. Voor D66 is het belangrijk dat mensen niet de dupe worden van de brexit. Nu de no deal een steeds serieuzere optie is, herhaal ik ons pleidooi voor een wet die ervoor zorgt dat de Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk een dubbele nationaliteit kunnen krijgen. Voor deze groep mensen zou dat echt een grote oplossing zijn voor een aantal van de problemen die boven hun hoofd hangen. Graag een reactie van de premier op dit voorstel. Welke stappen wil het kabinet zetten om de honderdduizenden Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk te helpen?
Voorzitter. Ik hoor ook graag van de premier hoe zijn gesprek tijdens het ontbijt met premier May is gegaan. Welke garanties vragen zij over de backstop, de vangnetregeling met betrekking tot het specifieke probleem van de grens tussen Ierland en Noord-Ierland? Er is zo ongeveer twee jaar over deze deal onderhandeld en dit onderdeel lijkt lastig onderhandelbaar. Je zou wat kunnen verduidelijken en wat comfort kunnen bieden aan de Britten, maar de vraag is wat er nog mogelijk is en wat de premier denkt dat de Europese Unie zou moeten doen. Dat hoor ik graag uit zijn mond.
Voorzitter. Dan is er nog het rapport van de Algemene Rekenkamer over de brexit over 2,3 miljard euro aan extra kosten in de komende vijf jaar, dus becijferd door een instituut dat daarvoor bedoeld is. Van die 2,3 miljard kun je heel veel doen, maar dat is wat het no-dealscenario ons de komende vijf jaar elk jaar gaat kosten. Dat staat nog los van de mogelijk hogere bijdrage voor de EU-begroting, want dat zit niet in dat bedrag. Wat vindt de premier van dit onderzoek? Aan zijn collega van Financiën vraag ik of het kabinet op dit soort getallen financieel wel goed voorbereid is. Hebben we wel ruimte gecreëerd, mochten die kosten er inderdaad komen?
Ik sluit aan bij mijn collega Bram van Ojik, die zei dat het parlement op hoofdlijnen geïnformeerd lijkt te zijn maar weinig tot geen informatie heeft gekregen over de gedetailleerde wetgeving per vakcommissie, per onderdeel, of het nou gaat over justitie, landbouw of onderwijs. We krijgen een wet die zegt dat de minister eenzijdig wetten mag intrekken of wijzigen, maar we krijgen geen goede informatie over de onderdelen op het niveau van de vakdepartementen. Kan hier wat beter voor gezorgd worden?
Ik zou het nog langer over de brexit kunnen hebben, maar ik moet vandaag ook een aantal andere agendapunten bespreken. Ik wil het hebben over de plannen met betrekking tot de Europese financiën en de eurozone. Ik had het net al even over Italië. Dat land dreigt met een begroting die lekker klinkt veel te veel schulden op te bouwen, om de doodeenvoudige reden dat er veel meer geld uit zou gaan dan er binnenkomt. Dat is op langere termijn niet houdbaar. Het is uniek dat de Europese Commissie deze begroting heeft teruggestuurd en eindelijk een keer doorbijt tegen de populistische Italiaanse regering die dit heeft ingediend, die dit weer gebruikt als een campagne-instrument tegen de Europese Unie. Uiteindelijk leidt dit tot niets. Het leidt tot een ongezonde begroting, tot slechte financiën en ook weer tot problemen op de langere termijn voor Italiaanse burgers. Dit is dus niet goed. De EU moet zich klaarmaken voor een toekomst waarin de welvaart van toekomstige generaties gegarandeerd is. Duitsland en Frankrijk hebben gezegd dat je daarom met een eurozonebegroting moet komen, juist omdat landen als Italië, waar de economische groei achterblijft, het slechter doen. Je moet dus proberen om die landen aan te sporen tot hervormingen die de economie gezond maken, zodat ze veel beter in staat zijn om hun potentie te benutten en dus veel meer geld binnen te laten komen. Ik ben daarom positief over deze stap, en ook over de uitbreiding van het Europees Stabiliteitsmechanisme om hierover te kunnen adviseren.
De minister van Financiën kijkt hier wat anders naar. Hij is een beetje de leider geworden van een njet-coalitie: hij zegt vooral wat Nederland allemaal niet wil en wat tegengehouden moet worden. D66 zou graag zien dat we ons wat vaker gaan uitspreken over wat we wél willen, dus over hoe de samenwerking op het gebied van de euro eruit zou moeten zien, over hoe we elkaar sterker maken en over hoe we de economische groei in allerlei verschillende landen kunnen aanjagen, zodat we gezamenlijk sterker worden. Daarom zou ik graag een ja-coalitie willen zien, die afdwingbare economische hervormingen mogelijk maakt en de verantwoordelijkheid neemt om gezamenlijk als Unie een sterkere economie op te bouwen. Dat is in het belang van al onze burgers. Ten tweede zou er meer geld moeten gaan naar innovatie en kennis en minder naar landbouw.
Ik begrijp dat het voorstel, dat we hier vandaag ook bespreken, is om geld voor een eurozonebegroting uit de Reform Delivery Tool van het MFK te halen, maar waarom halen we het niet gewoon uit het GLB, het gemeenschappelijk landbouwfonds, of uit de cohesiefondsen, het niet-innovatieve deel van die fondsen? Dat zou wat ons betreft beter zijn. Graag een reactie van de minister van Financiën op alle vragen, ook op het enthousiasme dat ik graag wat meer zou zien aan de ja-kant dan aan de nee-kant. Nee zeggen is altijd makkelijk, maar zeggen wat je wél wil is vooral heel belangrijk als je wat wil bereiken.
Ik zie woordvoerders klaarstaan voor interrupties, maar ik ben nog niet klaar, voorzitter. Ik zou eigenlijk willen zeggen: ik ben net een beetje los aan het komen. Ik wil nog een paar dingen zeggen over migratie. Ja, mevrouw Leijten, het zit er vandaag helaas gewoon niet in, denk ik. Geen interrupties voor mij vandaag, wat jammer.
De voorzitter:
Nee, die heeft ze allemaal opgespaard voor u.
De heer Verhoeven (D66):
Zeker.
Voorzitter. Het Marrakeshpact is door 190 landen gesteund, maar Europa komt geen stap verder op het gebied van migratie. De onderhandelingen over een gezamenlijke aanpak zitten gewoon muurvast. Intussen varen mensen nog steeds op gevaarlijke bootjes naar ons continent en is de situatie op de Griekse eilanden — volgens mij was het de heer Asscher die daar wat over zei — gewoon echt slecht, mensonterend. Dat kan gewoon niet op een continent als het onze. We zouden dit makkelijk met elkaar kunnen regelen maar politieke tegenstellingen, polarisatie en angst staan dit in de weg. Dat is zorgelijk en teleurstellend. Waarom gaan we als Nederland niet echt proberen hierin voorop te lopen om dit los te trekken? Kunnen wij deze wetgeving in 2018 nog rondkrijgen? Wat verwacht de premier op dit gebied van de top? Hoe kijkt hij naar de Frans-Duitse position paper over de Dublinregels die deze week verscheen? We kunnen in ieder geval niet wachten met het laten voortslepen en voortsukkelen van dit dossier. We moeten echt tot oplossingen komen. Ik vind echt dat Nederland daar een grote verantwoordelijke rol in zou moeten nemen. Graag een reactie van de premier.
Dan mijn laatste punt, de rechtsstaat. Een aantal partijen hier hebben de mond vol van de democratie. De democratie is zeer belangrijk maar er is ook nog zoiets als de rechtsstaat. Ik heb wel vaker gezegd dat de rechtsstaat niet onder het mom van de democratie kan worden teruggedrongen, dat mensenrechten niet onder het mom van meerderheden kunnen worden weggedrukt. En dat is wel wat er lijkt te gebeuren in Hongarije, waar een Hongaarse universiteit in Budapest gedwongen door Orbans nieuwe wetgeving noodgedwongen haar deuren moet sluiten en gewoon moet verhuizen naar Wenen. Dan heb je het niet meer over een normale democratie maar over het schenden van academische vrijheid als gedeelde Europese waarde. Een steunpilaar van de vrije samenleving wordt met voeten getreden. Daar kunnen we niet naar blijven kijken alsof het niks is. D66 vindt dat in ieder geval zeer problematisch. Ik was blij te lezen dat het kabinet het ook met de D66-fractie eens is en dat de artikel 7-procedure echt moet worden doorgepakt. Graag vraag ik naar de stand van zaken. Ik wil ook graag weten of de minister van Buitenlandse Zaken dit heeft aangekaart in de Raad Algemene Zaken die gisteren heeft plaatsgevonden.
Voorzitter. Ik zie dat ik moet afronden en dat doe ik dan ook bij dezen. Zeer veel dank.
Mevrouw Leijten (SP):
De heer Verhoeven heeft het niet op populisten en dat zijn eigenlijk degenen die kritisch zijn op de Europese Unie. Volgens mij is dat een hele onverstandige houding om een debat te voeren over ook andere oplossingen voor de Europese Unie dan die federale trein. Als het gaat om populistisch een verhaal vertellen omdat dat beter valt bij degenen aan wie je het verhaal vertelt, is dat dan niet precies wat de minister van Financiën aan het doen is, als hij zegt dat hij vorige week gewonnen heeft en dat er geen eurozonebudget komt terwijl we overal lezen dat de aankomende dagen minister-president Rutte in moet stemmen met de reikwijdte, de omvang en de inzet van een eurozonebudget?
De heer Verhoeven (D66):
Mevrouw Leijten stelt twee punten aan de kaak. Het eerste: het klopt dat ik het niet heb op populisme. Ik vind leugens om burgers tevreden te stellen, valse beloftes en oneigenlijke tegenstellingen een heel slechte vorm van politiek. Daar worden de mensen die onzeker zijn over de toekomst en die absoluut gehoord moeten worden door alle politieke partijen in dit land, niet beter van. Ik vind dat je die mensen zeker moet helpen en tegemoet moet komen, maar niet op een populistische wijze. Laat dat even gezegd zijn.
En hoe beide heren in vak-K met elkaar proberen om te gaan met de boodschap die zij willen vertellen over de eurozonebegroting, laat ik aan hen. Ik ben slechts een simpel D66-Kamerlid. Het is bekend dat D66 voorstander is van een gezamenlijke aanpak op financieel gebied om de stabiliteit en groei te vergroten. De eurozonevoorstellen van Macron hebben we gezien en er ligt nu een voorstel dat een eurozonebegroting in verkleinde vorm inhoudt. Ik vind dat het kabinet daar eerlijk over moet zijn. Mevrouw Leijten en ik hebben vaak discussies over de toon, voice en inhoud van het debat, maar een ding moet duidelijk zijn: als er een besluit genomen is, moet je aan de bevolking uitleggen waarom dat besluit genomen is en moet je het beestje bij de naam noemen. Dat is wat mij betreft een antwoord waar mevrouw Leijten mee uit de voeten zou moeten kunnen.
Mevrouw Leijten (SP):
Dan hoor ik de heer Verhoeven goed. Dan hoor ik de heer Verhoeven zeggen: de regering moet eerlijk zijn en niet doen alsof ze een bokswedstrijd gewonnen heeft terwijl ze een blauw oog heeft opgelopen. Want dat is wat er is gebeurd. De inzet was: wij willen geen eurozonebudget. Er zijn moties in deze Kamer aangenomen die zeggen dat er ook geen stabilisatiefunctie moet komen. D66 is altijd tegen die moties geweest, maar de Kamer heeft de minister altijd op pad gestuurd met de boodschap: het mag er niet komen. De uitkomst komt er toch. De minister kwam al voordat er een persconferentie was gegeven door de heer Centeno met een persbericht: ik heb gewonnen. Dat neigt dan toch naar populisme, naar niet de waarheid vertellen, naar een mooi verhaal en halve leugens? Dat is juist wat u degenen die kritisch zijn op de Europese Unie verwijt, maar dat doet de minister dan toch precies zo?
De heer Verhoeven (D66):
Mevrouw Leijten wil nu wel heel erg gedecideerd dat ik haar woorden overneem en verplaats naar de minister van Financiën. Ik heb weleens een foto van de minister van Financiën op de voorpagina van de krant gezien waarin hij bokst. Of hij een verdienstelijk bokser is, weet ik niet. Ik weet wel dat je, ook al kan je boksen, toch een blauw oog kan oplopen, maar alsnog de wedstrijd kan winnen. Of daar sprake van is, hoor ik hem dan graag zelf zeggen. Maar ik kan heel helder zijn: als er door het kabinet niet op een heldere manier wordt gecommuniceerd over wat er in Europa besloten is, waarom dat in het belang van Nederland is en waarom het in het belang is van de mensen, die onzeker zijn over hun toekomst en de financiën, is dat niet goed. Het kabinet moet duidelijk en eerlijk communiceren. Dat bedoel ik niet in de zin van "we hebben in Europa een slag gewonnen, kijk eens hoe goed we zijn". Nee, het moet gewoon een Europees compromis uitdragen. Als je een echte vent bent, als je een echte bokser bent, dan draag je een Europees compromis uit omdat je denkt dat dat beter is en het maximaal haalbare is. Ik weet zeker dat de minister van Financiën dadelijk in die zin de ring in zal komen, zijn bokshandschoenen aan zal trekken en duidelijke, klare taal zal spreken.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
De heer Verhoeven heeft het over duidelijkheid van het kabinet. Ik vraag duidelijkheid van hem: waarom is hij voorstander van de eurozonebegroting? Dat is hij namelijk; dat is zijn partij. Hij zei: het mag ook klein zijn. Hoe kan hij uitleggen aan de bevolking — kan hij daarover duidelijk zijn? — wat het prijskaartje daarvan is? U wilt alles duidelijk maken, ook de gevolgen voor onze burgers. Kunt u daar nu duidelijk over zijn? Want dat heeft een grote impact, nog los van kosten voor klimaat, gas en licht, extra betalen aan de pomp en dergelijke. Dit gaat ook extra geld kosten. Kunt u dat uitleggen?
De heer Verhoeven (D66):
Laten we eens beginnen met niet altijd alleen maar over kosten te praten. U loopt al decennia mee in allerlei discussies over financiële zaken. Volgens mij bent u zeer goed onderlegd. U weet precies waar u het over heeft. Dat is hartstikke mooi. Maar als u zo goed weet hoe financiën werken, weet u ook dat je moet kijken naar inkomsten, baten en kosten. Natuurlijk kun je altijd een loep pakken en kijken naar wat de Nederlandse overheid moet overmaken voor een bepaald onderdeel van de Europese Unie, een eurozonebegroting of welke vorm van een instrument dat tot stabilisatie, groei of verbetering leidt dan ook. Je kunt altijd naar het kostenplaatje kijken, maar dat is een hele eenzijdige manier van kijken. We moeten dus heel helder zijn over de kosten en die zijn niet duidelijk, want er ligt nu een voorstel op tafel en daar wordt nog over gesproken. Maar laten we ook eens kijken naar de baten, naar de voordelen, naar de opbrengsten daarvan. Een eurozonebegroting is gewoon verdergaande financiële samenwerking om stabiliteit en groei mogelijk te maken. Daar is D66 voor, natuurlijk onder voorwaarden en natuurlijk moet het op een verstandige manier gebeuren, maar je moet niet alleen naar de kosten daarvan kijken. Want dan zeg je eigenlijk tegen burgers: alles wat we doen met geld is slecht. Terwijl er met dat geld hele goede dingen kunnen ...
De voorzitter:
De heer Van Rooijen heeft nog een interruptie.
De heer Verhoeven (D66):
... worden gedaan. Dat heet investeren. Investeren is eigenlijk ook een vorm van kosten maken, maar het levert toch heel veel op. Investeren in onderwijs en onderzoek, bijvoorbeeld.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Dank voor de complimenten die u mij maakt, maar dat even terzijde. Laat ik het over een andere boeg gooien. Bent u bereid te overwegen de eurozonebegroting binnen het MFK van 1% te houden, zodat het niet leidt tot meer geld, maar zodat convergentie en concurrentie binnen het MFK mogelijk worden door dat bij cohesie en landbouw weg te halen? Overigens vinden wij dat het geen eurozonebegroting moet heten, maar daarover verschillen wij waarschijnlijk van mening. Bent u bereid om, terwijl het huidige plafond in stand blijft, convergentie en concurrentie te bevorderen — dat lijkt mij goed — ten koste van cohesie en landbouw, zodat het er niet bovenop komt?
De heer Verhoeven (D66):
Op dat laatste kan ik volmondig ja antwoorden, maar toen kwam er weer een komma met een zinnetje erachter dat ik dan ook tegen iets anders moet zijn. D66 heeft natuurlijk een eigenstandige positie. Het kabinetsstandpunt is helder. Dat zal straks nog een keer worden toegelicht door de beide heren, die even wakker als vrolijk in vak-K zitten. Er ligt nu een voorstel waarin het MFK de basis is voor het vullen van die pot. Wat ons betreft gaat het dus uit de niet-innovatieve cohesiedelen of de landbouwstukken. Dat is wat ons betreft het voorstel op dit moment. Maar wij hebben altijd gezegd dat wij een verdergaande eurozonebegroting wel een goed idee zouden vinden, dus in die zin is uw komma niet terecht. Met uw eerste stuk kan ik op zich leven, maar ik zou wel ambitieuzer willen zijn. Maar goed, we zitten nou eenmaal met een kabinet dat een standpunt heeft. Dat standpunt is wat ons betreft goed. Er komt een eurozonebegroting uit het MFK door GLB en cohesiefondsen aan te spreken. Dat is op zich een goede eerste stap.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Mijn vraag aan de heer Verhoeven sluit mooi aan bij het laatste deel van zijn betoog. Ik zie toch een politiek probleem. Hij zegt eigenlijk tegen het kabinet: je zou vaker ja moeten zeggen tegen dingen waar je nu nee tegen zegt. Het zal voor u geen verrassing zijn dat mijn partij GroenLinks zich vaak aan de zijde van D66 zal bevinden. Maar het kabinet doet dat niet. Die eurozonebegroting is daar een voorbeeld van. Dat is lastig, want het kabinet onderhandelt in Brussel voor een nee tegen een eurozonebegroting namens een coalitie waarvan een belangrijke partner zegt: ik ben daar juist voor. Hoe gaat de heer Verhoeven ervoor zorgen dat de coalitie gaat doen wat hij graag wil?
De heer Verhoeven (D66):
Dat is een hartstikke mooie vraag van de heer Van Ojik. Ik waardeer dat ook wel. Ik zag een paar dagen geleden zijn partijleider op televisie en die zei letterlijk: ik geloof niet in compromissen. Die zei: je moet heel duidelijk zijn en je moet dat bereiken; je moet alleen maar gaan voor datgene wat je wilt bereiken. Dat noemt hij dan idealisme. En ook dat klinkt goed. Maar natuurlijk, D66 ... Laat ik het bij mezelf houden: ikzelf geloof wel in compromissen sluiten. Ik geloof wel dat je soms een compromis moet sluiten om samen verder te komen, zeg ik tegen de heer Van Ojik. Ik heb net de heer Van Rooijen een compliment gegeven over zijn financiële ervaring. Volgens mij heeft de heer Van Ojik enorm veel buitenlandervaring. En volgens mij heeft hij zijn hele leven gewerkt in een omgeving waarin je voortdurend compromissen moet sluiten. Nu zit hij bij een politieke partij die tegen me zegt: laten we niet al te veel compromissen sluiten; je moet je idealen volgen. Dat vind ik niet geloofwaardig. D66 doet er binnen dit kabinet alles aan om onze voorstellen, ons verkiezingsprogramma, onze idealen zo ver mogelijk uit te dragen. Maar wij kunnen helaas niet het verkiezingsprogramma van D66 tot kabinetsbeleid maken. Dat komt mede omdat GroenLinks natuurlijk een partij is die we heel erg aan onze zijde willen houden om dat wel te laten gebeuren. We moeten dus samenwerken.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik begrijp de verwijzing naar datgene wat mijn partijleider heeft gezegd, helemaal niet.
De heer Verhoeven (D66):
Dat begrijpt u best.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik heb het ook gezien. Hij heeft heel duidelijk gezegd dat je wel degelijk compromissen moet kunnen sluiten, alleen dat het sluiten van een compromis niet altijd een doel kan zijn. Maar goed, het gaat erom wat voor compromis je sluit. Dat is nou precies de vraag die ik net aan de heer Verhoeven stelde. Hij gaat een heel verhaal houden, maar mijn vraag was juist: hoe vind je nu tussen dat ja van hem — voor alle duidelijkheid: waar ik het mee eens ben — en het nee van het kabinet een mooi compromis? Is het dat wat er nu ligt of moet er nog meer gebeuren? Dat lijkt me een heel legitieme vraag.
De heer Verhoeven (D66):
Wat er nu ligt, is in ieder geval een hele mooie stap in de goede richting. Macron had een voorstel voor een eurozonebegroting. Daar heeft hij samen met Duitsland aan gewerkt. Daar wordt nu een stap in gezet. Mevrouw Leijten gaf net al aan dat zij vond dat die stap te ver gaat en dat het kabinet daar eerlijk over moet zijn. Ik vind dat een hele goede eerste stap. Ik ben daar heel positief over. Dus in die zin vind ik het een positief compromis als basis voor een verder gesprek over de eurozonebegroting.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Verhoeven.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Sorry, voorzitter, als ik nog even mag? Volgens mij is het belangrijk om te weten of de heer Verhoeven nu namens D66 zegt: het compromis dat er nu ligt, is uiteindelijk goed. Of zegt hij: er moet meer gebeuren? Hij begon met met te zeggen tegen het kabinet: jullie zeggen zo vaak nee, ik nodig jullie uit om vaker ja te zeggen. Daarom dacht ik: hij gaat misschien een aantal concrete voorbeelden geven van punten waar het kabinet nee tegen zegt, waarvan hij vindt dat het er ja tegen moet zeggen. Ik zou dat waarschijnlijk kunnen steunen. Maar dan is mijn vraag natuurlijk: hoe gaat u dat voor elkaar krijgen, meneer Verhoeven?
De heer Verhoeven (D66):
Ik heb net al letterlijk gevraagd of het geld uit de eurozonebegroting uit het niet-innovatieve GLB en de cohesiefondsen gehaald zou kunnen worden. Dat is een concreet voorstel dat in onze ogen nog beter is dan wat er nu op tafel ligt.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Verhoeven (D66):
Dus dat is de verbetering die we al hebben willen aangeven. Maar zo zullen wij de komende jaren met veel verbetervoorstellen komen, meneer Van Ojik.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Verhoeven. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Aukje de Vries namens de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Voorzitter. Allereerst natuurlijk de brexit. Mijn collega Anne Mulder heeft het al meermalen gezegd: de brexit kent eigenlijk alleen maar verliezers. Dat geldt natuurlijk vooral voor die burgers en ondernemers die door het uitstel van de stemmingen in het Britse parlement nog steeds in grote onzekerheid verkeren over waar ze nu rekening mee moeten houden, over hoe het gaat verlopen. Ze weten nog steeds niet waar ze aan toe zijn en dat is volgens ons een slechte zaak. In de media gaan er veel verhalen over wat er nu gaat gebeuren. Donald Tusk, voorzitter van de Europese Raad, heeft maandag al laten weten dat er niet heronderhandeld wordt over het voorliggende akkoord. Maar ondertussen zien we ook de onrust in het Verenigd Koninkrijk, met name als het gaat om de backstop in Ierland. Kan de minister-president daarop reflecteren? Wat wordt de insteek van Nederland tijdens de top over de brexit? Kan de minister ook al iets zeggen over het vervolgproces?
We hebben al te vaak moeten horen: hope for the best, prepare for the worst. Oftewel: hopen op het beste, maar je voorbereiden op het slechtste. Het laatste, een no-dealscenario, is iets waar wij niet op zitten te wachten, maar we moeten er natuurlijk wel op voorbereid zijn. Zijn we dat nu ook? Er ligt nu eindelijk een continuïteitsactieplan van de Europese Commissie. Het kabinet geeft in de appreciatie aan dat er over veel onderwerpen nog vragen zijn. Wij zijn benieuwd welke vragen dat zijn — want die worden niet geëxpliciteerd in het stuk — en of die inmiddels zijn beantwoord.
Afgelopen maandag verscheen er een rapport van de Algemene Rekenkamer over de brexit en de Douane. Het lijkt erop dat daar nog veel werk te verzetten is om te voorkomen dat we straks in de haven van Rotterdam of op Schiphol lange rijen hebben en veel schade voor de economie. Maar er zijn meer zaken, zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de financiële markten, de clearinghuizen. Ik wijs ook op de zorg, zoals de medicijnenimport en -export. Hoe ver is Nederland met de voorbereiding op zo'n doemscenario? Wat moet er nog allemaal gebeuren om dit enigszins ordentelijk te laten verlopen en hoe gaat het kabinet burgers en ondernemers blijvend informeren de komende tijd?
Er komt ook nog een eurotop. Tijdens de eurogroep van 3 december jongstleden is er overeenstemming bereikt over een groot aantal onderwerpen. Waar wij in juni als VVD nog vreesden voor een Europese minister van Financiën, een eurozonebegroting van honderden miljarden euro's en nauwelijks stappen met risicoreductie, heeft het kabinet een goed pakket binnengehaald. Het afgesproken pakket is in lijn met de inzet van het kabinet en van de VVD. Dat is, gegeven de immense druk vanuit landen als Frankrijk en Italië, een prestatie. Als VVD willen wij minder risico lopen om op te draaien voor falende landen en falende banken. Daar hebben wij het resultaat aan getoetst. De VVD is tevreden met het binnengehaalde pakket. Daarom is het belangrijk dat dit pakket tijdens de Europese top herbevestigd wordt. Wat is de verwachting van de minister-president op dit punt en op welke onderwerpen verwacht hij nog discussie en druk?
De rode draad bij veel onderwerpen is voor de VVD risicoreductie. De risico's moeten verder omlaag, of het nu gaat om de banken of om de landen. Het is goed dat is herbevestigd dat het Europees Stabiliteitsmechanisme enkel leent aan landen met een houdbare schuld en een adequate terugbetaalcapaciteit. Het is verder de intentie om in 2022 te komen tot een beter mechanisme om obligatiehouders en beleggers de rekening te laten betalen voor lidstaten die in de problemen komen. Dat is voor de VVD een belangrijke stap. Deze intentie moet wat ons betreft worden omgezet in actie. Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat het niet alleen bij intenties blijft?
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Ik geloof mijn oren niet. De VVD zegt hier: wij zijn blij met het resultaat dat door de minister van Financiën is behaald, wij zijn blij dat er een eurozonebudget zal komen. In 2012 en in 2015 — er zijn ook Kamermoties over aangenomen — heeft de VVD daarvan echter aangegeven dat het die kant niet op wilde. Hoe kan de VVD dan nu zeggen: we zijn blij met het resultaat, terwijl we het duidelijk hebben verloren en het weggeven?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat mevrouw Leijten de stukken anders leest dan wij. Wij kijken heel goed naar wat er in de conclusies staat. Ik lees dat er afspraken zijn gemaakt om tot instrumenten te komen die op convergentie en concurrentie zitten. Ik denk dat dit binnen het Meerjarig Financieel Kader is. Ik denk ook dat het conform de inzet van het kabinet is, en binnen wat wij als VVD eerder hebben aangegeven.
Mevrouw Leijten (SP):
Hoe je het leest? Het is vooral wát je leest. Lees je de propaganda van de minister van Financiën in Nederland of lees je het verslag van de Europese ministers van Financiën? Want daar staat namelijk iets anders in. Ik heb de minister van Financiën gevraagd hoe het precies is gegaan en wat de premier de komende dagen te doen staat. Maar ik ben zo verbaasd dat u tevreden bent over het feit dat er is besloten om tot een eurozonebudget te komen. Daar was de VVD altijd tegen. Dit is de opmaat naar een transferunie waarover de VVD heeft gezegd: die gaan we niet meemaken. En hier zegt de VVD dus: we zeggen naar buiten toe wel dat er geen cent meer naar Griekenland gaat en dat we geen overdracht van Noord naar Zuid willen, maar als het zover is, stemmen we toch altijd in. We zien hiermee het ware gezicht van de VVD. U bent blij met dit eindresultaat terwijl u het had moeten betreuren.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Er lag in eerste instantie een voorstel voor een eurozonebudget gericht op het opvangen van economische schokken. Dat voorstel is volgens mij van tafel. Ik lees het stuk zo dat het van tafel is en dat er nu alleen nog gesproken gaat worden onder het Meerjarig Financieel Kader over instrumenten voor convergentie en concurrentie. Zo lees ik de stukken. Ik snap niet dat u er iets anders in kan lezen, maar ik lees daar niet in dat er een eurozonebudget komt voor schokabsorptie.
De voorzitter:
Dit is uw vijfde vraag, mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik vind dit echt bizar. Je kan heel goed zeggen: de minister was met een goede opdracht op pad gestuurd, wist duidelijk wat de Kamer wilde, heeft heel lang standgehouden, heeft een coalitie gezocht, heeft wat dat betreft strategisch gehandeld, maar hij heeft het verloren en dat betreuren wij. Dat zegt niets over de inzet van de minister en over hoe hij heeft geopereerd, maar zo gaat dat in Europa. In Europa verlies je vaak, en Nederland verliest vaak als het gaat over de toekomst van de euro. Maar ik vind het echt bizar dat de VVD dan vervolgens zegt: we zijn blij met het resultaat. U had hier moeten zeggen: we vinden dat de minister het goed heeft gedaan, maar helaas, we hebben verloren. U had moeten zeggen: beste minister-president, van de eigen partij, knok nog effe door, want we willen het echt niet hebben. Maar u heeft hiermee al ingestemd met het eurozonebudget. En weet u, dat noemt deze minister een muis in een kooitje, maar dat noemt de eurogroepvoorzitter een embryo dat nog fijn door kan groeien. En dan weten we wel hoe laat het is.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik begin me een beetje te herhalen, voorzitter. Volgens mij is er niet ingestemd met een eurozonebudget. De inzet van het kabinet was: geen eurozonebudget voor economische schokken en schokabsorptie. Dat heeft het kabinet ook altijd aangegeven en dat staat ook in het regeerakkoord. Dat gaat er dus ook gewoon niet komen als ik de stukken goed lees.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik vind dat u hier eigenlijk toch om de feiten heendraait. Ik herinner me ook de lange motie-Hennis, die hier breed is aangenomen. U bent altijd tegen een eurozonebegroting geweest. Nu zegt u: ja, maar het is klein, het zit binnen de meerjarenbegroting en het is alleen concurrentie en convergentie. Dat is nog steeds het toegeven aan een eurozonebegroting. Want wat er precies in zit, was eerder niet aan de orde. Het zou 1.000 miljard zijn voor van alles en ook voor stabilisatie. Nu zegt u: als het er maar in zit en klein begint, en beperkt is tot concurrentie en convergentie, dan kan ik ermee leven. Maar u weet toch ook dat als die olifant eenmaal een muis geworden is, maar in die kooi groter kan worden, dat dan het beginsel er is? En dan heb ik het nog niet over de stabilisatie, waarover nu is gezegd: daar zijn we het niet over eens. Sommige landen willen dat eigenlijk wel. Daar komt dan een technische discussie over.
De voorzitter:
Meneer Van Rooijen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik voorspel u: er komt een aanhangwagen aan die vrachtwagen van u, en dan hebben we dus de hele eurozonebegroting!
De voorzitter:
Meneer Van Rooijen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Kunt u daar nu duidelijk van zeggen dat u een draai gemaakt heeft?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik vind het mooi, want ik moet mijn hele verhaal over de eurozone en het pakket dat er ligt nog beginnen. Ik heb er inhoudelijk nog niks over gezegd. Maar ik lees echt de stukken anders dan de heer Van Rooijen. U zegt: het is een eurozonebudget. Nee, het zijn instrumenten die moeten zorgen voor meer concurrentie. Ik zal straks ook nog wel wat zeggen over "onder het plafond". Het moet wat ons betreft ook niet een flexibel plafond worden voor het Meerjarig Financieel Kader. Dat zijn wel zaken waar we goed naar moeten kijken.
De voorzitter:
Ik wil graag dat u niet steeds "u" zegt, want misschien denkt iedereen dan wel dat het om de voorzitter gaat, of zo. Het is gewoon mevrouw Aukje de Vries en meneer Van Rooijen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ja voorzitter, dank.
Laat ik de vraag nog anders stellen. U bent dus voor een eurozonebegroting binnen het MFK, maar nog beperkt tot concurrentie en convergentie. Maar bent u dan ook bereid om daarmee een extra hoge MFK te accepteren? Met andere woorden: daardoor wordt het MFK hoger en komt dat muisje bovenop de bestaande plafonds die gepland zijn. En hoe wilt u dat dan gaan betalen? Met eigen middelen? En welke? Dat is dan de volgende vraag.
De voorzitter:
Hoe wil mevrouw Aukje de Vries dat gaan betalen? Dat was de vraag.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij is het helder wat de inzet van de VVD is voor het Meerjarig Financieel Kader: we willen dat het een strak plafond wordt, dus niet een flexibel plafond, en we willen een laag plafond hebben. Wat dat betreft kan ik de heer Van Rooijen dus geruststellen, denk ik: die inzet blijft nog steeds hetzelfde.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik vind het ook een beetje naïef om te denken: die eurozonebegroting komt er nu niet, want het woordje "stabilisatie" zit er niet meer in en dan is het goed. Terwijl er duidelijk in die stukken staat dat het een opmaat is, dat we nu nog even geen akkoord hebben over stabilisatie maar dat die stabilisatie er uiteindelijk ook komt, en dat die uit eigen middelen wordt betaald; de financiëletransactietaks wordt zelfs genoemd. De VVD gaat mee in de salamitactiek van de Europese Commissie. Ze doen het elke keer stapje voor stapje. Ze geven het zelfs ruiterlijk toe: dit is weer een eerste stapje en er zullen nog vele volgen. Ze zeggen het in de media. De vraag is: waar trekt de VVD een streep als het gaat om Europese belastingen, een hoger MFK of in dit geval de eurozonebegroting?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij is de inzet van de VVD altijd helder geweest. Daar hebben we in de Ecofin- en eurogroepdebatten ook regelmatig over gesproken. Ik denk dat het regeerakkoord ook heel helder is, namelijk dat er geen eurozonebegroting moet komen met een stabilisatiefunctie of schokabsorptie. Dus volgens mij is dat helder.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Was het maar zo helder. Want de VVD komt heel vaak met "tot hier en niet verder", en vervolgens gebeurt het toch. Ik denk maar even aan "geen cent naar Griekenland". Uiteindelijk hebben we 15 miljard overgemaakt. De vraag is dus: waar ligt de grens? Waarvan zegt de VVD: tot hier en niet verder? Het MFK dan: is 1% bbp de grens voor de VVD? Of is er te praten over 1,3%, 1,2%, 1,1%?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Die onderhandelingen lopen nog. Ook daar is volgens mij de inzet van het kabinet helder, en ook die van de VVD. Wij willen de situatie houden zoals die nu is. Ik weet niet zo goed wat ik daar meer over moet zeggen dan dat dat onze inzet is voor die onderhandelingen. Die onderhandelingen lopen nog. Daarvan geeft het kabinet ook aan: dat is een complexe discussie met de verschillende partijen. Maar volgens mij zit ook het kabinet nog steeds op de lijn van een strak plafond voor het MFK.
De heer Tony van Dijck (PVV):
"De onderhandelingen lopen nog"? Met Griekenland was het "geen cent naar Griekenland" en vervolgens maken we 15 miljard over. Nu is het 1% bbp. We maken elk jaar 9 miljard over, €1.000 per huishouden. En nu zegt u: "de onderhandelingen lopen nog". Is Europa voor u een inzet of is Europa voor u een streven van "tot hier en niet verder, met 9 miljard zijn we de grootste nettobetaler, dus geen cent extra naar Brussel"? Zegt u dat nu of zegt u volgend jaar weer: dat zei ik toen en dit jaar zeg ik iets anders?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik zeg volgens mij hetzelfde als wij al heel lang zeggen, wat mijn collega Anne Mulder ook al heel lang zegt over de insteek voor het Meerjarig Financieel Kader en wat ook het kabinet zegt. Dat gaat over de situatie van nettobetaler, over hoe we daarin zitten zoals het nu is, over de korting, over een strak plafond en ook over dat wij een modernisering van de begroting willen. Ik denk niet dat wij nu een ander verhaal hebben gehouden en dat gaan we ook in de toekomst niet houden.
De voorzitter:
Gaat u verder, mevrouw Aukje de Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ook wat de risicoreductie bij de banken betreft zijn er stappen gezet, maar op dat punt zijn we er nog niet. Er is overeenstemming in het kader van de bankenunie over de kapitaaleisen, maar de triloog over de niet-presterende leningen bij banken loopt nog. Wat is daar de actuele stand van zaken van? Over die niet-presterende leningen heeft de VVD nog wel een aantal vragen, want wat gebeurt er met banken als ze niet aan die afgesproken percentages voldoen? Welke instrumenten heeft de toezichthouder om in te grijpen, op te treden en het ook af te dwingen? En welke voortgang qua risicoreductie moet er in 2020 zijn bereikt? Wat als de banken daar dus niet aan voldoen?
Voorzitter. Voor de risicoreductie in brede zin zijn volgens de VVD naast de bewezen afbouw van de niet-presterende leningen ook de risicoweging van staatsobligaties, degelijke asset quality reviews en geloofwaardige stresstesten voor de banken van belang. Dat geldt zowel voor de discussie over het mogelijk eerder invoeren van de backstop als voor het Europees verzekeringsstelsel, zoals onlangs uitgesproken in een motie van CDA en VVD over de risicoreductie. Er is nu een procesafspraak gemaakt over dat Europees verzekeringsstelsel, maar feitelijk gebeurt er nu nog niks: er gaat gesproken worden. Maar dat kan volgens de VVD niet zonder dat er ook gesproken gaat worden over de zonet genoemde maatregelen voor risicoreductie. Hoe gaat het kabinet daarvoor zorgen?
Voorzitter. Ik kom bij het eurozonebudget. De VVD had en heeft geen behoefte aan een eurozonebudget voor stabilisatie of schokabsorptie. De beste maatregel daarvoor is immers dat landen hun huishoudboekje gewoon op orde hebben en zorgen voor een lage staatsschuld. Dat is ook gewoon wat we hebben afgesproken in het regeerakkoord en waar de vier coalitiepartijen voor getekend hebben. Feitelijk lijkt zo'n stabilisatiefunctie nu ook van tafel en dat moet volgens de VVD ook zo blijven. Wat wordt de insteek van het kabinet voor de eurotop? Er lijken nu enkel nog instrumenten voor convergentie en concurrentie te komen onder het Meerjarig Financieel Kader. Wat verschilt dit nu wezenlijk nog van bijvoorbeeld een cohesiefonds, dat we al jaren hebben? Als er binnen het Meerjarig Financieel Kader een dergelijk instrument komt, moet dat wat de VVD betreft binnen een strak en zo laag mogelijk plafond, en dus geen flexibel plafond. Dat is sowieso de inzet van de VVD voor het Meerjarig Financieel Kader. De VVD is daarbij net als het kabinet geen voorstander van nieuwe of extra eigen middelen, zoals de financial transaction tax of nieuwe grondslagen. En voor de financiering van de begroting is de VVD voor een percentage, gebaseerd op enkel het bruto nationaal inkomen.
Tot slot, voorzitter: de VVD vindt het voor de eurotop belangrijk dat het afgesproken pakket herbevestigd wordt en de VVD wil verdere stappen zetten als het gaat om risicoreductie. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Aukje de Vries. Dan geef ik nu het woord aan de heer Bruins namens de ChristenUnie.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. "Brexit means brexit". Met deze uitspraak in haar kandidaatstellingsspeech stelde remainer May bijna tweeënhalf jaar geleden haar verkiezing tot partijleider van de Conservatives en premier veilig. Maar what brexit really means weten we nog steeds niet. Duidelijk is wel dat we zo langzamerhand zijn aanbeland in een bloedstollend eindspel, waarbij de uitkomst nog altijd ongewis is. Mijn fractie zou er niet om treuren als het uit zou draaien op een tweede referendum over de deal van de immer strijdbare May versus een no brexit, in de hoop dat onze bondgenoten aan de overzijde van de Noordzee te elfder ure alsnog besluiten lid van onze Unie te blijven.
Het Verenigd Koninkrijk is immers een bondgenoot die we niet kunnen missen in de continue strijd met het Zuiden van Europa, beginnend in de buurt van Brussel, om gezond financieel-economisch beleid op eigen kosten te voeren. Want dat is keer op keer wat er op het spel staat. En het is razend knap wat minister Hoekstra en zijn Hanzecoalitie de afgelopen tijd voor elkaar hebben gebokst, daarbij rake klappen uitdelend, zonder zelf veel te hoeven incasseren. Maar we weten dat we uiteindelijk een gevecht voeren in een eurozone die door het Zuiden wordt gedomineerd. Ik kom daar zo op terug.
Maar eerst even aandacht voor de gezamenlijke glimlach en zorg die we gisteren niet konden onderdrukken. Onder aanvoering van Macron werd het Italië van Salvini door de Europese Commissie op zijn nummer gezet, vanwege een dreigend EMU-tekort van 2,4%, in combinatie met een dreigende onhoudbare staatsschuld. Zeker, over Italië maken we ons best zorgen, maar het is ongelooflijk dat demonstranten Franse auto's en straatmeubilair in elkaar timmeren en dat dit pardoes leidt tot 10 miljard euro aan extra overheidsuitgaven, waardoor het EMU-tekort van Frankrijk in 2019 op 3,5% dreigt uit te komen. Want uitgaven verminderen, ook al zijn ze torenhoog, daar doen de Fransen niet aan. Als Italië met een tekort van 2,4% al op het strafbankje van Juncker zit, waar komt Frankrijk dan te hangen? Ik ben zeer benieuwd welke sancties de Europese Commissie in petto heeft voor Frankrijk. Of gelden voor dit land van zonnebloemen en zonnekoningen andere regels, omdat het Frankrijk is? Ik ben zeer benieuwd naar de kijk en de inzet van het kabinet met betrekking tot deze hoogst opmerkelijke kwestie, zeker nu de Europese Commissie bij Italië akkoord lijkt te gaan met een tekort van net onder de 2%. Gaat dit percentage dan ook voor Frankrijk gelden?
Overigens maakt deze episode één punt nog eens heel duidelijk: in een eurozone met dit soort kostgangers moet je, zoals de coalitiepartijen ook zijn overeengekomen in het regeerakkoord, nooit een voorstander van een eurozonebegroting zijn. Hoezeer het ook een loodzware bokspartij is, nog grotere transfers in onze Unie toestaan is enkel en alleen het belonen van uitermate slecht gedrag.
In dit kader een drietal vragen van mijn fractie. Eén. Ook al is "eurozonebegroting" nu nog slechts een woord met materieel nauwelijks betekenis en mogelijk maar een relatief beperkt bedrag onder het nieuwe MFK van de Europese Unie, in hoeverre is dit toch niet de welbekende zachte neus van die verschrikkelijk grote kameel die straks een veel te groot deel van de Europese tent vult?
Twee. Als er ál extra geld komt om de concurrentiekracht van de Europese economieën te vergroten en deze eindelijk eens te laten convergeren, heeft het kabinet dan ook de inzet dat er geen nieuwe faciliteiten onder het MFK worden gecreëerd? Als er geld naar competitie en convergentie gaat, kan dat het beste via de bestaande structuurfondsen, zoals voor onderzoek en innovatie. Mijn fractie vindt het prima als er in de toekomst minder naar cohesiefondsen gaat en meer naar onderzoek en innovatie. Deelt het kabinet deze kijk op vormgeving en bestedingsdoelen?
Drie. Zorg dus dat eventueel geld voor competitie en convergentie binnen de bestaande structuren wordt uitgegeven en niet pas als er ergens crisis dreigt of is. Het mag geen stabilisatiegeld worden. Als eventueel extra geld als stabilisatiegeld wordt benut, zitten we uiteindelijk toch in die transferunie — met een veel te dikke vinger in de pap van het Europees Parlement. Dat dat Parlement vaak domme uitspraken doet, is gisteren nog maar eens bewezen met de uitspraak over de WW.
Voorzitter, afsluitend nog twee punten. Wat me opviel, is dat de minister erg positief was over de afspraken die hij had kunnen maken om de positie en procedures met betrekking tot het permanente noodfonds ESM te versterken. Dat geldt ook voor de zogenaamde backstop die bij het ESM ondergebracht zal worden. Kan de minister nog eens haarfijn toelichten waarom hij versterking van het ESM in het belang van Nederland acht en waarom afspraken dus goed zouden zijn?
Als laatste. Bij de snelle uitbreiding van de EU in het vorige decennium stond de aandacht voor de rechtsstaat duidelijk niet hoog op de prioriteitenlijst. Is de premier het met de ChristenUniefractie eens dat dit nu wel prioriteit moet hebben? Nu is het voorstel om rechtsstatelijkheidsbeginselen te koppelen aan de goede bestedingen en financieel management van EU-geld. Dat is een van de voorstellen voor het nieuwe MFK. Is het kabinet het met mijn fractie eens dat een dergelijk middel van groot belang is, naast de bekende artikel 7-procedure? Hoe sterk gaat de premier zich hiervoor maken? Hoe schat hij de steun voor dit voorstel in?
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bruins. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Omtzigt namens het CDA.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. Het zijn op dit moment buitengewoon roerige tijden in Europa. In Frankrijk branden de barricades en heeft de toegift van de president geleid tot een begrotingstekort dat nu richting 3,5% gaat. Overigens ligt het wettelijk minimumloon in Frankrijk nu boven het wettelijk minimumloon in Nederland. In Italië hebben we nog steeds een begroting die eigenlijk op drijfzand gebouwd is en weten we niet waar we aan toe zijn. In Groot-Brittannië volgen we met het uur wat er met de brexit gebeurt en of we daar nog een minister-president hebben. Maar voor Nederland is nog veel belangrijker wat voor relatie wij met het VK hebben. Natuurlijk, daar gaan de Britten over, maar het ware wel fijn geweest als ze ons tijdig zouden meedelen wat voor relatie ze met de rest van Europa willen hebben. Er staan artikel 7-procedures open tegen Hongarije en Polen. Er vallen regeringen om ons heen. Voorwaar, geen rustige top.
Voorzitter. Op die top staat een aantal zaken op de agenda. Ik zal wat zeggen over het Europees monetair beleid, de brexit, de Magnitskywet, migratie, de toetreding van Albanië en ook nog Turkije, voor het geval we dat land eens zouden vergeten. Dat is zeker een kort lijstje, zoals ik de minister van Financiën hoor zeggen.
Voorzitter. Een compliment aan de minister van Financiën voor hoe het vorige week gegaan is bij de Ecofin, en dan vooral bij de eurotop. Er is veel waargemaakt van de Nederlandse inzet. We moeten risico's eerder gaan verminderen en dan pas gaan delen. Daar zullen we heel strak aan moeten vasthouden. Er worden geen politieke stappen gezet op weg naar een Europees depositiegarantiestelsel, want er is nog geen sprake van een waardering van de staatobligaties. Het is van buitengewoon belang dat die er komt voordat we politiek überhaupt over dat EDIS gaan praten.
Voorzitter. Er is net al een uitgebreid debat over geweest: in de conclusies staat gewoon letterlijk dat er geen eurozonebegroting komt met een stabilisatiefunctie. Daar is geen overeenstemming over bereikt. Zoals u weet, is de stemming over het MFK een stemming bij meerderheid. Om voor te lezen: "We did not reach a common view on the need to design such a function." Oftewel: er waren mensen die ervoor waren en er waren mensen die ertegen waren.
Mevrouw Leijten (SP):
Daarop volgt de zin: "technical discussions continue". Met andere woorden: we stemmen in met een eurozonebudget en de discussie over een stabilisatiefunctie blijft gaande. Die discussie is niet nieuw. Zij was er al in 2012, zij was er alweer in 2015 en in 2018 krijgen ze hun zin. Nederland heeft er gewoon mee ingestemd. Ik snap het niet. Meneer Pieter Omtzigt van het CDA is allesbehalve naïef. We kennen hem als een ontzettend oppositie-Kamerlid, zélfs in de coalitie. En dan nu dit zo uitleggen terwijl je weet hoe het in Europa werkt, namelijk dat je een vinger geeft en je vervolgens je hand kwijt bent. Ik vind dit echt onverstandig. De minister van Financiën heeft zijn best gedaan, maar hij heeft het niet gered. Nu moeten we de minister-president op pad sturen om dit akkoord over het eurozonebudget gewoon van tafel te krijgen. Niks meer, niks minder.
De heer Omtzigt (CDA):
In de conclusies staat helder dat er wel sprake van is om te kijken hoe je competitiviteit en convergentie kunt verbeteren. Die zijn keihard nodig in de eurozone; we hebben dat gezien bij Griekenland. Laat ik zeggen dat ik liever heb dat de Europese Unie wat doet aan de competitiviteit dan aan het blind uitdelen van een aantal fondsen aan Polen en Hongarije, zoals de afgelopen jaren. Dat is wat er afgesproken is. Er is dus ook afgesproken ... Ik lees het maar gewoon voor, want op één punt ben ik het wel eens. In plaats van naar de ronkende teksten van de persberichten van landen te kijken, ga ik toch maar even naar het stukje dat ze allemaal onderschreven hebben: "The possible features of a stabilisation function were also discussed, including the unemployment insurance scheme. We did not reach a common view on the need and design of such a function. Technical discussions continue."
De voorzitter:
Wilt u het vertalen voor de mensen die dit debat ook volgen?
De heer Omtzigt (CDA):
Over de mogelijke manieren om een stabilisatiefunctie erin onder te brengen werd ook gesproken. Er werd ook gesproken over een werkloosheidsfonds. We hebben daar geen overeenstemming over kunnen bereiken, niet over de noodzaak daartoe en niet over hoe die eruit zou moeten zien. Er zal nog wel technisch over gesproken worden. Dat staat er. Ik zeg het maar even: hierover wordt gesproken en er ligt straks een MFK, de begroting van de Europese Unie. Die begroting van de Europese Unie moet met unanimiteit aangenomen worden. Wordt die niet aangenomen, dan geldt de oude begroting. En daar zit die functie ook niet in. Dus de landen die hier nee tegen gezegd hebben — ik wil graag horen of dat niet alleen Nederland geweest is maar of er ook nog wat bondgenoten waren — zullen, neem ik aan, niet toestaan dat dit in de begroting voor de komende zeven jaar komt. Dan is het voor de komende zeven jaar, tot 2027, dús geen onderdeel van de begroting. Ik vind dat voor een ronde niet verkeerd.
De voorzitter:
Laatste opmerking. Kort graag.
Mevrouw Leijten (SP):
Hoe het ook is weggemoffeld, ik denk dat het in de meerjarenbegroting alleen nog maar ingewikkelder wordt omdat we daar nog veel meer eisen hebben: het mag niet stijgen en we willen de korting behouden. De minister van Financiën moet dan opnieuw de boksring in met fikse eisen. Wat ik echt heel zorgelijk vind, is het volgende. Wij hebben altijd gezegd dat er geen begrotingscapaciteit moet komen voor de eurozone. Daar hebben we namelijk al de meerjarenbegroting van de Europese Unie voor. Die moet ingezet worden voor het verkleinen van de verschillen. Dat werkt niet en nu gaan we dat als eurozone toch doen. Dit is echt een stap verder in de transferunie, die we sinds Griekenland feitelijk al zijn. Ik vind het onbegrijpelijk dat het CDA daarmee instemt, terwijl het overal zegt dat het geen transferunie wil.
De voorzitter:
Een korte reactie, meneer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik neem aan dat dit gewoon onder het MFK gaat vallen. De convergentie zou allang door de Unie bevorderd moeten worden, maar dat is onvoldoende gedaan. Er is namelijk gebouwd aan, met complimenten aan de PVV, een plastic luchtkasteel, alsof je zoiets zou kunnen uitgeven. Als dit onder hetzelfde MFK ingezet wordt voor maatregelen waardoor een land als Italië of een land als Griekenland werkelijk competitiever wordt, waardoor het werkelijk ook in staat is om de werkloosheid daar naar beneden te brengen, dan zou ik dat zeer verwelkomen in vergelijking met de huidige uitgaven van een aantal fondsen binnen de Europese begroting. Het zit onder de Europese begroting; die garantie wil ik graag van de regering hebben. Dan komt het er dus niet bovenop of ernaast — ik snap die zorgen van mevrouw Leijten — maar daaronder. Mevrouw Leijten kan toch niet zeggen dat de regionale fondsen op dit moment goed uitgegeven worden in grote delen van Europa?
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Het is waar dat de eurozonebegroting een andere dimensie heeft gekregen en dat het niet meer de 1.000 miljard van Macron is, een olifant, maar een klein bedrag. Maar het valt wel onder dezelfde vlag, binnen de begroting. Mijn vraag aan de heer Omtzigt is: vreest hij niet dat dit onder de naam "eurozonebegroting" — dus niet de begroting van de EU — binnen het MFK via een achterdeur uiteindelijk toch dreigt te worden wat Macron via de voordeur bedoelde, zij het niet met 1.000 miljard? Die eurozonebegroting als zodanig staat klip-en-klaar in de stukken. Ik heb hier ook het persbericht, waar het woord "eurozonebegroting" in staat. Ik ben het met u eens dat het nu niet de stabilisatie is en ik ben blij dat die er niet in zit, maar we moeten het niet hebben over wat er niet in staat maar over wat er wel in staat. Kunt u dat verdedigen? Gelet op uw eerdere standpunt kunt u dat niet verdedigen, want het is een eurozonebegroting, zij het beperkter.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik heb al aangegeven dat het probleem bij die eurozonebegroting was: wat wil je met een eurozonebegroting? Wat wilden wij niet? Dat was heel duidelijk: een stabilisatiefunctie en daarmee een permanente transferunie om ervoor te zorgen dat landen die grote tekorten en grote sociale problemen hebben, jaar in, jaar uit uitbetaald zouden worden. Dat zijn de huidige structuurfondsen overigens tot op zekere hoogte weleens. Dat moet ik er heel eerlijk bij zeggen: die worden weleens gebruikt als die capaciteit. Wat nu wordt voorgesteld, is dat die stabilisatiefunctie er niet komt. Dat staat er met zoveel woorden. Daarom heb ik het letterlijk voorgelezen, niet de ronkende persberichten van ons ministerie van Financiën of de ronkende persberichten van het Franse ministerie van Financiën — dan moet ik nog meer vertaalwerk doen, voorzitter, hoewel uw Frans uitstekend is — maar gewoon wat er staat. Wat doen we wel? Dat hadden we misschien al vijftien jaar geleden moeten doen. In plaats van allerlei structuurgelden uitbetalen kijken we hoe we economisch meer competitief kunnen worden. Hadden we dat vijftien jaar geleden ooit maar eens een keertje gedaan met Griekenland. Misschien moet je een land soms een wortel voorhouden om door een bepaalde hervorming heen te komen. Misschien is dat wel héél veel verstandiger dan wat wij de afgelopen vijftien jaar in Europa geprobeerd hebben, met de puinzooi waarin we met Griekenland en op dit moment Italië terechtgekomen zijn.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Rooijen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik heb hier een persbericht. Het is in het Engels maar ik zal het in het Nederlands zeggen. Wat betreft de instrumenten voor competentie en convergentie hebben Frankrijk en Duitsland een voorstel gedaan voor een "architecture" voor een eurozonebudget, dat een deel wordt van het EU-budget. Zijn omvang — nu komt het — "will be determined", dus wordt bepaald door de staatshoofden in het kader van het MFK. Daar staat dus letterlijk dat er binnen het MFK een eurozonebegroting komt voor convergentie en concurrentie. Mijn vraag is of dat bovenop het plafond komt dat we in ons hoofd hadden en of u daar ook eigen middelen voor beschikbaar wilt stellen. Of zegt u: dat willen we allemaal niet en het moet onder een laag plafond blijven? Dat wordt door de VVD gesuggereerd, maar ik weet niet wat dat is.
De voorzitter:
Maar de heer Omtzigt gaat nog een antwoord geven.
De heer Omtzigt (CDA):
Nou, nee hoor, daar ga ik geen antwoord op geven, want die vraag heb ik net al gesteld. Ik vind het heel interessant, maar dit heb ik u net gezegd. Ja, binnen het plafond, en dat plafond moet zo laag mogelijk zijn. Maar laat ik dat nou net twee minuten geleden in mijn bijdrage verteld hebben.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Het is goed dat het plafond eventueel laag is, maar er staat nu dat er een eurozonebegroting komt. Mijn punt is: als die eenmaal juridisch en economisch in dat MFK zit, dan wordt het een groter beest omdat het beginsel er dan eenmaal is. We weten allemaal dat dat verder gaat en dat de stabilisatie er over een paar jaar bij komt.
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, die stabilisatie staat er niet in. Dat zal overigens niet betekenen dat men er in Frankrijk van overtuigd is dat zij die niet meer willen. Dus als u vraagt "zullen er nog discussies plaatsvinden over de stabilisatiefunctie?", dan zeg ik: ja, natuurlijk zal Frankrijk dat nog een keertje aan de orde stellen. Maakt u zich daar geen enkele illusie over. Ze zouden gek zijn als ze het niet deden. Maar hier heeft Nederland duidelijk gezegd: dat gaan we niet doen. Het zit ónder het MFK. Als de Britten eruit gaan — daar kom ik zo nog even op terug — dan zijn al die landen die in de Europese Unie zitten in principe ook nog lid van de euro.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Het feit dat de middelen waar de heer Van Rooijen over spreekt, onder het MFK komen, wil toch zeggen dat alle lidstaten erover gaan, en niet alleen maar de eurozone? Is dat niet eigenlijk de slimme zet? Het kan geen eurozonebegroting zijn, want alle lidstaten gaan erover. Hoe ziet de heer Omtzigt dat?
De heer Omtzigt (CDA):
Het tweede punt dat ik daarbij richting de heer Bruins maakte, is dat, indien de brexit doorgaat — daar kom ik zo nog even op terug — in principe maar één land niet tot de eurozone zal toetreden, en dat is Denemarken. Dat land heeft een permanente uitzonderingsclausule. Al die andere landen hebben nog de aspiratie om toe te treden. Als u dan aan mij vraagt of ik liever een instrument heb dat wordt ingezet voor hervorming in lidstaten of voor het bouwen van plastic luchtkastelen, dan laat mijn antwoord zich enigszins raden.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter, laat u de tijd maar doorlopen. Ik heb nog wel wat tijd, zo te zien.
De voorzitter:
Ja.
De heer Omtzigt (CDA):
Inderdaad, het framework waar dat in zit, is het framework van het multiannual budget. Dat betekent dat de Commissie erover gaat en de Commissie is van alle lidstaten. En daarmee wordt dus niet een nieuw eurozoneparlement gecreëerd of een eurozonecommissie. Nee, het is de volledige Commissie die daarover gaat.
De voorzitter:
Gaat u verder. Ik geef u zo het woord, meneer Van Dijck, maar ik wil toch dat de heer Omtzigt even ietsje verdergaat met zijn bijdrage.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. Dan het tweede punt dat te maken heeft met de EMU. Dat heeft te maken met de non-performing loans. Er ligt nu een termsheet voor waarin staat hoe straks de backstop van het resolutiefonds ondergebracht wordt bij het ESM. Ik geloof dat iedereen ons nu wel weer kwijt is, maar dat is een heel belangrijk onderwerp. Dat onderwerp is namelijk: wat gebeurt er bij banken wanneer ze failliet gaan? Dan moeten ze afgewikkeld worden, dus dan moet iedereen die recht heeft op zijn geld, zijn geld terugkrijgen. En waar komt dan uiteindelijk het verlies te zitten? Nou, eerst bij de nationale lidstaten en het nationale resolutiefonds, en uiteindelijk bij het Europees resolutiefonds. Nu hebben we altijd gezegd dat we eerst risicoreductie willen hebben en daarna pas de risicodeling, ook via dat resolutiefonds. Nu ligt er een termsheet waarin staat: in 2020 kijken we of er genoeg risicoreductie is, en dan doen we het misschien. Maar in 2023 doen we het gewoon.
Maar stel dat er in 2023 onvoldoende risicoreductie is, zo zeg ik tegen de regering, omdat er in delen van Europa gewoon zombiebanken zijn, op welke wijze kunnen we dan tegenhouden dat dit uit het resolutiefonds van het ESM, dat door ons allemaal is betaald, komt? Op Cyprus, in Griekenland en in delen van Italië zitten nu nog zombiebanken. En mag ik zeggen dat ik over de Deutsche Bank of de Commerzbank ook niet echt gerust ben? Waar zit het punt waarop deze banken niet allemaal automatisch tot het resolutiefonds worden toegelaten tenzij wij zeggen dat ze gezond genoeg zijn? Daar wil ik een klip-en-klaar antwoord op hebben, want ik vind dat Nederland dat moet kunnen tegenhouden. Dat zou conform de eerdere toezegging van de minister van Financiën zijn, die eerder in dit huis buitengewoon duidelijk geweest is. Desnoods wordt het dan een achtervang van een euro, maar zij krijgen geen toegang tot het fonds.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Mijn vraag gaat over het vorige punt. Het gaat eigenlijk meer over de voeding van het eurozonebudget. Ik lees overal dat men het probeert te forceren via het MFK en een lidstaatbijdrage en/of via eigen middelen. Die "eigen middelen" zitten me niet lekker. Die komen elke keer terug, of het nu gaat om CO2-emissierechten, de CCCTB, dus de geharmoniseerde vennootschapsbelasting, een plastictaks, een financiëletransactietaks ...
De voorzitter:
En de vraag?
De heer Tony van Dijck (PVV):
De Europese Commissie probeert dus van alle kanten de vinger achter een belasting te krijgen, want dan heeft ze namelijk eigen middelen en een knop om aan te draaien.
De voorzitter:
En de vraag is, meneer Van Dijck?
De heer Tony van Dijck (PVV):
En de vraag is of het CDA hierbij ook een keiharde streep in het zand trekt, of zegt het dat er over eigen middelen valt te praten, zoals D66 zegt?
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, die eigen middelen zien wij niet zitten.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Was dat het antwoord?
De heer Omtzigt (CDA):
Ja.
De heer Tony van Dijck (PVV):
"Zien wij niet zitten" horen wij vaker, maar uiteindelijk gebeurt het toch. Dus de vraag is: is er geen eigen middel van het rijtje dat ik net noemde waar het CDA ooit zijn handtekening onder zal zetten? Dus de CO2-emissierechten, de CCCTB, de plastictaks en de FTT.
De heer Omtzigt (CDA):
Wij doen niet mee aan de FTT-kopgroep. Dat is dankzij een motie van mijn partij. U mag het dus vragen, maar het antwoord op deze vraag laat zich raden.
De voorzitter:
Al die afkortingen, maar goed.
De heer Omtzigt (CDA):
De FTT is de financial transaction tax. Dat betekent dat je een kleine belasting betaalt over elke financiële transactie.
De voorzitter:
De betekenis hoeft niet.
De heer Omtzigt (CDA):
U vraagt het en u krijgt het.
De voorzitter:
Nee, het gaat niet om mij. Het gaat erom dat mensen die dit debat volgen, weten waar het ongeveer over gaat.
De heer Omtzigt (CDA):
Daar doe ik mijn best voor. De financial transaction tax is een belasting van een kleine som op elke financiële transactie, bijvoorbeeld een derivaat. Dat zou de Nederlandse pensioenfondsen buitengewoon hard raken, omdat zij die derivaten nodig hebben om hun risico af te dekken ...
De voorzitter:
Dat is uw mening. Gaat u verder.
De heer Omtzigt (CDA):
Ja, dat is mijn mening.
De voorzitter:
U hoeft het mij niet uit te leggen. Het ging alleen om een kleine toelichting op de afkorting, zodat mensen dat eventueel kunnen ...
De heer Omtzigt (CDA):
Maar als ik alleen zeg waar de afkorting voor staat, denk ik dat nog niet iedereen begrijpt waar ik het over heb.
De voorzitter:
Nee hoor, dat gaat prima.
De heer Omtzigt (CDA):
We zijn er als Nederland een heel felle tegenstander van. Ik heb begrepen dat die plastictaks in Brussel al van tafel is. Dan hoeven we dat hier dus niet te doen. Dat heeft de PVV-fractie, de heer Van Dijck, zelf ook gezien. Dat geldt ook voor de CO2-belasting. Met de digitaks — daar kom ik straks op terug — is men ook geen meter opgeschoten. Sterker nog, die is op koud ijs geplaatst, dus die kan helemaal niet gebruikt worden als eigen middel. Dat is de stand van zaken op dit moment.
Voorzitter. Er is nog wel één ander ding dat ik wil weten. Bij de eurozonehervorming zijn we er tot nu van uitgegaan dat landen oprecht hun best doen om hun economie te verbeteren. Maar het zou ook maar zo kunnen dat dit niet het geval is. Ik kan natuurlijk aan de regering vragen of zij plannen heeft om iets te doen als een land zijn problemen in de bankensector niet oplost en zich niet houdt aan de Maastrichtcriteria. Maar ik denk dat ik toch ga voorstellen om een vervolgadvies te vragen aan de Raad van State. Hoewel het natuurlijk wel gewenst zou zijn dat men zich aan de afspraken houdt — dat delen we in de hele Kamer — is dat geen garantie dat dat de komende tijd gaat gebeuren. Sterker nog, Frankrijk heeft zich in negen van de afgelopen tien jaar niet gehouden aan de 3%-norm en doet dat ook volgend jaar niet. Het is dus niet alleen een hypothetisch geval. Zuid-Europa begint al vrij snel ten zuiden van Nederland. Als één land failliet gaat, hebben we daar allemaal last van. Als één bankensysteem explodeert, hebben we daar allemaal last van. Ik vraag de regering dus of zij advies wil vragen aan de Raad van State over wat de Nederlandse stappen kunnen zijn in het kader van niet-samenwerken. Anders overweeg ik dat zelf te doen.
Voorzitter, ik ga over op de brexit. Dat terugtrekkingsakkoord lijkt nu dood. Het is uitzonderlijk wat uw collega in het Britse parlement gedaan heeft. Na vier dagen heeft hij de regering verschrikkelijk op haar kop gegeven omdat zij het debat geëindigd heeft zonder een stemming. Wat gebeurt er nu? Er is een extra brexittop. Ik verneem graag wat de inzet van de Nederlandse regering is voor die brexittop. Hoe kan er toch iets komen? Voor de CDA-fractie is het duidelijk. Het is aan de Britten om te kiezen. De deal, no deal en in de Unie blijven, staan open als opties. Maar wilt u er alstublieft op aandringen dat ze een beetje tijdig aan de Europese partners meedelen welke optie ze kiezen? Voor onze douane en voor onze exporteurs betekent het nogal wat of ze de ene of de andere optie kiezen. Het raakt niet alleen Groot-Brittannië. En kan de premier dan zeggen waarom wij nog maar 115 douaniers aangenomen hebben? Dan moet er dus een noodplan voor de Douane zijn. Is dat noodplan er op 29 maart? Oftewel, welke zaken gaan wij niet meer controleren?
Voorzitter. Een compliment voor de minister van Buitenlandse Zaken voor wat hij met de motie-Omtzigt c.s. over Magnitsky gedaan heeft. Ik val de heer Van Ojik bij: het is knap om iedereen daarover op één lijn te krijgen. Dat is voorwaar niet gemakkelijk in een Unie van 27 of 28 lidstaten. Ik zou graag willen weten wat de volgende hordes zijn, maar ook of de premier bereid is om samen met de minister van Buitenlandse Zaken ervoor te zorgen dat de naam Magnitsky, waar het allemaal mee is begonnen, op dit initiatief geplakt blijft. Wil de premier toezeggen dat het in de uitwerking de Magnitskywet, de Magnitskyverordening of iets dergelijks zal worden?
Voorzitter. We praten heel veel over migratie, maar mag ik gewoon eens vragen wat er nagekomen is van wat er in juni is afgesproken? Er is een lange lijst van afspraken met landen in Afrika over migratie, maar ik zie het niet. Ik zou ook nog graag willen weten hoe het op dit moment is met de samenwerking met Italië en het terugsturen door de IND van mensen naar Italië. Is Italië een veilig land?
Op 17 en 18 december vindt een top tussen de EU en Afrika plaats. Daar moeten stappen gezet worden om de economische relatie tussen de EU en Afrika te versterken. Dit is in lijn met de voorstellen van Juncker om de banden tussen beide continenten te versterken. Zal de minister voor Handel de premier vergezellen naar deze top? En worden er nog verdragen, compacts of iets anders gesloten?
Het CDA is voorstander van een verdieping van de economische relatie tussen de EU en Afrika, maar dan wel hand in hand met geloofwaardige overeenkomsten om eigen onderdanen terug te nemen. Graag ontvangen wij voor donderdagochtend nog een brief met daarin de inzet van de regering voor die EU/Afrika-top, die best wel belangrijk is.
Voorzitter. Afgelopen maand heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over Albanië, waarin het vraagt om gesprekken met Albanië te openen over toetreding tot de EU. Ik zeg er maar meteen bij dat wij tegen hebben gestemd, want Albanië is er wat ons betreft volstrekt niet klaar voor, door corruptie, inmenging van Turkije en noem het maar op. Kan de regering ervoor zorgen dat dit voorlopig niet gebeurt en kan ze dit standpunt innemen bij de top?
Voorzitter. Turkije speelt op dit moment on the moral high ground met de heer Khashoggi, die vermoord is in Turkije. Maar de recente berichten over incognito blacksitegevangenissen waar Turkije zelf mensen vasthoudt, zijn zeer, zeer zorgwekkend. Ook zijn de CPT-rapportages over de gevangenissen na de coup niet vrijgegeven. Wil de regering aandringen op fatsoenlijke onderzoeken door de Europese Unie naar hoe Turkije op dit moment met de mensenrechten omgaat?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Omtzigt.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Hiermee zijn we aan het eind gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors de vergadering tot kwart voor twee. We hebben dan eerst het afscheid van een collega en de beëdiging van een nieuwe collega, daarna de regeling van werkzaamheden en dan gaan we verder met de eerste termijn van de regering en tweede termijn van de Kamer in dit debat.
De vergadering wordt van 13.11 uur tot 13.47 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-35-4-n1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.